Tag Archief van: Biografie

Film / Films

Biopic van Serebrennikov

recensie: Tchaikovsky’s Wife

De film Tchaikovsky’s Wife van de Russische regisseur Kirill Serebrennikov werd ondanks een oproep tot een boycot in verband met de Russische inval in Oekraïne toch vertoond op het Cannes Film Festival 2022. Sneed die oproep hout, of snijdt de film ondanks dat hout?

De film is een biopic over het kortstondige huwelijk (1877) tussen de componist en een leerlinge van hem, Antonina Miliukova, bekeken vanuit haar gezichtspunt. Zij adoreerde hem, maar hij zag al gauw zijn fout in om met haar te trouwen. De reden van het huwelijk zou zijn dat hij op haar geld uit was en zijn homoseksualiteit op die manier wilde verbloemen. Het eerste klopt niet, want zoals in de film al blijkt, gaf hij haar alimentatie nadat hij haar had verlaten. En bovendien kreeg hij financiële ondersteuning van Nadezjda von Meck, zijn mecenas. Het tweede zou kunnen kloppen, want in het Rusland van die tijd waren sinds 1835 homoseksuele handelingen in het Burgerlijk wetboek verboden, hoewel veroordelingen op grond daarvan zeldzaam waren.

Homoseksuele Tsjaikovski

Dat ligt in het Rusland van nu anders. Sinds 2013 zijn openlijke uitingen van homoseksualiteit strafbaar. En daaronder worden bijvoorbeeld verstaan het op straat kussen van twee mensen van hetzelfde geslacht of het lopen met een regenboogvlag. Zo’n film als deze past dan ook helemaal in de kritische houding van Serebrennikov. Neem alleen al het feit dat de rol van Tsjaikovski in deze kostuumfilm wordt gespeeld door de homoseksuele acteur Odin Lund Biron, die veelvuldig met Serebrennikov samenwerkt. Ook bij de Nederlandse Opera in de productie van Von Webers Der Freischütz (2022). Thans woont hij, overigens net als Serebrennikov, in Berlijn.

De film verschiet telkens van kleur. Het begin is in een diffuus en koel licht gefilmd. Haast zwart-wit. We schrijven het moment dat Tsjaikovski Miliukova heeft verlaten. Dan gaat het terug in de tijd en zien we het moment waarop zij contact met hem zoekt, omdat ze naar het Conservatorium wil én haar leven met hem wil delen. Alles is dan in warme kleuren gehuld, zoals Miliukova zelf dat gaandeweg in de film ook vaker is, gekleed in een rode jurk. Een jurk waaraan Tsjaikovski zegt zo’n hekel te hebben. Het zijn scènes die herinneringen oproepen aan beroemde schilderijen: de brief schrijvende vrouw van Vermeer, Danaë van Rembrandt. Het laatste doek hangt overigens in de Hermitage in St. Petersburg…

Manzieke Miliukova

Waar de aandacht inhoudelijk vooral naar uitgaat, is de ontwikkeling, de lijdensweg van Antonina Miliukova, gespeeld door Aljona Michajlova. Gaandeweg worden de scènes met haar steeds hallucinerender en surrealistischer. Nadat Tsjaikovski haar heeft verlaten en ze maar niet snapt dat hij niet op vrouwen valt, krijgt ze van advocaten vijf mannen in Adamskostuum ter vervanging op zicht. Een kan zelfs op zijn handen lopen. Antonina besnuffelt en betast ze allemaal. De vijf mannen achtervolgen haar in haar dromen. Ze blijft naar concerten in het Conservatorium gaan, waar muziek van Tsjaikovski wordt gespeeld en ze hem hoopt te zien. Welke muziek is overigens niet duidelijk, want daar valt de nadruk in de film niet op. Uiteindelijk komt ze in een inrichting terecht en sterft in 1917.

Zo is de film een over het Rusland van 1877 en eigenlijk ook het Rusland van nu. Serebrennikov heeft het in deze biopic mooi en treffend weergegeven.

 

Film / Films

Biopic van Serebrennikov

recensie: Tchaikovsky’s Wife

De film Tchaikovsky’s Wife van de Russische regisseur Kirill Serebrennikov werd ondanks een oproep tot een boycot in verband met de Russische inval in Oekraïne toch vertoond op het Cannes Film Festival 2022. Sneed die oproep hout, of snijdt de film ondanks dat hout?

De film is een biopic over het kortstondige huwelijk (1877) tussen de componist en een leerlinge van hem, Antonina Miliukova, bekeken vanuit haar gezichtspunt. Zij adoreerde hem, maar hij zag al gauw zijn fout in om met haar te trouwen. De reden van het huwelijk zou zijn dat hij op haar geld uit was en zijn homoseksualiteit op die manier wilde verbloemen. Het eerste klopt niet, want zoals in de film al blijkt, gaf hij haar alimentatie nadat hij haar had verlaten. En bovendien kreeg hij financiële ondersteuning van Nadezjda von Meck, zijn mecenas. Het tweede zou kunnen kloppen, want in het Rusland van die tijd waren sinds 1835 homoseksuele handelingen in het Burgerlijk wetboek verboden, hoewel veroordelingen op grond daarvan zeldzaam waren.

Homoseksuele Tsjaikovski

Dat ligt in het Rusland van nu anders. Sinds 2013 zijn openlijke uitingen van homoseksualiteit strafbaar. En daaronder worden bijvoorbeeld verstaan het op straat kussen van twee mensen van hetzelfde geslacht of het lopen met een regenboogvlag. Zo’n film als deze past dan ook helemaal in de kritische houding van Serebrennikov. Neem alleen al het feit dat de rol van Tsjaikovski in deze kostuumfilm wordt gespeeld door de homoseksuele acteur Odin Lund Biron, die veelvuldig met Serebrennikov samenwerkt. Ook bij de Nederlandse Opera in de productie van Von Webers Der Freischütz (2022). Thans woont hij, overigens net als Serebrennikov, in Berlijn.

