Tag Archief van: 8WEEKLY

Film / Films

Tussen toestemmen en toegeven

recensie: How to Have Sex- Molly Manning Walker

De debuutfilm van Britse regisseur Molly Manning Walker How to Have Sex (2024) lijkt op het eerste gezicht bekend terrein te bewandelen: een coming of age-verhaal dat zich afspeelt tijdens een examenvakantie op Mallorca. De film blijkt echter bijzonder scherpe vraagtekens te zetten bij een gevoelig maar relevant thema rondom seks: toestemming.

Het verhaal gaat over vriendinnen Tara, Em, en Sky die, in afwachting van de uitslag van hun examens, volop willen genieten van hun welverdiende vrijheid op Mallorca, een van de vele epicentra van drank, drugs, en gelijkgestemde feestbeesten. De eerste helft van de film is bijzonder grappig. De drie vriendinnen hebben ongelofelijk schik met elkaar en die chemie zorgt voor bijzonder geestige uitwisselingen. Dit gaat gepaard met prettig camerawerk en een zacht kleurenpalet, waardoor de sfeer van de film meteen helemaal compleet is. Een speciale vermelding verdient de bijzonder passend gekozen muziek. Aangezien er flink wat popmuziek wordt gedraaid, had de keuze snel verkeerd kunnen uitpakken. Gelukkig draagt de muziek op een subtiele manier bij aan de zalige vakantiestemming.

Complex consent

Het was te verwachten dat deze stemming op den duur om moet slaan. Dit is waar de film haar kracht vandaan haalt: het illustreren van de complexiteit rondom toestemming bij seks. Waar het op papier simpel lijkt (‘nee is nee’), kan het in de werkelijkheid een stuk minder zwart-wit zijn. De film toont een grijs gebied zonder daarbij met een vinger te wijzen of te vervallen in clichés als ‘jongens willen maar één ding’. Thema’s als opvoeding, bescherming, vriendschappen, het opzoeken van grenzen, jaloezie en puberale onzekerheid komen er ook bij kijken. Wat ook nog genoemd dient te worden is het ijzersterke acteerwerk van Mia McKenna-Bruce, die met haar lichaamstaal meer kan zeggen dan duizend woorden. Een ongekend accurate representatie van jongvolwassen onzekerheid.

Vragenvuur

De film roept bijzonder veel vragen op en dat is waarom hij zo goed blijft hangen. Hoe zijn deze jongens en meiden opgevoed? In hoeverre kun je dit soort taferelen voorkomen? Hoe verken je op een veilige manier je grenzen? Is dat überhaupt mogelijk? In hoeverre kun je en wil je (je) tieners hiertegen beschermen? Is er een volledig veilige manier om volwassen te worden? Al deze vragen en meer vormen ontzettend interessante gespreksstof. De film laat hier een serieus en genuanceerd licht op schijnen.

How to Have Sex is zeker een aanrader. Het is een gebalanceerde film die weet te vermaken en vragen weet te stellen. Hij zet het publiek op scherp zonder een hard oordeel te vellen of makkelijke oplossingen te bieden. En in tegenstelling tot wat de titel misschien doet vermoeden, is de film allesbehalve een handleiding voor het bedrijven van de liefde.

Film / Films

Tussen toestemmen en toegeven

recensie: How to Have Sex- Molly Manning Walker

De debuutfilm van Britse regisseur Molly Manning Walker How to Have Sex (2024) lijkt op het eerste gezicht bekend terrein te bewandelen: een coming of age-verhaal dat zich afspeelt tijdens een examenvakantie op Mallorca. De film blijkt echter bijzonder scherpe vraagtekens te zetten bij een gevoelig maar relevant thema rondom seks: toestemming.

Het verhaal gaat over vriendinnen Tara, Em, en Sky die, in afwachting van de uitslag van hun examens, volop willen genieten van hun welverdiende vrijheid op Mallorca, een van de vele epicentra van drank, drugs, en gelijkgestemde feestbeesten. De eerste helft van de film is bijzonder grappig. De drie vriendinnen hebben ongelofelijk schik met elkaar en die chemie zorgt voor bijzonder geestige uitwisselingen. Dit gaat gepaard met prettig camerawerk en een zacht kleurenpalet, waardoor de sfeer van de film meteen helemaal compleet is. Een speciale vermelding verdient de bijzonder passend gekozen muziek. Aangezien er flink wat popmuziek wordt gedraaid, had de keuze snel verkeerd kunnen uitpakken. Gelukkig draagt de muziek op een subtiele manier bij aan de zalige vakantiestemming.

Complex consent

Het was te verwachten dat deze stemming op den duur om moet slaan. Dit is waar de film haar kracht vandaan haalt: het illustreren van de complexiteit rondom toestemming bij seks. Waar het op papier simpel lijkt (‘nee is nee’), kan het in de werkelijkheid een stuk minder zwart-wit zijn. De film toont een grijs gebied zonder daarbij met een vinger te wijzen of te vervallen in clichés als ‘jongens willen maar één ding’. Thema’s als opvoeding, bescherming, vriendschappen, het opzoeken van grenzen, jaloezie en puberale onzekerheid komen er ook bij kijken. Wat ook nog genoemd dient te worden is het ijzersterke acteerwerk van Mia McKenna-Bruce, die met haar lichaamstaal meer kan zeggen dan duizend woorden. Een ongekend accurate representatie van jongvolwassen onzekerheid.

Vragenvuur

De film roept bijzonder veel vragen op en dat is waarom hij zo goed blijft hangen. Hoe zijn deze jongens en meiden opgevoed? In hoeverre kun je dit soort taferelen voorkomen? Hoe verken je op een veilige manier je grenzen? Is dat überhaupt mogelijk? In hoeverre kun je en wil je (je) tieners hiertegen beschermen? Is er een volledig veilige manier om volwassen te worden? Al deze vragen en meer vormen ontzettend interessante gespreksstof. De film laat hier een serieus en genuanceerd licht op schijnen.

How to Have Sex is zeker een aanrader. Het is een gebalanceerde film die weet te vermaken en vragen weet te stellen. Hij zet het publiek op scherp zonder een hard oordeel te vellen of makkelijke oplossingen te bieden. En in tegenstelling tot wat de titel misschien doet vermoeden, is de film allesbehalve een handleiding voor het bedrijven van de liefde.

Matthew Wong, The Kingdom, 2017.
Kunst / Expo binnenland

Matthew Wong: een onvervuld verlangen

recensie: Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort - Van Gogh Museum
Matthew Wong, The Kingdom, 2017.

Matthew Wong kampte met mentale problemen en zag kunst als zijn laatste redmiddel. Door te kijken naar Van Gogh en andere meesters leerde hij zichzelf schilderen. De roem die rap volgde stilde niet zijn verlangen naar geluk en hij stapte veel te vroeg uit het leven. Zijn indrukwekkende nalatenschap kun je in het Van Gogh Museum ontdekken.

Matthew Wong

Matthew Wong. Foto: Matthew Wong Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2023.

