Tag Archief van: landscape

Theater / Voorstelling

Nogal puur

recensie: Angel (Het Syndicaat)

.

~

Nieuweboer en Van der Horst geven zich bloot in dit expressionistische stuk. Het is een zenuwslopende tijd waar de personages doorheen gaan: na een miskraam lukt het ze niet meer hun levensstijl en plannen op elkaar af te stemmen. Met name Nieuweboer maakt indruk: de verwijten en scheldwoorden (godverdomme, hoer, twijfelkut, parapik, zeikwijf, rammen klootzak!) komen uit de grond van haar hart; haar lichaamstaal onderstreept de overgave aan haat en onbegrip. Van der Horst is lichtvoetiger, nonchalanter. De rol als meer nuchtere avonturier is daar ook naar, maar zijn spel is iets te vrijblijvend voor de ernst van de crisis. Zijn engagement met het leed in de wereld bijvoorbeeld had sterker naar voren kunnen worden gebracht.

Psychotisch

De jonge Nederlandse toneelschrijver Enver Husicic hanteert een opmerkelijk taalgebruik. De spelers drukken zich uit in korte, associatieve zinnen, vaak slechts van één woord. Zinnen met meer woorden hebben een vreemde volgorde. Er ontstaan monologen vol pathos, vette, dichtgeplamuurde beelden:

“Wie stond naast r bed.
Was ze geleegd.
Kinderdroom.
Verwijderd operatief.
Wie stond naast r bed.
Met bloemen vers de tuin uit.
Was ze.
Wie.
Wie vult die leegte.
Die zwarte.
Die diepe.
Die zieke.
Die zwerende.
Baarmoeder.
Holte.
Die.
Wie.
Wie vult em.”

Het contrast van inhoudsvolle passages geuit als korte uitroepen, geeft je rillingen. Maar de drang om bodemloze wanhoop fysiek kwijt te raken, is wel herkenbaar.

Regie

~

Daniëlle Wagenaar levert een strakke regie af. De staccato tekst vraagt om perfecte timing, en nooit haperen de acteurs, of laten ze pauzes vallen. Ook over hun lichaamstaal en de posities die worden ingenomen is goed nagedacht. We zien echt (ex-)geliefdengedrag, maar altijd spreken de acteurs naar het publiek toe. Mooi is het beeld van de kinderen in de zee waar het tweetal op uitkijkt, ver weg, mooi passend bij hun turkooizen ogen. Mooi ook is het rood van haar pakje, als ze hem na tijden weer eens bezoekt. Nogal erg ‘puur’ is het moment waarop zij opgewonden is, en bij hem seks afdwingt. De tekst in deze scène laat niets te raden over, de beelden erbij maken ontsnappen onmogelijk. We kijken recht in het gezicht van de scheldende Nieuweboer, die voorovergebogen op één van de witte zitkussens van haar leegte verlost wil worden; Van der Horst als verlosser achter haar.

Energie

De voorstelling is, met een goed uur, kort en hevig. Hoop gloort er niet, niet voor deze twee samen althans. Maar als individuen gaan ze het zeker redden, met hun energie en gevoel voor humor. Angel blijft bij door de rauwheid, het onverbloemde. Ga erheen als je pas een geliefde bent en vindt uit wat jouw verlangens zijn!

Angel wordt tot en met 29 april opgevoerd in verschillende theaters in Nederland.

Theater / Voorstelling

Nogal puur

recensie: Angel (Het Syndicaat)

.

~

Nieuweboer en Van der Horst geven zich bloot in dit expressionistische stuk. Het is een zenuwslopende tijd waar de personages doorheen gaan: na een miskraam lukt het ze niet meer hun levensstijl en plannen op elkaar af te stemmen. Met name Nieuweboer maakt indruk: de verwijten en scheldwoorden (godverdomme, hoer, twijfelkut, parapik, zeikwijf, rammen klootzak!) komen uit de grond van haar hart; haar lichaamstaal onderstreept de overgave aan haat en onbegrip. Van der Horst is lichtvoetiger, nonchalanter. De rol als meer nuchtere avonturier is daar ook naar, maar zijn spel is iets te vrijblijvend voor de ernst van de crisis. Zijn engagement met het leed in de wereld bijvoorbeeld had sterker naar voren kunnen worden gebracht.

Psychotisch

De jonge Nederlandse toneelschrijver Enver Husicic hanteert een opmerkelijk taalgebruik. De spelers drukken zich uit in korte, associatieve zinnen, vaak slechts van één woord. Zinnen met meer woorden hebben een vreemde volgorde. Er ontstaan monologen vol pathos, vette, dichtgeplamuurde beelden:

“Wie stond naast r bed.
Was ze geleegd.
Kinderdroom.
Verwijderd operatief.
Wie stond naast r bed.
Met bloemen vers de tuin uit.
Was ze.
Wie.
Wie vult die leegte.
Die zwarte.
Die diepe.
Die zieke.
Die zwerende.
Baarmoeder.
Holte.
Die.
Wie.
Wie vult em.”

Het contrast van inhoudsvolle passages geuit als korte uitroepen, geeft je rillingen. Maar de drang om bodemloze wanhoop fysiek kwijt te raken, is wel herkenbaar.