De film verschiet telkens van kleur. Het begin is in een diffuus en koel licht gefilmd. Haast zwart-wit. We schrijven het moment dat Tsjaikovski Miliukova heeft verlaten. Dan gaat het terug in de tijd en zien we het moment waarop zij contact met hem zoekt, omdat ze naar het Conservatorium wil én haar leven met hem wil delen. Alles is dan in warme kleuren gehuld, zoals Miliukova zelf dat gaandeweg in de film ook vaker is, gekleed in een rode jurk. Een jurk waaraan Tsjaikovski zegt zo’n hekel te hebben. Het zijn scènes die herinneringen oproepen aan beroemde schilderijen: de brief schrijvende vrouw van Vermeer, Danaë van Rembrandt. Het laatste doek hangt overigens in de Hermitage in St. Petersburg…

Manzieke Miliukova

Waar de aandacht inhoudelijk vooral naar uitgaat, is de ontwikkeling, de lijdensweg van Antonina Miliukova, gespeeld door Aljona Michajlova. Gaandeweg worden de scènes met haar steeds hallucinerender en surrealistischer. Nadat Tsjaikovski haar heeft verlaten en ze maar niet snapt dat hij niet op vrouwen valt, krijgt ze van advocaten vijf mannen in Adamskostuum ter vervanging op zicht. Een kan zelfs op zijn handen lopen. Antonina besnuffelt en betast ze allemaal. De vijf mannen achtervolgen haar in haar dromen. Ze blijft naar concerten in het Conservatorium gaan, waar muziek van Tsjaikovski wordt gespeeld en ze hem hoopt te zien. Welke muziek is overigens niet duidelijk, want daar valt de nadruk in de film niet op. Uiteindelijk komt ze in een inrichting terecht en sterft in 1917.

Zo is de film een over het Rusland van 1877 en eigenlijk ook het Rusland van nu. Serebrennikov heeft het in deze biopic mooi en treffend weergegeven.

 

Raised Fist
Film / Films

Leven zonder lucht

recensie: Till (2022)
Raised Fist

De hartenkreten en trillende stem van Mamie Till-Mobley, gespeeld door Danielle Deadwyler, gaan door merg en been in het biografische drama Till (2022). Deadwylers triggerende acteerwerk leverde haar naast tientallen nominaties vele prijzen op, zoals de Josephine Baker prijs en Impactprijs.

Omringd door de steeds terugkerende kleur geel, die staat voor zorgeloosheid, raapt Mamie de moed bij elkaar om haar 14-jarige zoon Emmett uit te zwaaien terwijl hij op de trein stapt om zijn neefjes in Mississippi te bezoeken. De bezorgdheid wanneer je je kind voor het eerst iets langer los moet laten, is een gevoel dat iedere moeder kent, en op 28 augustus 1955 komt Mamies nachtmerrie uit.

Het einde

Na Emmetts treinreis duurt het niet lang voor Emmett de winkel van Carolyn Bryant binnentreedt. Als je vooraf bekend bent met de geschiedenis van Emmett Till, springen je nekharen al overeind wanneer je Carolyns ijskoude blikken waarneemt tijdens hun eenmalige interactie. De sfeer slaat geheel om op het moment dat Emmett naar Carolyn fluit, het moment dat hij zijn eigen doodvonnis tekent.

Tevergeefs schreeuwen

Een onbehaaglijk gevoel bevangt je als je Emmett tevergeefs hoort schreeuwen, Mamie haar verdriet ziet verwerken en wanneer andere kinderen met hetzelfde lot worden besproken. Zodra de kist met Emmetts lichaam in Chicago aankomt, rent Mamie erop af terwijl de tranen over haar gezicht rollen. Ze grijpt naar de kist en roept dat deze open moet.

‘He can’t breathe!’

Dit is ongetwijfeld een referentie naar het overlijden van George Floyd, wiens laatste woorden wereldberoemd zijn geworden. Na het zien van haar volledig verminkte zoon, realiseert Mamie zich dat ze het diepgewortelde racisme alleen aan het licht kan laten komen door Emmetts verhaal en beelden van zijn lichaam met de rest van de Verenigde Staten te delen. Om het belang hiervan te benadrukken, word je als kijker ook geconfronteerd met Emmetts onherkenbare lichaam. Het geweld dat door de mannen is gebruikt, wordt de kijker daarentegen bespaard: een respectvolle keuze van Chinonye Chukwu, de filmmaker.

De kracht van kleur

Het kleurenpalet ontvouwt zich gedurende de film. Na veel scènes met prachtige, artistieke samenstellingen van kleuren draagt Mamie een grijze jurk in de rechtszaal; het moment van de waarheid. Hier laat Deadwyler haar vaardigheid zien en weet ze rauwe emotie over te brengen. Machteloosheid achtervolgt de zwarte mens. Dit is te zien aan de glinsterende ogen van Mamies oom, Moses Wright, als zijn achterneefje wordt ontvoerd terwijl zijn familie onder schot staat. Ook de terughoudende reacties wanneer mensen van kleur nare opmerkingen naar hun hoofd geslingerd krijgen, geven hun hulpeloosheid weer. De onmacht is ook te zien in de scène van de jury die aandachtig naar Carolyns schaamteloze leugens luistert.

De impact

Mamie draagt zwart wanneer ze als activist voor een enorm publiek spreekt. Het einde van de film nadert. Hierna volgen nog veel meer toespraken van Mamie en zamelt ze hoge bedragen in voor de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP: een beweging in de Verenigde Staten die de burgerrechten van de zwarte mens beschermt).

‘Now I want America to bear witness.’

Nog geen half jaar na Emmetts dood voelde de intussen gekende Rosa Parks zich geïnspireerd om niet voor een witte man op te staan in de bus. Samen met vergelijkbare tragedies als die van George Stinney jr. en Clinton Melton, leidde Emmets dood tot het uitvaardigen van de Civil Rights Act van 1964. Deze wet maakte discriminatie op basis van ras, huidskleur, religie, nationaliteit en sekse in overheidsinstellingen en openbare gelegenheden, eindelijk strafbaar. Mamies harde werk zorgde ook voor de Emmett Till Antilynching Act (2022) die lynchen officieel een haatmisdrijf maakte.

