Tag Archief van: muziek

Muziek / Album

Muziek met een boodschap

recensie: MI – Ensemble Gamut!
Ensemble Gamut_1_horizontal_B&W_Anna-Maria VikstenAlba

Do, re, mi heten de eerste noten van de toonladder. Ut, re, mi noemden de middeleeuwers ze. Het zijn ook de titels van de drie tot nu toe verschenen cd’s van het Finse Ensemble Gamut! (met een uitroepteken): UT, RE, MI. Gamut is een naam die uit een middeleeuws muziektraktaat van Guido van Arezzo komt en in het Fins tevens ‘kleurenreproductie’ en ‘vrienden’ betekent.

Maar ut, re en mi willen nog méér zeggen. Ut is ook Zweeds voor ‘buiten zijn’ of ‘naar buiten gaan’. Re staat in het Engels voor ‘opnieuw’, ‘herscheppen’, ‘vernieuwen’, ‘terugblikken’ én ‘op weg zijn naar de toekomst’. Mi is ten slotte ook de naam van de Arctische bloem Micranthes stellaris.
Want het thema van dit album (dat zowel op cd als op vinyl is uitgebracht door het label Alba) is deze bedreigde Arctische bloem en de gevolgen van het uitsterven ervan.

Ensemble Gamut!

Ensemble Gamut! bestaat uit Aino Peltomaa (zang, middeleeuwse harp, kantele en slagwerk), Ilkka Heinonen (jouhikko (booglier), zang, elektronica) en Juho Myllylä (blokfluiten, zang en elektronica). Voor MI werkten ze samen met geluidskunstenaar Tuomas Norvio en beeldend kunstenaar Vappu Rossi. De eerste tekende voor de soundscape, de tweede maakte tijdens de repetities in het voorjaar van 2024 realtime tekeningen die zijn geïnspireerd door Arctische bloemen. Foto’s daarvan sieren de cover.

Wat zo ontstond is wat de filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002) ‘horizonversmelting’ noemde: in dit geval muziek uit een ver verleden die nu wordt geïnterpreteerd met het oog op een leefbare toekomst. Dat wil bij Ensemble Gamut! zeggen dat onder leiding van Aino Peltomaa – die op deze cd nadrukkelijker aanwezig is in vergelijking tot de eerste twee cd’s – elementen uit de middeleeuwse muziek, Finse volksliederen, improvisatie, originele composities en elektronische soundscapes met elkaar worden versmolten.

Micranthes stellaris

De samensmelting begint op het album, dat uit vier onderdelen bestaat, meteen mooi met de titelsong van Peltomaa op eigen tekst. Etherisch maar verre van het zweverige dat dit vaak aankleeft. Ingetogen met een fraaie echo, in de muziekgeschiedenis vaak symbool voor de stem van in dit geval de natuur (‘the sounds of the earth’, ‘the sounds of the roots’, ‘the sounds of the stars’).
De horizonversmelting valt op een andere manier ook te horen in het samengaan van tekst en muziek van Peltomaa met die van de middeleeuwse benedictines Hildegard von Bingen (1098-1179). Van haar worden de volgende twee werken uitgevoerd: Caritas abundat – zoals de titel meestal wordt weergegeven – en Hodie aperuit.

Platanthera oligantha

In het tweede deel klinkt het Stabat mater dolorosa uit een Dominicaans graduale (liedboek), geïnterpreteerd als Moeder Aarde die weeklaagt en pijn lijdt. Verre van ascetisch, maar zeer gepassioneerd uitgevoerd door de twee mannenstemmen. Het is een aanklacht, en hoewel het voor puristen misschien iets over de top is, laat het niet na onder de huid te kruipen.

The suffering and recovery of Mother Earth

Deze thematiek wordt verder uitgewerkt en breder getrokken in het derde deel van het album. De lijdende Maria vindt bijvoorbeeld haar equivalent in een wiegeliedje dat Aino Peltomaa opdraagt aan Lumi, een meisje dat op vierjarige leeftijd overleed.
Ook Hildegard von Bingen komt terug. Nu in een instrumentale bewerking van haar O frondens virga (‘De morgen barst in licht uit’), een hoopvol gegeven.

Stream of life

Het album eindigt niet alleen met Hildegard von Bingen, maar ook met een ander hoopvol nummer. Van Hildegard von Bingen klinkt O viridissima virga, als een extatisch omschreven tekst die samensmelt met een tekst van Peltomaa. Geloof, hoop en liefde, maar de liefde het meest. Hierna klinkt nog Virta van Peltomaa, vol echo’s. Om zacht weg te sterven en de luisteraar vol indrukken achter te laten.

Al met al een mooie, naar een climax (Stabat mater dolorosa) opgebouwde, conceptuele cd waarop Ensemble Gamut! qua uitvoeringspraktijk steeds meer lef toont in vergelijking tot de eerdere twee uitgebrachte titels. De boodschap is duidelijk: ora et labora (‘bid en werk’, aan de wereld in dit geval). Een detail: de blauwe letters op een zwarte ondergrond in het tekstboekje vormen een minpuntje; dit komt de leesbaarheid niet ten goede.
Om na dit detail positief af te sluiten: het ensemble geeft komend seizoen ook enkele concerten in Nederland en België: 7 augustus 2025 tijdens het MA Festival in Brugge, 1 oktober 2025 in Herberg Oude Kerk in Zoetermeer en op 2 oktober 2025 op het festival Musica Divina in België.

Muziek / Album

Muziek met een boodschap

recensie: MI – Ensemble Gamut!
Ensemble Gamut_1_horizontal_B&W_Anna-Maria VikstenAlba

Do, re, mi heten de eerste noten van de toonladder. Ut, re, mi noemden de middeleeuwers ze. Het zijn ook de titels van de drie tot nu toe verschenen cd’s van het Finse Ensemble Gamut! (met een uitroepteken): UT, RE, MI. Gamut is een naam die uit een middeleeuws muziektraktaat van Guido van Arezzo komt en in het Fins tevens ‘kleurenreproductie’ en ‘vrienden’ betekent.

Maar ut, re en mi willen nog méér zeggen. Ut is ook Zweeds voor ‘buiten zijn’ of ‘naar buiten gaan’. Re staat in het Engels voor ‘opnieuw’, ‘herscheppen’, ‘vernieuwen’, ‘terugblikken’ én ‘op weg zijn naar de toekomst’. Mi is ten slotte ook de naam van de Arctische bloem Micranthes stellaris.
Want het thema van dit album (dat zowel op cd als op vinyl is uitgebracht door het label Alba) is deze bedreigde Arctische bloem en de gevolgen van het uitsterven ervan.

Ensemble Gamut!

Ensemble Gamut! bestaat uit Aino Peltomaa (zang, middeleeuwse harp, kantele en slagwerk), Ilkka Heinonen (jouhikko (booglier), zang, elektronica) en Juho Myllylä (blokfluiten, zang en elektronica). Voor MI werkten ze samen met geluidskunstenaar Tuomas Norvio en beeldend kunstenaar Vappu Rossi. De eerste tekende voor de soundscape, de tweede maakte tijdens de repetities in het voorjaar van 2024 realtime tekeningen die zijn geïnspireerd door Arctische bloemen. Foto’s daarvan sieren de cover.

Wat zo ontstond is wat de filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002) ‘horizonversmelting’ noemde: in dit geval muziek uit een ver verleden die nu wordt geïnterpreteerd met het oog op een leefbare toekomst. Dat wil bij Ensemble Gamut! zeggen dat onder leiding van Aino Peltomaa – die op deze cd nadrukkelijker aanwezig is in vergelijking tot de eerste twee cd’s – elementen uit de middeleeuwse muziek, Finse volksliederen, improvisatie, originele composities en elektronische soundscapes met elkaar worden versmolten.