Regie

~

Daniëlle Wagenaar levert een strakke regie af. De staccato tekst vraagt om perfecte timing, en nooit haperen de acteurs, of laten ze pauzes vallen. Ook over hun lichaamstaal en de posities die worden ingenomen is goed nagedacht. We zien echt (ex-)geliefdengedrag, maar altijd spreken de acteurs naar het publiek toe. Mooi is het beeld van de kinderen in de zee waar het tweetal op uitkijkt, ver weg, mooi passend bij hun turkooizen ogen. Mooi ook is het rood van haar pakje, als ze hem na tijden weer eens bezoekt. Nogal erg ‘puur’ is het moment waarop zij opgewonden is, en bij hem seks afdwingt. De tekst in deze scène laat niets te raden over, de beelden erbij maken ontsnappen onmogelijk. We kijken recht in het gezicht van de scheldende Nieuweboer, die voorovergebogen op één van de witte zitkussens van haar leegte verlost wil worden; Van der Horst als verlosser achter haar.

Energie

De voorstelling is, met een goed uur, kort en hevig. Hoop gloort er niet, niet voor deze twee samen althans. Maar als individuen gaan ze het zeker redden, met hun energie en gevoel voor humor. Angel blijft bij door de rauwheid, het onverbloemde. Ga erheen als je pas een geliefde bent en vindt uit wat jouw verlangens zijn!

Angel wordt tot en met 29 april opgevoerd in verschillende theaters in Nederland.

Muziek / DVD

Max in de hoofdrol

recensie: Soulfly - The Song Remains Insane

Dynamo 1998, ergens rond het middaguur. Onder luid gejuich betreedt Max Cavalera het podium met zijn nieuwe band Soulfly. Bij het invallen van de eerste riff trilt het terrein op zijn grondvesten en gaat het publiek tot ver achter de geluidstorens volledig los. Zeven jaar na dat klassieke optreden ligt er de allereerste Soulfy-dvd: The Song Remains Insane, die een overzicht moet geven van de carrière van Soulfly van 1998 tot het heden.

~

Wat direct opvalt aan de hele dvd is dat Soulfly echt Max Cavalera is. Vanaf het begin wordt er direct gepraat over de laatste bezettingswisseling bij het laatste album (Prophecy), die dit keer een van de meest rigoureuze is geweest. De enige constante factor in de gehele band is en blijft Max. Gedurende de iets meer dan zestig minuten die de schijf duurt is Max ook degene die het meest aan het woord komt in de interviews. De beloofde “Exclusive interviews with Max Cavalera and members of Soulfly” blijven behoorlijk beperkt tot de eerste vijf woorden van de belofte. Even krijgen we David Ellefson (huidige bassist) aan het woord en is er wat kort commentaar van familieleden, maar verder is er weinig inhoudelijks bij. Nu wekken de beelden van oefensessies en studio-opnames de indruk dat Max een plezierig en open minded person is om mee te werken, maar zou het niet mooi zijn om dat dan ook uit mond van collegae te horen?

Spektakel

Buiten het hierboven beschreven minpuntje is de dvd een verademing voor de Soulfly-fan. Hij bevat een mooie selectie uit oud en nieuw materiaal, zoals live-materiaal, clips en zelfs wat opnames uit oefensessies en studiobeelden. Bij de optredens komen er vanzelfsprekend de obligate Sepultura-nummers voorbij. Zo komen in het overzicht Roots Bloody Roots en Refuse/Resist al voorbij en worden we bij de special features nog getrakteerd op Attitude. Onder deze special features bevindt zich naast de live-uitvoering van Attitude overigens ook de live-uitvoering van First Commandment (afkomstig van debuutplaat Soulfy), waarbij ook Chino Moreno van de Deftones meedoet. Ik moet mij heel sterk vergissen als beide uitvoeringen niet op het bewuste Dynamo-optreden in 1998 zijn opgenomen. Hierbij is ook gelijk goed te zien wat een band als Soulfly in huis heeft. Een optreden staat garant voor een strakke show waarbij het moeilijk is stil te blijven staan.

The Song Remains

Waarom echter de drie extra live-nummers als bonus opgenomen zijn in plaats van in het overzicht zelf weet ik niet. Vooral omdat het een van de eerste optredens in Nederland betreft en hiermee dus prachtig in het plaatje van de carrière past, maar goed, de nummers worden er niet minder om en voegen zeker iets toe aan het geheel. The Song Remains Insane is een dvd die een mooi beeld schept van een band die ondanks zijn nog niet heel lange levensduur en vele bezettingswisselingen toch al een behoorlijke status heeft opgebouwd, natuurlijk voor het grootste deel te danken aan de geschiedenis van frontman Max. Ergens dus misschien ook wel begrijpelijk dat-ie zoveel aan het woord is…

Film / Films

Neuroses en romantiek in de herhaling

recensie: Melinda and Melinda

Een film per jaar. Met een ijzeren regelmaat bezet Woody Allen jaarlijks een aantal weken het witte filmdoek in een tiental bioscopen in Nederland. Een beperkt aantal zalen voor een regisseur die in het verleden zeer succesvol was. De belangrijkste reden voor het op kleine schaal uitbrengen van de films van Allen, is het ontbreken van enthousiaste recensies.