Theater / Voorstelling

Het geheim achter het raadsel George Soros

recensie: The Making of Soros the Musical - mugmetdegoudentand
Scènefoto The Making of Soros the MusicalNichon Glerum

Of je nou vriend of vijand bent van het Hongaars-Amerikaanse financiële mirakel George Soros, niemand kan een pink krijgen achter wie deze gesloten man nou eigenlijk echt is. Theatergezelschap Mugmetdegoudentand doet een poging het raadsel te doorgronden in de even charmante als rommelige The Making of Soros the Musical.

De speelvloer heeft nog het meeste weg van een kringloopwinkel, met kapotte fauteuils en afgetrapte vloerkleden. En dat is ook de bedoeling: de theatermakers zijn nog volop bezig met het in elkaar zetten van een musical. We treffen ze aan op het moment dat George Soros, het onderwerp van de musical, komt binnenlopen. Hij komt controleren wat er wordt gedaan met de één miljoen dollar die hij heeft gestopt in dit project, in de veronderstelling dat dit een vriendelijk verhaal zal worden over hem, zijn politieke missie en zijn goedgevigheid.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Van speculant tot filantroop

George Soros (Boedapest, 1930) is een Joodse Amerikaan van Hongaarse komaf. Hij maakte zijn onwaarschijnlijke fortuin -dat wordt geschat op 6 tot 7 miljard- in de tweede helft van de twintigste eeuw door behendig te speculeren met geld; vooral met dat van The Bank of England, om precies te zijn. En door allerlei andere financiële kansen precies op het goede moment te zien. Vervolgens ging in zijn hoofd de knop om, en veranderende hij van nietsontziende speculant in empathische filantroop: Soros geeft enorme bedragen weg aan goede doelen. Zijn ideaal is het kapitalisme de nek om te draaien.
Hij heeft echter aan beide uitersten van het politieke spectrum vijanden: rechts haat hem, omdat hij mensen met veel geld pootje probeert te haken. Links wantrouwt hem, omdat het knap vreemd is dat iemand die zo veel geld heeft verdiend door kapitalistisch handelen, nu opeens het licht zou hebben gezien en de wereld wil redden.

The Making of

In The Making of Soros The Musical proberen regisseur (Lineke Rijxman) en acteur (Jasper Stoop) een verhaal te maken waarin de ‘echte’ drijfveren en persoonlijke achtergrond van de filantroop duidelijk worden. Soros zelf (Vincent van der Valk) wil zijn persoonlijke verhaal niet zien; hij wil dat alleen zijn politieke boodschap in zang, dans en sketches zal worden verwoord: ‘dood aan het kapitalisme’, kort gezegd. Hij heeft betaald voor deze productie, de makers moeten de voorstelling neerzetten zoals hij die voor ogen heeft.

Helder en eerlijk

Wat volgt is een lang en rommelig geheel, waarin op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd een helder en eerlijk beeld te schetsen van de mens George Soros. Heel even verschijnt de man ook zelf in beeld, wanneer een Amerikaans interview met hem wordt geprojecteerd op een schermpje. In dat gesprek reageert de harde zakenman stamelend op vragen over zijn Joodse jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog in genazificeerd Hongarije.

Tussen het verhaal van Soros door, passeren de meest uiteenlopende (levens-)vragen de revue. Vragen over ieders identiteit, over ik en de ander, over inclusiviteit – zelfs over het leven in een door toeristen en partyboten overspoeld Amsterdam. De acteurs wisselen van personage, worden nu en dan zichzelf, of de ander. De handeling wordt geregeld onderbroken door dansjes en liedjes, veelal geleend uit andere musicals.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Hart

Daarmee is The Making of Soros The Musical niet bepaald een well made play, maar een rommeltje; maar wel een buitengewoon sympathiek en charmant rommeltje. Mugmetdegoudentand is een groep die het hart op de juiste plaats heeft, die maatschappelijk recht en onrecht graag mag bespreken. Ze gebruiken deze voorstelling dan ook om het eens te hebben over het noodzakelijk einde van het kapitalisme, omdat de samenleving er niet alleen slechter van wordt, maar er ook aan ten onder gaat. “Het kapitalisme wordt begraven”, aldus Soros.

IJzersterk is de scène waarin Vincent van der Valk als Soros in een razendsnel en vlijmscherp betoog uiteenzet hoe hij de -uit gebakken lucht bestaande- Bank of England onderuit heeft gehaald.
Hoogtepunt van de voorstelling is de finale, waarin Lineke Rijxman -zelf Joods- het kantelpunt in Soros’ leven verbeeldt. Ze zet de veertienjarige Joodse jongen in Hongarije neer, die moet toezien hoe zijn vader door de Nazi’s wordt gedwongen de bezittingen van weggevoerde mede-Joden te stelen, louter om zichzelf en zijn zoon de gang naar het concentratiekamp te besparen. De boodschap: als je je afvraagt hoe George Soros is geworden tot wie hij is: hier heb je je antwoord.

Stoppen

Mugmetdegoudentand heeft aangekondigd na 38 jaar theatermaken als groep te gaan stoppen. The Making of Soros the Musical is de laatste voorstelling die het collectief maakt. De leden van de groep gaan steeds meer hun eigen weg; en de financiële nekslag die corona heeft betekend, maakt voortgang en voldoen aan hun eigen kwaliteitseisen niet echt mogelijk. Het stoppen is wel oprecht jammer, zeker wanneer ze met deze maffe en hilarische musical opnieuw laten zien hoe belangrijk hun boodschap is en hoe verfrissend hun visie op theater is.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Boeken / Non-fictie

Dichter bij Joseph Roth is niet te komen

recensie: Vlucht en einde van Joseph Roth – Soma Morgenstern
kenny-eliason-fO9Bb-kAvak-unsplashunsplash

De titel van de Joseph Roth-biografie Eindeloze vlucht van Keiron Pim kon met recht en reden ontleend worden aan Roth’s roman Vlucht zonder einde (1927). Onder de eveneens bijna gelijkluidende titel verschenen van Soma Morgenstern de memoires Vlucht en einde van Joseph Roth (2006). Die brengen je op onvergelijkbare wijze nader tot Roth.

