Tag Archief van: recensie

Omslag Yellowface
Boeken / Fictie

Zoals men zijn bed opmaakt, zo moet men erin liggen

recensie: Rebecca Kuang – Yellowface
Omslag Yellowface

Het schrijven van een recensie over Yellowface is het literaire equivalent van een matroesjkapoppetje. Het betreft namelijk een recensie over een roman die een verhaal schetst óver het schrijven van een roman en de daaropvolgende beoordelingen. Yellowface van Rebecca Kuang geeft een pijnlijke inkijk in sommige dystopische kenmerken van de huidige maatschappij. Hoewel het officieel geen thriller betreft, bezorgt het verhaal de lezer rillingen over de rug wanneer de hoofdpersoon zich diep in de nesten werkt. Een leugen als een groeiende zeepbel die op een gegeven moment wel móét barsten, en dat gebeurt ook.

Vanaf de eerste pagina is de jaloezie van hoofdpersoon en beginnend schrijfster June Hayward te proeven. ‘Vriendin’ Athena heeft alles wat June niet heeft – met als grootste pijnpunt de gave om bestsellers te schrijven. De oppervlakkige vriendschap lijkt tussen de regels door gebaseerd op jaloezie en een gebrek aan vriendschapswaardige personen.

The Last Front

Al snel krijgt de roman een interessante wending: een noodlottig ongeval vindt plaats, waardoor June het zojuist afgeronde, indrukwekkende manuscript van Athena in handen krijgt. Hoe zonde zou het zijn als het niet wordt gepubliceerd? Met die motivatie maakt June het magische manuscript af en stuurt het, onder haar eigen naam, naar haar hongerige uitgevers en managers. Zij zijn lyrisch over ‘haar’ inzending getiteld The Last Front. In een mum van tijd reist June – voortaan Juniper Song, want na haar geflopte debuut moet haar naam wel nieuw leven ingeblazen worden – naar de absolute literaire top. Uitnodigingen, royalty’s en literaire award-nominaties vliegen haar om de oren. Dit is waar ze al jaren op wacht. Juniper Song blijft zichzelf geruststellen met de gedachte dat ze het manuscript nog wel heeft afgemaakt; zonder haar werk zou het niet publicabel zijn geweest. Het wordt echter steeds moeilijker om onder de radar te houden dat Juniper nogal wat hulp heeft gekregen bij het bedenken en schrijven van The Last Front. Vooral als er nieuw werk van de verse bestsellerschrijfster wordt verwacht.

Digitale druk

Dit verhaal leest als een dystopische roman die de huidige tijdgeest pijnlijk realistisch beschrijft. Het doet denken aan Orwells 1984, gezien de sociale controle op alles wat de hoofdpersoon zegt (lees: tweet) en/of publiceert. Op ieder woord dat Juniper Song publiceert of op een andere manier de wereld in brengt, wacht een leger haters om haar onder de loep te nemen en te bekritiseren. Door een angst voor cancellation en een verslaving aan oplichtende meldingen (c.q. dopamine) is Juniper vastgelijmd aan haar smartphone. De roman geeft hierdoor een realistische kijk op de haat- en cancelcultuur op sociale media. Hoe het zo’n 30 jaar geleden om een paar boekrecensies in populaire kranten en tijdschriften ging, staat het internet nu vol met subjectief en ongeremd commentaar. Bij de lezers die de Netflix-serie Black Mirror kennen, zal hetzelfde gevoel van angst en herkenning worden opgeroepen. Het komt in dit verhaal duidelijk naar voren hoe technologie, globalisering en innovatie ook verkeerde gevolgen kunnen hebben.

Verder legt deze roman bloot hoe met name jongeren zich (te) veel vergelijken met leeftijdsgenoten die ogenschijnlijk meer succes hebben volgens jaloersmakende internetposts. ‘De ander’ behaalt betere resultaten en succes lijkt anderen zonder al te veel moeite aan te komen waaien. Moeite en afwijzingen laat natuurlijk niemand in het openbaar zien. In dit verhaal staat succes boven gemeenschapsgevoel en liefde. Racisme en stereotypering zijn eveneens terugkerende thema’s, die de witte Juniper de nodige kritiek bezorgen.