~

In Melinda And Melinda is Allen achter de camera gebleven. Hij heeft een cast van jonge acteurs en actrices om zich heen verzameld, die hetzelfde verhaal vanuit verschillend perspectief spelen. In een café zitten vier mensen te praten. Een van hen heeft een verhaal te vertellen, misschien wel de eerste aanzetten voor een filmscript. Al snel neemt een van de aanwezigen het verhaal over en zo ontstaan er twee verhalen met dezelfde hoofdpersonen. De film is in het eerste verhaal een romantische komedie, in het tweede verhaal zijn de ontwikkelingen dramatisch. Romantiek versus dramatiek. Allen vertelt hetzelfde verhaal twee keer. Creatieve armoede of een briljante vondst?

Neuroses

~

Er is maar een Melinda. Actrice Radha Mitchell speelt in beide verhalen de hoofdrol. Ze is een aantal jaren weggeweest uit New York en keert berooid en vol teleurstellingen terug bij haar vrienden. Deze nemen haar liefdevol op, maar kijken toch wat op van de vele neurotische tics die hun vriendin heeft. Iedereen is bezig met zijn of haar eigen carrière en probeert de ladder van het succes te beklimmen. Melinda is berooid, heeft geen geld en kan alleen maar teren op de zakken van haar vroegere vrienden. In het eerste verhaal slaagt Melinda er in haar teleurstellingen achter zich te laten. Ze bouwt een nieuw leven op en vult haar dagen op een zinnige manier. Ze ontmoet interessante mannen, beleeft een aantal komieke avonturen en het lijkt haar voor de wind te gaan. In het tweede verhaal mislukt bijna alles. Ze wordt achtervolgd door haar neuroses en valt voor de verkeerde parasiterende mannen.

Typisch Allen

Allen schakelt, soms met tussenkomst van het aan tafel zittende viertal in het café, van romantiek naar drama, van geluk naar mislukking. Hij heeft een aardig verhaal te vertellen, met de van hem bekende thema’s als liefde, romantiek, ontrouw en communicatie. De cast van acteurs en actrices is aantrekkelijk, het Amerikaanse leven oppervlakkig en de beelden van New York weer typisch Allen.

Ontrouw

Halverwege de film gaat de truc echter wringen. Het vertellen van een komedie gaat Allen redelijk af. Met dezelfde ingrediënten een drama in beeld brengen, is hem ook toevertrouwd. Tot zover is alles in orde, maar in het tweede gedeelte van de film is de truc uitgewerkt en wordt de film voorspelbaar. De regisseur filmt dan de van hem bekende thema’s op het doek. Allen heeft daarbij de keuze gemaakt zijn eigen neuroses en tics over een aantal van de rollen te verdelen. Dus is er iemand die op de stoel bij de psychiater ligt, gaat een van de spelers steeds meer als Allen klinken, wordt ontrouw een regelmatig terugkerend thema en worden de grappen vooral one-liners. De toeschouwer in de bioscoop zit naar een film over Woody Allen te kijken, waarin Allen zich heeft verscholen in drie of vier van de karakters.

Creatieve armoede

De keuze van Allen om – toch weer – een film over zichzelf te maken, keert zich tegen hem. De keuze om een verhaal tweemaal te vertellen is origineel, de uitwerking is op zijn best een half uur verrassend. Daarna zijn het de bekende Allen-ingrediënten die er al jaren voor zorgen dat deze regisseur geen groot publiek meer bereikt. Na dertig minuten brille zit de toeschouwer opgescheept met ruim een uur creatieve armoede. Melinda And Melinda is opnieuw een teleurstellende film en zal slechts bezocht worden door de die-hard fans.

Muziek / Album

Eentje met twee gezichten

recensie: The Frames - Burn The Maps

Vorig jaar kondigden The Frames, tijdens het Eurosonic-festival van 2004, aan dat ze na hun verrassende For the Birds uit 2001 zin hadden om opvallend terug te komen. Die aankondiging ging gepaard met het platspelen van het publiek in het Groninger Grand Theatre. Ongeveer een jaar later flikken de Ieren het toch maar even. Burn the Maps wordt in elk medium bejubeld en alle platenboeren prijzen hem bij de trouwe klanten aan. Meeslepend wordt de plaat genoemd en dat betekent, anno 2005, blijkbaar veel bombarie, strijkers en voor de hand liggende melodieën. Toch gaan de fraai gearrangeerde hapklare brokken er in als koek. Eens kijken waarom.

De reden waarom na jaren van ploeteren het bescheiden For the Birds wel werd opgepikt, heeft waarschijnlijk te maken met de producer. Destijds had Craig Ward de knoppentafel onder zijn beheer en deze man wist waar hij mee bezig was. Op Burn the Maps verschijnt Ward als gastmuzikant en in de tussenliggende jaren heeft de producer annex gastmuzikant een redelijke stempel op de band gedrukt, want vele nummers hebben een Belgische tint. Specifieker nog, voor veel nummers heeft waarschijnlijk het muzikale karakter van The Ideal Crash – de dEUS-plaat waar Ward het meeste invloed op heeft gehad – als voorbeeld voor Burn the Maps gediend. Steevast beginnen de nummers rustig en halverwege gaan de schuiven langzaam open en aan het einde werkt alles samen richting de climax.

~

Goede en slechte voorbeelden

Niet alleen dEUS dient als voorbeeld. De opener Happy heeft dezelfde ingewikkelde drumpartij als Millionaire´s Body Experience Revue. Toch blijft het nummer, ondanks de voorbeelden, de sterke orkestratie en de overstuurde zang, staan als een huis. Daarna wordt het een aantal nummers afzien. In nummers als Finally, A Caution to the Birds en Underglass nemen The Frames zo nu en dan de voor de hand liggende dramatiek over van bands als Live of Dawsons-Creek-Rock van 3doorsdown. Dat soort nummers maakt Burn the Maps tot een draak van een plaat; eentje die ergens in de la zal verdwijnen.