Hoeveel introductie heeft Joseph Roth (1894-1939) nog nodig? Zijn oeuvre is zo goed als helemaal in het Nederlands vertaald. Job en Radetzkymars zijn de bekendste titels, maar slechts twee van de hoogtepunten.

Westelijk

De joodse Galiciër Morgenstern (1890-1976) bewoog zich op heel wat chaotische kruispunten in de periode van de Eerste Wereldoorlog, het interbellum en de Tweede Wereldoorlog. Onder politici, journalisten en schrijvers maakte hij veel vrienden, waaronder Roth, met wie hij levenslang bevriend bleef. Met hem deelde hij de Galicische komaf en de koers in westelijke richting voor studie en banen. In Parijs zaten ze voor elkaars gezelschap lang in hetzelfde hotel. Roth leidde sowieso een hotelleven: een eigen huis zat hem al snel na zijn huwelijk in 1922 als reizende journalist alleen maar in de weg.

Van de romans die Morgenstern schreef zijn er een aantal vertaald, maar grote bekendheid geniet hij bij ons niet. Roth vond zijn debuut een meesterwerk, maar te joods. Zelf vermeed hij joodse personages vanwege de geassimileerde joden onder zijn lezers.

Soepel

De herinneringen in Vlucht en einde van Joseph Roth zijn zo levendig en gedetailleerd dat die in de loop der jaren wel geboekstaafd moeten zijn. De soepele vertaling van Els Snick, die onverkort haar leven aan Roth lijkt te wijden, klinkt als het equivalent van een even soepele brontaal. Genoteerd zijn alleen belangwekkende gesprekken en gebeurtenissen, vaak zo vertelkunstig dat je het boek moeilijk weg kunt leggen. De levendigheid wordt nog versterkt door werkzame sprongen vooruit en terug in de tijd. Al dan niet op de vlucht voor de nazi’s passeert een menigte aan tijdgenoten die toch stuk voor stuk, hoe gecomprimeerd ook, tot leven komen. De biografie van Morgenstern zelf komt ruim aan bod, maar verweeft zich op natuurlijke wijze met die van Roth.

Je krijgt een meer dan authentiek zicht op Roth’s karakter en wederwaardigheden. De herinneringen schetsen ook een persoonlijk, bewogen beeld van de heftige geschiedenis van die jaren. Zoiets kan een biografie vanwege de vereiste distantie niet bieden. Er wordt verrassend ingezoomd op verborgen niches in de bekende geschiedenis van politieke ontwikkelingen en oorlogen. Het gaat vaak om sprekende details die door enkelingen worden opgemerkt en verteld (door en aan Morgenstern).

Zo hield Roth niet van opera, maar ging toch mee naar een voorstelling over het trieste lot van daklozen. De schok van herkenning bracht hem drie bedrijven lang aan het huilen. ‘Hij snikte, als een dienstmeisje bij de zondagmiddagfilm, twee zakdoeken vol.’

Voorschotten

Veel staat in het teken van Roth’s slopende alcoholisme en voortdurende geldgebrek. Toch kreeg hij het voor elkaar ook nog anderen financieel te helpen. Vooral de (vergeefse) psychiatrische behandelingen en inrichtingen voor zijn vrouw kostten hem veel. Zonder de voorschotten op zijn nog te schrijven romans, met steeds meer wantrouwen verstrekt en op het laatst helemaal niet meer, en zonder de toelagen van vooral Stefan Zweig en Morgenstern zou hij het al veel eerder niet gered hebben. De laatste jaren kon hij zich nauwelijks meer zonder stok op zijn opgezwollen voeten voortbewegen. Voor de kortste afstanden moest hij met een taxi. In mei 1939 vond hij de dood.

Hoewel het in de eerste plaats gaat om het unieke oeuvre van Roth, geeft het een warm plezier om dankzij een voortreffelijke bemiddelaar zo dicht in zijn persoonlijke buurt te zijn.

 

Vertaling Els Snick

Nawoord en aantekeningen Georg B. Deutsch

Boeken / Fictie

Van depressie naar expressie

recensie: Bang. (Lachend) leven met een angststoornis - Lisa Loeb
mali-desha-mY-6bncc3rw-unsplashUnsplash

Voor de echte bangeriken onder ons is er nu eindelijk een fantastisch boek. Cabaretier Lisa Loeb, onder andere bekend van haar deelname aan De Slimste Mens, deelt met BANG haar ervaringen over het leven met een angststoornis. Ze geeft je een inkijk in haar leven als theatermaakster en blikt terug op haar bewogen jeugd. Maar wees niet bang: dit is geen zelfhulpboek of halleluja-verhaal. Zo schrijft ze: ‘Als je een zelfhulpboek of snelle oplossing zoekt, kan ik je doorverwijzen naar de ongeveer zevenhonderdduizend coaches die Nederland rijk is.’

Ze lijkt er maar niet vanaf te komen. Gedurende haar gehele schooltijd staat Lisa bekend als dik vet varken en ze weet niet waarom. Alhoewel, misschien is ze wel gewoon dik en hebben al die kinderen gelijk. Het is een nare tijd, waar ze nu nog met veel spanning aan terugdenkt. Al op jonge leeftijd leert Lisa zich aan haar omgeving aan te passen. Eerst aan de kinderen in haar klas en later ook thuis als haar vader ziek wordt en in een depressie belandt. Hoe hard ze ook haar best doet, het is nooit goed genoeg. Het pesten blijft aanhouden (zelfs als ze van school wisselt) en ook haar eigen hoofd maakt overuren. Wat is er toch met haar aan de hand?

