Tag Archief van: duitsland

Muziek / Concert

In de geest van Bach

recensie: Bachs Königin: orgelwerken bewerkt voor orkest

Holland Baroque, het orkest van de tweelingzussen Judith en Tineke Steenbrink (respectievelijk viool/leiding en klavecimbel/leiding) heeft het maar druk. Zondagochtend 3 maart 2024 speelde het in 2006 opgerichte barokorkest uit Utrecht in de dertigjarige serie Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, dezelfde avond traden ze op in het NTR-televisieprogramma Podium Klassiek.

Niet ‘zomaar’ bewerkingen

Ze speelden in beide programma’s bewerkingen van stukken die Johann Sebastian Bach oorspronkelijk voor orgel – de Koningin der instrumenten – schreef. Je kent ze misschien, en soms ook weer niet helemaal, doordat de zussen bijvoorbeeld tussenstemmetjes of solotrekjes in de blazers toevoegden (‘kruiden’, zo noemen ze dat zelf). Of een lang aangehouden bourdontoon die niet altijd te plaatsen was.

Volgens het programmablaadje koos Holland Baroque in deze tijd van het jaar ‘juist niet voor Bachs wereldberoemde meesterwerk [de Matthäus-Passion, die ze overigens ook o.l.v. Reinbert de Leeuw op CD zette, EvS], maar voor Bach als speelse orgelvirtuoos’. En meer dan dat.

© Wouter Jansen

Twee driedelige triosonates (BWV 529 en 526) werden namelijk niet als geheel gespeeld, want in plaats van het middendeel kozen de bewerkers Steenbrink voor een orgelkoraal. Respectievelijk Allein Gott in der Höh’ sei Ehr BWV 711 en Meine Seele erhebt den Herren BWV 648. Hoe mooi past dat. Zo’n vervangend deel is helemaal in de geest van Bach, die praktisch alles wat hij schreef, geestelijke én wereldlijke muziek, afsloot met de letters SDG (Soli Deo Gloria, God alleen zij de eer).

Verrassend was het koraal in de Vijfde Triosonate, dat niet werd geblazen, gestreken of getokkeld maar woordloos werd gezongen. Het hoogtepunt was wel het koraal uit de Tweede Triosonate, zonder al te veel crescendi en diminuendi (toe- en afname van de klank). Gewoon, heel ingetogen en overtuigend.

Passacaglia, Toccata en ‘Ode’

Dat laatste gold ook voor het tweede hoogtepunt van het concert: de beroemde Passacaglia BWV 582. Het was volop genieten van de prachtige klank die de strijkers, blazers (afwisselend op blokfluiten, traverso, twee hobo’s en fagot), luit en klavecimbel gezamenlijk voortbrachten.

© Wouter Jansen

Inventief was – om nog een laatste voorbeeld te noemen – de bewerking van de beroemde Toccata in d BWV 565. Bewerker Judith Steenbrink koos hier voor de zogenaamde, zeventiende-eeuwse stylus fantasticus, waardoor het geheel haast als een improviserende Bach in het kwadraat klonk, inclusief vioolsolo. Het publiek genoot er met volle teugen van en het ensemble kreeg juist na dit stuk een enorm applaus en gegil uit de helaas lang niet volle zaal.

Als dank volgde tot slot een ‘Ode aan het orgel’, zoals iemand achter mij het noemde; het ensemble knielde hutjemutje neer om het miniatuurorgel dat voor op het podium in het Concertgebouw en in de studio stond. Alle eer aan het orgel, leken ze daarmee te willen zeggen. Rest nog de gelijknamige CD met dit programma om na te genieten en nog een keer te beluisteren wat er allemaal in de geest van Bach werd uitgevoerd.

 

Op 18 mei speelt Holland Baroque tijdens het Bachfest in Münster (Duitsland). Ontdek het event.

 

Muziek / Concert

In de geest van Bach

recensie: Bachs Königin: orgelwerken bewerkt voor orkest

Holland Baroque, het orkest van de tweelingzussen Judith en Tineke Steenbrink (respectievelijk viool/leiding en klavecimbel/leiding) heeft het maar druk. Zondagochtend 3 maart 2024 speelde het in 2006 opgerichte barokorkest uit Utrecht in de dertigjarige serie Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, dezelfde avond traden ze op in het NTR-televisieprogramma Podium Klassiek.

Niet ‘zomaar’ bewerkingen

Ze speelden in beide programma’s bewerkingen van stukken die Johann Sebastian Bach oorspronkelijk voor orgel – de Koningin der instrumenten – schreef. Je kent ze misschien, en soms ook weer niet helemaal, doordat de zussen bijvoorbeeld tussenstemmetjes of solotrekjes in de blazers toevoegden (‘kruiden’, zo noemen ze dat zelf). Of een lang aangehouden bourdontoon die niet altijd te plaatsen was.

Volgens het programmablaadje koos Holland Baroque in deze tijd van het jaar ‘juist niet voor Bachs wereldberoemde meesterwerk [de Matthäus-Passion, die ze overigens ook o.l.v. Reinbert de Leeuw op CD zette, EvS], maar voor Bach als speelse orgelvirtuoos’. En meer dan dat.

© Wouter Jansen

Twee driedelige triosonates (BWV 529 en 526) werden namelijk niet als geheel gespeeld, want in plaats van het middendeel kozen de bewerkers Steenbrink voor een orgelkoraal. Respectievelijk Allein Gott in der Höh’ sei Ehr BWV 711 en Meine Seele erhebt den Herren BWV 648. Hoe mooi past dat. Zo’n vervangend deel is helemaal in de geest van Bach, die praktisch alles wat hij schreef, geestelijke én wereldlijke muziek, afsloot met de letters SDG (Soli Deo Gloria, God alleen zij de eer).

Verrassend was het koraal in de Vijfde Triosonate, dat niet werd geblazen, gestreken of getokkeld maar woordloos werd gezongen. Het hoogtepunt was wel het koraal uit de Tweede Triosonate, zonder al te veel crescendi en diminuendi (toe- en afname van de klank). Gewoon, heel ingetogen en overtuigend.

Passacaglia, Toccata en ‘Ode’

Dat laatste gold ook voor het tweede hoogtepunt van het concert: de beroemde Passacaglia BWV 582. Het was volop genieten van de prachtige klank die de strijkers, blazers (afwisselend op blokfluiten, traverso, twee hobo’s en fagot), luit en klavecimbel gezamenlijk voortbrachten.

© Wouter Jansen

Inventief was – om nog een laatste voorbeeld te noemen – de bewerking van de beroemde Toccata in d BWV 565. Bewerker Judith Steenbrink koos hier voor de zogenaamde, zeventiende-eeuwse stylus fantasticus, waardoor het geheel haast als een improviserende Bach in het kwadraat klonk, inclusief vioolsolo. Het publiek genoot er met volle teugen van en het ensemble kreeg juist na dit stuk een enorm applaus en gegil uit de helaas lang niet volle zaal.