Micranthes stellaris

De samensmelting begint op het album, dat uit vier onderdelen bestaat, meteen mooi met de titelsong van Peltomaa op eigen tekst. Etherisch maar verre van het zweverige dat dit vaak aankleeft. Ingetogen met een fraaie echo, in de muziekgeschiedenis vaak symbool voor de stem van in dit geval de natuur (‘the sounds of the earth’, ‘the sounds of the roots’, ‘the sounds of the stars’).
De horizonversmelting valt op een andere manier ook te horen in het samengaan van tekst en muziek van Peltomaa met die van de middeleeuwse benedictines Hildegard von Bingen (1098-1179). Van haar worden de volgende twee werken uitgevoerd: Caritas abundat – zoals de titel meestal wordt weergegeven – en Hodie aperuit.

Platanthera oligantha

In het tweede deel klinkt het Stabat mater dolorosa uit een Dominicaans graduale (liedboek), geïnterpreteerd als Moeder Aarde die weeklaagt en pijn lijdt. Verre van ascetisch, maar zeer gepassioneerd uitgevoerd door de twee mannenstemmen. Het is een aanklacht, en hoewel het voor puristen misschien iets over de top is, laat het niet na onder de huid te kruipen.

The suffering and recovery of Mother Earth

Deze thematiek wordt verder uitgewerkt en breder getrokken in het derde deel van het album. De lijdende Maria vindt bijvoorbeeld haar equivalent in een wiegeliedje dat Aino Peltomaa opdraagt aan Lumi, een meisje dat op vierjarige leeftijd overleed.
Ook Hildegard von Bingen komt terug. Nu in een instrumentale bewerking van haar O frondens virga (‘De morgen barst in licht uit’), een hoopvol gegeven.

Stream of life

Het album eindigt niet alleen met Hildegard von Bingen, maar ook met een ander hoopvol nummer. Van Hildegard von Bingen klinkt O viridissima virga, als een extatisch omschreven tekst die samensmelt met een tekst van Peltomaa. Geloof, hoop en liefde, maar de liefde het meest. Hierna klinkt nog Virta van Peltomaa, vol echo’s. Om zacht weg te sterven en de luisteraar vol indrukken achter te laten.

Al met al een mooie, naar een climax (Stabat mater dolorosa) opgebouwde, conceptuele cd waarop Ensemble Gamut! qua uitvoeringspraktijk steeds meer lef toont in vergelijking tot de eerdere twee uitgebrachte titels. De boodschap is duidelijk: ora et labora (‘bid en werk’, aan de wereld in dit geval). Een detail: de blauwe letters op een zwarte ondergrond in het tekstboekje vormen een minpuntje; dit komt de leesbaarheid niet ten goede.
Om na dit detail positief af te sluiten: het ensemble geeft komend seizoen ook enkele concerten in Nederland en België: 7 augustus 2025 tijdens het MA Festival in Brugge, 1 oktober 2025 in Herberg Oude Kerk in Zoetermeer en op 2 oktober 2025 op het festival Musica Divina in België.

Muziek / Concert

Narratio viert feest!

recensie: Presentatieconcert
Narratio Quartet_Marten RootMarten Root

Alle goeds komt in drieën: drie boxen met meerdere cd’s. Met alle strijkkwartetten van Ludwig van Beethoven. Respectievelijk uit zijn vroege, midden- en late scheppingsperiode. Gespeeld op oude instrumenten.

Het strijkkwartet (2 violen, altviool en cello) was – toen Beethoven ze begon te schrijven – nog een relatief jong genre. Zijn vroege kwartetten zijn schatplichtig aan die van Joseph, ‘pappa’ Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart. Alle drie samen (Haydn, Mozart en Beethoven) vormen ze de zogeheten Weense school. In de middenperiode (zo rond 1800) vond Beethoven zijn eigen stijl. En de late strijkkwartetten wijzen vooruit en vormen volgens Johannes Leertouwer ‘de modernste muziek ooit geschreven’.

8WEEKLY trio albums

Presentatieconcert

Leertouwer is primarius (eerste violist) van het Narratio Quartet, dat verder bestaat uit Franc Polman (tweede viool), Dorothea Vogel (altviool) en Viola de Hoog (cello). Ze bespelen alle vier instrumenten die dateren uit 1690-ca. 1800. Wat vieren ze met een presentatieconcert in de Uilenburgersjoel in Amsterdam en een nog uit te brengen film door Jaap Leertouwer/Kurtadocs? De hoogstwaarschijnlijk eerste opname van Beethovens complete strijkkwartetten op historische instrumenten volgens de zogeheten historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Opgenomen tussen juli 2023 en juli 2024 en uitgebracht op Challenge Records.

Tijdens genoemd concert in de Uilenburgersjoel zitten de musici in het midden van de zaal en zit het publiek, zo’n honderd mensen, eromheen. Dit levert een soort huiskamersfeer op die je ook authentiek zou kunnen noemen; strijkkwartetten gedijen van oudsher bij uitstek in de huiskamer. Niet voor niets noemde Goethe het strijkkwartet een gesprek tussen vier intelligente mensen ‘die zich met elkaar onderhouden. Je gelooft iets van hun conversatie te begrijpen en de eigenzinnigheden van de instrumenten te leren kennen’.

Grosse Fuge van Beethoven

Dat eerste (conversatie) komt tijdens het concert vooral tot uitdrukking in de Grosse Fuge, die Beethovens strijkkwartet opus 130 (1825) afsluit. Dit deel – dat ervoor zorgt dat het hele kwartet bij elkaar zo’n uur duurt (!) – wordt op de toppen van hun kunnen uitgevoerd door het Narratio Quartet.
Voor het tweede (eigenzinnigheid) geldt in dit geval wellicht eerder ‘de eigenzinnigheden van de instrumentalisten’. Kenmerkend is dat ze alle noten altijd spelen met oude strijkstokken en instrumenten met darmsnaren, maar dat is gebruikelijk. Opvallender zijn de glijdende noten, die een van de instrumentalisten in de film de uitspraak ontlokken dat deze hem aan de stijl van zangeres Shirley Bassey doen denken. Niet iedereen zal dit overigens kunnen waarderen, daarvan is Franc Polman (lid van het Orkest van de Achttiende Eeuw) zich ook terdege bewust.

Natuurlijk kan iedereen dit nu voor zichzelf aan de hand van de opnamen beoordelen. Het was – vertelden de musici nadat het strijkkwartet opus 130 was uitgeklonken en voordat er een preview van de film werd vertoond – een onderneming die destijds is begonnen tussen de schuifdeuren. Het idee kwam in een stroomversnelling toen er geld kwam vanuit de National University in Seoul, waar Johannes Leertouwer docent Historically Informed Performance Practice is. Dat geld was overigens primair bedoeld voor onderzoek en niet voor de onderzoekers. Celliste Viola de Hoog – evenzeer een grote naam binnen de oude muziek – zette de zoektocht naar geld voort en kwam uit bij Stichting de Zaaier en Stichting de Oosterkerk Amsterdam. Het was de fluitist Marten Root die de naam Narratio Quartet verzon, een naam die naar de kunst van de retorica verwijst. Retorica speelt namelijk binnen de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk een grote rol.