De eerste Europese overzichtstentoonstelling van de Chinees-Canadese kunstenaar Matthew Wong (1984-2019) onthult een kleurrijk en krachtig oeuvre, dat tegelijk melancholisch en ontroerend is. Hij kampte met psychische problemen door depressies, autisme en het syndroom van Gilles de la Tourette. Wong zag de schilderkunst als een last resort om te overleven en om betekenis en erkenning in het leven te vinden. Hij maakte zich het vak eigen door werk van grote Europese en Amerikaanse meesters uitvoerig te bestuderen. Als een spons nam hij alles wat hij zag in zich op, en onder invloed van Vincent Van Gogh, Henri Matisse, Gustave Klimt, Yayoi Kusama, Willem de Kooning, Joan Mitchell, Jonas Wood en anderen ontwikkelde hij een geheel eigen stijl. Ook vond hij inspiratie in de traditionele Chinese kunst. Een gemeenschap van gelijkgestemden kon via Facebook zijn razendsnelle ontwikkeling tot internationaal kunstenaar stap voor stap volgen.

Verwantschap

Met Van Gogh had Matthew zowel artistiek als persoonlijk een connectie. Beiden begonnen als autodidact pas op 27-jarige leeftijd met schilderen. Hun carrières waren stormachtig en kort, want door depressie zagen ze geen andere uitweg dan zelfdoding. Ook hun intuïtieve, kleurrijke kunst vertoont bizar veel parallellen; in het Van Gogh Museum hoef je maar te kijken naar de penseelstreken van The Kingdom uit 2017, om te zien door wie Matthew het meest werd geïnspireerd.

Toch biedt de door conservator Joost van der Hoeven samengestelde tentoonstelling slechts af en toe gelegenheid hun werken naast elkaar te zien, en daar wordt Wong recht mee gedaan. Zijn imaginaire wereld is vol van schoonheid en diepgang waardoor deze ook zonder een vergelijking met Van Gogh veel indruk maakt en ontroert.

Een eigen weg

Matthew Wong, A Walk Through Primordial Garden, 2018.

Matthew Wong, A Walk Through Primordial Garden, 2018. Foto: Matthew Wong Foundation c/o Pictoright Amsterdam 2023.

Wongs sterke verbeeldingskracht is goed te zien in A Walk Through Primordial Garden uit 2018, waarin een eenzame figuur over een slingerend pad wandelt. Het landschap is warm en uitbundig van kleur, maar er gaat ook verdriet achter schuil. Wong portretteerde zichzelf vaker op deze wijze. Een veelvoorkomend thema was saudade: gevoelens van verlangen, nostalgie en melancholie naar een plek, iets of iemand die niet meer bestaat.

See You on the Other Side (2019) verbeeldt een figuur aan de rand van een groot wit landschap. Als toeschouwer kijk je over zijn schouder mee naar een huis aan de overkant dat onbereikbaar lijkt. Hierdoor voel je zowel het isolement als het verlangen om aan de andere kant te komen.

Melancholie

Een groot verschil met Van Gogh is dat Wong het succes van zijn werk wel heeft kunnen ervaren. Hij was angstig en onzeker, maar bezat desondanks over genoeg zelfvertrouwen om eigen tentoonstellingen te organiseren. Met zijn moeder bezocht hij galeriehouders in Amerika, die net als belangrijke kunstcritici zijn buitengewone talent zagen. Vanuit zijn huis in Edmonton, Canada, schilderde Wong soms wel zes werken op een dag en musea en verzamelaars legden miljoenen neer voor deze creaties.

Erkenning en waardering brachten hem kortstondig geluk, maar niet de gewenste rust in zijn hoofd. De tragiek van de kwetsbare kunstenaar kun je voelen in emotioneel geladen kunstwerken zoals End of the Day uit 2019, uit zijn latere ‘blauwe periode’. Matthews ouders schonken het in 2023 aan het Metropolitan Museum of Art. Vergeet niet op de bovenste etage van het museum het mystieke Path to the Sea uit 2019 te bekijken in de daarvoor speciaal ingerichte stilteruimte. Een mooier eerbetoon aan Matthew Wong is er bijna niet te bedenken.

Impressie Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort, Van Gogh Museum.

Impressie Matthew Wong | Vincent van Gogh: Painting as a Last Resort, Van Gogh Museum, foto: Michael Floor.

Theater / Voorstelling

Grappig, speels en vol levenslust

recensie: So far so good – Conny Janssen Danst / Antonin Comestaz

Conny Janssen Danst toert op dit moment met twee voorstellingen tegelijkertijd: Janssens eigen productie Ziel en daarnaast talentontwikkelingsprogramma NEXT. De eerste die voor dit nieuwe concept een voorstelling maakt is choreograaf Antonin Comestaz. Zijn So far so good, met zeven dansers van Conny Janssen Danst, spat van het podium af.

NEXT biedt jaarlijks een talentvolle choreograaf de kans om een productie te maken met de dansers van Conny Janssen Danst. De Franse choreograaf Antonin Comestaz, gevestigd in Den Haag, trapt af. In 2017 maakte hij al voor Conny Janssen Danst een kort stuk voor DANSLOKAAL met drie streetdancers. Dit keer heeft hij zeven dansers tot zijn beschikking: drie vrouwen, vier mannen, allemaal vooraan in de twintig, creatief, goed getraind en met een enorme dosis energie. Wat heerlijk om met zulke jonge, lenige dansers te werken, moet Comestaz gedacht hebben. De dansers storten zich vol overgave en met zichtbaar plezier in een veertig minuten durende speelse dansmarathon die boeit van begin tot eind.

Ongekunsteld

‘Stadse energie’ en ‘geschikt voor niet-standaard locaties’ waren de inspiratiewoorden die Conny Janssen meegaf aan de opvoering van Comestaz. Dat klinkt eenvoudig maar is het niet: denk maar aan een lichtplan wanneer het buiten is, overdag of ’s avonds, of wanneer de locatie een vloer heeft van beton. Comestaz kiest in de vlakkevloerzaal van theater WORM voor een eenvoudig toneelbeeld, of eigenlijk geen toneelbeeld: er staat een steiger die er schijnbaar al stond en het publiek kijkt vanaf de tribune op de open coulissen. Ongekunsteld, what you see is what you get, een motto dat helemaal past bij So far so good: het gaat om de dansers, hun individuele kwaliteiten en hun gezamenlijke energie die, zo dicht op de huid van de dansers, zichtbaar en voelbaar is.

Sneakers

Het openingsbeeld zet meteen de toon: zeven paar zwarte sneakers liggen links achter op de grond, rechtsvoor steken de dansers de vloer schuin over richting de sneakers, in een komisch uitziende beweging: op de buik, hun achterwerken omhoog duwend om vooruit te komen. Een van de dansers sukkelt er achteraan. Maar in plaats van de schoenen aan hun voeten te doen, steken de dansers hun handen erin. De schoenen komen steeds terug; soms worden ze uitgetrokken en nonchalant over de schouders weggegooid, dan weer loopt een danser minutenlang met een schoen op zijn hoofd.

Foto: Martijn Kappers

We zien de dansers – in casual kleding alsof ze zo van huis zijn weggelopen – in solo’s, duetten, trio’s en een combinatie daarvan. Ze laten alledaagse en minder alledaagse bewegingen zien: krabben in het kruis, breakdance moves, tableau vivants, ze halen acrobatische toeren uit of bewegen als roofdieren over de vloer. Er is veel interactie tussen de dansers en daarnaast zien we hen ook in synchrone groepschoreografieën.