Bijsmaak

Waarom de plaat dan door zoveel mensen wordt bejubeld, ligt aan de kracht van de nummers rondom de dieptepunten. Bijvoorbeeld het schitterende Sideways Down, het mooie Dream Awake en het aparte Ship Caught in the Bay, waarbij The Frames zelfs het pad opgaan van Boards of Canada. Sowieso zit de kracht van Burn the Maps hem in de staart van de plaat, want ook Keepsake en het rijk gearrangeerde Suffer in Silence weten zich te profileren als de pareltjes van de plaat. Wanneer The Frames een plaat vol van deze laatste nummers had kunnen maken, zal je een topplaat hebben. Nu is het er één met een behoorlijke vieze bijsmaak en dat had niet gehoeven.

Boeken / Fictie

Ook voor niet-Friezen

recensie: Tsead Bruinja en Hein Jaap Hilarides (samenstellers) - Droom in blauwe regenjas / Dream in blaue reinjas

.

Bruinja geeft in zijn inleiding aan dat er niet zoveel aandacht is voor schrijven in het Fries op zich. Het is voor de dichters een natuurlijk gegeven en ze besteden minder aandacht aan talige aspecten of de Friese taal op zichzelf. Dit betekent niet dat er geen Friese aspecten te vinden zijn in de poezie. Eén van deze kenmerken is dat ze zich tegen het kale Friese land afspelen. ‘Oer Fryslân’ Over Friesland is een van de meest tekende gedichten over dit onderwerp. In dit gedicht beschrijft Albertine Soepboer, die overigens ook in het Nederlands dicht, over de alomtegenwoordige natuur en leegte van het landschap dat ook in zichzelf geen beschutting vindt. Ze sluit af met de mooie, fysieke zin, ‘altyd neaken, altyd’.

Dat waaien, altyd dat waaien

de beammen yn ús tún
dy’t ûnwennich binne fan it bosk

de maitiid dy’t yn grauwe wolken
oer it lege lânskip jaget

altyd neaken, altyd.

(Dat waaien, altijd dat waaien

de bomen in onze tuin
die heimwee hebben naat het bos

de lente die in grauwe wolken
over het lege landschap jaagt

altijd naakt, altijd.)
vert. auteur

Nostalgie

Naast het landschap is er nog een ander thema dat meerdere keren de aandacht vraagt in de bundel. Doordat er in het Fries wordt geschreven, een moedertaal en een taal zo gebonden aan een bepaald gebied, ontstaat er bij sommige gedichten ook een gevoel van nostalgie of een beeld van de jeugd, die in de gedichten een rol speelt. Die gedichten maken veel indruk, of zijn bijzonder. Ik denk dat dit vooral voor ‘Friezen om utens’, Friezen die niet meer in de provincie wonen, het geval is. Bijvoorbeeld in het lange verhalende gedicht ‘Brugwachter’ van Tsead Bruinja. In dit gedicht gaat het over een zoon en een vader. De zoon vertelt een aantal anekdotes om zijn vader te zichzelf ervoor te behoeden zijn vader in te vergetelheid te laten zakken. Door over zijn vader te vertellen blijft hij in leven en blijft er een relatie tussen deze twee mensen, die van elkaar verwijderd zijn. Door die herinneringen is het een emotioneel relaas. In het gedicht komt een aantal keren een refrein terug, waar ijs en schaatsen een grote rol in spelen, elementen doen denken aan de jeugd. Door dit terugkerende element leest het gedicht als een ballade.

kom byn my de houtsjes ûnder
ik ha de krappe griene jongeslearskes oan
byn my de houtsjes ûnder
it iis is tin as de tydlike ôfstân tusken ús
(…)

(kom bind me m’n houtjes onder
ik heb de krappe groene jongenslaarsjes aan
bind me m’n houtjes onder
het ijs is dun als de tijdelijke afstand tussen ons
(…))
vert. auteur

Niet Fries

De bundel bevat echter ook veel gedichten die zich niet rond deze zaken afspelen en een mate van universaliteit hebben. Een van de dichters wiens poezie deze elementen bevat en opvalt is Elmar Kuiper. Zijn poezie raakt aan het filosofische, zoals in ‘Bylden’ (Beelden) waarin hij speelt met het begrip beelden. Beelden worden als een personificatie opgevoerd. In de eerste strofe is er een vergelijking van beelden met honden. Deze vergelijking van beelden, die ‘als speelse honden/over elkaar heen tuimelen’ is in het hele gedicht doorgevoerd. De beelden zijn honden. In de zesde strofe gebruikt Kuiper een andere betekenis van beelden door de beelden als marmer voor te stellen. Aan de ene kant lijken het dan standbeelden, aan de andere kant zijn de beelden ook meer statisch en niet zo speels als de honden waar ze mee vergeleken worden. Het gedicht eindigt met honden van verschillende karakters. Zijn deze beelden verschillende soorten baaeldspraak, die zijn liefde voor voor beelden verklaren?

Rop de rotweiler op!
Rop de foarbyldhûn!

Neam bekbânbyld foar mûle
nim braaf oan tou

Lit de goeie lobbes rêste.