Preview Narratio

Tot zover de obligate plichtplegingen die bij een cd-presentatie horen.
In de preview van de film Narratio komen we nog meer te weten. Het is ‘zoeken naar de Graal’, vertelde Franc Polman. Na een jaar elke maand een week zoeken en samen repeteren, waren de eerste vruchten van hun werk rijp en vielen ze te horen tijdens het Festival Oude Muziek Utrecht. In 2009 speelden ze daar de complete strijkkwartetten op vijf achtereenvolgende avonden.
Viola de Hoog merkte in de film op dat dit ‘iets met de luisteraars doet. En dat is waar het om gaat’. Maar ook de musici doet het wat; ontroerend was bijvoorbeeld een take waarin de gezichten van de musici in close-up waren te zien terwijl ze naar een opname zaten te luisteren. Jammer was alleen dat er in de film door de muziek heen wordt gepraat; aan de ene kant is Beethoven, zeker zijn late kwartetten, geen achtergrondmuziek en aan de andere kant wil je ook wat de musici hebben te vertellen goed binnen laten komen. Bij de definitieve montage niet doen dus.

Die film belooft los hiervan een mooi document te worden, en dat zijn de cd-boxen stuk voor stuk vast ook. Om vaak te gaan beluisteren, zo steeds dieper in de muziek door te dringen en wat van de conversatie te begrijpen.

Muziek / Concert

Tilburg bedwelmd onder het Pommelien-effect

recensie: Pommelien Thijs - ‘Meer Entertainment Tour’ in 013, Tilburg
Pommelien Thijs en gitarist© Lisa Wibier

Na Vlaanderen is nu ook Nederland in de ban van Pommelien Thijs. De jonge Belgische zangeres en actrice is hard op weg om een vaste waarde te worden in de Nederlandse popwereld. Om mee te maken wat het zogenaamde Pommelien-effect precies inhoudt, reisden we op vrijdag 4 april 2025 af naar Tilburg – en we werden niet teleurgesteld.

 

Pommelien Thijs is een Belgische zangeres en actrice, bekend van populaire series als #LikeMe en Knokke Off. Muzikaal brak ze in 2023 door met het duet “Nu wij niet meer praten” met Jaap Reesema, maar haar solocarrière nam echt een vlucht met het album Per ongeluk, vol hits als “Erop of eronder” en “Ongewoon”. In 2025 scoorde ze opnieuw met “Atlas”, die op dit moment aan menig TikTok-filmpje wordt toegevoegd. De Meer Entertainment Tour markeert haar grootste liveproject tot nu toe, waarin ze niet alleen muzikaal maar ook visueel uitpakt met haar kenmerkende, vaak zelfontworpen en geüpcyclede kleding.

Pommelien Thijs zingt

© Lisa Wibier

Een feestje voor jong en ouder

Wat bij binnenkomst meteen opviel, was hoe divers het publiek was. Dit was duidelijk geen concert voor één generatie, want Pommelien wist werkelijk iedereen aan te spreken. Kleine meisjes die misschien nét K3 waren ontgroeid (of daar nog middenin zaten) begeleid door een ouder, tieners die alle lyrics woord voor woord meezongen, jonge twintigers op een girls night out, en opvallend veel ouders en zelfs grootouders die vol bewondering toekeken. De avond werd geopend door JEN, een frisse Vlaamse artiest die qua stijl en energie deed denken aan Olivia Rodrigo – een perfecte opwarmer voor wat komen ging.

Pommelien Thijs lacht

© Lisa Wibier

En toen kwam Pommelien zelf. Tussen het dromerige, blauwe decor had haar outfit haast iets feeërieks dat perfect paste bij de magie van de avond. Extra bijzonder: het was haar verjaardag, en dat werd gevierd door het hele publiek met versierde bordjes, vrolijke feesthoedjes en zelfs cadeautjes!

Een genre op zichzelf

In een spetterende set liet Pommelien zien dat ze zich niet in één hokje laat duwen. Soms stond ze daar als poppunk prinses met stevige gitaren en een flinke dosis attitude, dan weer als dromerige balladzangeres die haar publiek moeiteloos wist te raken. Voor het lieflijke “Kleine Tornado” haalde ze zelfs haar zus het podium op, wat zorgde voor een intiem en persoonlijk moment. Haar teksten verdienen sowieso aandacht: ze bezingt uiteenlopende thema’s, van het onzekere begin van een relatie tot de band met haar zus en mentale worstelingen. Natuurlijk zong Pommelien ook haar nieuwste single “Atlas”, die inmiddels flink rondgaat op social media. Maar ze had nóg meer in petto. In 013 liet ze haar fans kennismaken met veel nieuwe muziek, inclusief enkele nog niet uitgebrachte nummers die verrassend dansbaar en energiek waren – en ongetwijfeld net zo zullen ontploffen in de hitlijsten als haar eerdere werk.

Als we één ding zeker weten na deze avond, is het dat Pommelien Thijs een naam is om te blijven volgen. Binnenkort maakt ze de overstap naar één van Nederlands grootste podia. In februari 2026 staat Pommelien in AFAS Live in Amsterdam. Voor wie denkt dat je naar Amerika moet voor een artiest als Taylor Swift, Olivia Rodrigo of Sabrina Carpenter – think again. We hebben ons eigen popicoon van Vlaamse bodem, en ze staat nog maar aan het begin.

Guess who_Paschenko cover
Muziek / Album

Een mooi parelsnoer

recensie: Guess Who?
Guess who_Paschenko cover

Wie van de twee? Daar draait het om op de nieuwe cd van Olga Pashchenko. Op fortepiano speelt zij werken van Mendelssohn. Van Fanny en haar broer Felix, beiden componist. Het is leuk om te raden van wie een stuk is.

Pashchenko is een veelzijdig musicus: ze speelt toetsinstrumenten in allerlei soorten en maten. Klavecimbel en orgel, fortepiano en piano. Virtuoos en gevoelig, van Bach tot muziek van nu. Solo, in ensembles of met orkest. En niet te vergeten als begeleider van zangers en bij stomme films. Last but not least is ze ook docent aan het Conservatorium van Amsterdam en aan het Koninklijk Conservatorium van Gent.

Nu is er dan de cd Guess Who? – muziek van Fanny en Felix Mendelssohn, gespeeld op een fortepiano van Conrad Graf uit 1826. Pashchenko speelt Lieder ohne Worte van Felix en Lieder für das Pianoforte van Fanny. Het is Pashchenko’s negende cd op het label Alpha. Met steeds flamboyanter foto’s van haarzelf op de cover van de begeleidende boekjes.

Felix Mendelssohn Bartholdy

Felix Mendelssohn Bartholdy (1809-1847) was een vroeg-romantische, Duitse componist, dirigent en – net als Pashchenko – organist en pianist. Hij kreeg net als zijn oudere zus Fanny Hensel-Mendelssohn (1805-1847) al jong muziekles. Beiden bleken uitzonderlijk veel talent te hebben. Hun composities zijn qua stijl nogal behoudend voor die tijd. In die van Felix hoor je soms iets van de liederen van Franz Schubert terug (opus 30 nr. 2, opus 38 nr. 5).

De binnenkomer, Lieder ohne Worte (opus 198 nr. 3) van Felix, zal net als bijvoorbeeld opus 62 nr. 6 veel luisteraars bekend in de oren klinken. Of hij ook de schepper is van dit genre is overigens nog maar de vraag. Dat is onduidelijk en het zou net zo goed Fanny geweest kunnen zijn. Haar Lieder, zoals zij ze noemt, zijn echter veel minder bekend. Ten onrechte, dat wordt wel duidelijk na beluistering van deze cd. Zeker met zo’n pleitbezorger als Olga Pashchenko.