Intrigerend met beperkingen

Het plot van het verhaal is spannend, maar soms ietwat ongeloofwaardig. Juniper Song lijkt met heel veel geluk en toevalligheden onder veel consequenties uit te komen. Dit maakt het verhaal bijna surrealistisch en maakt identificatie met de hoofdpersoon niet altijd voor de hand liggend. De actualiteit is de vloek en zegen van deze roman: het stipt maatschappelijk relevante kwesties aan die de lezer tot kritisch denken dwingen, maar dit maakt de roman minder leesbaar voor de generatie geboren vóór pakweg 1975. Het gebruik van sociale media-specifieke terminologie gaat ten koste van de universele leesbaarheid van het verhaal.

Rebecca Kuang (1996) is geboren in Guangzhou, China. Op vierjarige leeftijd verhuisde zij naar de Verenigde Staten en groeide op in Dallas, Texas. Zij heeft onder andere geschiedenis gestudeerd aan de Georgetown universiteit in Washington D.C. Eerder verschenen boeken van haar zijn onder meer haar debuut ‘The Poppy War’ (2018) en ‘Babel’ (2021). Voor ‘Yellowface’ (2023) won Kuang onder andere de Goodreads Choice Award voor de categorie Fictie.

Omslag Yellowface
Boeken / Fictie

Zoals men zijn bed opmaakt, zo moet men erin liggen

recensie: Rebecca Kuang – Yellowface
Omslag Yellowface

Het schrijven van een recensie over Yellowface is het literaire equivalent van een matroesjkapoppetje. Het betreft namelijk een recensie over een roman die een verhaal schetst óver het schrijven van een roman en de daaropvolgende beoordelingen. Yellowface van Rebecca Kuang geeft een pijnlijke inkijk in sommige dystopische kenmerken van de huidige maatschappij. Hoewel het officieel geen thriller betreft, bezorgt het verhaal de lezer rillingen over de rug wanneer de hoofdpersoon zich diep in de nesten werkt. Een leugen als een groeiende zeepbel die op een gegeven moment wel móét barsten, en dat gebeurt ook.

Vanaf de eerste pagina is de jaloezie van hoofdpersoon en beginnend schrijfster June Hayward te proeven. ‘Vriendin’ Athena heeft alles wat June niet heeft – met als grootste pijnpunt de gave om bestsellers te schrijven. De oppervlakkige vriendschap lijkt tussen de regels door gebaseerd op jaloezie en een gebrek aan vriendschapswaardige personen.

The Last Front

Al snel krijgt de roman een interessante wending: een noodlottig ongeval vindt plaats, waardoor June het zojuist afgeronde, indrukwekkende manuscript van Athena in handen krijgt. Hoe zonde zou het zijn als het niet wordt gepubliceerd? Met die motivatie maakt June het magische manuscript af en stuurt het, onder haar eigen naam, naar haar hongerige uitgevers en managers. Zij zijn lyrisch over ‘haar’ inzending getiteld The Last Front. In een mum van tijd reist June – voortaan Juniper Song, want na haar geflopte debuut moet haar naam wel nieuw leven ingeblazen worden – naar de absolute literaire top. Uitnodigingen, royalty’s en literaire award-nominaties vliegen haar om de oren. Dit is waar ze al jaren op wacht. Juniper Song blijft zichzelf geruststellen met de gedachte dat ze het manuscript nog wel heeft afgemaakt; zonder haar werk zou het niet publicabel zijn geweest. Het wordt echter steeds moeilijker om onder de radar te houden dat Juniper nogal wat hulp heeft gekregen bij het bedenken en schrijven van The Last Front. Vooral als er nieuw werk van de verse bestsellerschrijfster wordt verwacht.

Digitale druk

Dit verhaal leest als een dystopische roman die de huidige tijdgeest pijnlijk realistisch beschrijft. Het doet denken aan Orwells 1984, gezien de sociale controle op alles wat de hoofdpersoon zegt (lees: tweet) en/of publiceert. Op ieder woord dat Juniper Song publiceert of op een andere manier de wereld in brengt, wacht een leger haters om haar onder de loep te nemen en te bekritiseren. Door een angst voor cancellation en een verslaving aan oplichtende meldingen (c.q. dopamine) is Juniper vastgelijmd aan haar smartphone. De roman geeft hierdoor een realistische kijk op de haat- en cancelcultuur op sociale media. Hoe het zo’n 30 jaar geleden om een paar boekrecensies in populaire kranten en tijdschriften ging, staat het internet nu vol met subjectief en ongeremd commentaar. Bij de lezers die de Netflix-serie Black Mirror kennen, zal hetzelfde gevoel van angst en herkenning worden opgeroepen. Het komt in dit verhaal duidelijk naar voren hoe technologie, globalisering en innovatie ook verkeerde gevolgen kunnen hebben.