(Roep de rottweiler op!
Roep de voorbeeldhond!

Noem muilkorfbeeld voor mond
neem braaf aan touw

laat de goeie lobbes rusten.)
vert. Tsead Bruinja

Ook voor niet-Friezen

Omdat nu eenmaal slechts een klein deel van de Nederlandstalige bevolking Fries spreekt, is er naast het Friese gedicht een Nederlandse vertaling opgenomen. Hoewel deze vertalingen goed zijn en vaak recht doen aan het gedicht, gaat er zeker iets verloren. Het Fries is een taal die lastig te lezen is, omdat de klemtoon soms anders ligt dan je deze in het Nederlands zou lezen en bepaalde letters spreek je anders uit. Hierdoor mis je als niet-Fries alliteraties of mooie klankcombinaties.
Toch bestaat het genot van het lezen van Friese poezie niet alleen in de klank zoals ook blijkt uit bovenstaande alinea’s. Soms zijn bepaalde woordkeuzes of rijm echter wel goed overgekomen. Ook vertaald is er nog genoeg te analyseren én te genieten. Bruinja heeft gelijk als hij zegt dat Friese poezie een groter publiek verdient.

Theater / Voorstelling

Blijspellig overspel

recensie: Nationale Toneel - De Methode Ribadier

Een grote pimpelpaarse verstoppertjeswand vult het toneel. In de wand zijn deuren en kastjes weggewerkt, die tijdens de voorstelling diverse keren worden opengetrokken. Dan wordt er weer iemand verstopt in een kast, dan verdwijnt er iemand naar de keuken of naar buiten en dan gaat er een kastje open waar een fles wijn tevoorschijn wordt gehaald. En er zit ook nog een schuifraam in de muur verwerkt, waar een paar keer een slungelige figuur naar binnen kukelt. Als er dan ook nog gegoocheld wordt, is het circus compleet. Het Nationale Toneel speelt De Methode Ribadier.

~

Het stuk van Fransman Georges Feydeau (1862-1921) over vreemdgaan is weer eens afgestoft en regisseur Frans Strijards durfde ermee aan de slag te gaan. Het werk van Feydeau wordt ook wel eens boulevardtoneel genoemd. Zijn stukken moeten altijd vermaken en vrolijk zijn. Dat is ook wat overheerst in dit toneelstuk. Er worden zelfs illusionistische trucs uit de hoge hoed getoverd om het publiek te vermaken.

Spel

De Methode Ribadier gaat over overspel, en er wordt letterlijk een spel met iedereen gespeeld. De man des huizes (Gijs Scholten van Aschat) gaat vreemd, zonder dat zijn vrouw (Ariane Schluter) dat in de gaten heeft. Zij slaapt namelijk door toedoen van een van zijn tovertrucjes. En dan is er ook nog een minnaar van de vrouw in het spel, die door de echtgenoot min of meer in vertrouwen wordt genomen. Het wordt er allemaal niet eenvoudiger op, zoals bij veel relatiekomedies.

Bedroevend laag

~

Deze voorstelling moet het – naast de wat overdreven illusionistische kunsten – vooral hebben van (simpele) taalgrappen. Zo nu en dan is dat humoristische niveau wel zo bedroevend laag, dat het bijna het Bassie en Adriaan-niveau benaderd. Zulke laagdrempeligheid wekt op den duur irritaties op, maar het gros van het publiek lijkt zich doorgaans prima te vermaken. Het is natuurlijk ook maar net hoe je pet staat op zo’n avond. Maar het aantal echte sterke en doordachte grappen is op één hand te tellen.

Laurel & Hardy

In een blijspel moet natuurlijk vrolijk gespeeld worden, vandaar dat er wat slapstick-elementen in verwerkt zijn. Sommige scènes doen een beetje denken aan Laurel & Hardy. Het heeft zeker iets komisch en dat komt niet in de laatste plaats door de acteurs. Stefan de Walle (Cyrano en Wachten op Godot) als de minnaar van de vrouw is erg goed in zijn lichaamstaal. Je moet wel een ontzettende zuurpruim zijn, wil je niet een keer lachen om zijn geklungel en uitstekende mimiek. Ook de verschijning van Gijs Scholten van Aschat is geestig, al is hij wel wat serieuzer in zijn rol. De enige vrouw in dit stuk, Ariane Schluter, heeft duidelijk wat meer moeite met een klucht als deze. Ze probeert mee te komen met de rest, maar redt het niet om overtuigend en ook nog ’s grappig over te komen. Dit is duidelijk haar ding niet.

Doorgeslagen

Het zal niet gemakkelijk zijn geweest om deze komedie in te studeren, maar zo te zien heeft Strijards de touwtjes goed en strak in handen. De voorstelling an sich is daarom wel fascinerend om naar te kijken. Je kunt hem prijzen om zijn dubbelzinnige constructies en de eenvoud. Dat geldt overigens niet voor de humor. Want qua grappen is het Nationale Toneel echt een beetje doorgeslagen. Je stoort je op den duur gewoon aan de laagdrempeligheid en in combinatie met de goocheltrucs voel je je als publiek niet geheel serieus genomen. Toch pleit het wel voor Strijards dat hij geprobeerd heeft er eens iets anders van te maken dan een gewone overspelkomedie waar we er al zoveel van hebben gezien de afgelopen jaren. Maar misschien kan Feydeaus werk beter in de la blijven liggen dan er dit mee te doen.