Fanny Hensel-Mendelssohn

De verbinding met ‘echte’ liedteksten is in de Lieder van Fanny duidelijker dan bij haar broer. Pashchenko schrijft in het begeleidende boekje bijvoorbeeld dat Goethes O Traum der Jugend, o goldner Stern (uit Lauf der Welt) wordt genoemd in verband met haar opus 6 nr. 3.

Haar Lieder zijn volgens dezelfde inleiding ‘parels van verschillende vorm en uitdrukking’. Elke parel ‘vormt een kort verhaal, een novelle, een ballade, een horror story, een liefdesbrief of een dans’. Door Pashchenko even liefdevol onder het stof vandaan gehaald en verteld.
Misschien zijn Fanny’s composities iets fragmentarischer qua opbouw en sneller wisselend van stemming dan die van haar broer, zoals bijvoorbeeld opus 6 nr. 4, een Tarantella.

Olga Pashchenko

Het spel van Pashchenko is verhalend, zoals bijvoorbeeld in het schitterende, bezonken Lied ohne Worte opus 30 nr. 1 van Felix. Ze speelt alle lijnen mooi uit. Dan weer qua tempo wat inhoudend en terugnemend en dan weer opbloeiend met een mooie begeleiding in het basregister van deze fraaie fortepiano van Graf uit de Geelvinckcollectie (gerestaureerd door Gijs Wilderom).

Alles bij elkaar een buitengewoon mooie aanwinst in het algemeen en aan de discografie van Olga Pashchenko in het bijzonder. De cd werd inmiddels al terecht bekroond met een Diapason d’or.

481309135_1140751211393857_6879306542815931038_n
Muziek
special: Persbericht 21 maart 2025
481309135_1140751211393857_6879306542815931038_n

Eerste namen Red Light Jazz 2025

21 maart, het begin van de lente. Een mooi moment om de eerste namen van Red Light Jazz 2025 bekend te maken! Onder andere Liquid Spirits, Another Taste, Matt Bianco en Amsterdam Funk Orchestra feat. Lilian Vieira staan op de rol. In april 2025 wordt de gehele line-up bekend gemaakt.

Op 6, 7 en 8 juni 2025 wordt Red Light Jazz voor de 12e keer in successie georganiseerd in en rondom het warme hart van Amsterdam. Het Red Light District wordt dan drie dagen overgenomen door (jazz)muzikanten van diverse pluimage. Sinds de eerste editie in 2014 heeft het meerdaagse hoofdstedelijke jazzfestival zich ontwikkeld tot een evenement van formaat dat Amsterdammers en bezoekers uit binnen- en buitenland bijeenbrengt om samen te genieten van de vele optredens.

Red Light Jazz combineert traditionele en moderne jazz met de unieke sfeer in het oudste stadsdeel waar jazz in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw werd geïntroduceerd door Amerikaanse zeelieden. Het festival is niet alleen een eerbetoon aan de muziekstijl die zijn oorsprong heeft in de blues, maar ook aan het Wallengebied, een veelbesproken buurt met een rijke cultuur en geschiedenis. De vele intieme optreedlocaties, variërend van historische cafés, winkels, theaters tot een soms onverwachte buitenruimte, zorgen voor een onvergetelijke ervaring. Daarnaast maakt Red Light Jazz – evenals vorig jaar – een uitstapje naar het Zandkasteel in Amsterdam Zuidoost vanwege de bijzondere link die dat stadsdeel heeft met de Amsterdamse jazzgeschiedenis.

Matt Bianco 2025 rechtenvrij

Perskit

Met dit bericht maakt de festivalorganisatie de eerste namen bekend van artiesten die tijdens Red Light Jazz 2025 zullen optreden. Tot nu toe bevestigd zijn o.a. Matt Bianco, Another Taste, Amsterdam Funk Orchestra feat. Lilian Vieira, Philip Lassiter, La Ratte, Vox Sturnus, Soleil Niklasson & Wolf Martini, Kika Sprangers, Mats Gustafsson’s Cosmic Ear, Liva Dumpe & River Adomeit en uiteraard vaste gast ‘The godfather of Red Light Jazz’ Hans Dulfer.

Another Taste rechtenvrij

Perskit

Het volledige programma verschijnt in april op de totaal vernieuwde website van Red Light Jazz. Op hetzelfde moment start dan ook de voorverkoop van het hoofdprogramma.

Muziek / Album

Americana stylesheet

recensie: Americana-update volume 20
susan-holt-simpson-1cE9VJk_cO8-unsplashUnsplash

De twintigste editie van de Americana-update biedt een ware staalkaart van dit brede genre. Internationaal met een Nederlands randje in de persoon van David Rodriguez, lieflijke Americana en toch oer-Hollands met Eric van Dijsseldonk en het wat stevigere werk van The Yearlings dat je wel direct aangrijpt.

We deinen op een Mexicaanse golf met David Rodriguez, worden meegevoerd door klanken die ons richting de jaren zestig duwen, en door Eric van Dijsseldonk naar de roots en countryrock van The Yearlings. Een prachtige muzikale reis door Americana sounds die vechten om de aandacht van de luisteraars en liefhebbers van dit genre.

Internationaal met Nederlands randje

David Rodriguez is de vader van Carrie Rodriguez die we in Nederland natuurlijk kennen van o.a. haar samenwerkingen met Chip Taylor. Taylor wist haar carrière op de kaart te zetten. In de tussentijd is zijn protégé helemaal op eigen benen gaan staan.

Rodriguez nam dit album vele jaren geleden op, in 2015, met de Nederlandse begeleiders The Rhythm Chiefs in Haarlem. Vlak daarna overleed hij in Dordrecht. Het album met Zuid-Amerikaanse tinten bleek later zijn laatste te zijn geworden. Rodriguez zingt met een beetje een doorleefde praatstem. Wie dit weet te waarderen zal aan Rise and Shine een fijne luistertijd beleven. Het mooiste liedje ‘Ballad of the Western Colonies’ vinden we bijna aan het einde van het negen liedjes tellende album.

De Nederlandse begeleider The Rhythm Chiefs geven de liedjes van Rodriguez een fraaie Americana folk-bedding die staat als een huis en alle ruimte biedt aan de zanger. De begeleiders hebben zeker invloed op de composities van Rodriguez. Misschien hebben ze samen met deze in Houston geboren zanger wel zijn beste album afgeleverd en groeit het postuum uit tot zijn meest succesvolle.

Van Dijsseldonk en The Beatles

Met ‘Look At The Stars’ opent Van Dijsseldonk zijn nieuwste album Half-Time met een fluwelen begeleiding, die qua folky uitvoering misschien wel heel dicht bij The Beatles ligt. Het daaropvolgende ‘Maybe Not Today’ is uit steviger hout gesneden. De stem van Van Dijsseldonk blijft natuurlijk wel aan de wat lieflijke kant. Deze stem huist tussen die van Lennon en McCartney. Dat is de eerste vergelijking die opkomt en niet meteen af te schudden valt.

De diversiteit van de eerste twee liedjes van dit album zien we terug in het hele album. Een album dat net door die afwisseling misschien wel heel makkelijk wat meerdere rondjes achter elkaar in de cd-speler kan maken voordat je het gevoel hebt een ander album te willen horen.

Het nummer waaraan het album zijn titel ‘Half-Time’ ontleent, gaat over het feit dat Van Dijsseldonk het gevoel heeft op de helft van zijn leven te zijn aangeland.

In de begeleiding van dit album zijn Nederlandse grootheden als Roel Spanjers en Gabriël Peeters te vinden. Ook grote namen in het Nederlandse Americana circuit, mag hier zeker bij vermeld worden. Van Dijsseldonk speelt vele instrumenten als gitaar, drums en bas, maar laat zich hier ook graag begeleiden door voornoemde collega’s.

