Muziek / Interview
special: Interview met Britse singer-songwriter Frank Turner

De hervonden boosheid van Frank Turner

Voor zijn tiende studioalbum Undefeated keert de Britse singer-songwriter Frank Turner terug naar de boosheid uit zijn jeugd. In de eerste single van het album zingt Turner ‘Now I’m suprised to report that as I enter my forties, I’ve returned to being an angry man’ en zet hiermee de toon voor het hele album. Na de release van Undefeated (3 mei) volgt een tour door Amerika en Europa. Hoog tijd dus om voor een gesprek en te horen waar deze herontdekte boosheid vandaan komt.

Voor Undefeated put Turner inspiratie uit de boosheid van zijn jeugd, maar ook uit het overleven van zogeheten midlife uitdagingen. Zo zingt hij over identiteit en verloren dromen, vriendschap, en ook over de nasleep van de pandemie. Op deze manier worden menselijke emoties vanuit verschillende kanten verkend en gecombineerd met melodieën die beïnvloed zijn door een eclectische mix aan muzikale voorbeelden, van hardcorepunkband Black Flag tot (folk)rockband Counting Crows.

Terwijl Turner moet multitasken om honderden lp’s te signeren, belt 8WEEKLY met hem om de nodige vragen te stellen over dit aanstaande album.

Laat me je om te beginnen feliciteren met alweer je tiende studioalbum! Dat klinkt als een indrukwekkende mijlpaal. Aan de ander kant: na zoveel albums wordt het misschien ook lastiger om nog inspiratie voor je tekst en melodieën te vinden. Merk je dat het schrijven van dit album anders is dan bij je eerste albums?

Na een korte denkpauze reageert Turner instemmend: ‘In zekere zin, ja. Maar het concept ‘inspiratie’ is voor mij een vrij vaag begrip. Ik dwing mezelf nooit om te schrijven.’ Hij legt uit dat sommige bands een opnamestudio boeken, om vervolgens te gaan schrijven zodat ze wat hebben om op te nemen. Zo gaat hij niet te werk: ‘Ik ben eigenlijk altijd wel iets aan het schrijven. Op het moment dat er dan voldoende ligt, regel ik pas tijd in een studio.’ Hij benadrukt dat hij zichzelf nooit dwingt om te schrijven, maar: ‘Ik check wel altijd of ik niet te veel in herhaling val met mijn muziek, ik moet wel écht een goede reden te hebben om weer de studio in te gaan.’

Verder is er natuurlijk sprake van een leeftijdsverschil, hij begon als twintiger en is nu in de veertig: ‘Dat betekent ook dat ik meer oefening heb gehad als schrijver. Plus, ik probeer nu andere dingen te vertellen met mijn muziek.’ Het hele proces van schrijven en muziek maken is verder wel hetzelfde gebleven. Turner: ‘En dat is geruststellend!’

Je zegt zelf eigenlijk al dat de dingen die je wilt vertellen met je muziek verschillen per leeftijd. In de eerste single (‘No Thank You For The Music’, red.) zing je dat je teruggekeerd bent als boze man. Bij je vorige album, FTHC, gaf je juist aan een soort rust en tevredenheid te hebben gevonden. Wat is er sindsdien gebeurd?

Turner schiet in de lach en begint te vertellen: ‘Het eerste wat ik over deze tekst kan zeggen is: het klinkt gewoon cool!’ Om daarna te vervolgen: ‘Veel mensen denken in hun jongere jaren dat alles zwart-wit is. Ze zijn boos op de wereld, omdat ze zelf denken alles te weten. Maar naarmate je ouder wordt besef je dat er meer grijstinten zijn. Het ligt allemaal ingewikkelder.’ Verder reflecterend vertelt hij: ‘Ik bereikte een punt in mijn dertiger jaren dat ik zó goed werd in het snappen van het perspectief van de andere persoon dat ik mezelf overal uit kon redeneren – met als resultaat dat ik bijna geen meningen meer had. Maar in recentere jaren, of het nu gaat om persoonlijke dingen of bijvoorbeeld de muziekindustrie of grote politieke discussies, zeg ik tegen mezelf: ik kan begrijpen waarom andere mensen anders denken, maar… fuck them!  Snap je?’

Ik snap het helemaal, zeker in sommige discussies is er gewoon duidelijker een ‘goede’ of ‘slechte’ kant om te verdedigen.

‘Precies! Dat is wat ik bedoel. Maar ik vind het wel belangrijk om te blijven proberen het perspectief van die ander te zien, te begrijpen waar zij vandaan komen.’ Hij illustreert zijn punt met het, naar eigen zeggen makkelijke, voorbeeld van Amerika: ‘Ik ken mensen die wat meer vergevingsgezind zijn ten opzichte van Donald Trump. Ik probeer hun perspectief te begrijpen, en daarin mee te nemen hoe en waar ze leven, hoe ze zijn opgegroeid, wat hun prioriteiten zijn. Maar tegelijk, fuck die man. Voor altijd.’

Het zijn natuurlijk ook spannende tijden met de komende verkiezingen.

Turner stemt daarmee in en vertelt dat hij ontzettend van Amerika houdt: ‘Het is heel verdrietig. En beangstigend, zoals je al zei, maar het stemt me vooral droevig voor mijn Amerikaanse vrienden. Ik ken geen mensen, van beide kanten van het politieke spectrum, die denken dat de twee beste presidentskandidaten in Amerika Joe Biden en Donald Trump zijn.’ Dat vergelijkbare politieke bewegingen terug gezien worden in andere landen is ook hem niet ontgaan: ‘Zeker, in het Verenigd Koninkrijk, in Europa… het zijn beangstigende tijden voor een nadenkend en zorgzaam persoon.’

Die ontevredenheid, of zelfs boosheid, betreffende de politiek is ook te horen in het nummer ‘Pandemic PTSD’. Ik moet hierbij een disclaimer geven dat ik zelf onderzoeker ben op het gebied van publieke gezondheid en mentale gezondheid en collega’s heb die zich bezighouden met dit onderwerp. Ik zal hen dus zeker dit nummer toesturen zodra het officieel uitgebracht is.

Turner moet lachen: ‘Het is geruststellend om te weten dat het nummer door professionals wordt opgemerkt!’

Het is dus misschien als preken voor je eigen parochie, maar wat was je motivatie om dit nummer te schrijven?

Turner vertelt dat hij zijn vorige album FTHC heeft geschreven én opgenomen tijdens verschillende lockdowns. Maar: ‘Op dat album heb ik niet direct gepraat over de pandemie. Dat leekt toen te voor de hand liggend. Net als iedereen, wilde ook ik het graag over iets anders hebben.’ Maar tegenwoordig ziet hij dat, zeker voor mensen buiten de muziekindustrie, de pandemie een onderwerp is dat voorbij en niet langer relevant lijkt. ‘De 24-uur cyclus van het nieuws houdt zich nu met andere onderwerpen bezig. Maar voor veel mensen in de onafhankelijke muziekindustrie is het zo van: hey, what the fuck, wacht even! Dat de pandemie voorbij is betekent niet dat de aangerichte schade en pijn ook weg is. Daar moeten we over praten.’

Hij legt uit dat dit natuurlijk niet alleen voor de muziekindustrie geldt, maar ook voor andere terreinen. ‘Ik weet niet hoe het in Nederland is, maar in het Verenigd Koninkrijk is er een groot probleem met jongeren die niet meer terugkeren naar school. Zij vielen tijdens de pandemie uit en zijn nooit meer teruggekomen. Dat is verschrikkelijk, en beangstigend.’ De zanger vertelt ook dat het hem nog persoonlijk raakt, zo heeft hij meer last van agorafobie (i.e. pleinvrees) dan vroeger. De gevolgen van de pandemie zijn dus nog op verschillende niveaus duidelijk terug te vinden.

Hij deelt graag nog een weetje: ‘Ik denk dat jij dit wel waardeert, maar mijn vrouw is een psychotherapeut. Toen ik het eerste couplet en het refrein had, zei ze dat ik de term PTSS niet zomaar als spreektaal, als informele term, moest gebruiken. Het heeft immers een échte definitie. Dus heb ik haar psychologiewoordenboek gelezen en daar de definitie van PTSS uitgehaald. Ik heb het voor elkaar gekregen om die definitie woord voor woord in de songtekst te verwerken!’ Turner herhaalt enthousiast, uit zijn hoofd, de woordelijke definitie en vertelt dat hij de hernieuwde versie aan zijn vrouw liet horen. Lachend voegt hij eraan toe: ‘Ze zei meteen beledigd: hey, dat is niet wat ik bedoelde!’ Op een serieuzere toon benadrukt de zanger nog: ‘Het is echt een onderwerp waar wij, de samenleving, serieus over moeten praten.’

Als je dan groot mag dromen, zijn er specifieke mensen van wie je hoopt dat ze dit nummer horen? Wie hoop je hiermee te bereiken?

Turner: ‘Ik heb een beslissing gemaakt aangaande politiek, los van alles over Donald Trump wat ik zojuist al gezegd heb. Ik praat alleen over issues die betrekking hebben op mijn eigen industrie.’ Hij legt het uit aan de hand van het liefdadigheidswerk dat hij doet, zo is hij betrokken bij een organisatie die zich bezighoudt met hoe toegankelijk concertzalen zijn voor mensen met een beperking. Turner: ‘Natuurlijk is die toegankelijkheid ook een issue buiten concertzalen, maar die zalen, dat is het deel waar ik kennis over heb.’ Hij verduidelijkt dit nog wat: ‘Ik wil niet een van die muzikanten zijn die over bijna alles wat willen zeggen, en klinken alsof ze overal expert in zijn, alleen omdat ze een aantal platen hebben verkocht.’ Hij beperkt het liever tot waar hij kennis van heeft, zoals de toegankelijkheid van concertzalen. ‘En misschien dat andere mensen daar dan het initiatief oppakken en meenemen naar buiten die zalen!’

Daarna wijdt de zanger verder uit over de situatie in het Verenigd Koninkrijk: ‘De subsidies voor de muziekindustrie, die zijn historisch laag. In 2021 was er iets van steun, maar daarna niet meer. Dat is erg problematisch voor onafhankelijke zalen en locaties.’ Hij vertelt over zijn ambassadeurschap voor het Music Venue Trust en over de moeilijkheden die juist die kleine concertzalen ervaren. ‘Maar deze plekken zijn juist het levensbloed van de muziekindustrie! We hebben ze keihard nodig.’

Als we dan kijken naar de rest van het album, valt het nummer ‘Do One’ extra op. Naast de Engelse versie heb je hier een Duitse versie van uitgebracht, en ik begreep dat je werkt aan een Spaanse en een Franse versie …

‘En een Italiaanse! En misschien op een dag ook een Nederlandse!’ Hij vertelt dat hij het, uit een oogpunt van respect, belangrijk vindt om mensen in hun eigen taal te kunnen aanspreken. Als jonge jongen woonde hij ooit een Zweedse punkrockband bij. ‘Zij spraken ons in het Engels toe. Ik weet nog dat ik dacht: wow, als ik ooit in Zweden ga optreden, moet ik leren het publiek in het Zweeds toe te spreken! De Duitse versie bleek overigens zo’n succes dat ze daar wilden dat ik het nummer live op het podium, en zelfs op televisie, ging zingen.’ Dat is wel iets anders dan een paar zinnen in een andere taal leren. Wat als dat elders ook verwacht wordt? Turner: ‘Om eerlijk te zijn, soms heb ik wel wat geheugensteuntjes op papier staan, maar vertel dat maar niet verder!’

Voor degenen die nog niet bekend zijn met het fenomeen Frank Turner is het best lastig om uit te leggen in welk genre je past.

Turner onderbreekt enthousiast: ‘Heel goed! Dat vind ik leuk om te horen, dat maakt me erg blij.’

Soms is het meer punk, dan weer meer folk. Ik heb je wel eens aan mensen omschreven als ‘genre fluid’. Hoe zou je het komende album omschrijven?

Turner: ‘Wauw, ik houd van die term! Maar er is een deel van mij dat denkt dat het concept ‘genres’ bedacht is om muziekjournalisten iets te geven om over te praten.’ Hij hoopt dat mensen, zeker met alle beschikbare streamingdiensten, zelf gaan luisteren en er hun eigen mening over vormen. Eigenlijk probeert hij de vraag expres te ontwijken. ‘Ik groeide op luisterend naar punkrock, maar ook singer-songwriter muziek, country, van alles. Het is een soort combinatie van dit alles. Maar het is een mooie gedachte dat elk lied waar ik zelf naar luister invloed kan hebben op wat ik maak. Of het nu gaat over ABBA of Black Flag, of iets totaal anders!’ De zanger zegt nog zich bewust te zijn dat hij niet bepaald avant-garde is, hij is niet bezig met het ontwikkelen van iets totaal nieuws. Maar: ‘Het is dan misschien niet origineel, het is wel uniek, het is écht ik.’

Je gaat ook touren met je nieuwe album. Zijn er specifieke nummers waar je naar uit kijkt om die live uit te voeren?

De zanger legt uit dat het altijd spannend is om nieuwe muziek uit te voeren. Immers: ‘Je ontdekt écht snel of een lied goed valt bij het publiek of niet. Een nummer als ‘Do One’ is een duidelijke meezinger. Maar de liedjes op het einde van het album… Voor mij is het belangrijkste nummer op het album bijvoorbeeld het lied ‘Somewhere In Between’. Dat is niet bepaald een meezinger maar voor mij als zanger en schrijver juist een van de belangrijkste liedjes.’ Hij legt uit dat hij dan ook enorm benieuwd is naar hoe het publiek hierop gaat reageren. Maar: ‘Uiteindelijk ben ik een enorme sucker voor meezingers. Elk lied dat zorgt dat het publiek gaat meezingen is voor mij helemaal prima!’

Nou, ik ben heel benieuwd hoe dat in oktober gaat zijn!

Turner reageert enthousiast: ‘Ja, we zijn terug in Tilburg!’ De zanger vertelt verder dat hij zijn vrienden van de bands Skinny Lister en The Meffs meeneemt op tour. ‘Je kan wel stellen dat ik plannen heb om nog voor een héél lange tijd met dit album te gaan touren!’ Hij wil net als zijn held Leonard Cohen graag zo lang mogelijk blijven optreden. En op zijn wensenlijstje staat ook dat hij nog graag naar die delen van de wereld wil waar hij nog niet heeft opgetreden. ‘Mijn witte walvis, mijn eenhoorn, dat is Zuid-Amerika. Daarover zijn, gelukkig, ook gesprekken gaande!’ Maar de tours worden niet meer zo lang als vroeger. ‘Ik heb wel eens dertien maanden getourd zonder ooit eens thuis te zijn! Tegenwoordig doen we iets van vier weken. Los van het feit dat ik en mijn bandleden een leven buiten de band hebben… we hebben allemaal echtgenotes, partners, kinderen.’

Tot slot voor onze Nederlandse en Belgische lezers; hoe kunnen we ze overtuigen om dit najaar naar je concert te komen?

Turner legt uit wat hij interessant vindt aan live shows: ‘Het wordt pas goed als het een gesprek is, in plaats van een monoloog. Het gaat over de uitwisseling van energie. Ik wil niet gaan schreeuwen in een ruimte met mensen die alleen maar stilzitten.’ Maar wat precies de magie van zijn live shows is, wil hij niet over-analyseren. ‘Ik wil het niet vermoorden door het te gaan ontleden!’ Hij voegt er nog aan toe: ‘Ik doe wel iets geks, ik ben een singer-songwriter die een optreden geeft alsof hij in Black Flag zit!’

 

Hoe dat er precies uitziet kan je meemaken in Turner’s ‘Undefeated Tour 2024’ die in oktober en november door Europa trekt. Op 28 oktober speelt hij in 013 in Tilburg en op 14 november in Trix in Antwerpen. Ben jij benieuwd wat precies de magie is van zijn live shows? De concerten zijn nóg niet uitverkocht, maar die van Tilburg bijna wel. Zorg dat je erbij bent!