Verder legt deze roman bloot hoe met name jongeren zich (te) veel vergelijken met leeftijdsgenoten die ogenschijnlijk meer succes hebben volgens jaloersmakende internetposts. ‘De ander’ behaalt betere resultaten en succes lijkt anderen zonder al te veel moeite aan te komen waaien. Moeite en afwijzingen laat natuurlijk niemand in het openbaar zien. In dit verhaal staat succes boven gemeenschapsgevoel en liefde. Racisme en stereotypering zijn eveneens terugkerende thema’s, die de witte Juniper de nodige kritiek bezorgen.

Intrigerend met beperkingen

Het plot van het verhaal is spannend, maar soms ietwat ongeloofwaardig. Juniper Song lijkt met heel veel geluk en toevalligheden onder veel consequenties uit te komen. Dit maakt het verhaal bijna surrealistisch en maakt identificatie met de hoofdpersoon niet altijd voor de hand liggend. De actualiteit is de vloek en zegen van deze roman: het stipt maatschappelijk relevante kwesties aan die de lezer tot kritisch denken dwingen, maar dit maakt de roman minder leesbaar voor de generatie geboren vóór pakweg 1975. Het gebruik van sociale media-specifieke terminologie gaat ten koste van de universele leesbaarheid van het verhaal.

Rebecca Kuang (1996) is geboren in Guangzhou, China. Op vierjarige leeftijd verhuisde zij naar de Verenigde Staten en groeide op in Dallas, Texas. Zij heeft onder andere geschiedenis gestudeerd aan de Georgetown universiteit in Washington D.C. Eerder verschenen boeken van haar zijn onder meer haar debuut ‘The Poppy War’ (2018) en ‘Babel’ (2021). Voor ‘Yellowface’ (2023) won Kuang onder andere de Goodreads Choice Award voor de categorie Fictie.

Kunst / Expo binnenland

De kunst mag spreken

recensie: ARTZUID 2025 – Amsterdam Sculptuur Biënnale
APEX (2025) - Ricardo van EykJW Kaldenbach Photography

In Amsterdam-Zuid heb je grofweg lanen en pleinen. Op de een of andere manier structureren ze inhoudelijk de negende editie van de tweejaarlijkse tentoonstelling ARTZUID. Het is elke keer weer de moeite waard om de hedendaagse kunst in gesprek te zien gaan met de al (be)staande beelden in het Plan Zuid van Berlage.

De overkoepelende titel is dit jaar Enlightenment (Verlichting). Of, zoals in een flyer staat te lezen: ‘De titel (…) verwijst naar (…) de 18de eeuw (…). Een eeuw van de rede (…). Tegelijkertijd was er de keerzijde van het kolonialisme (…). Deze paradox (…) is nu net zo actueel als toen en hoort bij het discours’ in de 750-jarige stad.

The Ones XI (2024) - Micky Hoogendijk

The Ones XI (2024) – Micky Hoogendijk, © JW Kaldenbach Photography

Als je als bezoeker bij Station Zuid de uitgang richting Oud-Zuid neemt, stuit je onder het viaduct met de tram- en bushaltes op het Prinses Amaliaplein. Hier staat als eerste van de in totaal zeventig beelden het adembenemende Bloemen Ikonen (lichttekens) van Adelheid en Huub Kortekaas. Het stelt een lichaam voor waarvan het hoofd als het ware is omkranst door bloemen. Intuïtief voel je aan dat het concept hiervan verdergaat dan de hersens, de ratio; de bloemen reiken tot rondom de hartstreek. Is het een statement dat curator Ralph Keuning voor deze ARTZUID maakte? Nee – want hij gaat uit van een ‘enerzijds’ en ‘anderzijds’ en niet van een eenheid zoals Adelheid en Huub Kortekaas. Maar een mooie binnenkomer is het.