‘Kennelijk heb ik een heel boek nodig om uit te leggen hoe het is om te leven met een angststoornis. Ik kan mezelf heel erg in de weg zitten, soms wou ik dat ik een knop had om de angst te laten verdwijnen. Aan de andere kant heeft het me ook veel gegeven. Dat klinkt misschien heel erg ‘halleluja’, maar ik heb veel overwonnen om te kunnen functioneren. Daardoor vind ik sommige dingen minder eng dan andere mensen: op een podium staan bijvoorbeeld, of op televisie komen.’ p. 18

Taboe op angststoornissen doorbrekenLisa_loeb-1667969858 (Peter Loeb)

Met BANG doorbreekt Lisa Loeb het taboe dat op angststoornissen heerst. Ze praat openhartig over haar depressieve gevoelens en de vriendschappen die ze daardoor is verloren. Als lezer word je volledig meegezogen in haar gekke gedachtekronkels en onzekerheden. Maar toch is het vooral haar humoristische kijk op het leven die dit boek de moeite waard maakt om te lezen. Vol humor en zelfspot vliegt ze bepaalde onderwerpen aan, zoals eenzaamheid, gebrek aan eigenwaarde en angsten. Ook word je meegenomen in haar grote droom om cabaretier te worden. Een baan die veel onzekerheid met zich meebrengt. Lisa’s faalangst en perfectionisme zitten haar regelmatig in de weg. De enige plek waar ze zich echt lijkt te kunnen ontspannen is op het podium waar ze mensen aan het lachen kan maken.

In 2012 bundelt Lisa haar krachten met Janneke Rinzema als het cabaretduo Matroesjka. Acht jaar lang bestormen de dames menig podium in Nederland. Door Lisa’s psychische problemen groeien de twee vriendinnen uit elkaar. Ook daar gaat een groot gedeelte van het boek over. Het is interessant om te lezen hoe Janneke Rinzema de samenwerking met Lisa heeft ervaren en waar dit uiteindelijk toe heeft geleid.

Humor

Naast alle zware kost is er gelukkig ook nog genoeg te lachen. Lisa’s sarcasme werkt zeer aanstekelijk en ook de manier waarop ze bepaalde scenario’s beschrijft, is goud waard. Haar grapjes zijn gelaagd en taboedoorbrekend. Maar bovenal toveren ze een grote glimlach op je gezicht. Het is niet dat de informatie die in het boek staat nou zo vernieuwend is, maar het is vooral de humor in combinatie met de serieuze onderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van jonge mensen. Wederom toont Lisa met haar boek dat je je grootste angsten kunt overwinnen.

Kortom: een (h)eerlijk boek over angststoornissen. Zowel voor mensen die zelf aan angst lijden als degenen die anderen kennen die eronder lijden. Lisa Loeb brengt je in haar authentieke boek in aanraking met een hele verfrissende benadering van de emotie angst.

Haar boek druipt zó van het sarcasme dat je moet opletten dat het niet uit je vingers glipt. Een staaltje leedvermaak van de bovenste plank.

Boeken / Non-fictie

Vergeten stemmen

recensie: Zarifa Ghafari - De strijd van een vrouw in een mannenwereld

Ze is een van de meest inspirerende en invloedrijke vrouwen ter wereld. Zarifa Ghafari maakt diepe indruk met haar autobiografie Zarifa – De strijd van een vrouw in een mannenwereld. In haar boek beschrijft ze niet alleen haar eigen gevecht voor vrijheid, maar spreekt ze ook voor de vrouwen uit haar gemeenschap. Als eerste vrouwelijke burgemeester van Afghanistan zette zij zich in voor gelijke rechten in haar land. Een zware taak die zij al meerdere malen bijna met de dood heeft moeten bekopen. Wat kunnen wij als westerlingen van haar leren?

Wanneer Zarifa Ghafari (Pashto, 1992) slechts vier jaar oud is, doet de Taliban zijn intrede in het land. Vanaf dat moment verandert haar leven radicaal. Ze mag niet meer naar school en moet verplicht een boerka dragen. Toch gaat ze stiekem naar school in een kelder en blijft dit volhouden ondanks de afkeurende blikken van haar ouders. Ze heeft maar één doel en dat is naar school gaan. Als de Taliban in 2001 worden verdreven, grijpt zij haar kans en vertrekt voor een studie Bedrijfseconomie naar India. Daar gaat er een wereld voor haar open.

De liefde voor haar land

De liefde die Zarifa voelt voor Afghanistan is in elke letter voelbaar. Ondanks alle ellende die zich in haar land afspeelt, is ze enorm begaan met de mensen. Na haar afstuderen werkt ze een tijdje als docent Wiskunde en Engels. Ook zet ze haar eigen radiostation op om Afghaanse vrouwen op het platteland een stem te geven. “Dit was iets dat gedaan moest worden voor mijn land. Ik voel me op mijn sterkst als ik met vrouwen praat, luister naar hun problemen en meeleef met hun pijn.” Zarifa’s moed en strijdlust zijn een inspiratie voor mensen wereldwijd. De enigen die niet op haar zitten te wachten zijn de Taliban die in 2021 opnieuw de macht grijpen. Inmiddels is Zarifa dan al twee jaar burgemeester van Maiden Shahr, de hoofdstad van de provincie Wardak. Noodgedwongen verlaat ze haar geliefde land en duikt onder in Duitsland.

Onrecht

Zarifa’s verhaal gaat je niet in de koude kleren zitten. Voor iemand die in Nederland is opgegroeid klinkt haar verhaal misschien wat onwerkelijk, als van een andere planeet. Toch zijn de gebeurtenissen uit dit boek waargebeurd en snijden een belangrijk onderwerp aan. Ook krijg je een helder beeld van wat er zich op de straten van Afghanistan moet hebben afgespeeld tijdens de machtsovername van de Taliban. Er worden bizarre horrorscenario’s geschetst en dan is er nog die allesoverheersende angst die met geen woorden te beschrijven is. Dit boek zou tevens heel goed kunnen passen in het onderwijs. Zo zou je als docent bepaalde stellingen of issues met je klas kunnen bespreken. Denk aan: onderwijs voor meisjes, het boerkaverbod of vrijheid van meningsuiting.