Het stevigere Americanawerk

The Yearlings brengen met After All the Party Years een album dat duidelijk aan de countryrock, misschien zelfs pop/rock kant leunt. Het zorgt bijna voor twijfel of je dit album binnen of buiten het genre zou moeten plaatsen. Het is hun eerste werkstuk sinds 2018. De coronapandemie gooide roet in de succesvolle periode van de band.

Het album opent met ‘Medicine Ball’, direct hun staalkaart voor het album. Bij ‘Blistering Clouds’ dendert zomaar een vergelijking met R.E.M. de kamer binnen. Niet als een kopie, maar wel heel helder zijn de invloeden van deze legendarische formatie hoorbaar uit de beste tijd van R.E.M. Voor alle duidelijkheid: voordat het grote succes hen toch gladder maakte.

Het goud dat The Yearlings in handen hebben in de vorm van deze tien fijne liedjes, stevig en vooral grondig gefundeerd in countryrock, zal ze opnieuw een mooie tijd op de vaderlandse podia gaan bezorgen. Hopelijk weten ze het succes dat hen net voor de pandemie ten deel leek te vallen opnieuw waar te maken. The Yearlings verdienen een fraaie tijd op festivalterreinen. De gitaar, toetsen en zang zijn van zo’n aard dat ze liefhebbers aan zich kunnen binden.

Muziek / Album

Mooie cd op een mooi label

recensie: Herder’s Herd – Juho Myllylä
Juho Myllylä - afbeelding rechtenvrij - fotograaf Leonardo Graterol - IILeonardo Graterol

De klank van een soloblokfluit kan kaal zijn en doen denken aan een paar bomen in een film van Andrej Tarkovski. Of – zoals op de coverfoto van de cd Herder’s Herd – aan de Kaldoaivi-wildernis in het Noord-Finse Lapland. Een foto van Jesse Harrison, die ook de foto’s voor het binnenwerk van het begeleidende boekje maakte. Onder meer van het Nationaal Park Sarek in Zweeds Lapland. Variërend van wilde natuur en ijzige bergtoppen tot een rustige stroom in een dal.

Herder’s Herd is het solodebuut van Juho Myllylä op het mooie, Nederlandse label 7 Mountain Records. De Fin Juho Myllylä is een veelzijdig musicus, die al tien jaar in Amsterdam woont. Hij is behalve blokfluitist ook gitarist en singer-songwriter, lid van het Finse Ensemble Gamut!, The Royal Wind Music en de band Burntfield. Zijn repertoire loopt van volksmuziek, middeleeuwse en renaissancemuziek, via de barok en hedendaagse muziek tot alternatieve rock. In alle gevallen zoekt hij naar manieren om deze diverse stijlen nieuw leven in te blazen en met elkaar te verbinden. Onder meer door improvisatie en het gebruik van elektronica.

Nieuwe noten

In 2023 ontstond het project Nieuwe Noten van het Gaudeamus Festival, November Music in ’s-Hertogenbosch en het Amsterdamse Grachtenfestival. Aan jonge componisten, leeftijdgenoten van Myllylä, werd gevraagd een compositieschets voor blokfluit te schrijven. Hieruit kozen Myllylä en het Gaudeamus Festival de vier beste inzendingen. De componisten werkten hun schetsen uit, Myllylä bracht ze tijdens de diverse festivals ten gehore.

Deze vier werken staan nu op dit album, samen met twee andere composities: Orange, Blue and Pink van de Nederlander Arjan Linker (2000) en Faust’s Lullaby van de grotendeels in Nederland woonachtige Andrea Guterres (1991). De cd is op deze manier niet alleen een voldragen document geworden, maar ook een inspiratiebron voor zowel componisten als blokfluitisten betreffende alle mogelijkheden van het instrument én een welkome kennismaking met dit repertoire voor luisteraars.

Volgens het persbericht worden ‘alle vooroordelen over de blokfluit van tafel geveegd’. Onder andere door het gebruik van moderne technieken als circular breathing (een continue toon), Flatterzunge (tongtechniek Rrrrr …), het alleen bewegen van de kleppen op de grotere instrumenten en multiphonics, waarbij meerdere tonen tegelijk klinken.

De vier composities

Het titelstuk, Herder’s Herd is geschreven door de Letse componist Raivis Misjuns (1993). Een prachtig, verstild werk voor altblokfluit. Het werk is gebaseerd op gebroken akkoorden die telkens op een andere manier met verschillende articulaties (gebonden / gestoten), in verschillende registers (laag / hoog), wel of geen vibrato worden herhaald en ook wat verschuiven. Zo kun je je ook voorstellen dat rivieren op de foto’s van Harrison soms wat verschuiven, buiten hun oevers treden, maar zich net als Misjuns herinneren wat hun loop eens was.

Heeft Misjuns zijn mosterd bij onder meer Johann Sebastian Bach gehaald, de Belgische componist Ernst Spyckerelle (1991) liet zich voor zijn eveneens driedelige Marsyas beïnvloeden door het Griekse verhaal over de satyr Marsyas (sopraninoblokfluit) en de god Apollo (elektronica). Het duel loopt slecht af, maar dat is wat je eigenlijk zou moeten zien, want bij de première tijdens het Grachtenfestival 2023 in De Duif in Amsterdam werd de blokfluitist de onderwereld (de krochten van de kerk) ingejaagd…

Waves van de Spaanse componist A. Crespo Barba (1995), onder meer coach van de afdeling Artistiek Onderzoek van Codarts Rotterdam, is een intrigerend werk voor basblokfluit en sinusgolven dat zich beweegt tussen licht en donker.

Het klanklandschap van her immeasurable soul van de afwisselend in IJsland en Nederland wonende componiste en beeldend kunstenaar Hildur Elisa Jónsdóttir (1993) roept tenslotte misschien nog de meeste associaties op met de foto’s van Jesse Harrison: de kracht van de natuur. We horen een sopraanblokfluit gillen en een Paetzold subgrootbasblokfluit stoom afblazen. Met daarbij een zuchtende en kreunende instrumentalist. De deels grafische partituur geeft hem veel ruimte voor improvisatie.

Al met al een afwisselend, mooi samengesteld programma met muziek van nu, die de mogelijkheden van de blokfluit ten volle toont en door Juho Myllylä, die boven de materie staat, volledig worden uitgebuit. Een fraaie cd kortom op een interessant label. Smaakt naar meer!

Muziek / Concert

Als een leeuwerik

recensie: Het Zondagochtend Concert
Joey RoukensDonemus Publishing

Al geruime tijd houdt 8WEEKLY een paar componisten in de gaten. Een daarvan is Joey Roukens (°1982). Recent ging zijn tweede Vioolconcert in première. 8WEEKLY zag de stream van de uitvoering in het kader van het AVROTROS Vrijdagconcert op 31 januari 2025 vanuit TivoliVredenburg in Utrecht (www.npoklassiek.nl/live) en bezocht Het Zondagochtend Concert op 2 februari 2025 in het Amsterdamse Concertgebouw. En was onder de indruk.

Roukens blijft min of meer bij de karakteristieken van het vioolconcert, tot een virtuoze, grote cadens (solopassage over het thematische materiaal) aan toe. Het werk gaat in een grote beweging door, maar kent desondanks vier subsecties: Rage and Lament (Woede en klaagzang), In Flux (In beweging), Sanctuary (Heiligdom), Upsurge (Opleving) en een Epilogue (Epiloog).