Als dank volgde tot slot een ‘Ode aan het orgel’, zoals iemand achter mij het noemde; het ensemble knielde hutjemutje neer om het miniatuurorgel dat voor op het podium in het Concertgebouw en in de studio stond. Alle eer aan het orgel, leken ze daarmee te willen zeggen. Rest nog de gelijknamige CD met dit programma om na te genieten en nog een keer te beluisteren wat er allemaal in de geest van Bach werd uitgevoerd.

 

Op 18 mei speelt Holland Baroque tijdens het Bachfest in Münster (Duitsland). Ontdek het event.

 

Film / Films

De onmacht van idealisme: escalatie in het schoolgebouw

recensie: Das Lehrerzimmer - Ilker Çatak

Meerdere diefstallen leiden tot spanning op een middelbare school in Duitsland. Onderling vertrouwen is verdwenen, studenten worden gedwongen om elkaar te verraden, privacyschending en ook racisme komen om de hoek kijken. Das Lehrerzimmer is een treffende film over de snelheid waarmee een dispuut een eigen leven gaat leiden.

Ilker Çataks film laat zien wat er gebeurt met de groepsdynamiek wanneer zonder legitieme en concrete bewijzen beschuldigingen rondgaan van diefstal. Geruchten nemen toe en het probleem wordt gecompliceerder. Daarbij werkt de diversiteit aan opvattingen niet bevorderlijk: iedereen heeft een eigen idee over de zaak en hoe deze opgelost dient te worden. Zo ook juffrouw Carla Nowak (Leonie Benesch). Zij gelooft in de kracht van het goede en wederzijds vertrouwen, maar bereikt door haar idealen juist het tegenovergestelde. Ze bedenkt een plan om de dief op camera te betrappen. Hoewel ze hiermee de vermoedelijke dader in de kraag weet te vatten, wordt dit gedaan met een illegale (stiekeme) opname. De spanning tussen recht en ethiek wordt zo het leidmotief van de film.

School als gevangenis en micromaatschappij

Het verhaal blijft binnen de muren van de school, wat de kijker een extra claustrofobisch gevoel geeft. Enkel tijdens de climax verlaten we heel kort het schoolgebouw, om later weer teruggehaald te worden voor verhoor. De privélevens van de kinderen en docenten blijven ook buiten beschouwing. De focus blijft op de diefstal en argwaan, wat deze film tot een ware thriller maakt.

De film houdt ons een confronterende spiegel voor, want een school functioneert als quasi microsamenleving: een maatschappij in de maatschappij. Er zijn regels, geboden en er bestaat een hiërarchie. Door deze allegorie laat Çatak op slimme wijze zien hoe een hele maatschappij ontwricht kan worden door de versplintering van meningen en het verlies van controle. De film krijgt hierdoor een sterke politieke lading.

Losse eindjes

Deze politieke lading heeft de film ook nodig om relevant te blijven en niet verloren te gaan tussen andere films die zich afspelen binnen de schoolmuren (zoals bijvoorbeeld de Duitse film Die Welle uit 2008 van Dennis Gansel). Want een ijzersterke film is het niet, de spanning wordt namelijk nooit echt snijdend. De film raakt verstrikt in een probleem dat te gecompliceerd wordt en dit levert losse eindjes op. Zo zien we Carla, die gaandeweg de film aldoor verder onder druk komt te staan, tijdens een ouderavond mentaal bezwijken. De ouders hebben prangende vragen die ze niet mag beantwoorden omdat er nog geen concrete conclusies getrokken zijn. In paniek verlaat ze het klaslokaal, maar hoe dit conflict uiteindelijk opgelost wordt, komt de kijker nooit te weten.

Daarnaast blijft de film de conclusies maar uitstellen. De school onderneemt bar weinig actie, waardoor het haast lijkt alsof ze willen dat alles uit de hand loopt. Zo krijgen leerlingen het voor elkaar een artikel in de schoolkrant te publiceren waarin ze de woorden van de geïnterviewde juffrouw Nowak volledig verdraaien en het vuurtje alleen maar verder opstoken.

De film komt dus met een aantal dingen te makkelijk weg. Toch wegen deze minpuntjes weinig op tegen de sterke kanten van de film. De acteerprestatie van zowel Leonie Benesch als van de andere acteurs (en ook de kinderen) is sterk. Allemaal vallen ze heel natuurlijk in hun rol. Daarnaast biedt de cinematografie mooie beelden van een omgeving die door velen altijd als saai wordt ervaren, namelijk een doodgewoon middelbare-schoolgebouw. Ze weet ook scherp de mentale druk en twijfels waar Carla onder lijdt te presenteren, zoals in de scène waarin plotseling iedereen dezelfde blouse als de vermeende dief draagt. Als allesbehalve braafste jongetje van de klas maakt dit de film als Duitse inzending voor de Oscarnominaties een goeie kanshebber voor het hoogste rapportcijfer.

Theater / Voorstelling

Knappe zang in een voorspelbaar kader

recensie: Opera La Bohème, Opera Keulen
LA_BOHEME_GP_2019_0089_kleinOpera Keulen

“Jij verkoopt bloemen en bent mijn poëzie. Ik ben de poëet”. Het orkest van Opera Keulen onder leiding van Lorenzo Passerini, opent met de eerste klanken van de aria Che gelida manina (‘Wat een koud handje’) door tenor Rodolfo (Arthur Espiritu) gevolgd door de openingsakkoorden voor de aria Mi chiamano Mimi (‘Mijn naam is Mimi’) door sopraan Mimi (Angela Nisi). Voor componist Puccini was het een eis: “alle emoties die de dood van een dierbare kunnen oproepen, moeten zo worden gerangschikt dat ze de diepste reactie van een zo breed mogelijk publiek opwekken”.

Puccini moet indertijd wel genoten hebben van de samenwerking met de librettisten Giuseppe Giacosa en Luigo Illica want met hen componeerde hij tussen 1890 en 1924 vier operahits: Manon Lescaut, Tosca, Madame Butterfly en La Bohème. Het oprechte respect voor elkaar was volgens Puccini het geheim van hun succes. La Bohème werd een operahit in vier bedrijven: twee luchtige, twee zware. Geheel volgens script presenteert Opera Keulen met de kerstdagen La Bohème van Giacomo Puccini. Filmisch, met levensechte decors en uitgelaten. Alles komt voorbij: fanfareorkest, ijscoman, vintage Volvo en sneeuw. Een huizenhoog, niet van echt te onderscheiden glas-in-lood raam, symboliseert het kleine appartement van de vier kunstenaarsvrienden in Quartier Latin. Beetje voorspelbaar wel maar het publiek geniet en de zang is voortreffelijk. Knap, want het orkest speelt sterk en is frontaal aanwezig.