Invulling van het begrip ‘verlichting’

Wanneer je vervolgens de eerste laan vanaf deze kant, de Minervalaan, inloopt, stuit je op een rationeel opgebouwd werk als Palletstapel van Wouter van der Giessen. Met rode, gele, blauwe en groene banen. Nét geen Mondriaan met diens primaire kleuren rood, geel en blauw. Je ziet echter ook een andere invulling van het begrip ‘verlichting’ door Keuning: Water van Ronald Westerhuis, bekend van het Nationaal Monument MH17. Water kan immers – wanneer het straks warm weer is – verlichting bieden.

Na het informatiepunt wordt het echter anders. Aan de Apollolaan lijken als het ware pleintjes of eilandjes te zijn gemaakt. Op het ene pleintje stuit je op kunst die op de een of andere manier te maken heeft met wat Keuning de keerzijde van de Verlichting noemt: het kolonialisme. Je stuit bijvoorbeeld op The Monument Group van Atelier van Lieshout. Het is op deze plaats neergezet een commentaar op monumenten die politieke en militaire overwinningen verheerlijken en – verbeeld door de gebogen man op de voorgrond – de nare gevolgen ervan. En dat in de nabijheid van wat vroeger het Van Heutsz-monument heette en nu het Monument Indië-Nederland. Én in de nabijheid van Long Tall Peace Sister van de Japanse kunstenaar Yoshitomo Nara.

Luisteren en in gesprek gaan

Een ander eilandje bevat kunstwerken die het thema ‘luisteren’ oproepen. Neem bijvoorbeeld APEX van Ricardo van Eyk, met zijn schotels die geluiden opvangen. Een werk als dit past goed binnen het thema en draagt bij aan waar het Keuning ook om gaat: het gesprek over kunst, de 750-jarige stad en de samenleving. Daartoe is een publieksprogramma samengesteld.

Migrant (2015) - Tony Cragg

Migrant (2015) – Tony Cragg, © JW Kaldenbach Photography

In die zin interpreteer ik The Ones XI van Micky Hoogendijk: twee gestileerde figuren zonder meer. Leeg dus, zonder verdere opvulling – niet op de manier van het beeld De verwoeste stad van Zadkine in Rotterdam, maar als de verbeelding van het begrip ‘het lege midden’ van de theoloog Karl Barth. Een midden dat namelijk uitnodigt om door middel van gesprekken te worden gevuld.
Al was het alleen maar een gesprek over Bloemen Ikonen of die ene zonnestraal die valt op de bronzen Migrant van Tony Cragg. Hoe breed je het thema en de gebaren van deze ARTZUID ook opvat en laat zijn, dáár gaat het uiteindelijk om. De kunst mag spreken. Tot je gevoel en je ratio. Soms adembenemend mooi en hoopvol, maar soms ook niet.

Muziek / Concert

Narratio viert feest!

recensie: Presentatieconcert
Narratio Quartet_Marten RootMarten Root

Alle goeds komt in drieën: drie boxen met meerdere cd’s. Met alle strijkkwartetten van Ludwig van Beethoven. Respectievelijk uit zijn vroege, midden- en late scheppingsperiode. Gespeeld op oude instrumenten.

Het strijkkwartet (2 violen, altviool en cello) was – toen Beethoven ze begon te schrijven – nog een relatief jong genre. Zijn vroege kwartetten zijn schatplichtig aan die van Joseph, ‘pappa’ Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart. Alle drie samen (Haydn, Mozart en Beethoven) vormen ze de zogeheten Weense school. In de middenperiode (zo rond 1800) vond Beethoven zijn eigen stijl. En de late strijkkwartetten wijzen vooruit en vormen volgens Johannes Leertouwer ‘de modernste muziek ooit geschreven’.

8WEEKLY trio albums

Presentatieconcert

Leertouwer is primarius (eerste violist) van het Narratio Quartet, dat verder bestaat uit Franc Polman (tweede viool), Dorothea Vogel (altviool) en Viola de Hoog (cello). Ze bespelen alle vier instrumenten die dateren uit 1690-ca. 1800. Wat vieren ze met een presentatieconcert in de Uilenburgersjoel in Amsterdam en een nog uit te brengen film door Jaap Leertouwer/Kurtadocs? De hoogstwaarschijnlijk eerste opname van Beethovens complete strijkkwartetten op historische instrumenten volgens de zogeheten historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk. Opgenomen tussen juli 2023 en juli 2024 en uitgebracht op Challenge Records.