De Methode Ribadier wordt tot en met 17 april 2005 opgevoerd.

Muziek / Album

Hand in hand rocken

recensie: Open Hand - You and Me

“An epic guitar rock masterpiece,” zo luidt de omschrijving. Weliswaar afkomstig van de band zelf, maar voor het gemak zien we dat even door de vingers. Met You and Me verkent het uit Los Angeles afkomstige Open Hand volgens eigen zeggen de grenzen tussen indie, metal, stoner, hardcore, progrock en garage. ‘Het mag daarbij een wonder heten dat de band anno 2005 nog bestaat nadat in de zomer van 2003 de toenmalige bassist en gitarist er de brui aan gaven. Het zal ons eerlijk gezegd een zorg zijn. Hoe de plaat klinkt is veel belangrijker. En dan vooral of ie inderdaad zo lekker is als ze zelf beweren.

~

Qua sound doet You and Me vooral denken aan een mix van Black Sabbath, Kyuss (doch minder log), Queens of The Stone Age, Smashing Pumpkins en de latere Life of Agony, terwijl dichterbij huis de liefhebbers van het Nederlandse Lawn en Woost beslist aan hun trekken zullen komen. Noem het logge spacerock of zoiets. Grensverleggend is het niet, maar een ouderwetse portie psychedelische rock op zijn tijd doet wonderen dus daar malen we in dit geval niet om. Opener Pure Concentrated Evil hakt er meteen stevig in, waarbij de gelijkenis opvalt tussen de stem van zanger/gitarist Justin Isham en die van Life of Agony-voorman Keith Caputo. Ishams vocalen werden door Kerrang eerder omschreven als “a voice of pure velvet”. Isham merkte zelf op beïnvloed te zijn door iemand als Peter Gabriel, en die invloed is in Trench Warfare duidelijk te horen.

Weloverwogen keuzes

Het album bevat drie duetten, een weloverwogen keus zo blijkt. Isham: “I’ve always wanted to have other people sing on our records – especially strong, empowered women. It’s so boring to just hear a dude singing all the time about the kind of stuff that dudes sing about.” Het moet hem nageven worden: in dit geval pakt het goed uit. De kritiek van andere media dat de tweede helft van You and Me vooral slaapverwekkend zou zijn, wordt door ons zeker niet gedeeld!

Een ‘episch meesterwerk’ is het niet en de metal is ver te zoeken, maar desondanks is You and Me zeer zeker de moeite waard. Tot aan de release van de nieuwe Queens of The Stone Age is Open Hand verzekerd van een plaatsje in de stereo. Een verdomd lekker schijfje als je het ons vraagt! Erg pakkend bovendien. Aan de hitpotentie gaan we ons niet wagen. Suit yourself.

Theater / Voorstelling

Kinderlijke speelsheid

recensie: Klam (Schudden)

Een wasserette. Een muur van acht gestapelde wasmachines en een droger. Dit vormt het decor van theaterprogramma Klam. Het wordt door het duo Schudden, ofwel Noël van Santen en Emiel de Jong, inventief gebruikt bij het visualiseren van hun amusante verhaaltjes. Klam bestaat uit meerdere korte scènes die elkaar in een rap tempo opvolgen. Schudden maakt geen stand-up comedy of maatschappijkritisch en op actualiteiten gebaseerd cabaret. De mannen vertellen daarentegen leuke, komische en soms ontroerende beeldende verhalen. Het is meer theater dan cabaret.

~

In oktober 1994 won Schudden de jury- en publieksprijs op het Groninger Studenten Cabaret Festival en behaalde de tweede plaats op het Camerettenfestival. Nu tien jaar en vijf shows verder is het duo, ondanks hun succesvolle programma’s, nog redelijk onbekend. Ze zijn dan ook niet zo mediageil als een hoop andere cabaretiers en dus niet in ieder televisieprogramma te zien. Het is jammer dat veel mensen niet bekend zijn met dit duo, want Schudden zorgt voor een leuke en aparte theateravond. De twee mannen blinken uit in leuke en knappe vondsten met behulp van allerhande attributen, decor en rijke expressieve lichaamstaal. Het minimale gebruik van teksten wordt gecompenseerd door een verscheidenheid aan fysieke uitbeeldingen. De verbeeldingskracht van Schudden is zo groot dat je dankzij hun inlevingsvermogen direct in hun fantasiewereld gelooft.

Lullo en het baasje

De twee mannen verschillen qua karakters duidelijk van elkaar. De één, Emiel, is duidelijk de lullo, de zwakkere van de twee, de loser die steeds aan het kortste eind trekt. Noël is sluwer en beter gebekt, de meest overheersende van de twee. Emiel delft dan ook steeds het onderspit. Zo wordt hij als hond flink aangepakt door baasje Noël en al bij de eerste scène krijgt hij er hard met een mattenklopper van langs. Qua spel en timing gaan de twee samen op. Het is een hecht duo. De mannen zijn uitstekend op elkaar ingespeeld. Alhoewel dit wel allemaal van te voren ingestudeerd is, want improvisatie komt er niet bij kijken. Sterker nog, als er aan het eind van de show een oortje zoek is en Noël alleen op het podium achterblijft, staat hij zoals hij zelf zegt “met een bek vol tanden”.