Plot

Het is kerstavond. Vier kunstzinnige studenten, Rodolfo (dichter), Marcello (schilder), Shaunard (muzikant) en Collin (filosoof), wonen in een appartement in Parijs. Het is er erg koud; er is geen geld voor hout en eten. Shaunard heeft geluk met een baantje en brengt eten en wijn. Als de huisbaas de huur komt innen, zien de vier geen mogelijkheid die te betalen. Met de wijn voeren ze de huisbaas dronken en allen, behalve Rodolfo, gaan met het ‘uitgespaarde’ geld naar de kermis. Als Rodolfo alleen is, wordt er geklopt. Het blijkt Mimi die haar appartement niet in kan en vraagt om hulp. Rodolfo is gecharmeerd van haar en verzint een smoes om haar nog een paar uurtjes bij zich te houden.

Het tweetal wordt verliefd. Samen gaan ze naar de vrienden op de kermis. In een restaurant treffen ze elkaar, waar ook Musetta, het ex-vriendinnetje van Marcello, aanwezig is. Musetta, een uitdagende verschijning, flirt met Marcello die weer als een blok voor haar valt. Zonder te betalen verlaten de zes vrienden het restaurant.

Even later is het voorjaar en Rodolfo en Mimi blijken uit elkaar. Mimi is ziek en Rodolfo ziet de relatie daardoor niet zitten. Met een smoes heeft hij Mimi aan de kant gezet. Ze is verdrietig en beklaagt zich bij Marcello die een geslaagde poging doet het tweetal te herenigen. Mimi blijkt echter te ziek. Op een avond treft Musetta haar verzwakt op straat en tilt haar naar het appartement. De vrienden proberen Mimi te helpen met medicijnen en een warme mof maar ze sterft. Rodolfo is in tranen.

De vrienden laten een sterk staaltje zang horen. Zo ook de uitdagende in rood gehulde femme fatale Musetta. Ze zingt helder en verstaanbaar. Ook voor haar een hele opgave, de zaal geeft weinig gezien de beperkte akoestiek. Ze acteert, zingt en verleidt. Een mooie tegenhanger voor de introverte, spatzuivere Mimi enerzijds, en de bedachtzame, soms wat te zacht klinkende, zeer heldere Rodolfo anderzijds. Het koor van Opera Keulen, ingestudeerd voor koordirigent Bang-In Jung, maakt het spektakel tot een memorabel evenement.

De meermaals gelauwerde Duitse regisseur, Michael Hampe, laat hiermee een gezellige maar voorspelbare productie na. Nog t/m 15 januari 2023 te zien in Opera Keulen.

Boeken / Boeken / Boeken / Non-fictie
recensie: Volker Ullrich - Adolf Hitler: De jaren van ondergang 1939-1945

Führer hield het volk tot het einde in zijn ban

‘Als ooit een mens door successen is gegroeid, maar ook de gave bezat door successen te groeien, dan is het Hitler. De triomfzuil van het geluk verhief zich samen met hem, scherpte zijn blik en de draagwijdte van zijn stem. Pas met zijn successen heeft hij zich als persoonlijkheid ten volle ontplooid.’ Dit schreef Konrad Heiden al in 1937 over Hitler.

Hitler geldt als de belichaming van het kwaad en blijft daarom fascineren. De Duitse historicus Volker Ullrich (1943) komt in het tweede deel van zijn uitmuntend geschreven, maar door kleine zetfoutjes ontsierde biografie Adolf Hitler. De jaren van ondergang 1939-1945 met een aantal ontstellende conclusies.

Daderschap

Zo was de kring van daders van de Holocaust nóg groter dan tot nu toe werd aangenomen. Ullrich komt tot 200.000-250.000 Duitse en Oostenrijkse daders en miljoenen mensen die profijt hadden van de massamoord. Ook Ullrich heeft geen schriftelijk bevel van Hitler gevonden, dat als een soort startschot van het vernietigingsproces gefungeerd zou hebben.

De Jodenvervolging kreeg vorm door een ingewikkelde wisselwerking tussen het centrum in Berlijn en de in de periferie van de bezette gebieden opererende eenheden van de SS, de politie én de Wehrmacht. Ullrich stelt dat de Wehrmacht achter de frontlinie actief met de Einsatzgruppen samenwerkte. De naoorlogse mythe ‘wir haben es nicht gewusst’ was onzin. Iedereen in Duitsland wist van de Jodenvervolging.

Führerbindung

Ullrich reconstrueert nauwgezet Hitlers aandeel in de Endlösung. Steeds laat de auteur zien wanneer, hoe en met welk resultaat Hitler ingreep om het proces te versnellen. In die opzet is Ullrich zonder meer geslaagd. De Duitse historicus Peter Longerich noemde in zijn biografie Hitler (2015) de ongekende machtsmiddelen en handelingsvrijheid van de Führer dé beslissende factoren voor de Holocaust. Ullrich heeft meer oog voor zijn persoonlijkheid en het perspectief van de maatschappelijke geschiedenis van het Derde Rijk. Zonder die achtergrond is de steun voor de dictator niet te begrijpen.

Hitler was een hysterische man zonder empathisch vermogen. Met uitpuilende ogen en het schuim op de lippen kon hij generaals uitkafferen, terwijl zijn stemming enkele seconden later als een blad in de wind kon omslaan. Op de buitenwereld kwam deze borderline-achtige figuur, die altijd precies wist wat hij deed, gek genoeg bijzonder charismatisch over.

Tussen het volk en de leider ontstond een schier onverbrekelijke ‘Führerbindung’. Economische en militaire successen werden aan Hitler toegeschreven, terwijl tegenslagen op het bordje van zijn kliek terechtkwamen. Hitler was de ster aan het firmament om wie alles draaide. Voortdurend wedijverden zijn paladijnen om zijn gunst. Mondeling gegeven ‘Führerbevelen’ werden steevast op de radicaalste wijze geïnterpreteerd en uitgewerkt. Kershaw noemde dat de Führer ‘tegemoet werken’.

Eerste soldaat

Met het trauma van 1918 in zijn achterhoofd, koos Hitler in 1939 voor een vervroegde veroveringsoorlog. Daarbij hanteerde hij telkens een ‘va-banque strategie’. Als een volleerd acteur speelde Hitler verschillende rollen. Na de overwinning op Polen in oktober 1939 volgde een glorieuze intocht. Het ontbijt dat legerleider op het vliegveld had geregeld, weigerde Hitler. ‘Ik eet alleen uit de veldkeuken, staand met mijn soldaten.’

Door de razendsnelle verovering van West-Europa groeide Hitler in zijn rol als militair genie. Historici omschreven Hitler nadien als een dilettant. Destijds waren militairen oprecht onder de indruk van zijn omvangrijke feitenkennis en zijn vermogen om in grotere verbanden te denken.

Het besluit om Brauchitsch te ontslaan en zelf opperbevelhebber te worden was echter een kapitale blunder. Evenals Hitlers idee om een twee-frontenoorlog te riskeren door de Sovjet-Unie aan te vallen alleen om zo Engeland aan de onderhandelingstafel te krijgen. Daarmee onderschatte Hitler volledig de bereidheid van Churchill om alleen de strijd voort te zetten.