Stiltes

De soundscape die Comestaz samenstelde is geraffineerd en divers: zo zijn er verstilde pianoklanken te horen, een alpenhoorn (alphorn absolut berlin), ondefinieerbare geluiden van de Zwitserse kunstenaar Zimoun en stevige technobeats. De regelmatig terugkerende korte stiltes vullen de dansers met eigen geluiden: ze klakken met de tong, delen een stevige ‘pets!’ uit tegen de eigen billen of op de grond. Het oogt allemaal heel vrolijk en losjes, maar intussen leveren de zeven dansers een topprestatie, want er zijn nauwelijks rustmomenten, de trein dendert onverminderd door. Heel af en toe hangen een paar dansers wat landerig aan de kant of oefenen aan de barre, terwijl de andere dansers te zien zijn in een duet of trio. Vooral in de stiltes, als de groep synchroon danst, is te zien hoe goed ze zijn afgestemd op elkaar.

Knap gemonteerd

De oneindige diversiteit aan bewegingsmateriaal is soepel aan elkaar gemonteerd. Voor de dansers zal het flink aanpoten zijn, maar voor het publiek is het een verademing om naar te kijken. ‘Stadse energie’; zeker, de dynamiek van een bruisende stad waarin jonge mensen zich energiek en vol levenslust bewegen. Het ritme, de energie van de dansers, de strakke en tegelijkertijd los ogende choreografie: ze nemen je mee en houden de aandacht veertig minuten onafgebroken vast.

Kunst / Expo binnenland

Surrealisme in Brussel en het pronkstuk Ensor

recensie: Exposities op de Kunstberg

In Brussel is het Ensorjaar van start gegaan wegens zijn 75e sterfdag. In navolging van Oostende zien daar twee tentoonstellingen het levenslicht: James Ensor Inspired by Brussel in de Koninklijke Bibliotheek België en James Ensor. Maestro in Bozar. Beide laten een wereld zien van een eigenzinnige man die zijn tijd vooruit was en aanzienlijk gevormd is als kunstenaar in de Belgische hoofdstad.

Gelijktijdig en op loopafstand openen er tevens twee exposities over surrealisme in Brussel. Dit jaar kwam precies honderd jaar geleden het surrealistisch manifest van Breton uit én startte Paul Nougé samen met Marcel Lecomte en Camille Goemans de Correspondance pamfletten. IMAGINE! 100 years of international Surrealism vindt plaats in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten en richt zich op de internationale surrealisten. In Bozar vinden we Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België, een expositie speciaal gewijd aan de Belgische surrealisten.

De kunstmatadoren van Brussel, Magritte en Ensor, blijken het topje van de ijsberg wat artistiekelingen betreft. De tentoonstellingen laten zien dat wederzijdse inspiratie de bron was voor Brussels surrealistische glorie, die ruim zestig jaar heeft gefloreerd.

Bozar

In Brussel kreeg het surrealisme een eigen identiteit, los van Parijs, en de pamfletten Correspondance (1924-1925) van Nougé, Lecomte en Goemans gaven hiervoor het startsein. De experimenterende, haast wetenschappelijke tak van de avant-garde beweging bewoog zich los van de gebaande paden in de samenleving en had vaak een revolutionair streven.

Lopend op de Kunstberg, in de regen tussen de vele langsrijdende voertuigen en stromen voorbijgangers, prikkelt de lucide sfeer van de schilderijen in Bozar de wil tot rebellie. Nog steeds voelt de ludieke protestkunst als een wezenlijk statement dat in onze huidige tijd niets aan betekenis heeft ingeboet.

Jane Graverol, (sans titre) Femme libérée (1949), Bozar Press

De vervlochten wereldbeelden van verschillende kunstenaars als Jane Graverol, Irene Hamoir en Paul Colinet laten zien dat de kunstenaars samen politiek actief waren. Zo kaartten ze bijvoorbeeld de problemen van klassenverschillen aan, en werken van Graverol en Hamoir becommentarieerden de positie van de vrouw. Het surrealisme maakte een inhoudelijke verdiepingsslag in de Belgische hoofdstad.

‘Het komt er minder op aan de wereld te begrijpen dan hem te veranderen’ – Paul Nougé

Curator Xavier Canonne, expert van het surrealisme in België, noemt het surrealisme in Brussel meer dan enkel een kunststroming, hij noemt het ‘een van de meest originele avonturen van de geest’. En dat valt te begrijpen. De expositie in Bozar voelt als een meanderende rivier. Je loopt zigzaggend langs verschillende werken waardoor je deze en andere verassende verbanden kan opsporen. De teksten van Nougé leiden de bezoekers langs de wanden. Het museum heeft hedendaagse schrijvers gevraagd te reageren op enkele werken, zo blijft de surrealistische beweging vandaag de dag nóg in leven en ook in deze teksten worden politieke onderwerpen niet geschuwd.

In de expositie James Ensor. Maestro wordt Ensor neergezet als geniale einzelgänger. De man die zoekt naar identiteit en erkenning. Met veel gebaren en anekdotes laat curator Xavier Tricot kunstenaar James Ensor ‘leven’ in de ruimte. Ensors tekeningen met genderfluïde zelfportretten hangen trots aan de lichtblauwe muren. Fantasie en groteske beelden voeren de boventoon. De expositie maakt ook gebruik van oude foto’s van Ensor: de kunstenaar blijkt een levensecht persoon te zijn geweest.

James Ensor, De geërgerde maskers, 1883. Olieverf op doek, 135 x 112 cm. KMSKB, inv. 4190 © J. Geleyns – Art Photography

Koninklijke Bibliotheek van België (KBR)

Ensor liep rond in Brussel vanaf 1877. Deze zelfde man die worstelde met zijn identiteit en lichte pastelkleuren gebruikte in zijn werken, blijkt in de tentoonstelling James Ensor. Inspired by Brussels van het KBR ook te stoeien met een grootsheidscomplex. De schilderijen uiten zich hier in felle kleuren. Ensor haalt traditionele zekerheden onderuit met scherpe satire en verlegt zo de grenzen van de oude kunstwereld. Indirect maakt hij hiermee plaats voor de kunstenaars van het surrealisme.

Ironisch genoeg laten Ensors werken in de prachtige conservatieve fin de siècle-stijl kamers van het KBR zien waarom hij zich verzette tegen de oude artistieke standaard. In 1883 stichtte hij samen met twintig Belgische kunstenaars Les XX. Los van officiële instellingen exposeerde ze elk jaar de radicaalste kunst. Ensors werk werd in de setting van zijn eigen salons ieder jaar grotesker en wilder. Van beginnend realist, geïnspireerd door impressionisme, steeg hij uit tot koning satire. Ondanks dat Ensor wordt neergezet als geniaal individu, blijkt dit niet volmondig terecht. Er valt te lezen dat hij veel bijstand kreeg van invloedrijke vrienden en andere inspiratoren. Zijn kunstzinnige ontwikkeling wordt in perspectief geplaatst.

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België

Op loopafstand van elkaar spelen de surrealistische geschiedenissen met de stad. Er ontstaat een ambiance van verwondering, en de ontdekking van grote namen die Brussel hebben geïnspireerd en bevrijd van het juk van voorgaande eeuwen maken de stadswandelingen een zinderende ervaring.

Surrealisme was niet zomaar een stroming. Het was een vooruitziende blik. Een hallucinatie van onze gezamenlijke toekomst in de wereld. De kunstenaars gingen haast als paragnosten te werk. De tentoonstelling Imagine! 100 years of Surrealism laat de veelzijdigheid van de stroming zien als een uitgebreide menukaart. Kies uit het sierlijke symbolisme en tref rijke innerlijke landschappen. Proef een van de mythische Chimaera’s met een vleugje kronkelende boomwortels en tref als dessert een wereld geïnspireerd op het atoomtijdperk.