De ondertitel luidt Out of the Deep en roept daarmee al dan niet bedoeld reminiscenties op aan Psalm 130 in een zetting van Johann Sebastian Bach, Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir, die ook in de diepste diepten van – in dat geval – het orgel begint. Al legde Roukens in een interview in de pauze van het concert in Tivoli – dat ook op NPO Klassiek rechtstreeks werd uitgezonden –primair uit dat de compositie deze keer van ‘ver moest komen’.

Allerlei stijlen buitelen over elkaar

In zijn muziek buitelen – net als in die van bijvoorbeeld Mathilde Wantenaar (1993) – allerlei stijlen over elkaar heen en toch is het onmiskenbaar Roukens. De introductie doet filmisch aan en wordt gevolgd door een klaaglijke, haast oosters aandoende inzet van de viool. Er zit een herinnering aan de barok in het werk (derde onderdeel) en een prachtige althobosolo die wordt overgenomen door vioolsoliste Simone Lamsma, voor wie Roukens het concert op verzoek schreef.

De muziek is dan klagelijk en breed en dan weer springerig en swingend. De soliste verwijlt als een leeuwerik in het hoogste, ijle register van de viool én het orkest soms in de diepste krochten (basklarinet, contrafagot!). De componist laat ons niet alleen alle karakteristieken horen van de viool (en Lamsma’s intense spel), maar ook van de omvangrijke orkestbezetting, het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van de Duitse dirigent Markus Stenz. Hij was van 2012-2019 chef-dirigent van dit orkest.

‘De vijfde’

Opvallend is hoe het Vioolconcert rijmt op de Vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven die erna wordt gespeeld. Soms zelfs letterlijk; de dubbelslag in de althobosolo bij Roukens (een versiering op een noot, van boven naar die noot en nog een keer naar beneden) komt ook in de hobosolo in het eerste deel van de symfonie terug. Toeval? Wie zal het zeggen. In ieder geval vermeldt het programmablad in Amsterdam niet voor niets dat Roukens’ Vioolconcert ‘een dramatiek heeft die zijn bewondering voor Beethoven verraadt’.

Het rijmt ook mooi in diepere zin, omdat zowel Roukens als Beethoven de donkerte achter zich laat.

Onder Markus Stenz wordt een buitengewoon fraaie uitvoering van de symfonie gegeven. Hij weet de spanning mooi op te bouwen, van ontspanning naar spanning, van hard naar zacht en in geladen momenten van stilte. Zijn lichaamstaal is duidelijk en daar wordt door het orkest alert op gereageerd.
Beide werken – niet in de laatste plaats het Vioolconcert van Roukens – krijgen vanuit de zaal, zowel in Utrecht als Amsterdam een enthousiast en warm onthaal. Terecht!

Muziek / Interview
special: Interview met musical director Bart van Poppel

Tien jaar Analogues, ongekuist

Op 28 december geven The Analogues hun allerlaatste optreden. In de Ziggo Dome kun je dan nog één keer genieten van hun magistrale uitvoering van het latere Beatles-repertoire – in dit geval van de albums Let It Be en Abbey Road. Ondergetekende had het grote genoegen om met de musical director van de band, Bart van Poppel, terug te blikken op tien jaar Analogues. En ja, ook een klein beetje vooruit!

In 2014 was het onvoorstelbaar dat het unieke project van de Analogues, het integraal spelen van alle albums van de Beatles uit de studiojaren, zo groot zou worden. Bart van Poppel zag het totaal niet aankomen en vertelt dat de plannen in eerste instantie ook vrij bescheiden waren.

‘De eerste keer dat Fred Gehring – initiator, financier en drummer van de band, red. – met het idee kwam, was geloof ik in 2010. Hij was geïnspireerd door een knappe coverband die hij in Amerika had gezien, de Fab Faux, en wilde heel graag zelf nog een stapje verder gaan en latere albums van de Beatles van voor tot achter live spelen voor publiek. Eerlijk gezegd zag ik dat toen niet zo voor me, het kwartje viel nog niet. Maar op de een of andere manier bleef het wel in mijn hoofd zitten. Omdat ik er de daaropvolgende jaren niks meer over hoorde – Fred had het erg druk als CEO van Tommy Hilfiger – heb ik er zelfs een keer een mailtje aan gewijd. Wilde hij er nog iets mee? Ik kreeg toen een vrij vaag antwoord terug, “het zat nog in het vat” of zoiets. Maar eind 2013 kwam er dan toch een verlossend telefoontje: “Het gaat gebeuren”. Nou, dat hebben we geweten.’

Wat waren jullie vroegste stappen en plannen precies?

Bart van Poppel

‘Thuis heb ik toen eerst eens met de computer een demo van ‘I am the Walrus’ gemaakt. Ondanks dat het allemaal digitaal was, met nepstrijkers en mechanische drum en zo, kwam die opname aardig in de buurt van het origineel. Hij klonk echt goed, ook qua sfeer, ik weet nog dat Fred diep onder de indruk was. Samen met een gemeenschappelijke vriend die keyboards speelde en Jac Bico, die ik al honderd jaar kende en er meteen bij wilde, hebben we daarop wat gejamd in een keldertje. Ook dat smaakte zeker naar meer, en de volgende stap was dus dat we een serie audities hielden om een complete band bij elkaar te krijgen. Jan van der Meij, die we meteen als ‘de McCartney’ zagen, kwam er zo bij. En nog iets later Diederik Nomden, die kende ik ook al een tijdje.’

Als musical director had Bart de schone taak om alle arrangementen uit te pluizen en te bedenken hoe het allemaal uitgevoerd moest worden. ‘Dat was een enorme klus, er waren nog geen partituren van de albums beschikbaar. In eerste instantie heb ik toen ook onderzocht of we misschien samples konden gebruiken voor bepaalde partijen. Met hulp van een ware toetsenwizard keek ik bijvoorbeeld hoe we violen met keyboards konden doen. Maar uiteindelijk liep dat op niks uit, het was voor ons geen optie om het zo uit te voeren. Dus ik weer met Fred praten. Zouden we er toch niet een paar strijkers bij halen? Ja, dat moest dan maar. Maar met twee violen was het eigenlijk ook nog niks. Een cello erbij misschien? Waarom eigenlijk geen kwartet? En dan konden we natuurlijk ook niet zonder echte blazers. Enfin, al vrij snel is het toen helemaal uit de hand gaan lopen. Dat was dus niet iets wat we vooraf al bedacht hadden, die enorme moloch is vanzelf ontstaan.’

De wens om alles zo exact mogelijk te spelen, compleet en tot in de allerkleinste details, betekende ook dat Bart op zoek moest naar precies net zulke instrumenten en apparatuur als de Beatles zelf hadden gebruikt tijdens het opnemen. Een verhaal op zich natuurlijk, maar er moeten keuzes worden gemaakt in dit interview.

De schaal van jullie optredens werd steeds groter. Welke factoren hebben daarbij een rol gespeeld?

‘Ons debuut vond plaats in People’s Place. Dat was een personeelsruimte in het gebouw van Tommy Hilfiger in Amsterdam, die ’s avonds wel fungeerde als club. We speelden daar Magical Mystery Tour, voor zo’n driehonderd, vierhonderd man. Freds echte idee ging eigenlijk nauwelijks verder dan dat we daar een beperkt aantal optredens zouden doen, een paar albums zouden uitvoeren. En ook toen we er een clubtour aan vastplakten, hadden we nog geen plannen om er lang mee door te gaan.’