Medeplichtig

De vraag waarom de Duitsers de oorlog zo lang vol wisten te houden blijft actueel. Een uitspraak van Hitler uit januari 1940 naar aanleiding van de in Polen begaande misdaden spreekt boekdelen: ‘En hebben we gewonnen, wie vraagt ons dan nog naar de methode. We hebben hoe dan ook al zoveel op ons kerfstok dat we wel moeten winnen, want anders wordt ons hele volk uitgewist.’

Nadat het Duitse offensief in december 1941 voor de buitenwijken van Moskou vastliep, was een kans op een eindzege verkeken. Hitler wist dit als geen ander. Toch hield hij naar buiten toe de schijn van optimisme op. Met het uitroeien van de Joden maakten de nazi’s de Duitse bevolking medeplichtig en werden de laatste schepen verbrand. Volgens Ullrich is het definitieve besluit daartoe ergens halverwege december 1941 genomen.

Frederik de Grote

Na het keren van de oorlogskansen verdween Hitler uit de openbaarheid. Tot ongenoegen van zijn grootste fan, minister van Propaganda Goebbels. Hitler takelde lichamelijk razendsnel af. Niet door zijn vermeende drugsgebruik, zoals Norman Ohler onlangs betoogde. Voortdurende stress en gebrek aan zonlicht door het maandenlange verblijf in zijn ondergrondse ‘grafkamer’, deden de dictator de das om.

Begin 1945 speelde Hitler in de bunker zijn laatste hoofdrol: die van Frederik de Grote. Hij hoopte op net zo’n wonderbaarlijke omslag als in 1762, toen Pruisen door de plotselinge dood van tsarina Elisabeth werd gered. Hitler hield het geloof in een Houdini-achtige ontsnapping levend, terwijl hij heimelijk allang de moed had opgegeven. Zo kreeg het Derde Rijk de Götterdammerung die in een opera van zijn held Wagner niet zou hebben misstaan.

Boeken / Non-fictie

SS-politie beul Rauter wilde het vooral zuiver houden

recensie: Theo Gerritse - Rauter. Himmlers vuist in Nederland

Na de oorlog wist Hanns Albin Rauter (1895-1949) dondersgoed welk lot hem wachtte. Door de nederlaag van Duitsland verdiende hij de kogel. Zijn gewelddadige optreden als bezettingsbestuurder en zijn verantwoordelijkheid voor de deporatie van de Joden stonden daar los van.

Eigenlijk is het een klein wonder dat een van de grootste rotzakken uit de geschiedenis van de Duitse bezetting nu pas de biografie krijgt die hij verdient. Rauters naam prijkte steevast onderaan bekendgemaakte executiebevelen. Toch dreigde de ‘gier uit de Alpen’, door een gebrek aan belangstelling voor de daders in de vergetelheid te raken.

Sinds de eeuwwisseling is er in de historiografie sprake van een voorzichtige herontdekking van de dader en de collaborateur. Het boek van Bas Kromhout De voorman: Henk Feldmeijer en de Nederlandse SS (2012) is hiervan een voorbeeld. In het kader van zijn promotieonderzoek levert historicus Theo Gerritse een belangrijke toevoeging. In Rauter. Himmlers vuist in Nederland is het omvangrijke en over vele archieven verspreidde archief- materiaal gebundeld tot een imposante Gesamtbiographie.

Rauter

‘Rauter en Henk Feldmeijer inspecteren Vrijwilligers van de Nederlandse SS, Nederland 11 juni 1942.’

Steierische Heimatschutz

Gerritse reconstrueert in zijn gedegen, maar weinig sprankelend geschreven studie, zeer precies de gangen van Rauter. Hij noemt het verlies van de Eerste Wereldoorlog hét kantelpunt in Rauters leven. Net als vele generatiegenoten in Duitsland keerde hij totaal ontgoocheld terug van het front. Rauter veranderde in een ‘desperado’ en zocht zijn heil in het paramilitaire vrijkorps Steierische Heimatschutz.

Deze rechtse, op fascistische leest geschoeide organisatie, ijverde voor het samenvoegen van Oostenrijk en Duitsland. Rauter ontpopte zich al snel als een goed organisator, maar bleef politiek gezien tot de tweede garnituur behoren. Gerritse typeert hem als de ideale tweede man, die blindelings opdrachten uitvoerde en hondstrouw was aan zijn superieuren.

Lotsbestemming

Na een mislukte couppoging van Oostenrijkse nationaalsocialisten in september 1931 vluchtte Rauter halsoverkop naar Duitsland. Aanvankelijk had Rauter een voorkeur voor de SA. Toch trad hij, ondanks een verre van smetteloze achtergrond, korte tijd later toe tot de SS. Daar vond hij een nieuw levensdoel.

Al snel droeg Rauter het schimmige ‘cultuurgoed’ en bijbehorende mythologie van zijn nieuwe leermeesters waar mogelijk uit. De kernwaarden eer, trouw en kameraadschap van de SS pasten hem als een tweede huid. Door zijn buitengewone breedsprakigheid en gretige gebruik van superlatieven trok Rauter de aandacht van Himmler. Desondanks bleef hij wederom een outsider. Rauter behoorde immers niet tot de älte Kampfer.

Tijdens de bezetting van Nederland was Rauter als politiechef verantwoordelijk voor de openbare orde. Volgens Gerritse was het vijfkoppige bestuur bloedfanatiek, maar beschikten ze elk over onvoldoende macht om een eigen politieke koers te varen. Ondanks onderlinge wrijvingen slaagden de Duitsers erin tot 1945 een collegiaal bestuur te behouden. Niet in het minst door de kruiperige houding van Rauter. Die schreef wel slijmerige brieven over de weekheid van Seys-Inquart naar Himmler, maar kreeg steeds nul op rekest.

Silbertanne

Tijdens de eerste jaren van de oorlog stond Rauter volledig achter de nazificatie-politiek. Hij had immers behoefte aan rust. Toen de Duitsers na de Februaristaking van 1941 hun masker afzetten, radicaliseerde Rauter. Nadat het Nederlandse verzet steeds brutaler optrad met aanslagen op NSB’ers én Duitse soldaten, reageerde Rauter onder de codenaam Silbertanne met het plegen van sluipmoorden op het verzet.

In de nacht van 6 op 7 maart 1945 overleefde Rauter zelf ternauwernood een aanslag nabij de Woeste Hoeve. De repressie die daarop volgde was net als Rauter meedogenloos. Volgens Gerritse was gebrek aan twijfel zijn belangrijkste karaktereigenschap. De opvoeding in een nationaalconservatief, antisemitisch milieu maakten Rauter compromisloos. Zelfs na de ineenstorting van het Derde Rijk bleef hij zijn idealen trouw. Hij was dan ook niet schuldig aan de misdaden die hem na de oorlog ten laste werden gelegd, maar had slechts trouw orders opgevolgd. Van een schrikbewind, zoals onder de hertog van Alva, was geen sprake geweest. Rauter had het als ‘ridderlijke soldaat’ allemaal toch vooral zuiver willen houden.