Tijdens genoemd concert in de Uilenburgersjoel zitten de musici in het midden van de zaal en zit het publiek, zo’n honderd mensen, eromheen. Dit levert een soort huiskamersfeer op die je ook authentiek zou kunnen noemen; strijkkwartetten gedijen van oudsher bij uitstek in de huiskamer. Niet voor niets noemde Goethe het strijkkwartet een gesprek tussen vier intelligente mensen ‘die zich met elkaar onderhouden. Je gelooft iets van hun conversatie te begrijpen en de eigenzinnigheden van de instrumenten te leren kennen’.

Grosse Fuge van Beethoven

Dat eerste (conversatie) komt tijdens het concert vooral tot uitdrukking in de Grosse Fuge, die Beethovens strijkkwartet opus 130 (1825) afsluit. Dit deel – dat ervoor zorgt dat het hele kwartet bij elkaar zo’n uur duurt (!) – wordt op de toppen van hun kunnen uitgevoerd door het Narratio Quartet.
Voor het tweede (eigenzinnigheid) geldt in dit geval wellicht eerder ‘de eigenzinnigheden van de instrumentalisten’. Kenmerkend is dat ze alle noten altijd spelen met oude strijkstokken en instrumenten met darmsnaren, maar dat is gebruikelijk. Opvallender zijn de glijdende noten, die een van de instrumentalisten in de film de uitspraak ontlokken dat deze hem aan de stijl van zangeres Shirley Bassey doen denken. Niet iedereen zal dit overigens kunnen waarderen, daarvan is Franc Polman (lid van het Orkest van de Achttiende Eeuw) zich ook terdege bewust.

Natuurlijk kan iedereen dit nu voor zichzelf aan de hand van de opnamen beoordelen. Het was – vertelden de musici nadat het strijkkwartet opus 130 was uitgeklonken en voordat er een preview van de film werd vertoond – een onderneming die destijds is begonnen tussen de schuifdeuren. Het idee kwam in een stroomversnelling toen er geld kwam vanuit de National University in Seoul, waar Johannes Leertouwer docent Historically Informed Performance Practice is. Dat geld was overigens primair bedoeld voor onderzoek en niet voor de onderzoekers. Celliste Viola de Hoog – evenzeer een grote naam binnen de oude muziek – zette de zoektocht naar geld voort en kwam uit bij Stichting de Zaaier en Stichting de Oosterkerk Amsterdam. Het was de fluitist Marten Root die de naam Narratio Quartet verzon, een naam die naar de kunst van de retorica verwijst. Retorica speelt namelijk binnen de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk een grote rol.

Preview Narratio

Tot zover de obligate plichtplegingen die bij een cd-presentatie horen.
In de preview van de film Narratio komen we nog meer te weten. Het is ‘zoeken naar de Graal’, vertelde Franc Polman. Na een jaar elke maand een week zoeken en samen repeteren, waren de eerste vruchten van hun werk rijp en vielen ze te horen tijdens het Festival Oude Muziek Utrecht. In 2009 speelden ze daar de complete strijkkwartetten op vijf achtereenvolgende avonden.
Viola de Hoog merkte in de film op dat dit ‘iets met de luisteraars doet. En dat is waar het om gaat’. Maar ook de musici doet het wat; ontroerend was bijvoorbeeld een take waarin de gezichten van de musici in close-up waren te zien terwijl ze naar een opname zaten te luisteren. Jammer was alleen dat er in de film door de muziek heen wordt gepraat; aan de ene kant is Beethoven, zeker zijn late kwartetten, geen achtergrondmuziek en aan de andere kant wil je ook wat de musici hebben te vertellen goed binnen laten komen. Bij de definitieve montage niet doen dus.

Die film belooft los hiervan een mooi document te worden, en dat zijn de cd-boxen stuk voor stuk vast ook. Om vaak te gaan beluisteren, zo steeds dieper in de muziek door te dringen en wat van de conversatie te begrijpen.