‘Het grappige is dat Felix Maginn, die toen nog niet in de band zat maar al wel bij ons eerste optreden was, de aanzet heeft gegeven om eens wat groter te denken. Hij had zelf, met zijn band Mook, net een theatertour gedaan en vond echt dat wij ook de theaters in moesten. Onze eerste reactie was: “Alsjeblieft zeg! Zullen we meteen naar het bejaardenhuis gaan?” Wij wilden gewoon lekker in clubs spelen, dat vinden we nog steeds heel erg leuk. Maar al gauw realiseerden wij ons ook dat we daar geen toekomst meer hadden. Mede gezien alle kosten – er moest steeds flink wat geld bij – was dat niet realistisch. En dus besloten we alsnog om toch maar de theaters in te gaan.’

‘Op eigen houtje trokken we daar al wel wat meer publiek, maar toen kwam De Wereld Draait Door… Dat is echt een groot kantelpunt geweest voor ons. Meteen verkochten we Carré helemaal uit. De tv-publiciteit had een sneeuwbaleffect dat ons compleet overviel. Opeens trokken we overal volle theaters, en dan zit je daar ook helemaal goed natuurlijk. Het was in onze beleving toen niet meer te stuiten, eerst in Nederland en vervolgens ook nog eens in landen om ons heen.’

Ook over de grens bleken mensen laaiend enthousiast over jullie benadering en uitvoering van de latere Beatles-muziek. Hoe was touren in het buitenland?

‘We ontdekten al vrij snel dat het in feite overal kon, in elk land. Eerst in Duitsland, daarna in Engeland… Achteraf lijkt dat wel gemakkelijk gezegd, maar ik weet nog dat we de eerste keer met knikkende knieën de Noordzee overstaken. We hadden toen een optreden in Norwich, in 2016 geloof ik, op een soort festival. Wie waren wij om daar als buitenlanders even de muziek van hun legendarische Beatles uit te voeren? Haha, ja, een Dutch invasion in het hol van de leeuw. Maar ook de Engelsen zagen het helemaal zitten. Toen we wat later het Palladium twee keer uitverkochten en prachtige reviews in de Engelse pers kregen, wisten we zeker dat het echt overal werkte.’

‘De mogelijkheden leken misschien onbegrensd, maar vergis je niet. In de grotere steden kan het wel, maar bij een uitgebreide tour moet er heel veel geld bij. Alleen al de aanloopkosten voor zoiets zijn erg hoog. Ook nog naar een ander continent? Hoe wil je dat doen? Je hebt eerst een, twee jaar publiciteit nodig, dat kost bakken met geld. En dan met twee grote vrachtwagens de weg op, 35 mensen mee, voor wie we elke keer hotels moeten regelen. We zouden in het buitenland graag nog blijven spelen, maar dat is op deze manier gewoon te kostbaar gebleken.’

‘Voor onszelf hebben we alles eigenlijk al bereikt. Optreden in Liverpool; een live-opname in de Abbey Road Studios; concerten in Parijs, eerst in Olympia en later drie keer in een uitverkocht Salle Pleyel: wat wil je nog meer?’

Jullie zijn ook in nauw contact gekomen met mensen als geluidstechnicus Geoff Emerick en Beatles-autoriteit/biograaf Mark Lewisohn. Die hebben zich zeer lovend over jullie uitgelaten…

‘Ja, dat zijn ook wel heel bijzondere ervaringen. Ik heb hier in de studio in Haarlem met Geoff gezeten – Emerick heeft met de Beatles samengewerkt aan een aantal van hun iconische albums, red. – en hij was euforisch over onze uitvoering van de platen. Dat was rond ons eerste optreden in de Ziggo Dome, waar hij ook bij was. Hij is toen even in Amsterdam gebleven, we hebben samen wat dingen ondernomen, en hij wilde heel graag betrokken worden en blijven bij onze verdere plannen. Hij zou zelfs meewerken aan onze eigen plaat. Helaas is hij vrij snel daarna overleden, in 2018, dus dat is er niet meer van gekomen. Maar ja, dat we zoiets mochten meemaken.’

‘En dat Mark Lewisohn ons helemaal omarmt is natuurlijk ook fantastisch. Hij heeft al een paar keer  een inleiding gehouden voor of tijdens een optreden van ons, bij het laatste concert in de Ziggo Dome zal hij dat ook weer doen. Voor ons is hij de grote biograaf. Mark is op en top historicus, die schrijft alles op wat er gebeurd is en wil geen dingen wegpoetsen. Zelfs als dat betekent dat het tussen Apple en hem niet meer zo botert en zijn toegang tot de archieven is ingetrokken. Hij heeft iets geschreven, ik meen over producer George Martin, wat in slechte aarde is gevallen. Je hebt toch de indruk dat verhalen rond de Beatles vaak wat worden gekuist. Daarom is de release van de oorspronkelijke Let It Be-film waarschijnlijk ook zo lang tegengehouden.’

Een mooi bruggetje naar jullie laatste optreden, waar ook Let It Be integraal wordt uitgevoerd. Wat vind jij van dat album? En doen jullie de oorspronkelijke versie, die van producer Phil Spector?

‘Jazeker, Let It Be is Let It Be, daar hoefden we niet over na te denken. Ik vind de uitvoering van bijvoorbeeld ‘The Long and Winding Road’, met alle toegevoegde toeters en bellen, persoonlijk ook prachtig. Het is echt een mooi album. Eigenlijk hebben we er nooit zoveel aandacht aan besteed, omdat het toch een beetje een samengeraapt zootje is. Live-opnamen van het dakconcert; nummers uit de studio waarvan sommige nauwelijks en andere weer heel sterk bewerkt zijn; halve snippers van liedjes… Het gaat alle kanten op. Op zich zijn het allemaal geweldige nummers, maar er zit totaal geen coherentie in het album. Al zie je dat wel vaker bij de Beatles.’

‘Het is ook een heel fijn album om te spelen, merken we. Op Let It Be rocken ze er weer eens lekker op los. Sommige dingen kostten ons overigens wel wat hoofdbrekens. Met Diederik, die zich gaandeweg ook steeds meer met de partituren is gaan bezighouden en weer andere dingen hoort dan ik en mij vaak aanvult, heb ik bijvoorbeeld vrij lang gediscussieerd over ‘The Long and Winding Road’. De orkestpartijen die Phil Spector erin had gemixed waren nauwelijks te volgen door zijn befaamde ‘Wall of Sound’. Zelfs met zijn tweeën kwamen we er niet uit, we moesten er tenslotte een expert bij halen om ons verder te helpen.’

‘And in the end… ‘ Wat waren jullie overwegingen om na tien jaar te stoppen met het enorme succesverhaal van de Analogues?

‘Laat ik vooropstellen dat niemand het leuk vindt om ermee op te houden. Persoonlijk zal ik het spelen heel erg gaan missen. We leven er ook allemaal van, het is onze job geworden. Maar de andere kant is, zeker voor Fred en mij, dat het nooit nog beter kan worden, alleen maar minder. We hebben het hoogtepunt al bereikt. De realiteit is bovendien dat we in Nederland een wat ouder publiek hebben, waarvan veel mensen de Analogues al vijf, zes keer of nog vaker hebben gezien. En na zoveel optredens dreigt het ook een beetje routine te worden. Die verwondering van onszelf, én van het publiek, als je deze schitterende muziek voor het eerst live speelt en hoort, die raak je onvermijdelijk wat kwijt. Dus hoe erg het ons ook spijt, we zetten er een streep onder.’