Over een kunstenaar als Max Ernst valt te zien dat drie van zijn vrouwen een cruciale rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van zijn werk. Deze vrouwen, Luise Straus-Ernst, Dorothea Tanning, Marie-Berthe Aurenche, zijn ieder op zich kunstenaars van hoog niveau. De tentoonstelling laat zien dat veel mannelijke kunstenaars die wij goed kennen nooit eenzaam aan de top hebben gestaan.

Musée Magritte Museum

De poëtische kunst van Folon voelt hierna als een lichtgekleurde sedimentlaag van de surrealistische vloedgolf. Naast de werken van Magritte geplaatst, maakt ze duidelijk dat nuances in licht, nuances zijn tussen droombeelden en poëzie. Het subtiele verschil tussen tekst en textuur.

Twee Belgische kopstukken staan momenteel in de schijnwerpers van de Belgische musea: Ensor en Magritte. De tentoonstellingen tonen echter ook de grote hoeveelheid kunstenaars die, onterecht, geen grote naam hebben. De vele vrouwen en poëten die het surrealisme van levensbloed voorzagen, hebben nu een plek op het toneel. Magritte en Ensor zijn naar boven komen drijven als bekendst, maar de zee aan kunstenaars om hen heen heeft de stromingen samen met hen veroorzaakt.

In deze zee van exposities doorbreekt de Kunstberg de mythe van de einzelgänger als kunstzinnig genie. Hij toont vernieuwer Ensor in volle glorie, leidt je langs de politiek activistische surrealisten en mondt uit in de pure beeldpoëzie van Folon.

 

Imagine! 100 Years of International Surrealism is te zien tot 21 juli 2024 in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België

James Ensor. Inspired by Brussels is te zien tot 2 juni 2024 in het museum van de Koninklijke Bibliotheek Belgie (KBR)

Magritte – Folon is te zien tot 21 juli 2024 in het Magritte Museum

James Ensor. Maestro is te zien tot 23 juni 2024 in Bozar

Histoire de ne pas rire. Het surrealisme in België is te zien tot 16 juni 2024 in Bozar

 

Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2
Theater / Voorstelling

Geef de moed niet op, alles wordt beter

recensie: Wachten op Godot – Het Nationale Theater
Wachten op Godot - foto Salih_Kilic_2

Meer dan een kale boom hebben Vladimir en Estragon niet tot hun beschikking. Maar wel een boom met mogelijkheden. Je kunt je erachter verschuilen. Je kunt je eraan ophangen. En je kunt erbij wachten op Godot, die heeft aangekondigd te zullen komen.

Vanaf de allereerste opvoering van de absurdistische tweeakter Wachten op Godot (1953) van de Ier Samuel Beckett (1906-1989) breken theatermakers zich het hoofd over de tekst: wat betekent die? Wat wil Beckett zeggen?!

Rondhangen

Plaats van handeling is een lege weg in een kale vlakte, met een bladloze boom. Daar hangen twee mannen rond, babbelend over hoe lastig het leven is, teksten die ze larderen met religieuze verwijzingen. Ze heten Vladimir en Estragon, ze noemen elkaar Didi en Gogo. Vladimir is de slimme, welbespraakte, Estragon de klagende kneus. Wie zijn die mannen? Zijn het landlopers, clowns, monniken, gevangenen, geliefden? Geen idee. We horen alleen dat ze al heel lang samen zijn, en dat ze zelf niet (meer) weten hoe lang ze al op deze plek zijn.

Maar weggaan kunnen ze niet, want ze wachten op een onbekende, messias-achtige figuur die Godot heet, en die de belofte in zich draagt dat alles beter wordt wanneer hij komt.

Op een gegeven moment komen twee mannen de lege weg op lopen. Bullebak Pozzo (Bram Coopmans) in een wit zomerkostuum; aan een touw voert hij Lucky (Joris Smit) met zich mee. Lucky fungeert als tot slaaf gemaakte, hij moet Pozzo’s bagage dragen. Zij vertrekken uiteindelijk ook weer.
In de tweede akte herhaalt een en ander zich goeddeels, alleen is het decor dan gespiegeld opgesteld. Pozzo is opeens blind, en Lucky kan niet praten.

Opzettelijke vaagheid

Deze opzettelijke vaagheid biedt theatermakers ruimte de idee achter het stuk naar hun hand te zetten. Beckett-liefhebber en regisseur Erik Whien kiest voor de clowneske aanpak, zijn Wachten op Godot speelt op de lach. Jaap Spijkers en Mark Rietman brengen Vladimir en Estragon expliciet droogkloterig. Want wanneer je grappig wilt zijn, moet je juist niet lollig doen en niet zelf lachen.
Vladimir houdt de armen langs het lichaam. Hij is de superieure, de slimmerik die zich dingen herinnert, die de bijbel kent. Die weet dat Christus werd gekruisigd tezamen met een goede en een slechte moordenaar. Die Estragon de les leest. Vladimir benadrukt dat ze op Godot wachten.

Mark Rietmans Estragon is een clowneske Domme August, nu en dan met overslaande stem. Frunnikend aan zijn T-shirt, pruilend omdat zijn schoenen hem pijn doen. Kinderlijk afhankelijk van Vladimir, al stelt hij een paar keer voor uit elkaar te gaan. Of het lijkt hem een goed idee zich te verhangen aan de kale boom.
Rietmans groteske mimiek en lichaamstaal verwijzen naar de onhandigheid van Charlie Chaplin en Buster Keaton uit het tijdperk van de zwijgende film.

Landlopers

In Becketts tekst dragen de mannen bolhoeden en herenkostuums. Whien laat ze er uitzien als zwervers. Vrijwel eender: Vladimir in blauw T-shirt en overhemd, Estragon is in legergroen. Dat brengt hen dichter bij landlopers. Of zijn het toch gevangenen?

De insteek van Whien laat een paar interpretaties open voor wie Godot zou kunnen zijn. Hij is misschien de verlosser, maar hij lijkt vooral de belofte van vooruitgang. Als ze de moed maar niet opgeven, als ze maar geduld kunnen opbrengen, dan wordt het leven beter. Wanneer? Dat weten we niet. Misschien morgen.
Voor Pozzo en Lucky zit dat er niet in: hun positie verslechtert juist.

Frankrijk

Beckett woonde in Frankrijk en schreef het stuk in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog oorspronkelijk in het Frans. Tijdens de oorlog zat de schrijver zelf in het Franse verzet; daarom moest hij vluchten naar het zuiden. Beckett wist hoe het was, zonder behoorlijke kleren, met de verkeerde schoenen; hij wist hoe het was te wachten op een beter leven, geduld te moeten uitoefenen.

Jammer is dat Whiens Godot na de pauze vaart verliest, een beetje begint te slepen. Juist het tempo, plus de clowneske manier van spelen maken de eerste acte bijzonder geestig, bijna hilarisch. Maar misschien ligt dat vaartverlies ook wel aan Becketts tekst, aan de grotere somberheid daarvan. Ondanks de belofte dat alles beter wordt.