Een geslaagde samenwerking

Voor de verdere uitwerking van haar boek zocht Zarifa de samenwerking op met de Britse journalist Hannah Lucinda Smith. Zij is al langere tijd Midden-Oostencorrespondent voor The Times en schreef ook de bekroonde biografie van Erdogan. De twee zijn er samen in geslaagd om een prachtige bundeling van familieverhalen te schrijven. Want Zarifa’s verhaal is ook dat van haar moeder, haar nichtjes en haar oma. Als lezer word je je daar naarmate het verhaal vordert steeds bewuster van. Het is dus niet alleen Zarifa’s levensverhaal dat verteld wordt, maar je voelt ook de pijn en frustraties van de generaties voor haar. Toch is dat niet hetgeen wat je bijblijft na het lezen van haar boek: het is vooral de liefde die zij voelt voor haar land. De hartstocht waarmee zij te werk gaat, en de onuitputtelijke kracht waarmee zij zich inzet voor de vrouwen daar.

Er zijn zoveel conflicten in de wereld die onze aandacht vragen: Oekraïne, Libanon, Syrië. Afghanistan kent al zo lang strijd, dat het soms vergeten wordt. Met dit boek brengt Zarifa haar land weer onder de aandacht. Ze laat zien hoe het was om op te groeien in een door de Taliban geteisterd land en beschrijft daarmee de turbulente geschiedenis van Afghanistan. Ook is haar nieuwe Netflix documentaire In Her Hands een absolute aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is in de rol die ze gespeeld heeft als burgemeester tussen 2019 en 2021. Kortom: een indrukwekkend memoir van een indrukwekkende jonge vrouw.

Film / Kunst / Documentaire / Film / Serie

De man achter het icoon

recensie: The Andy Warhol Diaries – Andrew Rossi

Andy Warhol. Wie kent hem niet? Van Campbell’s Soup Cans tot de zeefdruk van Marilyn Monroe. Maar zijn belangrijkste kunstwerk was misschien wel hijzelf. Wie was toch die man onder die zilveren pruik? Schrijver en regisseur Andrew Rossi probeert er met zijn The Andy Warhol Diaries achter te komen in een boeiende maar onevenwichtige documentairereeks op Netflix.

Andy Warhol had er vast van genoten: een AI-recreatie van zijn stem, die in de serie zijn dagboekfragmenten voorleest. De recreatie van Warhols stem doet recht aan zijn behoefte ‘to be a machine’. De kijker voelt zich een vertrouweling, bijna vergetend dat Warhol niet zelf zijn verhaal vertelt. Naast ‘AI Andy’ komt een grote variatie aan (on)bekenden aan het woord met wisselende verhalen. Dat is de kracht maar ook de zwakte van de documentaire. Rossi is veelzijdig maar onevenwichtig in zijn keuze van onderwerpen en in de behandeling van de vragen die hij oproept.  Zes afleveringen later vragen we ons nog steeds af of we Andy Warhol wel hebben leren kennen.

 

Een onbetrouwbare verteller?

Warhol zou Warhol niet zijn als hij zelf in zijn dagboek had geschreven. Nee, de kunstenaar heeft zijn leven van 1976 tot en met 1987 via de telefoon gedicteerd aan zijn goede vriendin Pat Hackett. Op deze opgetekende memoires is Rossi’s documentairereeks gebaseerd. Ze kwamen in 1989 onder redactie van Hackett uit als boek met de titel The Andy Warhol Diaries. De documentaire waarschuwt vanaf het begin dat we Warhols versie van de gebeurtenissen niet als de ultieme waarheid moeten beschouwen. Het is tenslotte een persoonlijk perspectief. Dit persoonlijke perspectief wordt aangevuld met een rijkdom aan foto- en filmfragmenten. Die zijn interessanter dan de ingezette stand-in acteur. Een documentaire over Warhol verdient stilistisch vernieuwender ideeën. Vooral gezien de acteur niet goed op Andy Warhol lijkt. Het is een dissonant met de AI-recreatie van zijn stem.

In de zoektocht naar de man achter de kunst legt Rossi de nadruk op Warhols persoonlijke leven. Andy’s belangrijke relaties zijn ijkpunten voor de afleveringen. Eerst is er Jed Johnson, de jonge interieurontwerper die op basis van zijn knappe uiterlijk werd aangenomen bij The Factory. Dan is er Jon Gould, de straight-passing executive van Paramount. Ten slotte is er Jean-Michel Basquiat, de opkomende zwarte kunstenaar wiens relatie met Warhol tussen mentorschap en samenwerking lijkt te liggen. Het blijkt dat zelfs vrienden en familie niet altijd weten wat er in Warhol omging. De sprekers zijn het bijvoorbeeld niet eens over wat voor soort relatie hij met Jon Gould had.

 

Aangrijpend queer-perspectief

De serie is op zijn aangrijpendst als de aidsepidemie opkomt. Het wordt al snel duidelijk dat de ‘gay cancer’ een schaduw werpt over de kunstbeweging en feesten van de jaren tachtig. We worden geconfronteerd met hoe weinig van de personages nog in leven zijn om hun verhaal te doen. Ook Gould overlijdt in 1986. Iets wat we niet hadden gelezen zonder Hacketts annotaties, aangezien Gould niet uit de kast was en absoluut niet wilde dat Andy persoonlijke dingen over hem schreef in zijn memoires.

Warhol zelf is nooit echt in of uit de kast geweest, zegt schrijver Lucy Sante in aflevering één. Hij profileerde zich als aseksueel, wat een schild lijkt te zijn geweest tegen de homofobe maatschappij waarin hij als publiek persoon navigeerde. De bevragingen van Warhols seksuele activiteiten voelen soms invasief. Maar het blijkt de moeite waard om voorbij het persona te kijken. In de woorden van curator Jessica Beck: ‘But within the diaries there are moments when the performance lapses. … this idea of intimacy or queerness is always there.’