Film / Films

Gecontroleerde Andersoniaanse chaos

recensie: The Phoenician Scheme – Wes Anderson
Benicio Del Toro met wond aan hoofd© TPS Productions/Focus Features, 2025 All Rights Reserved

Naast Christopher Nolan, Quentin Tarantino en een handjevol anderen is Wes Anderson nog een van de weinige regisseurs voor wie mensen blind een bioscoopkaartje kopen. De afgelopen jaren leek hij met zijn films steeds grootser te denken: grotere casts, grotere sets, grotere ideeën. Maar met The Phoenician Scheme gooit hij het over een andere boeg. Kleinschaliger? Ja. Minder ambitieus? Absoluut niet.

Waar blockbusters steeds meer op elkaar beginnen te lijken, is de stijl van Wes Anderson nog steeds onmiskenbaar. Hij kan beschouwd worden als een ware auteur: zijn films zijn als kijkdozen vol kleur, symmetrie en staccato-dialogen. Het is een stijl die in seconden te herkennen is, waarbij elk detail tot in de puntjes verzorgd is, van de koffers tot de koffievlekken. Het zijn knullige films, op de beste manier.

Man van staal

The Phoenician Scheme opent met een knal. Geen pastelkleurige poppenkast of een kalme introductie, maar gecontroleerde chaos: een vliegtuig dat uit de lucht wordt gehaald. Aan boord bevindt zich Anatole ‘Zsa-zsa’ Korda (Benicio Del Toro), een beruchte Europese industrieel en wapenhandelaar met een onwrikbare charme en een moreel kompas dat al lang is afgebroken. Een crash als deze overleeft vrijwel niemand – behalve Zsa-zsa.

Hij is een overlever, een geharde zakenman en zo onsterfelijk als een kat met negen levens. Een man van staal, maar een lege huls. Er is amper ruimte voor anderen in zijn wereld. Zo heeft hij drie weduwen, zeven vervreemde zonen en een dochter Liesl (Mia Threapleton), inmiddels een toegewijde non. Wanneer hij haar op de proef stelt als erfgenaam, begint een reis langs de uithoeken van zijn imperium. Vergezeld door Liesl en de Noorse insectendeskundige Bjorn (Michael Cera) probeert hij de controle te behouden over een wereldwijd netwerk van fragiele allianties, verdampend kapitaal en oude beloftes.

Hommage

Hoewel hun stijl verschilt als dag en nacht, lijkt The Phoenician Scheme Wes Andersons grote hommage aan Hitchcock. Niet de suspense waar de grootmeester bekend om staat, maar juist de verhalen van zijn eerdere werken: charmante, kleinschalige producties waarin het vaak draait om een man op de vlucht, reizend van land naar land. Films met een eindeloze charme en een grote knipoog. Denk aan The 39 Steps en The Man Who Knew Too Much of Foreign Correspondent. Niet de titels waar je meteen aan denkt bij Hitchcock, maar die zeker niet minder aandacht verdienen. Het zijn films met precies het soort energie dat Anderson hier op geheel eigen wijze kanaliseert.

Gecontroleerde chaos en geweld

Het tempo van The Phoenician Scheme is moordend. Om de haverklap duiken er nieuwe personages op, wordt er van locatie gewisseld en ontvouwen zich weer nieuwe lagen van the scheme. Zoals Benicio Del Toro het treffend verwoordde in een interview: ‘There is no fat in Wes Anderson movies.’ De film zit strak in de montage en laat weinig ruimte voor adempauzes. Maar geen zorgen als het verhaal je af en toe ontglipt: de grote grap is dat het plan zelf eigenlijk bijzaak is.

Hoewel de film in grote lijnen een komedie is, schuilt de ware kern in thema’s die allesbehalve grappig zijn: de gespannen relatie tussen Zsa-zsa en zijn dochter Liesl, religie en de dood. Dat klinkt zwaar, maar zoals altijd zit Andersons universum tot de nok toe gevuld met charme, lichtheid en een droog gevoel voor humor. Geholpen door een sterrencast waar je u tegen zegt: Tom Hanks, Benedict Cumberbatch, Bryan Cranston, om er maar een paar te noemen. Showsteler is nochtans Michael Cera als Bjorn, die op maat gemaakt lijkt voor het universum van Wes Anderson.