 

Tekst: Samuel Beckett
Regie: Erik Whien
Vertaling: Jacoba van Velde
Spel: Bram Coopmans, Joris Smit, Mark Rietman, Jaap Spijkers
Kostuums: Rebekka Wörmann
Scenografie: Studio Dennis Vanderbroeck
Licht: Julian Maiwald
Dramaturgie: Kyra Mol

DRIVE-AWAY DOLLS (2023)
Film / Films

Doorgeslagen volk

recensie: Drive-Away Dolls – Ethan Coen
DRIVE-AWAY DOLLS (2023)

‘Misschien is er een publiek dat snakt naar domme, puberale homofilms’, opperde Ethan Coen in een interview met de NRC (20 februari 2024). Je ziet het ironische lachje er al bij, en vraagt je af: wat is het serieuze thema deze keer? Drive-Away Dolls mag dan geen meesterwerk zijn, je verlaat de bioscoop wel met een dikke grijns, plus vragen om thuis nog eens goed over na te denken.

In Drive-Away Dolls (2024) reizen we mee op een zuidelijke roadtrip van twee lesbische vriendinnen, Jamie (Margaret Qualley) en Marian (Geraldine Viswanathan). Ze gaan een bezoek brengen aan Marians tante in Tallahassee, Florida, en maken daarbij gebruik van een drive-away auto. Dat wil zeggen: een wagen die ze gratis naar een plaats van bestemming kunnen rijden. Helaas – of gelukkig voor ons – krijgen ze een auto mee die eigenlijk door een stel criminelen opgehaald had moeten worden, met een zeer ‘gevoelige’ lading in de kofferbak. De rit wordt daarom ook een vermakelijke achtervolgingsrace, waarbij de boeven natuurlijk alles in het werk stellen om hun eigendom terug te krijgen.

De film is gebaseerd op een oud script dat de Coens nog hadden liggen, en dat nu bewerkt is door Ethan en zijn vrouw Tricia Cooke (al jarenlang ook editor van films van de broers). Hoewel het verhaal kluchtig en komisch is, en er natuurlijk weer allerlei speelse referenties aan (B-)filmgenres te bespeuren zijn, geeft het zeker ook te denken. Wat moeten we met deze film vol platte sekspraat en dom geweld?

Seks

Vriendinnen Jamie en Marian zijn allebei lesbisch, maar de verschillen tussen hen liggen er dik bovenop. Jamie is een losbandige Texaanse die altijd recht op haar (seks)doelen afgaat, met een omvangrijk vocabulaire dat het midden houdt tussen erg ordinair en toch wel gevat. Marian is haar ingetogen tegenpool, zij is niet het type dat naar eigen zeggen een lesbobar bezoekt ‘to peddle my wares’ (‘om te leuren met mijn goederen’). De chemie tussen beiden is echter geweldig, actrices Qualley en Viswanathan maken er absoluut een acteerfeestje van.

Dat Jamie in eerste instantie flink ‘doorslaat’ in haar hunkering naar seks is zonneklaar. Maar dat de vriendinnen elkaar gaandeweg ergens treffen in hun wensen en beleving, is voor de kijker ook duidelijk. De extreme kantjes worden geleidelijk bijgeslepen, erotiek en intimiteit komen steeds dichter bij elkaar.

Misdaad

DRIVE-AWAY DOLLS (2023)

Copyright 2023 Focus Features LLC

Bij de boeven valt vooral het voetvolk in het oog. Het achtervolgende duo is een (Coenesk) schoolvoorbeeld van ‘dommekracht’ versus ‘gladjanus’. Waar de grote er liefst meteen op losslaat, denkt de kleinere de gewenste informatie beter te kunnen bemachtigen met stroop en invoelende conversatie. Zoals te verwachten wordt het met allebei niks. ‘Slim’ losgepeuterde gegevens blijken geen cent waard en uiteindelijk slaat de bruut – hoe kan hij ook anders? – zowel letterlijk als figuurlijk door. De extreme kantjes leiden tot niets.

En politiek

We zijn natuurlijk wel in de Verenigde Staten. Wanneer de vriendinnen tenslotte Florida bereiken, lacht de staatssenator ons met zijn stralende gezin toe vanaf een billboard. Hij staat duidelijk pal voor de ‘republikeinse’ tradities en waarden waar Jamie en Marian niks van moeten hebben …

Het is verleidelijk om hier een tipje van de sluier op te lichten over de delicate handelswaar in hun kofferbak. Maar laten we het er maar op houden dat de senator er ook alle baat bij heeft om die te bemachtigen (een kostelijk rolletje van Matt Damon overigens). Op het eind blijken seks, misdaad en politiek onlosmakelijk met elkaar verstrengeld, in een verhaal waarin onmiskenbaar ook een scherpe eigentijdse kritiek valt te ontwaren. Op een ander niveau handelt Drive-Away Dolls zeer onderhoudend én serieus over een doorgeslagen cultuur. Een cultuur vol extremen, waarin de scheiding tussen privé en openbaar nagenoeg lijkt opgeheven en alles ten prooi valt aan nietsontziende commodification (vercommercialisering). Onvolprezen Coen territory dus.

Theater / Voorstelling

De zinloosheid van oorlog

recensie: Huis van Troje – Toneelschuur Producties

De mythologische zieneres Cassandra voorziet niet zozeer gebeurtenissen; ze ziet ze vóór haar ogen gebeuren – en pas daarna vertelt ze er over, beweert ze. In het strak gestileerde Huis van Troje van Toneelschuur Producties, in samenwerking met Internationaal Theater Amsterdam, probeert Cassandra de oorlogshandelingen naar aanleiding van haar visioenen te voorkomen. Helaas: tevergeefs.

De Trojaanse oorlog, tussen de Grieken en de Trojanen, is vooral bekend geworden door de Ilias van Homeros en een aantal Griekse tragedies. Regisseur Mateusz Staniak en acteur Laura De Geest bewerkten samen diverse toneelstukken tot dit Huis van Troje.

Helena

De voorstelling opent met een petieterige samenvatting van de aanloop naar de Trojaanse oorlog: die wordt in een paar geschreven zinnen geprojecteerd op het achterdoek.
Dat zit zo. Vanwege een onzinnige ruzie tussen drie godinnen meent de Trojaanse prins Paris recht te hebben op de mooie Helena. Zij is echter getrouwd met Menelaos, koning van het Griekse Sparta. Paris haalt Helena niettemin over met hem te vluchten naar Troje. Dat kan Menelaos natuurlijk niet over zijn kant laten gaan. Hij haalt zijn broer Agamemnon, koning en krijgsheer, over met leger en al naar Troje te zeilen om de geschaakte Helena terug te halen. Wat volgt is tien jaar oorlog, de verwoesting van Troje, en een hele begraafplaats vol gesneuvelden.

Voor wie dit verhaal niet kent, is Huis van Troje best lastig te volgen. Voor wie het wel kent, is dit een fascinerende, uiterst actuele voorstelling. Onderwerp is de vernietiging van Troje door de Grieken.

Van achter naar voor

Tekstschrijvers De Geest en Staniak kiezen ervoor de hele handeling van achter naar voor te vertellen. Het verhaal begint dus als de Trojanen al in de pan zijn gehakt. De enige van het koningshuis die de slachtpartij heeft overleefd, is prinses Cassandra. Het is dan drie dagen na de val van Troje: een soort lichtkrant vertelt steeds om welk moment in het verleden het gaat. Die lichtkrant telt terug tot vijf dagen voorafgaand aan de Griekse bestorming.