Wisselend niveau in behandeling lastige vraagstukken

In de interpretatie van Warhols werk kiest de documentaire originele invalshoeken, maar blijft ze vaak aan de oppervlakte. Zo is het interessant hoe neerbuigend Warhol is naar de honger naar beroemdheid van jongere kunstenaar Keith Haring, maar het was des te boeiender geweest voor kijkers zonder voorkennis om Harings aids-activisme daarna in contrast te zetten met Warhols gebrek hieraan. Vergelijkbaar is de discussie over Warhols exploitatie van minderheidsgemeenschappen. De documentaire benadrukt de significantie van de fotoserie Ladies and Gentlemen (1975) waarin de naam van activist en drag queen Marsha P. Johnson zonder uitleg gebruikt wordt. Het perspectief van de – veelal gekleurde transgender – fotomodellen wordt überhaupt onvoldoende uitgelicht. Juist bij een onderwerp waarbij de meeste personen zelf niet meer aan het woord kunnen komen. De documentaire geeft geen bevredigende antwoorden op de opgeworpen vragen en maakt er zich daarmee te gemakkelijk vanaf. Zonde voor een serie die Warhol met behulp van een machine menselijk weet te maken en daarmee meer dan zes uur boeit.

 

Boeken / Non-fictie

Werken omdat het leven ervan afhangt

recensie: Geen tijd verliezen - Jolande Withuis
zakhorlogehttps://www.freeimages.com/nl/download/lost-in-time-1419354

Harry Mulisch zei: ‘Schrijver word je niet, dat ben je.’ Woorden die Jeanne Bieruma Oosting (1898 – 1994) als muziek in de oren moeten hebben geklonken. Jolande Withuis schreef haar biografie en gaf het de titel Geen tijd verliezen. Die is meteen raak want schilderen was voor Oosting een wezenlijke behoefte.

Ze werd geboren in een steenrijk Fries aristocratisch milieu, groeide op in landhuizen en uitgestrekte buitens, tussen bedienden en veeleisende familieleden die zich verhielden tot hun voorouders die precies op dezelfde manier hun leven hadden geleefd, zoals het hoorde: rijk, vormelijk en ongenaakbaar. Dat zo’n adellijke, onwrikbare levenswijze voor het gepeupel en voor de mens die zich weigerde te conformeren heel wat minder aangenaam kon zijn, behoeft nauwelijks verklaring. Zeker niet in onze tijd waarin hiërarchische verhoudingen (de machtige versus de onmachtige) volop in de spotlights staan.

Uitbreken uit een relatief gesloten gemeenschap is geen sinecure: de groep bepaalt je identiteit, levert je geborgenheid en, gezien Oostings statige afkomst, garantie voor een financieel zorgeloze toekomst (niet dat de vrouw wat betreft geldzaken indertijd veel had in te brengen). Binnen het opvoedsysteem waarin Jeanne verkeerde was geen plaats voor de niet-plooibare mens en al helemaal niet voor de niet-plooibare vrouw – dat was toch wel het allerergste. In het meest ideale geval was het leven van een dame een passieloze invuloefening: opgroeien met het etiquetteboekje in de hand, een minieme scholing, een kapitaalkrachtige vent aan de haak slaan en zorgen voor nageslacht. Aan duidelijkheid geen gebrek, dit was de weg. Maar Adriana Johanna Wilhelmina (Jeanne) Bieruma Oosting weigerde.

Nee

Die ‘nee’ werd expliciet nadat ze schilderlessen mocht gaan volgen bij Marianne Bleeker, ze was toen zestien jaar. Jeanne genoot en voor het eerst realiseerde zij zich dat het mogelijk was: leven als kunstenaar. Daar moesten dan wel offers voor worden gebracht. Toen een van Bleekers leerlingen de lessen afbrak omdat ze ging trouwen was voor Oosting duidelijk: het huwelijksleven en de kunst, die gaan niet samen. Tot het eind van haar leven heeft ze die overtuiging gekoesterd. De geestige anekdote die Withuis in haar inleiding naar voren brengt getuigt daarvan. Tijdens hun enige ontmoeting kon de schilderes Withuis’ werk als wetenschapper niet rijmen met haar huwelijksleven: ‘Je kunt geen twee heren dienen.’

Jolande Withuis (1949) geniet bij het grote lezerspubliek bekendheid met haar biografie over koningin Juliana – ook al zo’n eigenwijze vrouw. Voor Withuis zelf lijkt met deze biografie over Oosting de cirkel rond (al willen we haar natuurlijk nog lang niet afschrijven). Veel van de thema’s waar ze zich tijdens haar loopbaan in heeft verdiept komen in Geen tijd verliezen aan bod. Meest evident is het thema feminisme. Withuis doceerde vrouwenstudies aan de VU Amsterdam, schreef columns voor het maandblad Opzij, publiceerde over communistische vrouwenorganisaties, en de titel van eerder aangehaalde biografie over de eigenwijze koningin luidt: Juliana, vorstin in een mannenwereld. Aan de hand van Oostings leven schetst de schrijfster een levendig beeld van de eerste feministische golf. Oosting, en tal van andere vrouwen, vochten tegen de klippen op. Een strijd waar maar heel langzaam een kentering zichtbaar werd.

Wanhoop en eenzaamheid

La Révolte van Jeanne Oosting

Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994)
La Révolte, uit serie ‘Accents Plaintifs’, 1934
Litho
Museum Henriette Polak

Die strijd leverde Jeanne in haar beginjaren voornamelijk met haar eigen familie: soebattend om het huis te mogen verlaten om bij die of die in de leer te gaan. Toen ze in 1929 het plan opvatte om naar Parijs te gaan, daar waar het hart van de moderne kunst klopte, stond het voor haar vader vast: mijn dochter is mislukt. Toch won ze de slag en vertrok. In Parijs beet ze op een houtje, genoot van het bruisende stadsleven. Withuis beschrijft de Parijse jaren levendig en mooi. Daarnaast legt ze de nadruk op werk dat Oosting daar maakte maar – helaas – in de vergetelheid is geraakt. Naakttekeningen, veel grafisch werk waarin de zelfkant van het leven centraal stond: duister en macaber. De hoge kwaliteit van dit werk stond buiten kijf en toch ontlokte het bij recensenten regelmatig de reflex om het te classificeren als ‘mannelijk’. Een van hen schreef: ‘In dit rijk van wanhoop en eenzaamheid volgt men vooral een vrouw niet gaarne.’ Er was dus nog een wereld te winnen.