Het grootste compliment dat de Analogues vaak hoorden, is dat de muziek die mensen in deze vorm alleen van de platen kenden, zo fenomenaal tot leven is gebracht. Zelfs ‘Revolution 9’! Bart: ‘Van alle uitdagingen die we tegenkwamen was dat met afstand ook de grootste. Zo’n lang en experimenteel nummer, waar nauwelijks een touw aan vast te knopen valt en dat je op de plaat altijd overslaat; hoe maak je daar toch wat van? We hebben een aantal opties overwogen, zelfs om als een soort Kraftwerkmannetjes met een batterij bandrecorders op het podium te gaan staan. Marcel de Vré, die onze documentaires maakt, kwam uiteindelijk met een heel goed idee. Wat als we er een film bij deden? Fred had ook wel eens gezegd dat hij het nummer zag als een soort soundtrack bij een film die nooit gemaakt is. Toen Marcel ook nog Jaap Drupsteen als maker voorstelde, was ik helemaal om.’

‘Het uitwerken van alle muziek- en geluidsfragmenten was eerlijk gezegd totale idiotenwerk. Omdat Jaap de film al eerder klaar had en op het origineel had gemonteerd moest ik de audio helemaal stap voor stap reproduceren. Maar uiteindelijk hebben we er iets heel bijzonders van gemaakt, en zelfs echt wat toegevoegd aan het werk. Toen ik de film onlangs weer opnieuw zag, was ik er door overdonderd, zo’n piece of art is het. Ook de Beatles zelf zouden waarschijnlijk blij zijn geweest met Jaaps animatie.’

Tot besluit dan: gloort er voor jullie en voor fans misschien toch nog iets van een vervolg?

‘In 2025 zal ik zelf nog druk bezig zijn met het zo goed mogelijk nakijken, documenteren en archiveren van alles, de partituren, de audio, de instrumenten en apparatuur. Mogelijk maken we een handboek over hoe je de studio-albums live kan uitvoeren volgens de expertise van de Analogues. En dan heb ik nog niet eens gehad over ons eigen project, het verder gaan met eigen muziek. Stilzitten zullen we zeker niet.’

‘Denken we toch ook aan een soort van vervolgproject met live uitgevoerde Beatles-albums? Ja, we hebben inderdaad een idee om daar nog iets mee te doen, iets nieuws. Het is te vroeg om er wat concreets over te vertellen, het enige wat ik wil zeggen is dat er in elk geval niet meer getourd zal worden en dat het geen project onder de naam van de Analogues zal zijn. Er moet nog een hoop worden uitgezocht. Maar het is wel een serieus plan. Laten we het daar bij houden, nu.’

 

8Weekly_202412_616_Americana-Update_Volume_19_Birdcatcher_TomMankSeraSmolen_LittleSteveBigBeat
Muziek / Album

Americana blijft boeiend

recensie: Americana-update volume 19
8Weekly_202412_616_Americana-Update_Volume_19_Birdcatcher_TomMankSeraSmolen_LittleSteveBigBeat

Hoe vaker hier geschreven wordt over het Americanagenre, hoe duidelijker het wordt hoe breed het genre is en dat het wellicht ook daarom steeds boeiend blijft. Deze keer starten we met een album van eigen bodem: Birdcatcher schotelt de luisteraar een in het oor springend album voor. Vervolgens duiken we in het werk van duo Tom Mank & Sera Smolen die met regelmaat in ons land touren. Little Steve & The Big Beat maken het trio deze keer compleet. Hun album is het stevigste van deze worp.

Oorstrelende klanken van Birdcatcher en een duo dat met cello een bijna klassieke indruk weet te maken. De eerste twee vormen een sterk contrast. En vervolgens  afronden met een stevig album dat met wat extra bluesrock het mooie eindstuk vormt voor deze recensie. Wat kan het toch heerlijk zijn om op alle momenten van de dag iets van dit genre te beluisteren.

Birdcatcher maakt belofte meer dan waar

Birdcatcher is het alter ego van toetsenist/zanger Roel Spanjers. Met dit tweede album presenteert hij het vervolg op een redelijk obscuur gebleven album uit 2006. Simpelweg kreeg dit album als titel II. Natuurlijk is dat genoeg, al zou een echte titel meer recht doen aan dit geweldig fraaie tweede werkstuk van deze band.

Of dit tweede album met mooi folk- en americanawerk ook gebukt zal gaan onder de dreiging van de vergetelheid is natuurlijk afwachten. De liefhebbers van dit genre zouden het geweldige werkstuk van Spanjers stevig moeten omarmen en van de daken schreeuwen hoe geweldig het album is, om zo de aandacht te trekken die het verdient.

In het liedje ‘Your Pain is My Pain’ werkt Spanjers samen met Malford Milligan die tijdens de coronajaren noodgedwongen lang in Nederland bleef. Zijn stem is uit duizenden herkenbaar als je eenmaal van zijn muziek hebt genoten. Misschien dat deze samenwerking wat meer aandacht gaat opleveren. Het zou het talent van Roel Spanjers overigens recht doen als hij wat meer uit de schaduw kan treden van zijn begeleidingen door veel artiesten uit hetzelfde genre.

 

Een duo dat steeds weet te verrassen

De EP van nog geen vijfentwintig minuten speelduur van Tom Mank & Sera Smolen doet natuurlijk hunkeren naar een volledig album. Maar we moeten blij zijn met wat we voorgeschoteld krijgen.

Het openingsnummer ‘Raising a Cheer’ pakt je als luisteraar meteen bij de lurven met de heerlijke celloklanken, de donkere stem van Mank, de achtergrondzang van Kimberly Claeys en naast gitaar- ook banjoklanken. Het luisterpalet is direct heel breed uitgesmeerd en trekt je meteen het liedje in. Het nummer dat het heeft over gejuich opwekken, gaat eigenlijk over het bedrijven van de liefde als we goed luisteren. De warmte daarvan straalt ook door de speakers.

De diepe klanken van de cello van Smolen voeren op veel liedjes naast de basistonen ook de boventoon. Dat blijft zo tot en met het slotnummer ‘Tresholds’. In het titelnummer ‘Skinny Boy’ horen we naast folk tevens wat bluesy invloeden.

De beperkte speelduur blijft altijd het nadeel van een EP. Om dat op te vangen hebben we gelukkig ook de repeatknop op de cd-speler en kunnen we nieuwe details ontdekken bij herhaalde beluistering.

Little Steve doet je bijna aan Springsteen denken

Als je Little Steve leest kan je haast niet anders dan direct denken ‘& The Disciples Of Soul’, maar dan zit je fout. Deze Little Steve is een heel andere artiest.

Ook deze Little Steve doet denken aan een collega-muzikant, namelijk Pokey LaFarge. Dat komt vooral door de opener van het album, ’99 LBS’, waar de blazers meteen de opening verzorgen en het gitaargeluid nog wat verder op de achtergrond staat. De stem van deze zanger zit ook een beetje in de richting van LaFarge, al moeten we wel wat meer moeite doen om dat te willen horen. Toch kun je als luisteraar niet om de vergelijking heen en dat is helemaal niet erg.

De rhythm and blues die Little Steve and The Big Beat produceren, lijkt iets minder op de sound van Little Steven uit de band van Springsteen. Reden genoeg om de muziek van deze band daar dus niet mee te verwarren.

Het titelnummer ‘Circles’ van dit tweede album van de band behoort tot de categorie ballads en gooit hoge ogen. Hier neigt de formatie weer meer richting een bigbandgeluid. Het sleept heerlijk met blazers op de voorgrond en lekker elektrisch gitaarwerk op de achtergrond. De stem van Little Steve weet je hier bij de strot te pakken. Je draait langzaam rondjes mee met de zang op dit terechte titelnummer, totdat de basklanken langzaam maar heel zeker een einde maken aan het liedje.