Door een oorlog zich van achter naar voor te laten voltrekken, laten De Geest en Staniak zien dat er een heleboel momenten zijn waarop je kunt zeggen: kappen nou, het is genoeg geweest, stop met bloedvergieten, laten we ophouden met deze waanzin. Stel dat je alles vooraf weet. Dan kun je zien welke offers zullen worden gebracht als je tóch doorgaat.

Verstrooien van as

Laura De Geest zet een verbitterde, wanhopige zieneres Cassandra neer. Voortdurend probeert ze in te grijpen, de oorlog te stoppen doordat ze de volgende dode al ziet aankomen. Niemand luistert: De Geest speelt de zieneres gefrustreerd, boos, op het hysterische af als gevolg van haar vergeefse pogingen.

foto: Sanne Peper

Zo rest Cassandra niets dan de as van haar familieleden. Die ligt in een grote hoop midden op de speelvloer. De Geest pakt er handenvol van en verstrooit haar dierbaren. Haar moeder, koningin Hekabe. Schoonzus Andromache. Zus Polyxena. Broer Polydoros. Paris, uiteraard. In de loop van de voorstelling zien we hoe ze eerder stuk voor stuk ten onder zijn gegaan.

Om aan te geven dat de tijd achteruit loopt, markeert telkens een donkerslag de overgang naar een eerder moment in de tijd, begeleid door geluid dat achterstevoren wordt afgespeeld.

Actuele teksten

Sterk aan de achterstevoren chronologie, en aan de actuele teksten, is dat overduidelijk is dat er tal van momenten zijn waarop de personages andere keuzes hadden kunnen maken, waardoor er minder doden zouden zijn gevallen, minder verdriet was geweest. Maar telkens is er de roep om wraak, de behoefte het koninkrijk overeind te houden, om niet toe te geven.

Het Trojaanse paleis is opgetrokken uit zeven witte zuilen. Een blauwe verhoging rechts symboliseert de troon. Links een strook water met daarin – papieren – Griekse scheepjes. De ‘as’ verspreidt zich over de speelvloer, het water kleurt rood van het bloed. Het licht is kaal, tot grijs toe. (Scenografie en lichtontwerp Zaza Dupont).

Superieur

Huis van Troje is zo een strak en onbuigzaam verhaal in een kale setting. Tekst en vormgeving vergen veel van de acteurs, regisseur Staniak geeft zijn acteurs weinig ruimte. Desondanks is vooral Elsie de Brauw als Hekabe superieur. Ze loopt te moederen over haar kinderen: ‘Jij bent geen man, jij bent mijn zoon. En jij gaat níét vechten.’ Oh nee? En waarom dan niet? ‘Omdat ík het zeg!’ Zo speelt mama voortdurend de baas.
Maar de Hekabe van De Brauw is ook de arrogante koningin van Troje, blind voor de gevolgen van het vasthouden aan de troon.
Sterk is ook Mona Lahousse als het puberale, verwende prinsesje Polyxena.

Zinloosheid van geweld

In deze tijd van oorlogen in Oekraïne en Palestina is onvermijdelijk dat die conflicten doorklinken in Huis van Troje. Vermoorde dierbaren. Moeders die hun dode kinderen bewenen. Maar vooral: de zinloosheid van alle geweld, de onredelijkheid van de strijdende partijen. Huis van Troje is geen vrijblijvende, toevallige voorstelling over een oorlog die een stad verwoest. Dit is een aanklacht tegen de actuele conflicten.

 

Gebaseerd op ‘Trojaanse Vrouwen’ en ‘Hekabe’ van Euripides, ‘Cassandra’ van Lesia Ukrainka
Bewerking: Laura De Geest, Mateusz Staniak
Regie: Mateusz Staniak
Spel: Nadia Amin/Charlie Chan Dagelet, Yaqien Bouhbaka, Elsie de Brauw, Laura De Geest, Mona Lahousse, Carlo Paardenkooper
Kostuumontwerp: Wojciech Dziedzic
Scenografie en lichtontwerp: Zaza Dupont
Geluidsontwerp: George Dhauw
Techniek: Jelmer Tuinstra, Tim Kockx, Victor Dijkstra, Jip van ’t Veer
Fotografie: Sanne Peper

 

Muziek / Concert

Muziek als canvas – schilderen met klanken

recensie: Roger Eno in Muziekgebouw Eindhoven

Roger Eno laat zich, zoals wel meer artiesten, moeilijk categoriseren. Zijn muziek past niet goed in een hokje, en zijn concerten evenmin. Een bijzondere avond met licht klassieke muziek (of toch niet zo klassiek?), een biertje en een brandende piano.

Roger Eno, niet te verwarren met zijn beroemde broer Brian Eno, heeft al met veel grote artiesten mogen samenwerken, zoals Daniel Lanois en David Gilmour. Daarnaast heeft hij ook samen met zijn broer Brian, die zonder twijfel de pionier van de ambient muziek genoemd mag worden, veel muziek geschreven en uitgevoerd. Deze invloeden zijn terug te horen in de solo albums van Roger, want zijn muziek begeeft zich in de grijsgebieden van de klassieke wereld en ambient, om uiteindelijk de twee genres perfect te laten versmelten in een eigen geluid.

Benaderen we Eno als neoklassieke componist, dan is zijn stijl compleet anders dan die van andere populaire neoklassieke componisten zoals Ludovico Einaudi, Matteo Matyrlynck of Joep Beving. Zelf omschrijft Eno zich als decomposer, een componist die muziek schrijft door juist te schrappen. Less is more, even less is better. Daarnaast bevat ieder stuk voor hem een eigen kwaliteit en emotie. Door in zijn muziek minimalistisch te werk te gaan, kan hij teruggaan tot de kern van de emotie die hij wil overbrengen. Dat hij hierbij geïnspireerd is door zijn broer is wel duidelijk, want ook in de ambient muziek is de eigenheid van klanken belangrijk voor de algehele compositie. Maar tegelijkertijd is bij ambient alles elektronisch, terwijl de eigenheid van Eno juist zit in het gebruik van akoestische instrumenten. Het resultaat is een bijzondere mix tussen minimalistische (neo)klassiek en ambient.

The Turning Year en The Skies, They Shift Like Chords

Deze mix is goed te horen op zijn twee recent verschenen albums, beide uitgebracht bij Deutsche Grammophon, het walhalla voor klassieke componisten en performers. The Turning Year (2022) geeft een goed beeld van Eno’s minimalistische authentieke composities. Ze bevatten veel klank en weten toch allemaal een ander gevoel bij de luisteraar op te roepen. Twee werken springen hier uit vanwege hun unieke geluid: ‘Bells’ en ‘Hymn’.

In zijn tweede album The Skies, They Shift Like Chords (2023) gaat Eno meer zijn broer achterna, en creëert hij in zijn composities prachtige soundscapes, landschappen van klanken, iets wat de titel van het album eigenlijk al min of meer aangeeft. Dit is waar ambient groot mee is geworden, klanken die als het ware voorbij zweven als wolken. Maar waar in ambient deze soundscapes dus door elektronische samples geproduceerd worden, gebruikt Eno strijkers, zoals duidelijk te horen in het nummer Chordal Drift.