Niet klam van het lachen

Hoe amusant of grappig en bovenal knap het ook allemaal gevonden is, ik was nooit echt klam van het schudden van het lachen zeg maar. Een aantal mensen in het publiek lachte wel uitbundig, maar zo erg kreeg ik het niet te pakken. Wel heb ik mij ontzettend vermaakt en ben erg onder de indruk van alle vondsten. Want lachen of ontroeren, wat ze brengen is altijd bijzonder clever. De voorstelling heeft ook een flinke vaart met veel decor- en kostuumwisselingen. De show vliegt echt voorbij.

Geniale ideeën

Ik vraag me soms echt af hoe ze op de vaak geniale ideeën komen. Met behulp van het simpele decor en wat attributen bevind ik mij steeds op een andere plek met steeds een andere sfeer. Een wasmand wordt bijvoorbeeld een vogelnest of hondenmand, een droogrek wordt een spinnenweb, de wasmachines worden een onderzeeër of een peepshowcabine waarin een paaldansshow afspeelt. Een strakgespannen laken wordt het decor voor een spookspel met gezichtsafdrukken. In wastobbes wordt aan wakvissen gedaan en ga zo maar door.

Schudden is niet pretentieus en komt prettig en ontwapend over. Je wilt dit avontuur met ze delen en meegaan in hun kinderlijke speelsheid. De mannen bezitten een enorme dosis fantasie en aanstekelijke energie om dit te kunnen klaarspelen. Een leuke verrassende avond. Ik ben benieuwd wat Schudden de volgende keer weer verzint.

Klam is nog te zien tot en met 3 juni 2005.

Theater / Voorstelling

Versteende literatuur wordt vrolijk en imposant prentenboek

recensie: Gilgamesj (De Theatercompagnie)

Al is de mens nog zo groots en sterk, in feite stuitert hij machteloos in het rond, als een marionettepop bestuurd door een caroussel vol goden. Dat is de les die we leren uit Gilgamesj. Koning Gilgamesj sticht de eerste stad op aarde en speelt er hardhandig de baas. Maar vanaf hun hoge uitkijkpost houden de goden hem in bedwang. Gilgamesj is een brok op kleitabletten bewaarde stokoude literatuur uit het huidige Iran. De Theatercompagnie heeft het verhaal getransformeerd tot een boeiende, oogstrelende, maar vooral vrolijke vertelling.

~

Het theater in Amsterdam waar Gilgamesj speelt, ruikt doordringend naar gras. Echte zoden liggen van de toegangsdeuren tot aan de coulissen. Een oerlandschap op de zevende dag van de schepping. Dat echte gras ademt een sfeer van woestheid, geaardheid, onopgesmuktheid. In deze vlakte woont Gilgamesj. Hij bouwde met zijn eigen handen de stad Uruk (spreek uit: Oeroek), hier vormgegeven als een glazen broeikasje dat in voorkomende gevallen dienst doet als graftombe, omgewaaide ruïne of zelfs als transparante zee. Op het glazen huisje zien zes goden neer, wier gezichten met behulp van projecties dreigend en onmenselijk groot op de achterwand verschijnen.

Lomp

~

Het is nogal een ongelikte beer, die Gilgamesj. Om te beginnen laat hij maar eens even zien wie hier de baas is door een vrouw zijn huisje in te commanderen en haar zonder verdere plichtplegingen lomp van achter te nemen. Het ontbreekt hem aan een warm kloppend hart. De enige bij wie hij als een angstig hondje bedelt om een aai, is zijn nuchter-bezorgde moeder. Fedja van Huet speelt Gilgamesj met verve. Zijn kracht als acteur is het zijn hele lijf zonder terughouden in de strijd te werpen, wat van deze mythische figuur een mens van vlees en bloed maakt.

Bloedbroeder

Om in evenwicht te komen, heeft Gilgamesj een gelijke nodig. Van de steppe wordt de woeste holenmens Enkidu geplukt. Naakt en besmeurd met modder, meer dier dan mens, ontdooit Enkidu tot homo sapiens nadat de vrouw Sjamath haar warme lendenen aan hem ter beschikking stelt. Hij komt naar Uruk en wordt de bloedbroeder van Gilgamesj, totdat hij van de goden moet sterven. Wat volgt is een meeslepende vertelling die raakpunten heeft met onder andere de Griekse mythologie en de Bijbel. Gilgamesj onderneemt een wereldreis, een odyssee op zoek naar de zin van het leven. Daarbij ontmoet hij een man die als Noach een ark bouwt om een zondvloed te overleven.

Prentenboek

Al te veel respect voor het eeuwenoude verhaal maakte van Gilgamesj bij het Ro Theater eerder dit seizoen nogal een saaie zit. Daar bracht acteur Joop Keesmaat hetzelfde epos als monoloog, met als groot nadeel dat de toeschouwer verstrikt raakte in de wirwar van godennamen, en te zeer moest varen op de eigen fantasie bij de omzwervingen van Gilgamesj. Zonder het verhaal tekort te doen, heeft de Theatercompagnie hetzelfde gegeven heel anders aangepakt. Namen horen bij gezichten, goden zijn evenzeer egoïstische vlerken als mensen. Natuurverschijnselen worden met veel technische toeters en bellen verbeeld. Resultaat is een voorstelling die oogt als een imposant prentenboek.