Is The Phoenician Scheme net zo gelaagd als The Grand Budapest Hotel of Asteroid City? Misschien niet. Maar dat maakt hem zeker niet minder interessant. Anderson lijkt – ondanks zijn onmiskenbare stijl – hier iets nieuws te proberen: minder strak geregisseerd, met een rauwer randje. Alsof hij zijn zorgvuldig ingerichte poppenhuis even openzet voor een briesje van chaos en geweld. Maar geen zorgen, zelfs die chaos is met Andersoniaanse precisie gecomponeerd: absurdistisch, gestileerd en, boven alles, onweerstaanbaar charmant. En dat werkt – opnieuw – verrassend goed.

Film / Films

Aandoenlijk portret van vriendschap, anders-zijn en imperfectie

recensie: Mary and Max (2009) – Adam Elliot
Filmstill MaryFilmdepot

Mary and Max (2009), de tragikomische klei-animatiefilm van de Australische regisseur Adam Elliot, draait vijftien jaar na de oorspronkelijke première eindelijk in de Nederlandse bioscopen. De ontroerende film volgt de briefwisseling tussen Mary, een onzeker 8-jarig meisje uit Melbourne, en Max, een 44-jarige man met het syndroom van Asperger uit New York. Er ontstaat een diepe, oprechte vriendschap, ondanks het leeftijdsverschil, de fysieke afstand en hun persoonlijke worstelingen.

De stijl van de film is direct herkenbaar: stop-motion met handgemaakte kleifiguren in grijs- en bruintinten, doordrenkt met melancholie én zwarte humor. Adam Elliot schetst een wereld vol imperfecties, maar ook vol compassie – een wereld waarin buitenbeentjes eindelijk gezien worden.

Tussen humor en schrijnende realiteit

Wat Mary and Max zo bijzonder maakt, is dat lichtvoetigheid en zwaarte hand in hand gaan. De film zit vol met absurde, komische details – zoals Max’ twee televisies, waarvan de een alleen geluid heeft en de ander enkel beeld – maar laat tegelijkertijd zien hoe het is om te leven met mentale kwetsbaarheid, sociale isolatie en familieproblemen. Mary groeit op met een alcoholistische moeder en een afwezige vader. Max worstelt met sociale interactie, overprikkeling en zijn plaats in de maatschappij.

In haar brieven stelt Mary vragen als: ‘Krimpen schapen als het regent?’, ‘Wat is liefde?’ en ‘Is het erg als je moeder dingen leent, maar ze nooit terugbrengt?’ Max neemt alles letterlijk, wat vaker voorkomt bij mensen met autisme, en raakt regelmatig in de war van haar openhartige nieuwsgierigheid. Toch zijn Mary’s brieven zijn reddingslijn – een zeldzame vorm van menselijke verbondenheid, die hem zowel verwart als voedt. Hij kan niet zonder haar, maar weet ook niet altijd hoe hij met haar moet omgaan.

Filmstill Max

© Filmdepot

Een subtiele aanklacht

Mary and Max raakt aan talloze maatschappelijke thema’s, zonder er een moraal van te maken. Pesten, eenzaamheid, angststoornissen, eetproblemen, verslaving, ouderlijke verwaarlozing – alles komt voorbij, verpakt in scènes vol humor, detail en mededogen. Elliot weet schrijnende thema’s op een verfrissend eerlijke manier te brengen. Zijn blik is nooit veroordelend, maar eerder observerend en liefdevol. Dat komt mede doordat het verhaal deels autobiografisch is. De regisseur verklaarde in interviews dat hij zich ondanks zijn succes vaak niet begrepen voelt en zich herkent in zowel Mary als Max.

De animatie zelf draagt ook bij aan de thematiek: kleifiguren met scheve monden, grote neuzen en ongelijke ogen symboliseren dat perfectie overbodig is. De wereld is rommelig, mensen zijn onhandig – en juist dat maakt ze menselijk en mooi.