En dat deed Oosting stap voor stap, steeds zelfverzekerder. De biografie schets de ontwikkeling van mens, werk én tijd. Mede door het mogen inzien van Oostings correspondentie met familie, vrienden en liefdes weet de biografe heel wat lagen van de gereserveerde kunstenares af te pellen. Toch blijft er genoeg te gissen over. Met name haar liefdesleven blijft in nevelen gehuld. Maar liefdes heeft ze gekend, mannen en vrouwen, dominante types als Roline Wichers Wiersma, Netty Nijhof en (al werd zij dan door hem afgewezen) Roland Holst. Het is aandoenlijk om te lezen hoe Oostings zelfverzekerdheid omslaat in grote aanhankelijkheid en vertwijfeling – met name op het moment dat een liefde stukloopt. Gelukkig is daar altijd het werk en de vele vriendschappen die haar door moeilijke periodes slepen.

Exposities

reliëf-ets J. Oosting Stilleven met zee-egels

Jeanne Bieruma Oosting Stilleven met zee-egels reliëf-ets. Collectie Museum Henriette Polak

Tijdens haar leven heeft Oosting onnoemelijk veel geëxposeerd. Na haar dood is de belangstelling voor haar werk zachtjesaan afgenomen. Daarom is het goed om te weten dat haar oeuvre komend voorjaar in diverse musea te zien zal zijn. Museum Belvédère pakt uit met De zomer van Jeanne, met maar liefst vijf exposities vanaf april. De nadruk komt te liggen op haar grafiek uit de Parijse periode. Het is mooi dat Withuis met het schrijven van deze rijke biografie dit dreigende, weemoedige maar toch ook levenslustige werk aan de vergetelheid heeft weten te ontrukken. Het is natuurlijk nog mooier dat zij met deze biografie een monument voor een van Nederlands grootste kunstenaressen heeft geschreven.

Boeken / Fictie

Noodlottig gemis van familie

recensie: SS Proleterka – Fleur Jaeggy (Vertaling Frank Denissen)
Illustration by Jesse Auersalo; Source photograph Effigie / Leemage / Writer PicturesIllustration by Jesse Auersalo; Source photograph Effigie / Leemage / Writer Pictures https://www.newyorker.com/culture/the-new-yorker-interview/fleur-jaeggy-thinks-nothing-of-herself

Een tweede schrijfster als de Italiaanstalige Zwitserse Fleur Jaeggy (1940) bestaat niet. Dat was al op te maken uit haar sarcastisch getitelde en meermaals bekroonde De gelukzalige jaren van tucht (1989), maar haar even dunne roman SS Proleterka (2001) bevestigt het.

Hetzelfde vrouwelijke personage speelt de hoofdrol in beide titels, maar in die tweede komen we heel wat meer over haar te weten. Dat gaat aanvankelijk niet van een leien dakje. Er verschijnen naast de ik meteen aardig wat andere personages, van wie dan nog niet helemaal scherp is hoe die zich tot elkaar verhouden. Hoewel Jaeggy’s werk zeker niet zonder biografische grond is, ontkent ze die categorisch. Een zeldzaam interview, waarin ze nog minder dan het achterste van haar tong liet zien, gaf ze The New Yorker oktober vorig jaar.

Cruise

In de roman schrijft een 50-jarige naamloze vrouw over de cruisereis die zij als 15-jarige met haar vader Johannes (69) maakte op het SS Proleterka. Diens ex-vrouw, met wie hij kort getrouwd was, heeft hem de omgang met haar dochter alleen toegestaan in schoolvakanties en als gunst gedurende de twee weken van de reis omdat hij niet lang meer te leven heeft. Ze praten nauwelijks met elkaar, zoals dat altijd al het geval was.

Het reisverhaal wordt steeds onderbroken voor de strakke omtrekken van een familiegeschiedenis. Net als de anderen neemt de dochter daar een geobjectiveerd vereenzaamde positie in. Haar moeder bracht haar al snel bij grootmoeder Orsola in isolatie. Op haar vijftiende moest ze naar een kostschool, waar ze haar ‘gelukzalige jaren van tucht’ doorbracht.

Wil om te leven

Jaeggy vertelt in brokstukken die het gebrek aan samenhang in de familie weergeven. Tijden en locaties wisselen elkaar af. Het gaat minder om de gebeurtenissen op zich dan om de indrukken die anderen in hun gemankeerde levens op haar maakten, net zo gemankeerd als dat van haar zelf. Daarom kan ze voor hen en mogelijk ook voor zichzelf sympathie noch antipathie opvatten. Ondanks alles verliest ze nooit de wil om te leven. Daarom ook de ‘geheime lust’ voor haar eerste lichamelijke ervaring met een gewelddadig bemanningslid van de Proleterka. Maar: ‘Ze wil geen tederheid.’ En: ‘Ze proeft genot in weerzin.’

Het is een door en door psychologisch verhaal, minder door wat ze vertelt dan door de wijze waarop. Minimalistisch afgebeten zinnetjes beschrijven de teleurstellingen, al verbergt ze het verdriet alsof daar geen sprake van was. Die zinnetjes corresponderen met de notities die kort na haar geboorte zijn opgetekend: twaalf korte zinnen zonder commentaar.

Werkelijkheid

Ziekte, dood, zelfmoord, contactarmoede zijn zonder veel ophef motieven waarop het thema van de roman drijft. Een sleutelpassage luidt als volgt: “Twee woorden vergezellen mij als refrein: ‘leven’ en ‘ervaring’. Je verzint woorden om de wereld te vertellen en om hem te vervangen. Die twee woorden moeten werkelijkheid worden.” Het slot is een ervaring die het leven van ‘de dochter van Johannes’ niet minder op losse schroeven stelt.