Roger Eno als performer

Eno is niet alleen een interessante componist, hij is ook nog eens heel grappig en bescheiden. Zijn concerten ademen een informele sfeer, met een biertje bij de piano en een goede anekdote tussen de stukken door (zoals de ritualistische verbranding van zijn eerste piano die hij op 15-jarige leeftijd kocht), iets wat eigenlijk ongehoord is in de klassieke wereld. Hier is het duidelijk dat Eno de regels en etiquette uit die soms wat conservatieve wereld volledig aan zijn laars lapt.

Het concert wordt verder voorzien van een geprojecteerde reeks foto’s, allemaal door Eno zelf gemaakt, die een volledig ander aura krijgen door de kleuren van de muziek. Eno kijkt terwijl hij speelt ook vaak naar de beelden, alsof hij er zelf inspiratie uithaalt voor zijn muziek. In de zaal is het zo stil dat je een speld kunt horen vallen. Het is een hypnotiserende, bijna transcendente beleving waarin tijd en ruimte even niet meer lijken te bestaan. Totdat het nummer eindigt, en Eno weer vrolijk begint te vertellen of de andere twee muzikanten een compliment geeft.

Voor dit concert heeft Eno namelijk een violist en cellist tot zijn beschikking. Samen weten ze de meditatieve sfeer die de muziek omringt mooi over te brengen. Wel is het jammer dat de strijkers niet mee op tour zijn, maar per locatie ingehuurd worden. Je merkt hierdoor dat de drie niet volledig op elkaar zijn ingespeeld. Daarnaast was er bij zijn The Turning Year tour in 2022 een klein strijkersensemble aanwezig, wat net wat meer body gaf aan het geheel. Dit zijn jammer genoeg financiële keuzes gemaakt door Deutsche Grammophon.

Redacteur Romy Struik samen met Roger Eno en violist na afloop van het concert (Beeld: Romy Struik)

Na het concert blijft Roger nog even in de zaal om een praatje met zijn fans te maken. Hier kreeg onze redacteur (die zelf al jaren piano speelt) de kans om spontaan samen in improvisatie een van zijn stukken van het eerste album te spelen, en halverwege gingen ook de twee strijkers spontaan meespelen. Eno’s reactie was aandoenlijk: ‘Oh what a stars! I can retire now.’ Laten we hopen dat dat moment nog lang op zich laat wachten want van Roger Eno’s muziek krijg je niet snel genoeg.

 

Muziek / Reportage
special: Special: Edison Pop uitreiking 2024 – AFAS Leusden
Edison Pop 2024Sharon Drent

Muziek van eigen bodem in de spotlight

Het regende prijzen tijdens de bombastische liveshow van de Edisons Pop 2024 uitreiking. Presentatrice Holly Mae Brood overhandigde de bronzen beeldjes aan de winnaars binnen de twaalf categorieën. Ben je benieuwd naar de winnaars en hoe het er tijdens de awardshow aan toeging? Lees dan verder!

In totaal werden er in het AFAS Theater in Leusden elf awards en één oeuvreprijs verdeeld. Van tevoren waren Kevin en Son Mieux de favorieten, met nominaties in meerdere categorieën. Uiteindelijk kreeg elke categorie een unieke winnaar. Zo wist Son Mieux zijn nominatie in categorie Song voor het nummer ‘Tonight’ te verzilveren.

Son Mieux - Edison Pop 2024

 

Emotionele dankwoorden

In de categorie Rock won Within Temptation, waar frontvrouw Sharon den Adel duidelijk door ontroerd was. Hun album gaat merendeels over de oorlog in Oekraïne en dat raakt hen, het is immers ook onze vrijheid waarvoor ze daar vechten. Dat maakt de winst voor de band extra bijzonder. Bij de uitreiking van de categorieën Hiphop en Album volgden er ook emotionele speeches van winnaars Mula B en Sef, die bij hun winst aandacht vroegen voor Palestina.

 

Meters maken voor de nieuwkomers

In de categorie Nieuwkomer won (TikTok)sensatie Roxy Dekker. Zij brak afgelopen jaar door met haar singles ‘Satisfyer’ en ‘Anne-Fleur Vakantie’ en wist daarmee volgens de jury goed de tijdsgeest te vatten. Daarnaast werd ze geprezen om het plezier dat ze uitstraalt. Dekker vertelde ons op de rode loper dat we haar derde single ‘Sugar Daddy’ eind maart al kunnen verwachten. Haar overige plannen voor komend jaar? Naar eigen zeggen: ‘Meters maken!’

Jan Smit laat zien dat hij bestaat

Bij de oeuvreprijs werd Jan Smit in het zonnetje gezet voor zijn bijdragen aan de Nederlandse muziekindustrie en de televisiewereld. Een ware vakman, die al voor zijn veertigste bijna dertig jaar in het vak zit. Er volgde een mooi optreden met een mash-up van verschillende hits van Smit en beelden uit zijn carrière. Het stuk werd wijs afgesloten met een verwijzing naar een quote uit zijn eigen hit ‘Leef Nu Het Kan’: ‘Laat zien dat je bestaat!’ – en dat doet Jan Smit nog steeds.

Overzicht van alle winnaars

In de overige categorieën vielen FLEMMING (Pop), MEAU (Nederlandstalig), Idaly (Soul/R&B/Funk) en Marco Schuitmaker (Hollands) in de prijzen, net als Pip Blom (Alternative) en Reinier Zonneveld (Dance). Al deze winnaars hebben samen een hoop mooie muziek voortgebracht en 8WEEKLY geeft jullie graag een overzicht van onze favorieten uit de gehele oeuvres van deze artiesten.

 

De Edisons zijn de meest vooraanstaande en oudste muziekprijzen van Nederland. Ze worden toegekend in drie genres: klassiek, jazz en pop. Maandagavond 4 maart draaide de uitreiking volledig om het popgenre. De bronzen beeldjes werden toegekend door een onafhankelijke vakjury, die per categorie drie genomineerden koos op basis van kwaliteit en artistieke waarde. Naast juryvoorzitter Daniel Dekker (DJ bij Radio 2) namen dit jaar Eric van Holland (senior editor Spotify Benelux), Vera Siemons (DJ bij 3FM), Martijn Biemans (DJ bij Qmusic), Anna Veenstra (programmeur Melkweg), Nils Brokerhof (Music Director 100% NL / SLAM!) en Randall Spann (Music Director FunX) plaats in de jury.

 

Overzicht Winnaars Edison Pop 2024

Album: Sef – Ik Zou Voor Veel Kunnen Sterven Maar Niet Voor Een Vlag | Dystinct – Layali | Anouk – Deena & Jim

Alternative: The Indien – Singles | Pip Blom – Bobbie | Wies – Alles Anders

Dance: Tiësto – Drive | Weval – Remember | Reinier Zonneveld – Heaven Is Mad (For You)

Hiphop: Kevin – Wonderland | Mula B – Narcopop | CHO – Knock Knock 4

Hollands: Marco Schuitmaker – Singles | Tino Martin – Dit Is Het Levenslied | Senna – Senna

Nederlandstalig: Acda & De Munnik – AEDM | Roxeanne Hazes – De Tijd Gaat Mooie Dingen Doen | MEAU – 22

Nieuwkomer: Roxy Dekker – Singles | Siggy & D1ns – Soldatenwerk | Hannah Mae – Singles

Pop: Duncan Laurence – Skyboy | Flemming – Singles | Son Mieux – Singles

Rock: Within Temptation – Bleed Out | De Staat – Red/Yellow/Blue | John Coffey – Four

Song: Suzan & Freek, Claude – Vas-y (Ga Maar) | Kevin ft. S10 – De Leven | Son Mieux – Tonight

Soul/R&B/Funk: Jeangu Macrooy – Summer Moon | Benny Sings – Young Hearts | Idaly – Betty

Oeuvre: Jan Smit

Theater / Voorstelling

Gezang, geknor en gehuil in een kleurrijk dierenbos

recensie: De 3 Biggetjes de musical

‘Ja vandaag is het de dag’. Na een eerdere, Vlaamse première in Gent, was het zaterdagmiddag 24 februari tijd voor de Nederlandse première van De 3 Biggetjes de musical. Het musicaldebuut van de huidige K3: Hanne, Marthe en Julia.