Humor

Maar de grootste kracht van deze Gilgamesj is de combinatie van humor en emotie bij de acteurs. Holenmens Enkidu wordt gespeeld door Stefaan Degand, slim gecast als buitenstaander in de mensenwereld doordat hij zich met zijn Vlaamse tongval automatisch onderscheidt van de Hollanders. Anneke Blok is een prachtige, droogkomische, maar ook dodelijk bezorgde moeder. En Gilgamesj is een mooie revanche voor regisseur Theu Boermans. Die speelde vanwege persoonlijke en financiële perikelen onderhand nauwelijks meer een rol van betekenis in het Nederlandse theater. Met deze voorstelling geeft Boermans weer een herkenbare oerschreeuw als toonaangevend theatermaker.

Gilgamesj staat tot en met 26 maart 2005 in het Compagnietheater in Amsterdam.

Boeken / Fictie

Schokken om het schokken

recensie: Helen Walsh - Millie

Het debuut van de jonge Engelse schrijfster Helen Walsh is overal goed ontvangen. Het verhaal over de mooie Millie is naar eigen zeggen deels autobiografisch en aangezien het bij tijd en wijlen een, vooral seksueel, erg schokkend verhaal is, is dat voor de soms wel wat ingedutte literaire wereld reden voor veel media-aandacht. Maar of dat helemaal gerechtvaardigd is, is de vraag.

Millie is een 19-jarige studente, die na de scheiding van haar ouders bij haar vader, een populaire hoogleraar, woont. Ze stort zich met haar zeven jaar oudere beste vriend Jamie, diens broer en vrienden – jongens uit de arbeidersklasse – regelmatig in het nachtleven van Liverpool. Omdat ze haar lesbische verlangens niet goed kwijt kan, gaat ze naar hoeren om haar geilheid te blussen. Als Jamie vertelt dat hij gaat trouwen verslechtert zeer gestaag zijn goede relatie met Millie. Tijdens een enorm destructieve nacht stappen raakt Millie het spoor compleet bijster. Ze verkracht een 14-jarig meisje, neukt met de drugsdealer Sean en komt er als klap op de vuurpijl achter dat haar moeder weg is gegaan omdat haar vader met tientallen studentes – en zelfs haar tante – vreemd is gegaan. Dit laatste verwart Millie zodanig dat ze aan het zwerven slaat, maar ‘alles’ komt uiteindelijk toch nog goed.

Overschreeuwende thema’s

Bovenstaande weergave van Millies verhaal is misschien complex, maar nog altijd helderder dan het werkelijke boek, dat eigenlijk nogal verwarrend is. Millie probeert een groot aantal thema’s bij de kop te nemen die dwars door elkaar heen lopen. Terwijl ze lang niet allemaal even belangrijk zijn voor het plot van Millie, schreeuwen sommige minder belangrijke thema’s enorm om aandacht.
Het belangrijkste thema is de vriendschap tussen Jamie en Millie, die door Jamie’s huwelijksplannen wordt verstoord. Walsh vertelt de spanningen tussen de twee vrienden door gedurende het boek steeds van perspectief te wisselen. Om en om lees je mee vanuit het oogpunt van Millie danwel Jamie.
De gescheiden ouders en het van zijn voetstuk vallen van de vader van Millie vormen samen een tweede belangrijk thema en het slot van het boek is hier ook op gestoeld. Dit thema komt echter maar matig uit de verf. Wat alles vooral overschaduwt is de tomeloze seksuele drift van Millie: De schrijfster gaat zich te buiten aan gedetailleerde beschrijvingen van de seksuele ervaringen die lang niet altijd even lekker te pruimen zijn. Het nut van deze beschrijvingen is niet echt duidelijk en lijken er alleen maar te zijn om de lezer te schokken en sensatie te veroorzaken.

Sensationeel, of zo…

~

Want sensatie is er om dit boek. Helen Walsh wordt wel de opvolgster van bijna-naamgenoot Irvine Welsh genoemd, en was onder andere in RAM te zien. Ze maakt duidelijk gebruik van haar knappe verschijning en beweert bovendien dat een deel van het boek op waarheid berust. De hele commotie rond het boek begrijp ik toch niet helemaal. Het is namelijk eigenlijk wel rommelig geschreven en de ontknoping valt helemaal uit de lucht. De Nederlandse vertaling is wel goed. Het lijkt goed bij het origineel te zijn gebleven en verwoordt de platte straattaal op een mooie manier. Toch is het boek nét iets te Engels om het heel goed te begrijpen, zeker als je niet heel goed op hoogte bent van Engelse culturele zaken als bonfire night.

De stijl van Millie is wel grijpend. Het lezen van het boek, met name de uitgebreide beschrijving van de beruchte ‘stapavond’, is als het zien van de clip van Smack Your Bitch Up van The Prodigy. Het lijkt zelfs bijna dat dit het script is geweest voor dit deel van het boek. Veel critici vinden Millie op Trainspotting van Irvine Welsh lijken, maar er zijn twee grote verschillen. Ten eerste is het boek van Welsh voor de meeste personages zelfs in het eind erg uitzichtloos, terwijl Millie verschillende min of meer happy endings suggereert.
Verder hoop je bij Irvine Welsh steeds weer dat er een beter boek dan Trainspotting komt, maar je weet dat na drie matige werken de kans hierop vrij klein is. Bij de met Millie debuterende Helen Walsh is de toekomst nog onzeker en zou er best een echt geniaal werk in kunnen zitten.