Boekenbal voor lezers
Boeken / Reportage
special: Het Boekenbal voor Lezers - 19 maart 2016
Boekenbal voor lezers

Bier, Literatur und noch ein bisschen tanzen

Waar kun je een boekenweek met het thema ‘Was ich noch zu zagen hätte’ nou beter afsluiten dan in Nijmegen? Dé studentenstad op een steenworp afstand van Duitsland.

Het statige Concertgebouw De Vereeniging bood een chique decor voor het laatste feestje van de Boekenweek. Centraal stond natuurlijk Duitsland – een relevant thema voor een literaire studentenstad op nog geen 15 kilometer afstand van de Duitse grens. Dit jaar vond Het Nijmeegs Boekenfeest er bovendien voor de tiende keer plaats. Reden om de afsluiter van de Boekenweek voor één keer om te dopen tot het ‘Boekenbal voor Lezers’.

Es gibt kein Bier auf Hawaii

De avond begint goed met het ensemble Frommermann, dat de hele zaal binnen een paar minuten aan het zingen krijgt met de blijkbaar voor iedereen nogal nostalgische hit ‘Es gibt kein Bier auf Hawaii, es gibt kein Bier, drum fahr ich nicht nach Hawaii, drum bleib ich hier.’ De toon is gezet.

Esther Gerritsen

Esther Gerritsen (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Was ich meine familien noch zu sagen hätte…

Deutsche Schlagers? Dan heb je aan Esther Gerritsen een goede. Vrolijk begint ze in de eerste minuten na opkomst nog méér Duitse slagers te zingen. Slechts een kleine greep uit haar volgens eigen zeggen ‘enorme repertoire aan smakeloze Duitse liederen.’ Een luchtig en interessant gesprek over haar schrijverschap én haar familie volgt. Zo vertelt Gerritsen dat de eerste zin van haar Boekenweekgeschenk Broer, ‘haar broer belde haar vlak voor hij zijn been zou verliezen’, gebaseerd is op een echte gebeurtenis uit haar vaders leven. En over haar fascinatie met familie: ‘Interessant aan familie is dat het totaal verschillende personen zijn die anders voor geen goud bij elkaar zouden zijn. En die moeten het dan samen maar rooien.’ Haar personages komen dan ook vaak in de problemen met familierelaties. ‘Dat doe ik expres natuurlijk, want ik geniet daarvan. Net als ik, hebben mijn personages in die relaties vaak een zekere afstand tot de werkelijkheid. Ze observeren de situatie.’

Dennis Gaens

Dennis Gaens (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Jonge schrijvers maken indruk

Na Gerritsen is het tijd voor de jonge generatie schrijvers. Ook zij putten uit hun eigen ervaringen met familie. Neem Dennis Gaens en Lotte Lentes; twee jonge schrijvers die allebei een Duitse vader hebben. Gaens, oud-stadsdichter van Nijmegen, heeft bovendien een Duits paspoort en spreekt de taal vloeiend. Maar is hij dan ook echt Duits? Hij onderzocht het en komt tot de conclusie: echte Duitsers vertellen alleen het broodnodige. Dus nee.
Lotte Lentes weigerde – in tegenstelling tot Dennis Gaens – om tweetalig te worden opgevoed. Toch neemt ze haar Duitse vader als uitgangspunt en vertelt over het belang van zijn ‘tweede blik’, waardoor je de dingen beter leert kennen. En mooi voordragen kan ze ook nog eens.

Charlotte Mutsaers

Charlotte Mutsaers (Foto Studio Schulte Schultz Fotografie)

Zeiktijd

Vreemd maar eigenlijk heel grappig is het hierop volgende optreden van Charlotte Mutsaers, die werd geïnterviewd over de Duitse psychiater Heinrich Hoffmann en zijn populaire licht-sadistische kinderboeken. Meisjes die spelen met vuur en dat moeten bekopen met de dood, dat soort dingen.  Mutsaers heeft in ieder geval geen zin om er al te diep op in te gaan. Ze lijkt juist vooral te genieten van dat sadistische element. Waarom? ‘We leven in een zeiktijd. Die opvoeding van nu waarin alles altijd “samen” is, is ongezond. Dus het is héél gezond om dit leuk te vinden.’

Inmiddels is de avond verder gevorderd en zijn de grijze haren van het begin ingewisseld voor iets meer vlotte knotjes en hippe brillen. Nijmegen is tenslotte toch ook nog een studentenstad, en dat wordt nu duidelijk. Sowieso heeft de organisatie van het Boekenbal voor Lezers een goede mix van gevestigde namen, aanstormend talent en wetenschappers geprogrammeerd. Fijn is dat je aan het eind van de avond eindelijk gehoor kan geven aan dat ene Duitse zinnetje dat na lezen van het programma steeds blijft opkomen: ‘Nein mann, ich will noch nicht gehen. Ich will noch ein bisschen tanzen.’ Op naar de Duitse disco en prost op een geslaagde afsluiter van de Boekenweek in Nijmegen.

boekenweek 2016
Boeken / Achtergrond
special: 8WEEKLY tipt
boekenweek 2016

Evenementen in de Boekenweek

8WEEKLY zal verslag doen (dus houd de homepage in de gaten!) van het Rotterdamse Boekenbal op 12 maart en van het Boekenbal voor Lezers in Nijmegen op 19 maart. Maar dit zijn niet de enige literaire evenementen die tijdens de Boekenweek worden georganiseerd. We zetten er een paar op een rij:

12 maart – Boekenfest’16

Een groot festijn, met een uitgebreid programma. Blind dates met auteurs, optredens van schrijvers en dichterlijke voordrachten. Met onder anderen: Televisiemaker en schrijver Hugo Borst, Ronald Giphart en Bart Chabot, Fokke & Sukke-tekenaar Jean-Marc van Tol, Dichter des Vaderlands Anne Vegter en dichter Tsead Bruinja én auteurs Marjan Berk, Thomas Rosenboom Luuc Kooymans en Toef Jaeger. Aan het eind van de avond is er een swingend feest tot in de kleine uurtjes.

Zaterdag 12 maart; 19:00 – 01:30 uur

Bibliotheek Assen en Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk, Weiersstraat 1c, Assen

Entree: Gratis, maar sommige onderdelen op het programma zijn betaald.

Klik hier voor meer info.

rotterdamse boekenbal12 maart – Het Rotterdamse Boekenbal met David Van Reybrouck

De boekenweek wordt in Club Gewalt Rotterdam begonnen met een uitgebreid gesprek met de schrijver van het Boekenweekessay, David Van Reybrouck. Verder zijn er op onze oosterburen geïnspireerde voordrachten van onder anderen Sanneke van Hassel en Alex Boogers én zullen alle aanwezigen gezamenlijk het Rotterdamse Boekenweekgeschenk gaan schrijven. Daarna gaan de biertafels aan de kant en de voetjes van de Fußboden met Duitse dj-plaatjes van ClublePop.

Zaterdag 12 maart; 21:00 – 01:00 uur

Arminius, Museumpark 3, Rotterdam

Entree: €10,00/ Studenten en Rotterdampas: €7,50

Klik hier voor meer info.