Na eerdere uitvoeringen in 2003 en 2007, is de musical De 3 Biggetjes weer terug in het theater. De musical vertelt een variant van het verhaal van het welbekende sprookje over de wolf en de drie biggen. De oude wolf Baltimoor (Peter Thyssen) kan het na al die jaren nog steeds niet verkroppen dat hij het huis van big Ganda (Nurlaila Karim) nooit omver heeft kunnen blazen. Hij hoopt dat zijn zonen, de stoere Willy (Michiel De Meyer), de slimme Waldo (Gio Kemper) en de domme, maar lieve, Wuppert (Louis Thyssen) wraak kunnen nemen door haar drie dochters Knirri (Marthe De Pillecyn), Knarri (Hanne Verbruggen) en Knorri (Julia Boschman) te vangen en op te eten. Dit gaat niet zonder obstakels, en dan komen er ook nog de nodige gevoelens om de hoek kijken.

Een inclusiever en feministischer dierenbos

Het verhaal is ten opzichte van eerdere uitvoeringen gemoderniseerd. Het snelst is dit te zien aan de speeltijd: die is flink ingekort. Het maakt de musical een stuk vlotter. Dit gaat gelukkig niet ten koste van de inhoud van het verhaal. Sterker nog: plotholes uit de oorspronkelijke versie (zoals: waarom gaat het wolvenalarm niet af door Wuppert?) worden vernuftig opgelost en verklaard. Verliefdheden komen niet meer uit de lucht vallen, maar worden opgebouwd. Daarbij is het dierenbos inclusiever geworden, zo staan er niet alleen maar heterokoppels tussen de dieren. Bovendien hebben de biggetjes nu zelf een grotere rol in hun eigen redding.

In een hipper jasje

De decors, kostuums en choreografieën zijn voor de oude fans van de musical zeer herkenbaar, maar deze zijn wel in een nieuw jasje gestoken. Het wolvenhol is wat bewoonbaarder gemaakt en de herberg van de drie biggetjes bevat meer grappige details om naar te speuren. De choreografieën, net als bij de voorgaande edities gemaakt door Martin Michel, zijn voor een groot deel gelijk gebleven met wat kleine aanpassingen hier en daar. Ook de muzikale arrangementen zijn soms net een beetje hipper gemaakt en enkele wat langdradige nummers zijn verwijderd. De emotionele ballade ‘Zonder Liefde’, die in de oorspronkelijke versie van de musical ietwat uit de lucht kwam vallen na de plotselinge dood van wolf Baltimoor, heeft nu een veel logischere plaatsing in het verhaal. De nieuwe versie van De 3 Biggetjes heeft dus op alle gebieden een update gehad voor de nieuwe generatie, maar blijft een feest der herkenning voor fans van het eerste uur.

Meer ruimte voor persoonlijkheid

Anders dan verwacht, biedt juist deze verkorte versie van de musical meer ruimte voor de personages om zich te ontwikkelen. Mama big Ganda en boze wolf Baltimoor blijven geen stereotypen, maar leren bij en passen hun meningen aan gedurende de show. Pluisje (Marie Verhulst) dient niet alleen als wolvenalarm, maar groeit uit tot vriendin van de biggen en de wolven. De enige personages waar we graag meer persoonlijkheden hadden gezien zijn de drie biggetjes zelf. De dames van K3 gaven in eerdere interviews (waaronder ons eigen interview)  aan dat ze de persoonlijkheden van de bigggen gingen ontdekken, en we zien zeker bij Knarri en Knorri enige uitvergrote eigenschappen (bijvoorbeeld bazig en overenthousiast zijn) terug. Dit valt  echter in het niet in vergelijking met de persoonlijkheden van de drie wolven Willy, Waldo en Wuppert.

In eerdere versies waren de eigenschappen van de wolven al duidelijk. Willy is de stoere en vindt alles ‘cool, cool, supercool!’, Waldo is slim en heeft overal een plan voor en Wuppert is lief, maar vooral erg dom. In de nieuwste versie komen deze eigenschappen duidelijker terug. Van Willy wordt niet alleen gezegd dat hij stoer is, maar we zien hem met enige regelmaat sporten. Van Waldo horen we niet alleen dat hij slim is, maar we zien hem ook boeken lezen. En Wuppert? In het origineel zagen we al veel van zijn onhandige acties, zowel in spraak als in spel en dat is geheel intact gebleven.

8WEEKLY mocht de drie acteurs van de wolven na de première interviewen, in dit gesprek vertellen zij ook dat ze van de regisseur (Tijl Dauwe) veel ruimte hebben gekregen. Thyssen vertelt dat ze samen in de coulissen veel lol hebben: ‘Sommige momenten in de voorstelling doen we elke keer net anders en dan is het altijd spannend hoe het deze keer gaat zijn.’ De nieuwe grappen van Wuppert zijn er niet allemaal van tevoren ingeschreven. Thyssen: ‘Als je aan het repeteren bent, dan gebeuren er soms dingen. Dan denk je, ik ga wat proberen. En als dat dan aanslaat bij de regisseur en bij de collega’s dan komen er wel nieuwe dingen in. Zo ontstaat dat dan.’ De cast draait drie shows op een dag, dat is een pittig schema. Zeker als je de sportieve wolf moet spelen en zogenaamd 500 push-ups moet doen. De Meyer is blij dat we dat hebben opgemerkt en vertelt: ‘Ook dat is er zo gedurende de shows bij gekomen. Dat stond niet in het script. Gio en ik staan best lang boven te wachten tijdens de scène dat Wuppert de biggen bevrijdt, dan gaan we wel eens dingen proberen. En als er dan gelachen wordt en de regisseur zegt: leuk jongens, houden. Tja, dan moet ik dus elke show 500 keer opdrukken.’

Musical voor jong en oud

De première van de 3 Biggetjes werd bezocht door vele verschillende generaties: jonge kinderen met hun ouders, jonge Millennials die zijn opgegroeid met deze musical, maar ook tieners die door de slimme social media inzet van K3 nog steeds stiekem fan zijn van het kinderpoptrio. Het was mooi om te zien hoe al deze mensen aan het juichen en swingen waren bij de bekende liedjes en gezamenlijk zwijmelden bij de romantische samenzang. De musical is dan ook een grote aanrader. Maar je bent gewaarschuwd: de liedjes gaan nog weken in je hoofd zitten!

Als je benieuwd bent wie er over twintig jaar net als Peter en Louis Thyssen als wolvenvader met -zoon op het podium wil staan, of als je gewoon het hele interview terug wil zien, kijk dan: