Tag Archief van: recensie

Boeken / Non-fictie

Klimatologie voor hoogopgeleiden

recensie: Het Klimaatboek – Een initiatief van Greta Thunberg
Klimatologie voor hoogopgeleidenUnsplash

Hoe leg je in begrijpelijke taal aan een leek uit hoe de klimaatverandering ons allen raakt? Die missie lijkt onmogelijk. De Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg doet een poging met Het Klimaatboek: een verzameling van wetenschappelijke teksten over de impact van klimaatverandering. Van verdwijnende oerwouden tot aan de kosten van ons eigen consumentisme: geen thema blijft onbenoemd. Er resteert alleen één kanttekening: het is lastig om zo’n groot wereldprobleem in alledaagse woorden uit te drukken.

Wie klimaat zegt, zegt Greta

Greta Thunberg weet al lang hoezeer de klimaatproblematiek haar wissel trekt op het leven van alledag. Ze maakt het tot haar persoonlijke levensdoel om de opwarming van de aarde terug te dringen en dat leidt ertoe dat ze regelmatig in de clinch ligt met de grote ‘boosdoeners’ van de fossiele industrie. In de documentaire I am Greta is te zien hoe de destijds vijftienjarige Zweedse tiener zichzelf op een zonnige dag in augustus 2008 neerplant voor het Zweedse parlement. Naar school gaan, doet ze niet meer. Eerst het klimaatprobleem aanpakken.

Wie over klimaatverandering spreekt, heeft het over Thunberg. De nu negentienjarige heeft al veel bereikt: ze tikte de VN-top op 23 september 2019 op zijn vingers tijdens een toespraak, ontmoette wereldleiders (en las hen dan meteen ook even de les over het niet nakomen van afspraken van voorgaande edities van de klimaattop) en hield op talloze plekken speeches die gebundeld zijn in Niemand is te klein om het verschil te maken (2019). In haar felle woorden is de emotie duidelijk hoorbaar: ‘Jullie hebben mij mijn dromen en mijn kindertijd ontnomen met jullie lege woorden. En dan ben ik nog een van de gelukkigen. Er zijn mensen die afzien en er zijn mensen die sterven. Hoe durven jullie?’  Iets waarmee het andere kamp, klimaatontkenners zoals Donald Trump, de draak steken op X (voorheen Twitter). In tijden van opwarming van de aarde laat dít Thunberg echter koud; ze heeft genoeg artillerie aan weerwoorden om zelfs de grootste wereldleiders het zwijgen op te leggen.

Taaie theorie

Het moge duidelijk zijn dat Thunberg voor de ene helft van de wereldbevolking een ware heldin is en voor de andere helft een ongewenste onruststoker. De vraag is of ze met dit nieuwe boek de laatstgenoemden kan overtuigen van haar ongelijk, namelijk dat klimaatverandering ten eerste een werkelijk bestaand probleem is en ten tweede, dat het een probleem is dat ons allemaal aangaat (wat ons ook belast met een taak om hier iets aan te gaan doen). De wetenschappers die Thunberg aan het woord laat, smijten echter met zoveel dure termen dat het pijnlijk duidelijk wordt dat dit boek een hoogopgeleid publiek dient. En laat dit nou net de mensen zijn die zich vaak al iets aantrekken van de klimaatverandering.

Klimaatdepressie gegarandeerd

Opmerkelijk is dat Thunberg zo bekend is geworden terwijl ze in principe haar kennis ‘leent’ van de echte klimatologen, waarvan slechts enkele namen een belletje doen rinkelen. Denk aan namen als die van Margaret Atwood, de schrijfster van o.a. The Handmaid’s Tale, die je in eerste instantie niet zou koppelen aan de klimaatverandering.

Thunberg is behept met een vlotte schrijfstijl, maar sommige bijdragen zijn werkelijk zo saai, dat de gedachte ‘Ach, dan sla ik dit gedeelte van de wereldellende maar even over’, op de loer ligt. Bovendien is het lastig om goede moed te houden; het boek voedt mensen die kampen met een klimaatdepressie. Keer op keer wordt er namelijk één ding keihard bevestigd: we zijn eigenlijk al behoorlijk f*cked. Voor mensen die na het lezen van Het Klimaatboek het huilen nader staat dan het lachen: pak vooral door met het boek Niet het einde van de wereld (2024) van Hannah Ritchie. Deze auteur gaat namelijk in op positieve trends: de verbetering van de ozonlaag, de afname van luchtverontreiniging in steden en de vermindering van de uitstoot van auto’s.

De materie van Het Klimaatboek is, kortom, nogal taai. Wie nog nooit gehoord heeft van het woord ‘emissie’ zal het allemaal snel boven de pet gaan. Echt beklijven doen de ingewikkelde berekeningen en grafische modellen niet. Wat wel werkt zijn de pakkende vergelijkingen. Neem bijvoorbeeld de verwachte zeespiegelstijging die wordt vergeleken met een gebouw van zo’n twintig verdiepingen. Dit is een voorstelling die telkens opnieuw voor je geestesoog verschijnt.

Genoeg ruimte voor gefilosofeer

Het zijn de intermezzo’s van Thunberg die nog nasuizen in je oren. Achttien stuks in totaal. Zoals ze ook doet in haar speeches, weet ze hier doel te treffen met haar woorden. Haar ethische vraagstukken maken duidelijk dat we hier te maken hebben met een realist die iedereen aan haar kant wil krijgen: ‘Berust onze samenleving al vanaf het begin – tienduizenden jaren voor de industriële revolutie – op een wankel fundament? Zijn we als soort te succesvol? Te superieur voor ons eigen bestwil? Of kunnen we veranderen? Kunnen we onze kennis, vaardigheden en technologie inzetten om een cultuuromslag teweeg te brengen en zo op tijd de ecologische en klimatologische ramp afwenden? Het is wel duidelijk dat we dat zouden kunnen. Maar of we dit ook zullen doen, is geheel aan ons’.

Voor iedereen die het lastig vindt om alle informatie op te slaan maar toch een poging wil doen om zijn of haar ecologische voetafdruk te laten slinken, staat er aan het einde van het boek gelukkig een lijstje met adviezen. Er wordt een beroep gedaan op ons individuele handelen, maar ook onze gezamenlijke belangen worden in kaart gebracht. De allerrijksten onder ons worden nog eens extra aangesproken: die hebben namelijk nog meer middelen die ze kunnen inzetten.

Hoe roept liefde jou op?

Het is de vraag hoeveel mensen het boek echt uit zullen lezen en daardoor zullen weten hoe alomvattend het klimaatprobleem nu daadwerkelijk is. Hoe dan ook, het is ook goed als de lezer maar een beetje van dit boek opsteekt en doordrongen raakt van de leuzen waar menig protestbord mee volgekalkt is tijdens klimaatmarsen. En om af te sluiten met een positieve noot: Robin Wall Kimmerer, hoogleraar milieubiologie aan de State University of New York en oprichter en directeur van het Center for Native Peoples and the Environment, hamert erop dat we onze relatie met de aarde herstellen en stelt de lezer de volgende vraag: ‘Hoe roept liefde jou op?’ Met andere woorden: ‘Waarvan hou je te veel om het te verliezen?’ Houd datgene in je achterhoofd en spring op de bres voor een leefbaar klimaat voor de volgende generaties.

Boeken / Non-fictie

Klimatologie voor hoogopgeleiden

recensie: Het Klimaatboek – Een initiatief van Greta Thunberg
Klimatologie voor hoogopgeleidenUnsplash

Hoe leg je in begrijpelijke taal aan een leek uit hoe de klimaatverandering ons allen raakt? Die missie lijkt onmogelijk. De Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg doet een poging met Het Klimaatboek: een verzameling van wetenschappelijke teksten over de impact van klimaatverandering. Van verdwijnende oerwouden tot aan de kosten van ons eigen consumentisme: geen thema blijft onbenoemd. Er resteert alleen één kanttekening: het is lastig om zo’n groot wereldprobleem in alledaagse woorden uit te drukken.

Wie klimaat zegt, zegt Greta

Greta Thunberg weet al lang hoezeer de klimaatproblematiek haar wissel trekt op het leven van alledag. Ze maakt het tot haar persoonlijke levensdoel om de opwarming van de aarde terug te dringen en dat leidt ertoe dat ze regelmatig in de clinch ligt met de grote ‘boosdoeners’ van de fossiele industrie. In de documentaire I am Greta is te zien hoe de destijds vijftienjarige Zweedse tiener zichzelf op een zonnige dag in augustus 2008 neerplant voor het Zweedse parlement. Naar school gaan, doet ze niet meer. Eerst het klimaatprobleem aanpakken.

Wie over klimaatverandering spreekt, heeft het over Thunberg. De nu negentienjarige heeft al veel bereikt: ze tikte de VN-top op 23 september 2019 op zijn vingers tijdens een toespraak, ontmoette wereldleiders (en las hen dan meteen ook even de les over het niet nakomen van afspraken van voorgaande edities van de klimaattop) en hield op talloze plekken speeches die gebundeld zijn in Niemand is te klein om het verschil te maken (2019). In haar felle woorden is de emotie duidelijk hoorbaar: ‘Jullie hebben mij mijn dromen en mijn kindertijd ontnomen met jullie lege woorden. En dan ben ik nog een van de gelukkigen. Er zijn mensen die afzien en er zijn mensen die sterven. Hoe durven jullie?’  Iets waarmee het andere kamp, klimaatontkenners zoals Donald Trump, de draak steken op X (voorheen Twitter). In tijden van opwarming van de aarde laat dít Thunberg echter koud; ze heeft genoeg artillerie aan weerwoorden om zelfs de grootste wereldleiders het zwijgen op te leggen.

Taaie theorie

Het moge duidelijk zijn dat Thunberg voor de ene helft van de wereldbevolking een ware heldin is en voor de andere helft een ongewenste onruststoker. De vraag is of ze met dit nieuwe boek de laatstgenoemden kan overtuigen van haar ongelijk, namelijk dat klimaatverandering ten eerste een werkelijk bestaand probleem is en ten tweede, dat het een probleem is dat ons allemaal aangaat (wat ons ook belast met een taak om hier iets aan te gaan doen). De wetenschappers die Thunberg aan het woord laat, smijten echter met zoveel dure termen dat het pijnlijk duidelijk wordt dat dit boek een hoogopgeleid publiek dient. En laat dit nou net de mensen zijn die zich vaak al iets aantrekken van de klimaatverandering.

Klimaatdepressie gegarandeerd

Opmerkelijk is dat Thunberg zo bekend is geworden terwijl ze in principe haar kennis ‘leent’ van de echte klimatologen, waarvan slechts enkele namen een belletje doen rinkelen. Denk aan namen als die van Margaret Atwood, de schrijfster van o.a. The Handmaid’s Tale, die je in eerste instantie niet zou koppelen aan de klimaatverandering.

Thunberg is behept met een vlotte schrijfstijl, maar sommige bijdragen zijn werkelijk zo saai, dat de gedachte ‘Ach, dan sla ik dit gedeelte van de wereldellende maar even over’, op de loer ligt. Bovendien is het lastig om goede moed te houden; het boek voedt mensen die kampen met een klimaatdepressie. Keer op keer wordt er namelijk één ding keihard bevestigd: we zijn eigenlijk al behoorlijk f*cked. Voor mensen die na het lezen van Het Klimaatboek het huilen nader staat dan het lachen: pak vooral door met het boek Niet het einde van de wereld (2024) van Hannah Ritchie. Deze auteur gaat namelijk in op positieve trends: de verbetering van de ozonlaag, de afname van luchtverontreiniging in steden en de vermindering van de uitstoot van auto’s.

De materie van Het Klimaatboek is, kortom, nogal taai. Wie nog nooit gehoord heeft van het woord ‘emissie’ zal het allemaal snel boven de pet gaan. Echt beklijven doen de ingewikkelde berekeningen en grafische modellen niet. Wat wel werkt zijn de pakkende vergelijkingen. Neem bijvoorbeeld de verwachte zeespiegelstijging die wordt vergeleken met een gebouw van zo’n twintig verdiepingen. Dit is een voorstelling die telkens opnieuw voor je geestesoog verschijnt.

Genoeg ruimte voor gefilosofeer

Het zijn de intermezzo’s van Thunberg die nog nasuizen in je oren. Achttien stuks in totaal. Zoals ze ook doet in haar speeches, weet ze hier doel te treffen met haar woorden. Haar ethische vraagstukken maken duidelijk dat we hier te maken hebben met een realist die iedereen aan haar kant wil krijgen: ‘Berust onze samenleving al vanaf het begin – tienduizenden jaren voor de industriële revolutie – op een wankel fundament? Zijn we als soort te succesvol? Te superieur voor ons eigen bestwil? Of kunnen we veranderen? Kunnen we onze kennis, vaardigheden en technologie inzetten om een cultuuromslag teweeg te brengen en zo op tijd de ecologische en klimatologische ramp afwenden? Het is wel duidelijk dat we dat zouden kunnen. Maar of we dit ook zullen doen, is geheel aan ons’.

Voor iedereen die het lastig vindt om alle informatie op te slaan maar toch een poging wil doen om zijn of haar ecologische voetafdruk te laten slinken, staat er aan het einde van het boek gelukkig een lijstje met adviezen. Er wordt een beroep gedaan op ons individuele handelen, maar ook onze gezamenlijke belangen worden in kaart gebracht. De allerrijksten onder ons worden nog eens extra aangesproken: die hebben namelijk nog meer middelen die ze kunnen inzetten.

Hoe roept liefde jou op?

Het is de vraag hoeveel mensen het boek echt uit zullen lezen en daardoor zullen weten hoe alomvattend het klimaatprobleem nu daadwerkelijk is. Hoe dan ook, het is ook goed als de lezer maar een beetje van dit boek opsteekt en doordrongen raakt van de leuzen waar menig protestbord mee volgekalkt is tijdens klimaatmarsen. En om af te sluiten met een positieve noot: Robin Wall Kimmerer, hoogleraar milieubiologie aan de State University of New York en oprichter en directeur van het Center for Native Peoples and the Environment, hamert erop dat we onze relatie met de aarde herstellen en stelt de lezer de volgende vraag: ‘Hoe roept liefde jou op?’ Met andere woorden: ‘Waarvan hou je te veel om het te verliezen?’ Houd datgene in je achterhoofd en spring op de bres voor een leefbaar klimaat voor de volgende generaties.

Theater / Voorstelling

Oorlogen raken ons allemaal

recensie: Panic Room – Theater Utrecht
Panic Room_16x9 (fotograaf Benning&Gladkova)Benning&Gladkova

‘Het is mijn oorlog. Het is jouw oorlog. Het is onze oorlog.’ De vrouw in de indrukwekkende voorstelling Panic Room van Theater Utrecht bedoelt: oorlogen zijn nooit zomaar ver weg, of lang geleden en daarmee niet jouw probleem. Oorlogen raken ons allemaal, met al hun slachtoffers, vernietiging en ellende.

Benauwd. De man heeft het zo benauwd dat ademhalen moeilijk is. Hij hoest zich de longen uit het lijf. Krimpt in elkaar van de pijn. Jacob Derwig speelt in Panic Room de zieke – naamloze – man die te horen heeft gekregen dat hij zal doodgaan. Hij heeft zich teruggetrokken in zijn afgelegen huis met dichtgetimmerde ramen. Zijn enige gezelschap is een schaap in de voortuin. Maar voordat hij sterft, komt zijn (ex-)geliefde hem nog bezoeken.

Cynisch commentaar

De – naamloze – vrouw voorziet de manier waarop de man leeft van cynisch commentaar, terwijl hij zich naar zijn einde worstelt. Komt ze verhaal halen, na jaren van afwezigheid, en afscheid nemen van de stervende man? Is zij wel echt? Of bestaat ze vooral in zijn hoofd?

Samen halen ze herinneringen op aan de eerste jaren van hun liefde. Tot aan het moment dat de vrouw besluit te gaan werken als oorlogsverslaggever. De man wil haar beletten weg te gaan. Wat volgt is een fysiek gevecht, een dans, een lichamelijke strijd. Gaat ze inderdaad weg, of blijft ze bij hem?

Oorlog en vrede

Panic Room is een voorstelling over leven en dood, over liefde en haat, over vreugde en verdriet. Maar vooral over oorlog, en over vrede. Door de tekst heen zijn juist kinderen het onvermijdelijke slachtoffer van oorlog.

Met dit stuk stellen schrijvers Esther Duysker en Floor Houwink ten Cate alle oorlogen aan de kaak. Ze hebben het niet over één oorlog in het bijzonder. Blauwhelmen (UN-soldaten) passeren de revue, en vrouwen met Arabische namen. Platgebombardeerde steden, lijken in de straten. De tekst is abstract, kaal, bijna zakelijk, maar ook nietsontziend. Bikkelhard en beeldend.

Fysieke strijd

De fenomenale Abke Haring als de vrouw staat voor de dood, in een zwart hemdje en zwarte broek; Jacob Derwig in wit voor het leven. Haring speelt de vrouw cynisch, liefdevol, idealistisch. Derwig zet zeer overtuigend de wanhoop, de verbittering en eenzaamheid van de zieke man neer. Maar hij symboliseert ook ‘de mens’, die blijft vechten tot het einde om in leven te blijven.

De een beschuldigt de ander van roekeloosheid, die ander de een van lafheid. Voor hun gesprekken hebben ze de beschikking over niet meer dan twee stoelen, dichtbij elkaar of juist ver uit elkaar. Regisseur Floor Houwink ten Cate laat haar acteurs hun conflicten ook uiten in fysieke gevechten, die het midden houden dus strijden en dansen. Houwink ten Cate put vooral Derwig lichamelijk uit: met hoesten, rennen, tillen.

Rook

De vormgeving (decorontwerp: Marloes en Wikke) is geraffineerd in zijn eenvoud en effectiviteit. Het decor is een grote, trapeziumvormige witte doos, waarbinnen beweegbare schermen en het licht vlakken openen of juist isoleren. Rook die in de ruimte wordt gebracht, verbeeldt het door oorlog platgeslagen land. Die rook wordt prachtig roze en paars aangelicht, wat een extra beklemmend effect heeft.

In de soundscape (Jimi Zoet en Sander van der Werff) staat het geluid van de uil symbool voor de nacht. De oorlog dreunt, heeft soms een kloppend hart. Het leven en de liefde krijgen warme muziek.

Niet vrijblijvend

Dit is geen vrijblijvende theatertekst. De vraag is: als het ergens oorlog is, ga je dan proberen te helpen, of blijf je in je vreedzame huis? En als je dan gaat, kun je dan wel helpen? Of kun je hooguit het verhaal van die oorlog vertellen, en moet je hoe dan ook machteloos toezien?

Dat onmogelijke dilemma ligt ten grondslag aan de indrukwekkende, ijzersterke, fysieke voorstelling Panic Room van Theater Utrecht. Een oogverblindend mooie aanklacht tegen oorlogvoeren. Actueler kan een theatervoorstelling niet zijn.

 

Tekst: Esther Duysker & Floor Houwink ten Cate
Tekstbijdrage: Abke Haring, Jacob Derwig & Casper Vandeputte
Regie: Floor Houwink ten Cate
Spel: Abke Haring & Jacob Derwig
Dramaturgie: Liet Lenshoek
Compositie: Jimi Zoet
Kostuumontwerp: Rebekka Wörmann
Decorontwerp: Marloes en Wikke
Lichtontwerp: Varja Klosse
Geluidsontwerp: Sander van der Werff
Lichttechnicus: Mart Hielema

Boeken / Non-fictie

Lachen om niet te huilen

recensie: Jelle Brandt Corstius - Spullen Brengen

Voor Jelle Brandt Corstius kon een publicatie over Oekraïne eigenlijk niet uitblijven. Hoewel de aanleiding een treurige is, weet de Rusland-duider des vaderlands in Spullen Brengen de roadtrip toch met de nodige humor te verslaan.

Brandt Corstius’ nieuwe tv-serie stond al even in de steigers; Generatie P, over jonge Russen die hun buik vol hebben van de machtswellustige Poetin. Door covid was de productie al twee jaar uitgesteld, maar met de inval van Rusland in Oekraïne begin 2022 ging er definitief een streep door de plannen. Ook onze Rusland-kenner had de inval niet voorzien: ‘Poetin is gek, maar ook weer niet zo gek om het grootste land van Europa, bewoond door 43 miljoen inwoners, proberen binnen te vallen.’ Helaas is de realiteit anders gebleken. Brandt Corstius voelt zich machteloos en gedesillusioneerd, zijn liefde voor Rusland is in één klap verdwenen.

Hulpkonvooi

De leegte die ontstaat door het wegvallen van Generatie P vult Brandt Corstius met het maken van podcasts over Oekraïne. Maar na een tijdje begint het te knagen dat hij enkel vanaf veilige afstand verslag doet. Veel overredingskracht heeft collega-schrijver Jaap Scholten dan ook niet nodig om Brandt Corstius te strikken voor zijn initiatief Protect Ukraine. Scholten rijdt sinds de uitbraak van de oorlog af en aan met auto’s, helmen en kogelvrije vesten. Brandt Corstius vergezelt hem op zo’n barre roadtrip en doet hiervan verslag in Spullen Brengen.

Ditmaal bestaat het team, naast Scholten en Brandt Corstius, uit een bont gezelschap: oude studievrienden van Scholten, Tommy Wieringa en een paar kennissen van hem, oud-correspondenten waarmee Corstius in Moskou heeft gezeten, de zoon van Scholten én twee hoogblonde vrienden van hem – die al snel tot ‘de drie jonge Ariërs’ worden gedoopt. Het plan is om in vier dagen met zeven auto’s naar Kiev te rijden, om vervolgens met de trein en het vliegtuig terug te keren.

Voorzichtig optimisme

Een deel van de auto’s sneuvelt al tijdens de rit of hangt aan elkaar met ijzerdraad. Ook de auto’s die het wél halen, houden het waarschijnlijk slechts enkele weken uit in het oorlogsgebied. Maar al is het een druppel op een gloeiende plaat, het is tenminste íets. Aan deze strohalm klampt Brandt Corstius zich vast.

Zijn reisverslag is hartverscheurend, maar er zijn ook lichtpuntjes. Het is alsof je naast Brandt Corstius in de auto zit, terwijl hij vertelt over de oorlogspropaganda van het Kremlin, zijn eerste reis naar Oekraïne en de Tweede Wereldoorlog. Hij voert je mee langs jagershutten en kastelen van graven, maar ook langs schuilkelders en geïmproviseerde oorlogsmusea. Brandt Corstius is dé gids voor deze plek en deze tijd.

Film / Serie

Sterk drama over de onmenselijke keuzes van de Joodse Raad

recensie: De Joodse Raad
De Joodse Raad - de EOde EO

De vijfdelige dramaserie over de oprichting en het functioneren van de Joodse Raad legt ingewikkelde en pijnlijke geschiedenis bloot. De makers zetten een hoogwaardige Nederlandse serie neer, waarin onder meer Pierre Bokma en Claire Bender groots acteren. Een prestatie in onze historie van Nederlandse series.

Dramaserie De Joodse Raad vertelt in vijf delen het verhaal van het comité dat tijdens de Tweede Wereldoorlog regels tegen de Nederlandse Joden invoerde in opdracht van de bezetter. Het verhaal volgt voorzitters David Cohen (Pierre Bokma) en Bram Asscher (Jack Wouterse), en het gezin van Cohen in het bijzonder – waaronder zijn vrouw Cornelia (Monic Hendrickx) en dochter Virrie (Claire Bender). Met de aanstelling van de Joodse Raad in 1941 raken anti-Joodse maatregelen in een stroomversnelling. Waar hoogleraar Cohen en diamantair Asscher eerst nog goede hoop hebben op een gelijkwaardige samenwerking met de Duitse bezetter, blijkt deze (evident) grillig en onbetrouwbaar.

Vader versus dochter

De serie focust zich op de band tussen vader David en dochter Virrie en legt het grote contrast bloot tussen de twee. Virrie werkt eerst in een Amsterdams ziekenhuis, waarna ze in het verzet gaat. Ze helpt Joodse kinderen te verplaatsen van de crèche, tegenover de Hollandsche Schouwburg, naar onderduikadressen. David staat met ijzingwekkende dilemma’s aan het hoofd van de Joodse Raad, ten overstaan van de gehele Joodse gemeenschap. Zijn pragmatisme zit hem in de weg, en hij moet volgens hemzelf telkens kiezen tussen twee kwaden. Deze vorm werkt goed, en creëert tegelijkertijd een groter inlevingsvermogen bij de kijker. Je krijgt inzicht in het hachelijke functioneren van de Joodse Raad en stelt je tegelijk belangrijke vragen. Waren voorzitters Cohen en Asscher zo naïef? Werden ze overdonderd? Wat wist de Joodse Raad precies over het lot van de Joden?

Hoge productiewaarde

De Joodse Raad is een productie van hoog niveau. Vanuit de Nederlandse mediawereld is geregeld te horen: ‘Het gat met Amerikaanse films en series wordt steeds groter.’ Critici denken dat we het niveau van Hollywood niet kunnen bijbenen door allerlei redenen als lagere investeringen, gebrek aan artistieke vrijheid en belangenverstrengeling. Bij de coproductie van Levitate en de EO is in elk geval geen sprake van mindere kwaliteit. De enscenering in zijn geheel maakt indruk en doet met waarachtige kostuums en realistische decors niet onder voor kwalitatieve oorlogsfilms. Evenals het sterke dramaspel van de cast.

Confronterend

Hoe het is afgelopen voor de Joden is alom bekend. Met plaatsvervangende schaamte zien we in de miniserie hoe overlevende Joden bij terugkeer worden onthaald in Nederland. Huizen en inboedel die zijn geconfisqueerd; verloren kinderen die met tegenzin moeten worden ‘teruggegeven’; en zelfs door de Nederlandse overheid bevroren erfenissen van vermiste familieleden, die pas na tien jaar kunnen worden opgeëist na het achterhalen welke geliefden in welke volgorde zijn overleden. En de waanzin ervan is; dit is echt gebeurd. Pierre Bokma stelt in interviews dat dit een van de zwaarste rollen uit zijn carrière is. Die rol heeft hij in ieder geval met verve gespeeld. Een prachtige en confronterende serie over een zwarte bladzijde uit onze geschiedenis.

Theater / Voorstelling

In Amsterdam moeten mensen wijken voor geld

recensie: Café 749 – Orkater
Café 749 - fotografie Bas de Brouwer (naamsvermelding altijd verplicht)-67_kleinBas de Brouwer

Voor wie Amsterdam kent als een dure stad van yuppen en expats is Café 749 een goede eyeopener. Aan de hand van het verhaal van de historische figuur Salomon de Miranda brengt Orkater in een rommelige maar charmante voorstelling de geschiedenis van de bíjna jubilerende hoofdstad. Een geschiedenis waarin juist de armoede zwaar weegt.

Amsterdammers zijn niet over één kam te scheren. Er zijn mensen met een dak boven het hoofd en mensen zonder woning. Er zijn rijke, arme, oude en jonge mensen die elkaar maar moeilijk begrijpen, is het uitgangspunt van Café 749.

Monne de Miranda

Amsterdam kende altijd al woningnood, al sinds de zestiende eeuw. Rond 1900 was de situatie zó nijpend, dat grote gezinnen in verkrotte eenkamerwoningen leefden. Wethouder Salomon ‘Monne’ de Miranda (1875-1942), een Sefardische Jood, sprong voor de armen in de bres. Mede door zijn toedoen werden overal in de stad woningbouwprojecten gestart om de ergste nood te lenigen.

Vroeger en nu

Muziektheatergroep Orkater legt de link tussen de huidige situatie en die in de tijd van De Miranda. Daartoe voeren ze de grijze kroegbaas Ben de Mens (Geert Lageveen) op. Zijn café moet wijken voor nieuwbouw. Daarmee verdwijnt een plek waar stamgasten decennialang lief en leed met elkaar deelden. De kroegbaas vertegenwoordigt de oude generatie.
Zijn paniekerige dochter Sara verdient de kost met paaldansen en wil het huis uit. Vanwege de woningnood is dat voor haar onbetaalbaar. Sara (Cripta Scheepers) staat voor de jongvolwassen Amsterdammer die geen woning kan vinden.
Haar oude vriendin Janice (Quiah Shilue) speelt de regisseur die een musical maakt over leven en werken van de socialistische wethouder Monne de Miranda. De stamgasten van de kroeg zijn de acteurs in die musical.

Daar tussendoor zet een groep acteurs de feestelijke en minder feestelijke kanten van de hoofdstad voor jonge Amsterdammers neer. Een koppel dat twijfelt of ze in deze verrotte wereld een kind willen krijgen. Een doorgesnoven yup die zich half in het Engels uitdrukt en die XTC uitdeelt.
En tussen dat alles door sjouwt de oude kroegbaas Ben, die veranderingen met lede ogen aanziet, en hen tevergeefs probeert tegen te houden.

Centrale Markthal

Orkater heeft de prachtige Centrale Markthal uit 1934 op het oude bedrijventerrein aan de Jan van Galenstraat ingericht als een groot uitgevallen café. Er zijn – binnen! – kermistenten die dienst doen als bar, regiecabine en tribune. Er is een hoog podium waarop musici zitten. Het Amsterdams Andalusisch Orkest, aangevuld met onder anderen het multitalent Dafne Holtland, voorziet Café 749 vanaf dat podium van sfeervolle en opzwepende muziek. Ook op dat hoge podium brengen de ‘stamgasten’ de gezongen biografie van De Miranda.
Een grote houten verhoging, midden in de ruimte, doet dienst als laag podium. Daar omheen zitten de toeschouwers op caféstoeltjes en barkrukken.

750-jarig bestaan

Orkater maakt deze voorstelling naar aanleiding van het aanstaande 750-jarig bestaan van Amsterdam. De tekst is geschreven door Leopold Witte (tevens regie) en Geert Lageveen (die ook de kroegbaas speelt). Door én de woningnood aan te kaarten – zowel die van vroeger als de huidige –, én het levensverhaal van Monne de Miranda te vertellen, én de sores van ouderen aan bod te laten komen, én de drugsproblematiek, én de klimaatprotesten, én de twijfels over de toekomst, hinkt Café 749 op erg veel gedachten tegelijk. Daardoor wordt deze vriendelijke, charmante voorstelling onvermijdelijk rommelig.

Plezierig

Plezierig is dat de tekst een heel stel punten van kritiek, of zelfs aanklachten bevat tegen de hedendaagse gang van zaken in Amsterdam. Tegen het gegeven dat mensen moeten wijken voor geld; alles is te koop. Tegen buitenlandse projectontwikkelaars. Tegen het ongebreidelde hedonisme in het clubcircuit. Tegen de manier waarop het vertrouwen van jongeren in de toekomst wordt ondermijnd. Tegen de expats, die het winnen van de gewone Amsterdammers.

Aanrader

Orkater maakte deze voorstelling in een paar weken tijd, met een heleboel medewerkers; en dan ook nog in een markthal waar ze de toeschouwers naartoe moeten brengen met behulp van een treintje vanaf de ingang van het terrein. Maar de sfeer zit er goed in, er is uitstekende muziek, er zijn drankjes. En er zijn vooral zeer bevlogen en gepassioneerde makers. Daarmee is Café 749 ondanks de rommeligheid wel degelijk een serieuze aanrader.

 

Tekst: Leopold Witte, Geert Lageveen
Regie: Leopold Witte
Spel: Geert Lageveen, Cripta Scheepers, Quiah Shilue, Niyazi Güveli, Stijn Schootstra, Lizzy van Vleuten, Danisha Violet Maris, Lowel caron, Hanna Rekveldt en vele anderen

Muziek: Jip van den Dool, Dafne Holtland, Remco Sietsema, Daniel van Huffelen, Hamza Amrani, Dwight Breinburg
Kostuums: Arien de Vries
Decor: Ruben Wijnstok
Lichtontwerp: Stefan Dijkman

Film / Films

Het zit in een hoekje

recensie: Boléro - Anne Fontaine
Bolero, un film d'Anne FontaineTriple P Entertainment

Hoe zet je de making of van een muziekstuk, in dit geval de bekende Boléro van Maurice Ravel (1875-1937) om in een film? Een beetje zoals Anne Fontaine dat doet dus. Zij is bekend door onder meer haar film Coco avant Chanel. Het script voor Boléro schrijft ze in samenwerking met Claire Barré en Jacques Fieschi. Ze baseren het op de biografie over Ravel van de bekende Franse musicoloog en Ravelkenner Marcel Marnat.

Wanneer het verhaal insteekt, is Ravel (Raphaël Personnaz) al een beroemd componist. De Russische choreografe Ida Rubinstein (Jeanne Balibar) weet wel wie ze vraagt om nieuwe, gewaagde en sensuele balletmuziek voor haar te schrijven. Die vraag legt een grote druk op de componist en hij komt tot niets. Hij, die de bijnaam ‘horlogemaker’ heeft en een sensueel ballet?

De geboorte van de Boléro

Er zijn vier momenten in de film die de stappen van de geboorte van de Boléro (1928) verbeelden.

Het eerste moment speelt zich af in een fabriekshal. Ida en Maurice horen het ritmisch stampen van de machines. Hij hoort er muziek in, zij niet.
We maken een sprongetje in de tijd. Ravel is op tournee door de Verenigde Staten. Hij hoort er een jazzsaxofonist en je ziet hem denken: dát zijn ze, die – wat hij noemt – ‘dronken syncopes’. Maar daar blijft het op dat moment weer bij.
Het derde moment is wanneer Misia Sert (Doria Tillier), de kunstbeschermer met wie hij een lange, platonische relatie heeft, met een waaier zit te spelen. Ravel kan maar geen genoeg krijgen van de repetitieve bewegingen. Het scheppingsproces gaat op dat moment een stapje verder en hij zegt: ‘Het zit in een hoekje en ik moet het pakken’. En toch zit hij wéér met leeg muziekpapier en een horloge voor zich. Er komt niets op dat papier, maar de tijd gaat dringen.
Het vierde en laatste moment is het liedje Valencia dat zijn dienstbode Madame Revelot (Sophie Guillemin) zingt. In de begeleiding die Ravel erbij speelt, hoor je niet alleen het kenmerkende ritme van de Boléro ontkiemen, maar ook de melodie ervan. De rest is hard werken aan de piano. Met een sigaret in de mond, zoals hij op veel foto’s staat.

Ravel en zijn tijd ‘gepakt’

Regisseur Anne Fontaine pakt Ravels wezen en de tijdgeest op een rake manier. Op een subtiele wijze legt ze nog een wordingsgeschiedenis vast, naast die van de Boléro. Namelijk Ravels bewustwording van zijn (waarschijnlijke) homoseksualiteit. Ze duidt het subtiel aan, maar spreekt niets in die richting echt uit.

Ravel mag dan wel de bijnaam ‘horlogemaker’ hebben, wanneer hij bij Misia is, worden de camerabeelden van Christophe Beaucarne soms opeens schokkerig (schouder-/handcamera?), als drukken ze emotie uit. Wanneer Ida en Maurice tegen het eind van de film weer terugkeren naar de fabriek, overhandigt hij haar het manuscript van het orkeststuk als symbool voor de moderniteit, een diepere laag die in de film wordt aangeraakt.

In dit verband hadden de flashbacks van Ravels dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog meer binnen dat kader mogen worden betrokken. Nu is het gissen in hoeverre dit invloed heeft op het ontstaan van de Boléro.

Biopic en documentaire

Dit is de eerste biopic over Ravel en diens Boléro, het meest uitgevoerde twintigste-eeuwse stuk uit de klassieke muziek. Als origineel en in tal van arrangementen. Aan het begin van de film komen ze kort langs. Net als in een documentaire over de Boléro uit 2016 van Fabien Caux-Lahalle, waarin ook beelden van Ravel zelf zijn te zien. En waarin eveneens het verband met de fabriek wordt gelegd. In de film vernemen we ook dat het manuscript van de Boléro weer in 1992 opduikt en nu, als staatseigendom, wordt beheerd in de Bibliothèque Nationale de France in Parijs.

Eigenlijk zou je beide films, de biopic en de documentaire over met name rechtenkwesties aangaande het stuk, in relatie tot elkaar moeten bekijken.
De film van Fontaine ging in première tijdens het afgelopen International Film Festival Rotterdam en draait vanaf 2 mei 2024 in de filmtheaters.

Franz-Marc_Kaempfende-Formen_1080x1550px
Boeken / Non-fictie

Strijd in de digitale schemerwereld

recensie: Huib Modderkolk – Dit wil je écht niet weten
Franz-Marc_Kaempfende-Formen_1080x1550px

Onderzoeksjournalist Huib Modderkolk benoemt in zijn boek Dit wil je écht niet weten de gevaren van moderne technologie en welke schemerpraktijken er achter de schermen plaatsvinden. Delen van dit onderzoek waren onderwerp van de laatst verschenen documentaire Niemand die het ziet van BNNVARA. Hierin onderzocht hij de wereld van spionage, sabotage en desinformatie en ging op zoek naar de rol van de inlichtingendienst AIVD bij een aanslag op een kernreactor in Iran. In zijn boek krijg je het complete verhaal. Geschreven als een spionageroman. Verontrustend in al zijn facetten.

Huib Modderkolk is al meer dan tien jaar onderzoeksjournalist op het gebied van technologie, privacy en de inlichtingendiensten. In zijn eerste boek Het is oorlog maar niemand die het ziet beschrijft hij hoe de veiligheidsdiensten door de verbetering van technologie hun invloed hebben kunnen vergroten. Hierdoor hebben we tegenwoordig te maken met grootscheepse spionage en beïnvloeding, iets wat burgers en overheden kwetsbaar maakt en democratische rechtstaten ondermijnt – Russische hackers die stroom in Europa uitzetten, Chinezen die kostbare informatie stelen en Britse en Amerikaanse hackers die binnendringen bij telecomproviders, advertentiepartijen en het internationale bankverkeer. Technologie is lang het paradepaardje geweest van onze maatschappij, maar hoe lang nog?

Niemand is meer anoniem

Tegenwoordig is het geen geheim meer: bijna ieder bedrijf verzamelt data over je. Overal waar je een account aanmaakt worden gegevens opgeslagen: zoals bij je aanmelding voor de tennisvereniging, bij je webwinkelbestelling of je sollicitatie. Daarnaast weten de grootste dataverzamelaars als Meta en Google minutieus wie je bent, waar je bent, waar je het over hebt, naar kijkt, naar zoekt en hoe vaak je online bent. Alles wordt opgeslagen in databases en hackers kunnen hiertoe toegang krijgen.

Hoe meer online activiteit een gebruiker heeft, des te nauwkeuriger het profiel.

Niemand is meer anoniem. Daarnaast is moderne apparatuur (zoals de smart-tv, de robotstofzuiger, de moderne deurbel en de nieuwe auto) makkelijk te hacken door systeemfouten. Deze almaar groeiende surveillancemogelijkheden zijn logischerwijs een walhalla voor hackers en inlichtingendiensten. Hier wordt dan ook op grote schaal misbruik van gemaakt. Met alle gevolgen van dien.

Cyberoorlog

Sinds 2010 veranderde er iets fundamenteels in de digitale inlichtingenverzameling. Met de inzet van het Stuxnet sabotagevirus – geïnitieerd door Amerika en Israël – is er een nieuw middel toegevoegd aan het digitale domein, namelijk oorlogvoering. Rond die tijd zag de mondiale hack-gemeenschap dat er een nieuw virus rondwaarde dat de potentie had àlle Windows-computers te infecteren. Een van de hackers analyseerde het virus en kwam er achter dat het als einddoel had om een Siemens apparaat te ontregelen. En niet zomaar een Siemens apparaat: een Siemens computer waarvan er maar één op de wereld bestond en die zich bevond in een nucleaire faciliteit in de Iraanse woestijn. Het was de start van digitale oorlogvoering. Sindsdien is het hek van de dam.

Oorlogszuchtige AIVD en MIVD

Opvallend genoeg wil Nederland ook een rol in die giftige geopolitieke cocktail. Sinds een wetswijziging onder Balkenende handelden de AIVD en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst MIVD lange tijd als ‘cowboys’ en verkregen daardoor een dikke vinger in de pap in de geopolitieke inlichtingenwereld. Nu ze een plek hebben bemachtigd, willen ze deze natuurlijk ook behouden. Daarom lobbyen ze steeds vaker voor versoepeling van de huidige wetgeving om goed aangemerkt te blijven bij de grote inlichtingenspelers. Toch kun je je afvragen waarom Nederland zich überhaupt mengt in geopolitieke oorlogvoering net als bij Stuxnet; wij zijn helemaal niet in oorlog met Iran. Het antwoord blijkt te liggen in de Nederlandse handelsgeest: met goede inlichtingen kun je kennelijk ook handel drijven.

China is klimaatverandering

Hacken door veiligheidsdiensten is gemeengoed geworden. Rusland, Iran en China focussen zich veelal op westerse doelen, maar vice versa gebeurt er net zoveel. Rusland en Iran willen voornamelijk hun tegenstanders verzwakken, het Westen is gericht op inlichtingen en ontregeling. China heeft een andere insteek: het is merendeels uit op diefstal van gevoelige informatie. Omdat het een opkomende macht is, heeft het er veel belang bij om kennis te vergaren, zoals die van chipmaker ASML, maar ook die van General Electric die vliegtuigmotoren ontwerpt. Zij doen er alles aan om minder afhankelijk te worden van het Westen. Door informatie te stelen – momenteel met honderdduizenden hackers en vaak zonder een spoor achter te laten – besparen ze kostbare ontwikkeltijd en dus miljarden aan euro’s. Onder westerse inlichtingendiensten geldt: ‘Rusland is een storm, China klimaatverandering.’ Modderkolk schrijft dat het Chinese beleid toch geregeld uit de publiciteit wordt gehouden, vaak vanwege de grote belangen.

Geopolitieke pionnen

Gewone burgers zijn helaas niks meer dan pionnen; muisklikkers die een phishingmail (nepmail) openen en daarmee hun computer infecteren zodat hackers toegang kunnen krijgen. Maar ook manipulatie maakt van ons marionetten. Rusland beïnvloedt ons bijvoorbeeld via streng orthodox-christelijke instellingen die zijn gevestigd in het Westen. Deze wakkeren bij ons discussies aan over zaken als lhbtq+-rechten, onderwijs of ze proberen gevoelige onderwerpen te problematiseren. Goede voorbeelden zijn hierin het cancelen van kinderboekenschrijver Pim Lammers, de Week van de Lentekriebels of MH17. Wij trappen er ook voortdurend in. Zelfs politici vallen voor deze manipulatie.

Technologie met consequenties

Modderkolk vindt dat we daarom goed moeten nadenken of we nieuwe technologieën wel zo snel moeten omarmen. Hij ziet daarin een groeiend probleem: ‘Burgers, bedrijven en overheden [hebben] amper zicht op de ingrijpende en langdurige gevolgen van digitalisering. Ze vinden het belangrijk dat hun apparaten functioneren.’ Nieuwe technologie staat gelijk aan grotere winsten voor bedrijven, opsporingsdiensten beloven daarmee meer veiligheid; toch is er geen oog voor de sluimerende consequenties. Wat we volgens hem nu zien: een jeugd die telefoonverslaafd is, datalekken die iedere Nederlander zullen treffen, bedrijven die niet weten of er hackers in hun systemen zitten (zij het Chinese of westerse), demonstranten die nooit meer anoniem zijn en ondermijning van onze democratie met desinformatie. De vraag is: waar gaat dat heen?

Dit wil je écht niet weten is een verontrustend boek over wat er speelt in de schemerwereld van het digitale domein, welke belangen er zijn en hoe weinig wij er als individu vaak aan kunnen doen. Toch is het belangrijk dat het aangekaart wordt, Modderkolk doet dat uitstekend.

Dit wil je écht niet weten van Huib Modderkolk is 5 maart 2024 verschenen en is verkrijgbaar via de bekende boekhandels.

The Iron Claw
Film / Films

IJzersterke broederliefde

recensie: The Iron Claw - Sean Durkin
The Iron Claw

Zac Efron geeft de performance van zijn leven in de waanzinnige biopic over de Von Erichs, een familie showworstelaars uit de jaren 80. Naast de extreme fysieke uitdaging wordt ook de mentaliteit van de familie op de proef gesteld door ongekende tegenspoed, die door de familie zelf een vloek wordt genoemd.

De film gaat over zowel de opkomst als de teloorgang van levende legendes. Nadat vader Fritz (Holt McCallany) in de jaren 60 een klein imperium heeft opgebouwd door worstelen uit te zenden op televisie in Dallas, is het nu de beurt aan zijn zoons om de welbefaamde titel van wereldkampioen zwaargewichtworstelen binnen te halen. Het tragische verloop van de carrière van de Von Erichs is zo meeslepend dat het niet uitmaakt of de kijker wel of geen voorkennis heeft van de familie, laat staan van worstelen. De aantrekkingskracht van het verhaal zit in het familieverband. Fritz traint zijn zoons om het beste uit ze te halen, maar lijkt hierin door te slaan. In het begin van de film geeft hij een rangschikking van zijn vier zoons waarbij de drie die thuis wonen, niet kunnen tippen aan Kerry (Jeremy Allen White), die olympisch discuswerper is. Fritz’ obsessie met prestatie wordt hiermee bevestigd en al snel blijkt dat de zoons nooit zullen voldoen aan zijn verwachtingen.

Warme familiescènes

De liefde tussen de broers is het krachtigste punt van de film. De echte Kevin von Erich, die geraadpleegd is om deze film te realiseren, had slechts één eis: het moest duidelijk zijn dat hij van zijn broers houdt. Regisseur Sean Durkin heeft dit ter harte genomen. Tussen al het geweld in de ring door, wordt de tijd genomen om de mannen te laten genieten van elkaars aanwezigheid. Of het in de ring is, tijdens het werk op de familieboerderij of op vrijdagavond op zoek naar avontuur: wanneer de broers samen zijn, blijkt uit alles dat hun liefde voor elkaar groot is.

Intense training

Wanneer Kevin (Efron) en David (Harris Dickinson) samen de ring in trekken, is het opzwepende effect dat ze op het publiek hebben invoelbaar voor de kijker. De dynamiek verandert wanneer blijkt dat David beter is in het opjutten van het publiek dan Kevin. Ook is de introductie van Kerry een visueel spektakel. De choreografie van de drie-tegen-drie gevechten waarin de broers synchroon een tegenstander de ring uit werken, is ongekend. De mannen zien er old school cool uit en de vechtmontages gepaard met de rockmuziek uit de jaren 80 zorgen voor memorabele beelden.

Dat het om serieus werk gaat, moge duidelijk zijn. Wanneer Kevin gevraagd wordt of show-worstelen nep is, zegt hij dat er niets nep is aan wat ze doen. Net als een film wordt show-worstelen met een specifiek narratief ingestoken en is een winnaar vaak van tevoren vastgesteld. Dat neemt niet weg dat er flinke klappen geïncasseerd moeten worden. Bij de eerste verwonding die de film toont, weet je als kijker al dat dit niet de laatste, noch de ergste gaat zijn.

Aan de toewijding van de atleten – en in deze film de acteurs – kan niet worden getwijfeld. Iedere vrije minuut wordt door de mannen besteed aan fysieke training, want in de ring worden er harde klappen uitgewisseld. Het begin van de film bestaat uit beelden van Kevin die opstaat om een stuk te gaan rennen. De focus op het afgetrainde lichaam van Efron bewijst dat hij (evenals White en Dickinson) hard heeft gewerkt om deze rol te vervullen.

Waargebeurd verhaal aangepast

De kijker wordt meegenomen in een wereld van showmanship en ziet hoe breekbaar en menselijk de performers zijn. Het waargebeurde verhaal heeft zelfs een aantal wijzigingen ondergaan om de film geloofwaardiger te maken. Deze paradox spreekt voor de intensiteit van The Iron Claw. De film weet de fragiliteit van mannelijkheid meesterlijk te visualiseren. De worstellegendes zijn niet vergeten en deze film stelt hun nalatenschap veilig.

Kunst / Expo binnenland

Overrompelende overzichtstentoonstelling Abramović

recensie: Marina Abramović - Stedelijk Museum Amsterdam
Abramović's PortalPersmap Stedelijk Museum Amsterdam (https://www.stedelijk.nl/nl/persbeeld/marina-abramovic)

Of ze nog iets mag zeggen, vraagt Marina Abramović aan het eind van de perspresentatie van de grote overzichtstentoonstelling met haar werk in het Amsterdamse Stedelijk Museum. Ze zegt dat haar werk lang wordt genegeerd, maar dat ze liefheeft, vecht en uiteindelijk wint. Je kunt het opvatten als een variant op ‘Ik kwam, ik zag, ik overwon’, maar tegelijk is het statement ook een soort motto van de expositie.

Abramović komt in 1946 in Belgrado ter wereld, ziet in het Westen dat er ook wat kunst betreft meer vrijheid mogelijk is, overwint alle problemen waar ze tegenaan loopt en wordt een gevierd kunstenaar.

Alleen al de entree nodigt de bezoeker uit om door haar kunstwerk Portal, een poort van het mineraal seleniet, de tentoonstelling binnen te lopen. Fysiek én mentaal de tentoonstelling binnen te gaan. Abramović ziet dit binnenkomen als een overgang van onder meer donker naar licht. Het hóéft niet, je kunt er ook omheen lopen, net als bij het participatieve kunstwerk Imponderabilia waarin een naakte man en vrouw met de gezichten naar elkaar toe in een smalle deuropening staan. Als bezoeker kun je je voorzichtig tussen hen doorwurmen. Oorspronkelijk waren het Abramović en haar toenmalige partner Ulay (Frank Uwe Laysiepen, 1943-2020) die zo stonden, nu voeren 27 door het Marina Abramović Institute opgeleide jonge mensen deze en andere performances vier keer per dag uit in het Stedelijk Museum. Eén performance volgt nog tijdens het aanstaande Holland Festival in juni: The House with the Ocean View.

Ik kwam

De bezoeker die als der Dritte im Bunde participeert binnen een kunstwerk is kenmerkend voor het leven en werk van Abramović. Ze wordt geboren in een gezin waarin ze zich als derde, als enig kind, te veel voelt. Haar moeder is gewelddadig en Abramović wordt uiteindelijk opgevoed door haar grootmoeder. Zij brengt haar liefde voor beeldende kunst bij. Abramović begint met schilderen, maar wordt uiteindelijk vooral bekend door haar performances.
Een kunstenaar die vanaf het begin grote invloed op haar heeft, is de Roemeen Constantin Brâncuşi (1876-1957). Diens state of mind zet haar op het spoor van spiritualiteit, dat haar hele werk doordesemt. Dát, zegt ze tijdens de perspresentatie, is het belangrijkste, niet welk medium ze gebruikt.

Beide elementen, gewelddadigheid en spiritualiteit, komen samen in het eerste kunstwerk waar je als bezoeker tegenaan loopt als je door het Portal binnenkomt: Rhythm 0 (1974). Het is een lange tafel met een wit tafelkleed, als is het een altaar. Donker en licht, of hier liever goed en kwaad, staan als het ware naast elkaar uitgestald.

Rhythm 0

Zaaloverzicht, Marina Abramović, Stedelijk Museum Amsterdam, 2024. Foto: Peter Tijhuis

Wie de memoires (Walk through Walls, 2016) van Abramović heeft gelezen, herkent veel van de 72 objecten op tafel: een kleine revolver, een exemplaar van Dostojevski’s De idioot en messen aan de ene kant. Ze zijn gebruikt tijdens performances, al dan niet door een derde (het publiek) met soms bijna rampzalige gevolgen. Aan de andere kant tref je op de tafel bijvoorbeeld wijn en glazen, een kaars en een servet aan. Deze objecten komen allemaal later op de een of andere manier in de tentoonstelling terug, zoals in het eerder genoemde The House with the Ocean View in de laatste zaal. Dit werk bestaat uit drie sober ingerichte kamers (bad-, woon- en slaapkamer) die hoog aan de wand zijn bevestigd. De performer brengt er twaalf dagen dag en nacht in door, zonder te eten en te praten. Met een trap zou de performer eruit moeten kunnen. Alleen bestaan de sporten van de trap uit messen …

Ik zag

In 1976 verkast Abramović naar Amsterdam. Hier levert ze een indrukwekkende bijdrage aan de tentoonstelling Fuente: Juan de la Cruz 1591-1991 in de Nieuwe Kerk (1991-1992, niet in het Stedelijk Museum te zien). Vier torens met in het midden een leeg vierkant. Die leegte maakt het kunstwerk. Op het ene moment vormt licht dat op dat vierkant schijnt een kruisvorm op de grond, op een ander moment is het de schaduw van een mens (de derde) die dat doet. Je wordt uitgenodigd om als bezoeker onder een van de met een steen afgedekte torentjes te gaan staan. Wellicht zou je dan zoiets ervaren als ‘de duistere nacht van de ziel’ waar de mysticus Juan de la Cruz het over heeft.

Ik overwon

Zaaloverzicht Abramović

Zaaloverzicht, Marina Abramović, Stedelijk Museum Amsterdam, 2024. Foto: Peter Tijhuis

Abramović woont zo’n dertig jaar in Amsterdam. Thans is zij woonachtig in New York, waar ze in 2010 een grote tentoonstelling heeft in het Museum of Modern Art (MoMA). Deze expositie zet haar werk als grand lady van met name performances voor eens en altijd op de kaart. De huidige tentoonstelling in Amsterdam is volgens Rein Wolfs, directeur van het Stedelijk Museum, completer dan die van zes jaar geleden in Bonn. Alle aspecten van haar werk komen erin voor. ‘Van fysieke interactie en agressie naar stilte en spirituele verbinding’, stelt een tekstbordje. De goede verstaander begrijpt echter dat al deze aspecten van begin af aan al in haar kunst aanwezig zijn.

Het is een overrompelende ervaring, dit retrospectief van ruim zestig werken in de kelder van het Stedelijk Museum. Vormgegeven als een soort doolhof. En met de nadruk op reperformances en opnamen van performances op grote, hangende videoschermen. Schuren, zoals je zou verwachten, doen lang niet alle werken (meer). Misschien hier en daar een beetje, maar dan richting kitsch, zoals de foto Artist Portrait with a Candle. Maar er is genoeg aan dit weerzien te beleven om een gang naar het Stedelijk meer dan de moeite waard te maken.

Film / Films

Typisch Nederlandse romcom met tropische twist

recensie: Verliefd op Bali - Johan Nijenhuis
FilmstillFilmdepot

Nederlandse romantische komedies; je kunt er niet omheen. Op regelmatige basis verschijnen er nieuwe films in dit genre in de bioscoop. Of je nu naar deze films gaat uit onironische voorliefde of omdat het je guilty pleasure is, deze films vergelijken met internationale Oscarwinnaars is niet passend en nietszeggend. Maar binnen hun genre is het nog steeds mogelijk om het kaf van het koren te scheiden. Deze maand verscheen Verliefd op Bali, de nieuwste romcom in de alsmaar groeiende lijst van regisseur Johan Nijenhuis. Hoe scoort deze film binnen zijn genre?

Na Verliefd op Ibiza (2013) en Verliefd op Cuba (2019) vertrok Nijenhuis met zijn cast naar Indonesië voor zijn nieuwste film Verliefd op Bali. In de eerste minuten ontmoet de kijker influencer Jenny (Anouk Maas) die samen met haar vriend en collega-influencer (Soy Kroon) op wereldreis is. Terwijl ze in Londen zijn, bereikt Jenny het nieuws van het overlijden van haar oma (Wieteke van Dort). Terug in Nederland voor de uitvaart maakt de toeschouwer kennis met Jenny’s moeder Cornelie (Nadja Hüpscher) en zusje Dewi (Tara Hetharia). Tot frustratie van Cornelie zijn haar twee dochters uit elkaar gegroeid. Jongste dochter Dewi laat blijken meer te willen weten over haar oma en hun Indische familiegeschiedenis. Jenny spot hier een kans: ze wil een sponsordeal binnenhalen en op stap met haar familie naar Bali.

Volwassener verhaal

Filmstill

Dutch Filmworks

Hoewel het uitgangspunt van de film redelijk lijkt op dat van zijn voorgangers in de Verliefd Op-serie, weet deze film meer diepgang te tonen. Thema’s als Indisch zwijgen en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog worden niet geschuwd, maar ook de Indische cultuur, zoals de volksverhalen, komt aan bod. Nijenhuis weet een mooie balans te vinden tussen deze serieuze thema’s en de luchtigheid die een romcom eigen is. Daar ligt gelijk de uitdaging van de film, want met de vele gelijklopende verhaallijnen komt niet alles tot zijn recht. Dat alle drie de vrouwen, ondanks een zogenaamde liefdesvloek die op de familie zou liggen, allemaal op de eerste dag op het eiland hun grote liefde ontmoeten, ondermijnt de andere verhaallijnen. Dat seks met Frank (Edwin Jonker) de doorslaggevende reden lijkt te zijn om de vloek te doorbreken, is licht absurdistisch.

Een waar BN’er festijn

Voor deze romantische film werd weer een breed scala aan bekende Nederlandse acteurs aangeboord. Zeg je ‘Nederlandse romcom’, dan zeg je natuurlijk ‘Jim Bakkum’. Waar in de eerste twee films uit de reeks Jan Kooijman de centrale love interest speelde, is die taak nu aan Bakkum, en die taak is hem niet onbekend. Hij speelt de nieuwe liefde van Jenny, en de rol van haar ex-vriend is voor Kroon. Evenmin verrassend, want hoewel Kroon zich in het theater waagt aan een verscheidenheid aan thema’s en onderwerpen (o.a. Trompettist in Auschwitz en Goodbye, Norma Jeane) zie je hem op televisie voornamelijk in romantische komedies in erg vergelijkbare rollen. Iets wat uw recensenten gekscherend het ‘Soy Kroon-effect’ noemen, maar wat natuurlijk ook op Bakkum van toepassing is.

Ruimte voor vrouwelijk talent

Dutch Filmworks

De vrouwelijke rollen in het verhaal zijn een stuk gelaagder dan de mannelijke en creëren zo meer ruimte voor de vrouwen om uit te blinken. Ze worstelen allemaal met verschillende thema’s, zoals ingewikkelde moeder-dochterrelaties, een ontdekkingstocht naar jezelf en een zoektocht naar de familiegeschiedenis. Maas weet de hysterie rondom de emotionele rollercoaster van influencer Jenny overtuigend neer te zetten. Hetharia heeft de taak om de zwaardere verhaallijn over de zoektocht naar hun familieverleden te verbeelden, waarbij ook een ontluikende kalverliefde komt kijken. Hüpscher en Van Dort verbeelden een ingewikkelde moeder-dochterrelatie, die zelfs na de dood niet zomaar blijkt te stoppen. Een ingewikkeld verhaal over rouw en acceptatie.

Het derde deel in de Verliefd Op-serie troeft zijn voorgangers met gemak af. Waar de gehele serie bekend staat om voor luchtig vermaak te zorgen, weet Verliefd op Bali daadwerkelijk goede en intrigerende verhaallijnen neer te zetten. Daarmee zet Nijenhuis na de film Marokkaanse bruiloft (2022) verdere stappen richting het vertellen van verhalen die de Nederlandse multiculturele samenleving rijk is.