13 maart – Ein Sonntag in Berlin, 1930

Waan je in het Berlijn van 1930, het jaar waarin Joseph Roth, Thomas Mann, Alfred Döblin en Lion Feuchtwanger hun meesterwerken schreven. Verschillende sprekers vertellen over de auteurs, de romans en het tijdperk, er is muziek, er worden beelden van Duitsland en Berlijn uit de jaren ’30 worden getoond en er wordt Duitse wijn geserveerd.

Met: Geert Mak, Els Snick, Kees ’t Hart, Erik Bindervoet, Jeroen van Kan, Nina Polak en muziek door zangers Guido Groenland en Antje Lohse en pianist Daan Boertien.

Zondag 13 maart; 15.00 – 18.00 uur

Goethe Institut, Herengracht 470, Amsterdam

Entree: € 5 / € 3 / studenten gratis

Reserveren wordt aanbevolen en kan via info@amsterdam.goethe.nl of 020-5312900

Klik hier voor meer info.

16 maart – Het laatste BrokkenBal

Het tiende en laatste BrokkenBal. Rond de Boekenweek presenteert gitariste/componiste Corrie van Binsbergen in het Bimhuis het inmiddels vermaarde BrokkenBal, een avond met veel muziek en veel literatuur. De afgelopen jaren waren de schrijvers van het Boekenweekgeschenk hoofdgast op het BrokkenBal. In 2013 was dat Kees van Kooten, in 2014 Tommy Wieringa en in 2015 Dimitri Verhulst. Ook op het komende BrokkenBal is dat het geval en treedt Esther Gerritsen op. Daarnaast zijn er optredens van Kees van Kooten en Han Buhrs.

Met: Corrie van Binsbergen (gitaar/composities), Hans Hasebos (vibrafoon), Joost Buis (trombone/lapsteel), Hermine Deurloo (mondharmonica/sopraansax), Dion Nijland (bas), Yonga Sun (drums/percussie). Ook treden de Two Als op, met Albert van Veenendaal (prepared piano) en Alan Purves (percussie).

Woensdag 16 maart 2016; 20:30 – 23:00 uur

Bimhuis, Piet Heinkade 3, Amsterdam
Entree: € 22 zitplaats / € 18 staanplaats

Klik hier voor meer info.

tilt festival 201616 – 19 maart – Tilt Festival

Op deze zesde editie: Midas Dekkers, Willie Wartaal, Tommy Wieringa, Evie Wyld en De Speld. Het festival brengt taal tot leven met eigenzinnige artiesten en cross-overs op het gebied van literatuur, theater, beeld en muziek. In de Tilburgse binnenstad treden zo’n veertig artiesten op op verschillende culturele locaties in de historische binnenstad.

Woensdag 16 – zaterdag 19 maart ; verschillende tijden

Verschillende locaties in Tilburg

Entree: de verschillende dagen en evenementen hebben verschillende entreekosten. Kijk hiervoor op de website!

19 maart – Boekenbal voor Lezers

Het Nijmeegs Boekenfeest viert haar tienjarige jubileum en wordt eenmalig omgedoopt tot het Boekenbal voor Lezers. In Concertgebouw De Vereeniging in Nijmegen wordt de literatuur op grootse wijze gevierd met schrijvers, dichters, muzikanten, kunstenaars, wetenschappers en natuurlijk lezers. Met onder meer: Herman Koch, P.F. Thomése, Charlotte Mutsaerts, Esther Gerritsen, David Van Reybrouck, Maarten van Rossem, Thomas Verbogt en Alexander Münninghoff. (Er is ook een gratis middagprogramma voor de liefhebbers.)

Zaterdag 19 maart 2016 ; 20:00 – 23:55 uur.

Concertgebouw de Vereeniging, Keizer Karelplein 2D, Nijmegen

Entree: €17,50 / €15,- (biebpas) / €10,- (CJP/student)

Klik hier voor meer info.

 

Televisie

Mocht je toch liever niet je luie stoel verlaten, dan kun je tijdens de Boekenweek de televisie aanzetten op NPO 2 en de volgende programma’s tegenkomen:

boekenweek 2016Van Kooten en De Bie Boekenweekspecial: Was Von Kooten und Der Bie noch zu sagen hätten

Zaterdag 12 maart, 20.30 uur

Ook dit jaar doken van Kooten en de Bie weer (voor het tiende jaar op rij) in de tv-archieven in het kader van de Boekenweek. Het duo stelde een programma samen uit hun eigen televisiewerk waarin Duitsland een rol speelde. De basis van deze vijftig minuten durende compilatie is de film die zij in 1981 maakten over hun rol in de Tweede Wereldoorlog.

Nationale Boekenquiz

Maandag 14 t/m vrijdag 18 maart, 19.55 uur

Sanne Wallis de Vries presenteert deze nieuwe literaire quiz. Zestien schrijvers gaan van maandag tot en met vrijdag de strijd met elkaar aan. Elke dag spelen twee schrijversduo’s tegen elkaar. Het duo dat na drie kennisrondes de meeste punten heeft, speelt vervolgens de dagfinale tegen elkaar. Elke dag levert dus één winnaar op. Deze vier dagwinnaars strijden op vrijdag 18 maart in de finale om de winst.

Iedereen Schrijft

Vrijdag 11 & maandag 14 t/m vrijdag 18 maart, 22.50 uur

Nederland telt een miljoen aspirant-schrijvers, maar wie zijn zij? In elke aflevering vertelt één van de winnaars van de NPO BoekenweekSchrijfwedstrijd 2016 over de magie van het schrijverschap.

 

Lees dit artikel voor leestips voor tijdens de Boekenweek!

boekenweek 2016
Boeken / Achtergrond
special: 8WEEKLY tipt
boekenweek 2016

Lezen in de Boekenweek

Op 12 maart barst het grootste boekenfestijn van ons land weer los. Een week lang bots je in elke boekhandel tegen signerende auteurs aan, zijn er lezingen in schouwburgen en buurtcentra, en lezen we met z’n allen het boekenweekgeschenk. Met ‘Duitsland: Was ich noch zu sagen hätte’ als thema richt boekenland zich een week lang op onze oosterburen. 8WEEKLY zocht voor je uit welke boeken je in deze week kunt lezen.

Boekenweekgeschenk

Dit jaar is het boekenweekgeschenk geschreven door Esther Gerritsen. Voor het eerst sinds 2002 weer eens een vrouwelijke boekenweekauteur!

Broer gaat over Olivia, financieel directeur van een familiebedrijf.  Ze krijgt een telefoontje van haar broer Marcus. Zijn been dreigt te worden afgezet. Marcus en Olivia zien elkaar zelden, maar de amputatie raakt Olivia onverwachts, alsof het haar eigen been is dat ze verliest. Ze laat alles uit haar handen vallen in een hopeloze poging haar broer te redden. Maar het is de vraag of hij degene is die redding nodig heeft.

Net als voorgaande jaren kan er met het boekenweekgeschenk gratis gBroer en Zinkereisd worden in de trein. Op zondag 20 maart is Broer van Esther Gerritsen een geldig vervoersbewijs bij de NS.

