Muziek / Concert

In de geest van Bach

recensie: Bachs Königin: orgelwerken bewerkt voor orkest

Holland Baroque, het orkest van de tweelingzussen Judith en Tineke Steenbrink (respectievelijk viool/leiding en klavecimbel/leiding) heeft het maar druk. Zondagochtend 3 maart 2024 speelde het in 2006 opgerichte barokorkest uit Utrecht in de dertigjarige serie Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, dezelfde avond traden ze op in het NTR-televisieprogramma Podium Klassiek.

Niet ‘zomaar’ bewerkingen

Ze speelden in beide programma’s bewerkingen van stukken die Johann Sebastian Bach oorspronkelijk voor orgel – de Koningin der instrumenten – schreef. Je kent ze misschien, en soms ook weer niet helemaal, doordat de zussen bijvoorbeeld tussenstemmetjes of solotrekjes in de blazers toevoegden (‘kruiden’, zo noemen ze dat zelf). Of een lang aangehouden bourdontoon die niet altijd te plaatsen was.

Volgens het programmablaadje koos Holland Baroque in deze tijd van het jaar ‘juist niet voor Bachs wereldberoemde meesterwerk [de Matthäus-Passion, die ze overigens ook o.l.v. Reinbert de Leeuw op CD zette, EvS], maar voor Bach als speelse orgelvirtuoos’. En meer dan dat.

© Wouter Jansen

Twee driedelige triosonates (BWV 529 en 526) werden namelijk niet als geheel gespeeld, want in plaats van het middendeel kozen de bewerkers Steenbrink voor een orgelkoraal. Respectievelijk Allein Gott in der Höh’ sei Ehr BWV 711 en Meine Seele erhebt den Herren BWV 648. Hoe mooi past dat. Zo’n vervangend deel is helemaal in de geest van Bach, die praktisch alles wat hij schreef, geestelijke én wereldlijke muziek, afsloot met de letters SDG (Soli Deo Gloria, God alleen zij de eer).

Verrassend was het koraal in de Vijfde Triosonate, dat niet werd geblazen, gestreken of getokkeld maar woordloos werd gezongen. Het hoogtepunt was wel het koraal uit de Tweede Triosonate, zonder al te veel crescendi en diminuendi (toe- en afname van de klank). Gewoon, heel ingetogen en overtuigend.

Passacaglia, Toccata en ‘Ode’

Dat laatste gold ook voor het tweede hoogtepunt van het concert: de beroemde Passacaglia BWV 582. Het was volop genieten van de prachtige klank die de strijkers, blazers (afwisselend op blokfluiten, traverso, twee hobo’s en fagot), luit en klavecimbel gezamenlijk voortbrachten.

© Wouter Jansen

Inventief was – om nog een laatste voorbeeld te noemen – de bewerking van de beroemde Toccata in d BWV 565. Bewerker Judith Steenbrink koos hier voor de zogenaamde, zeventiende-eeuwse stylus fantasticus, waardoor het geheel haast als een improviserende Bach in het kwadraat klonk, inclusief vioolsolo. Het publiek genoot er met volle teugen van en het ensemble kreeg juist na dit stuk een enorm applaus en gegil uit de helaas lang niet volle zaal.

Als dank volgde tot slot een ‘Ode aan het orgel’, zoals iemand achter mij het noemde; het ensemble knielde hutjemutje neer om het miniatuurorgel dat voor op het podium in het Concertgebouw en in de studio stond. Alle eer aan het orgel, leken ze daarmee te willen zeggen. Rest nog de gelijknamige CD met dit programma om na te genieten en nog een keer te beluisteren wat er allemaal in de geest van Bach werd uitgevoerd.

 

Op 18 mei speelt Holland Baroque tijdens het Bachfest in Münster (Duitsland). Ontdek het event.