Bij aankoop van € 12,50 aan Nederlandstalige boeken krijg je het boekenweekgeschenk mee. Weet je nog niet welk boek je wil kopen? Lees dan de rest van dit artikel voor leuke boekentips!

Boekenweekessay

Het Boekenweekessay 2016 komt van de hand van cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver David Van Reybrouck. Hij vergaarde bekendheid en erkenning met zijn grootse boek over Congo. Met Congo. Een geschiedenis won hij de Libris Geschiedenisprijs 2010.

Ook in zijn essay schetst Van Reybrouck een portret van een land. Een vergeten land dit keer. In Zink verkent Van Reybrouck een vergeten mini-staatje op de grens van Nederland, België en Duitsland: Neutraal-Moresnet. Dit grondgebiedje van slechts drieënhalve vierkante? kilometer hoort nu bij Duitstalig België, maar was tot 1918 een land met een eigen vlag, eigen postzegels en een eigen volkslied.

In zijn Boekenweekessay beschouwt David Van Reybrouck de bijzondere geschiedenis van dit vergeten land. Het essay roept vragen op over geschiedenis, grenzen en landen.

Het essay is tijdens de Boekenweek in de boekwinkel verkrijgbaar voor € 2,50.

Nicholas Stargardt – De Duitse oorlog

Met het thema Duitsland ontkom je natuurlijk niet aan het oorlogsverleden. Bij de Bezige Bij verschijnt komende maand De Duitse oorlog van Nicholas Stargardt. Hierin beschrijft hij de Tweede Wereldoorlog vanuit het perspectief van de gewone burger. Want ondanks dat er al bibliotheken vol geschreven zijn over de Tweede Wereldoorlog begrijpen we eigenlijk nog steeds niet waarom ‘gewone’ Duitsers achter de oorlog bleven staan.

Stargardt vertelt aan de hand van brieven, dagboeken en verslagen het verhaal van de soldaten, leraren en huisvrouwen die de oorlog meemaakten. Onze generatie maakte die oorlog gelukkig niet mee maar met dit boek geeft Stargardt je een inkijkje in die wrede wereld.

hans falladaAnne Folkertsma – Hans Fallada. Alles in mijn leven komt terecht in een boek

Hans Fallada is in Nederland niet heel bekend maar in Duitsland is zijn roem te vergelijken met die van Gerard Reve bij ons. Hij wist als geen ander het leven van voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. Wie was deze man, die een pseudoniem aannam voor zijn schrijverschap?
Volgens 8WEEKLY-recensent Vincent is deze biografie een echte aanrader: ‘Vanaf de eerste bladzijden word je Fallada’s wereld ingetrokken en krijgt ook de beginnende Fallada-lezer een sterk idee van de schrijver en de man daarachter.’ Lees hier de hele recensie!

Wouter Meijer – We kunnen niet allemaal Duitsers zijn 

Duitsland lijkt een van de beste landen van Europa te zijn. Duitsers zijn kampioen export, nemen de leiding in de vluchtelingendiscussie en gaan indrukwekkend goed met hun verleden om. Maar het is niet al goud wat er blinkt. Ondertussen kampt Duitsland met het opkomende extreemrechts, worstelen ze met de grote aantallen asielzoekers en groeit het aantal onderbetaalde flexwerkers.
Wouter Meijer onderzocht wat we kunnen leren van de Duitsers en schetst een interessant beeld van onze oosterburen.

Rüdiger Safranski – Nietzsche. Een biografie van zijn denken & Goethe. Kunstwerk van het leven

Ken je klassiekers: Rüdiger Safranski schreef biografieën over Nietzsche en Goethe. Hij vertelt je meer over het leven van deze grote Duitse denkers en analyseert hun filosofieën.

8WEEKLY-recensent André las eerder de biografie van Goethe en beloonde dit werk met maar liefst 5 sterren: ‘Naast de tientallen meters boeken die al over de grote Duitse dichter zijn gepubliceerd, is dit kunststukje van Safranski een ware openbaring. Op een luchtige, zeer leesbare manier brengt hij de levensgeschiedenis van Goethe in beeld, gekoppeld aan fragmenten uit brieven, dagboeken, gedichten en proza uit diens omvangrijke oeuvre. Zo weet Safranski nog stelliger een complete Goethe neer te zetten, waarbij vele aannames gestaafd worden door originele teksten en talrijke gaten op overtuigende wijze gevuld worden.’ Lees hier de hele recensie!

 

J.KesselsP.F. Thomése – J. Kessels: The Novel

Als je deze culthit nog niet gelezen hebt, grijp dan nu je kans. Tussen de zware oorlogs- en filosofieboeken mag je best iets luchtigs lezen. Om Duitsland mag ook gelachen worden.

J. Kessels: The Novel is de bizarre roadtrip van P.F. Thomése en zijn favoriete personage J. Kessels.  Samen rijden ze in Kessels’ oude roestbak van Tilburg naar de Hamburgse Reeperbahn, op zoek naar een vreemdgaande frikandellenhandelaar. Met J. Kessels schrijf Thomése een bizarre ode aan de krimi en het Duitse voetbal, om uiteindelijk terug te keren naar het vertrouwde Brabant.

Frank Vermeulen – Wir schaffen das!

Het moderne Duitsland fascineert veel schrijvers evenveel als het Duitsland uit het verleden. Wir schaffen das! gaat niet over een van de wereldoorlogen, maar over het Duitsland van nu. Hoe zit het met de Duitse identiteit nu er grote stromen vluchtelingen het land binnenkomen? Hoe veranderden de Duitsers in een halfjaar van optimistische globalisten in benauwde grensbewakers van de eigen identiteit?

Nell Zink – Misplaatst 

Misschien een beetje valsspelen, maar dit boek is zeker een aanrader en de schrijfster woont in Duitsland! Dat is de link met het boekenweekthema en is door ons goedgekeurd. In 1966 valt eerstejaarsstudente Peggy als een blok voor professor Lee. Ze beginnen een verhouding die zorgt voor een ongeplande zwangerschap en een huwelijk. Het paar is gedoemd te mislukken – zij is lesbisch, hij is homo – maar ze gaan pas tien jaar later uit elkaar. Peggy vlucht met haar driejarige dochtertje Karen, maar haar negenjarige zoon Byrdie laat ze achter. Ze besluit onder te duiken en neemt een Afro-Amerikaanse identiteit aan. Wanneer Karen jaren later een beurs krijgt voor de universiteit van Virginia, ontmoet ze eindelijk haar oudere broer Byrdie. Dit zorgt voor verwarring en misverstanden.

oorlogswinterJan Terlouw – Oorlogswinter 

Dit jaar verscheen een nieuwe editie van deze klassieker, als eerste boek van het Geef Mij Maar Een Boek-initiatief. Dit initiatief van de landelijke boekhandels kiest elk jaar een nieuw boek om ‘‘de kroonjuwelen van de Nederlandse jeugdliteratuur’’ in het zonnetje te zetten. Goede reden om dit boek weer eens op te pakken (of misschien voor het eerst te lezen?). Oorlogswinter gaat over Michiel, een jongen uit de buurt van Zwolle. Hij groeit op tijdens de ijskoude winter van 1944/1945, de laatste winter van de Tweede Wereldoorlog. Hij ontdekt dat oorlog misschien spannend lijkt maar vooral ook gruwelijk is. Met zijn eenzaamheid groeit ook zijn onafhankelijkheid. Michiel moet als een volwassene zijn eigen beslissingen gaan nemen.

Kunst
special: Ronddwalen in historisch Regensburg

Zomerspecial: Regensburg – Duitsland

Smalle straatjes, gekleurde gevels, parmantige patriciërshuizen en beschutte binnenpleinen: het centrum van Regensburg ademt geschiedenis. Van een bezoek aan de ‘noordelijkste stad van Italië’ zal niemand spijt krijgen.

Toegegeven, het Beierse Regensburg is bij lange na niet de enige plaats die zich als noordelijkste stad van Italië profileert. Wat er precies als typisch Italiaans aan de Donaustad kan worden beschouwd, is bovendien niet helemaal duidelijk. De hoogste Kneipendichte van Duitsland, zoals velen je tijdens een bezoek aan de plaats zullen willen doen geloven, heeft Regensburg in werkelijkheid evenmin. Toch is een reisje naar de stad met een kleine 150.000 inwoners de moeite meer dan waard. Het centrum bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog nagenoeg ongeschonden: niet voor niets staat het sinds 2006 op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Geschiedenisliefhebbers – zoals ik – wanen zich in een waar walhalla.

Voor elk wat wils

De Romeinen stichtten er een militaire basis aan de Donau, Johannes Kepler stierf er, Barbara Blomberg kreeg er haar buitenechtelijke zoon Don Juan van niemand minder dan keizer Karel V, sinds 1663 was Regensburg het toneel van de Immerwährende Reichstag en voormalig paus Joseph Ratzinger was er aan de universiteit actief. Zo kan deze opsomming nog eindeloos uitgebreid worden, want elke straat van Regensburg heeft haar eigen geschiedenis en interessante anekdotes.

Maar ook mensen die iets minder in geschiedenis geïnteresseerd zijn, komen in Regensburg aan hun trekken. In de smalle straatjes zijn veel kleine winkeltjes, waar een ieder iets van zijn of haar gading kan vinden. Tijdens warme dagen kun je niet alleen prima op een van de vele pleinen een beschaduwd terras opzoeken, ook op kleine eilandjes in de Donau is verkoeling te vinden. Daarnaast kun je je in Regensburg onderdompelen in de Beierse cultuur. Dat Regensburg in de Zuid-Duitse Freistaat ligt, kan namelijk niemand ontgaan. Met de hoeveelheid mensen in Tracht valt het dan misschien nog mee, om het bairisch kan echter niemand heen. Ook de kerkklokken die altijd wel ergens lijken te luiden, maken duidelijk dat we in – het overwegend rooms-katholieke – Beieren zijn.

Van Walhalla tot Wurstkuchl

Regensburg heeft veel te bieden op historisch gebied en eigenlijk zijn de drie dagen die ik er heb doorgebracht daarom veel te weinig. Het museum over de geschiedenis van Regensburg had ik bijvoorbeeld ook graag bezocht. Wat ik dan wel kan aanraden?

  1. De Dom van Regensburg
  2. Walhalla – Deze neoclassicistische tempel uit de vroege negentiende eeuw ligt net buiten Regensburg en laat bustes en plaquettes van belangrijke Duitsers en ‘verwante’ volken zien. Recente toevoegingen – zoals een buste van Albert Einstein – vallen qua stijl helaas nogal uit de toon. Vanaf Walhalla heb je ook een mooi uitzicht over de Donau.
  3. Document Neupfarrplatz – Onder de Neupfarrplatz wordt dagelijks een ondergrondse rondleiding gegeven. De verschillende lagen geven een duidelijke impressie van de hoogte- en dieptepunten van de Regensburger geschiedenis. Er zijn resten uit de Romeinse tijd zien, van de voormalige Joodse wijk waaruit de Joden in 1519 na eeuwenlang vredig samenleven werden verdreven en uit de nazitijd.
  4. Salzstadel en Steinerne Brücke – De Steinerne Brücke is de oudste bewaard gebleven brug van Duitsland en wordt momenteel gerestaureerd. Aan de brug ligt de Salzstadel. Vroeger werden hier zoutleveringen opgeslagen, nu is het ingericht als een overzichtsoord van het erfgoed van Regensburg. Daarbij wordt verwezen naar andere Regensburger musea, zodat de liefhebber zich aldaar verder in bepaalde thema’s kan verdiepen. Eigenlijk is dit dus een ideaal beginpunt voor je bezoek aan de stad.
  5. Historisch verantwoord eten en drinken – Biergarten ontstonden in de negentiende eeuw in Beieren, dus een bezoekje past prima in de historische trip. Ga naar Bischofshof, een mooie binnenplaats vlakbij de Dom, of vermaak je in een Biergarten langs de oevers van de Donau. Bij de Salzstadel vind je de Historische Wurstkuchl, waar sinds de vroege twaalfde eeuw de verkoop van Bratwurst plaatsvindt. Naar verluidt is dit de oudste locatie ter wereld, maar uiteraard valt ook daarover te twisten.
Dom van Regensburg, gezien vanaf de Steinerne Brücke

Foto: J. Nijeboer – Dom van Regensburg

Op zoek naar de blauwe ezel

Een bezoek aan Regensburg zonder bezichtiging van de Dom, is als een bezoek aan Beieren zonder Biergarten. Daarom verdient de nummer één  van mijn top vijf iets meer aandacht. De Dom St.  Peter, zoals de volledige naam luidt, is de enige gotische kathedraal in Beieren en werd in 1872 na 600 jaar eindelijk voltooid. De lange bouwperiode valt onder meer op door stijlverschillen aan het exterieur en in de glas-in-loodramen. Met de Domspatzen beschikt de kerk over een van de oudste jongenskoren ter wereld: al in 975 werd het koor opgericht

Ga in de Dom op zoek naar de blauwe ezel, de duivel en zijn grootmoeder, bekijk de lachende engel en vergaap je aan het grootste hangende orgel ter wereld. Saillant detail: een ingebouwde lift brengt de organist naar vijftien meter hoogte. De Dom is elke dag vanaf half zeven ’s ochtends te bezichtigen, behalve tijdens de diensten. Aan de missen verlenen de Domspatzen buiten de schoolvakanties overigens hun medewerking, wat gezien de reputatie van het koor veel toeristen trekt.

Na de Dom nog niet genoeg van de kerken? De barokke Alte Kapelle en de romaanse Niedermünsterkirche, waarbij  overigens ook opgravingen bekeken kunnen worden, zijn eveneens een bezichtiging waard. Regensburg heeft net zo veel kerken en kapellen als dagen in een jaar, werd al in de zeventiende eeuw gezegd. Anno 2015 blijkt dat nog altijd een waarheid als een (Beierse) koe.