Filmstill Max typemachine

© Filmdepot

Voor de oplettende kijker

De rijkdom van Mary and Max zit in de details. De film is rijk aan verborgen grapjes en visuele vondsten die je misschien pas bij een tweede of derde kijkbeurt opmerkt. Zo staat op een grafsteen de tekst ‘Very overrated’ bij de naam van regisseur Elliot zelf, en dragen personages T-shirts met absurde teksten als ‘I yodel for Jesus’. Zelfs de kartonnen bordjes van daklozen bij Max’ appartement bevatten subtiele maatschappijkritiek.

Toch blijft het hart van de film de vriendschap tussen twee mensen die zich anders voelen en proberen te overleven in een wereld die hen niet altijd begrijpt. Mary and Max is een tedere, grappige en eerlijke film over het leven zoals het is: rommelig, verwarrend en soms pijnlijk – maar met momenten van onverwachte schoonheid.

Theater / Voorstelling

In chaos verpakte kwetsbaarheid

recensie: Loskomen
soheb-zaidi-yuv1FPyZdR0-unsplashSoheb Zaidi voor Unsplash

Afgelopen woensdagavond stond Fabian Franciscus in Schijndel op het podium met zijn voorstelling Loskomen. Een ontspannen avond, behalve voor de enkeling die zich met woorden moest bewapenen tijdens de vele interacties met het publiek. Lachen is tijdens deze voorstelling gegarandeerd dankzij de duidende verteller met zijn cynische ondertoon.

Een stille start

De voorstelling gaat van start met een lange dan wel niet bewuste stilte. De lichten van de zaal zijn gedimd en hoe langer de stilte zich voortzet, des te giecheliger en rumoeriger het publiek wordt. Na een poos is daar Franciscus die, zonder opkomstmuziek, ontspannen en al zwaaiend het podium oploopt. Een begroeting aan de plaats waarin hij speelt (Schijndel) volgt. Hij stelt vragen aan het publiek en probeert hiermee het enthousiasme voor de avond te peilen.

Vanaf het begin springt de cabaretier van de hak op de tak en dit blijkt een voorbode van hoe de voorstelling gaat verlopen. Franciscus maakt uitschieters in zijn verhalen waarbij hedendaagse onderwerpen een onverwachte wending krijgen. Zo zijn we het ene moment nog in de verhaallijn van alledaagse routine binnen zijn gezin en komen we terecht in de overval welke hij recent heeft meegemaakt. Een spannende gebeurtenis die zichtbare frustratie opwekt, te zien aan de manier van spreken en bewegen. Tegelijkertijd is het ook komisch dankzij de duidende verhaallijn van het tafereel. De manier waarop hij het verhaal ontleedt en brengt, geeft het verwerkingsproces weer en ook hoe bizar de situatie eigenlijk moet zijn geweest. De zaal laat van zich horen met een ‘ohhh’ en gelach op de momenten dat Franciscus zijn mimiek en toon inzet bij het beschrijven van deze en andere situaties.

Van Costa Rica naar de psycholoog

Aan het begin van de voorstelling is nog niet duidelijk welke rol het decor speelt in de verhaallijn. We zien een wat gedateerde stoel aan de linkerzijde en twee fietsen met de achterlichten aan op rechts. Over de gehele achterlijn zien we vier naast elkaar geplaatste ringen met licht en vier lichtbalken. In de tweede helft van de voorstelling krijgen de stoel en de fietsen al snel een verbindende factor. Wanneer de cabaretier vertelt over zijn bezoeken aan de psycholoog, imiteert hij de vrouw terwijl hij in de gedateerde stoel zit. Hier bespreekt hij zijn angsten, woede, depressie en intrusies.

Met het verhaal dat hij in Costa Rica van een berg af plast, houdt hij het publiek in een bijna constante lach. Dit wisselt zich af met meer diepgaande materie, namelijk de situatie in Amerika. Hier wordt tijdens de voorstelling meerdere keren naar verwezen, maar kan zijn doel maar niet bereiken. Net wanneer het lijkt dat hij nu eindelijk verder zal ingaan op het Amerika-onderwerp en de missende inclusiviteit daar – dat onderwerp dat zijn verhalen over inclusiviteit meer bodem zou kunnen geven – stopt de verhaallijn en gaat hij over op interactie met het publiek of een alledaags onderwerp zoals de fietslampjes die hij bij onbekende fietsen op aanraden van zijn psycholoog uitzet. Zoals hij haar imiteert, komt het neer op de kleine stappen die hij heeft weten te zetten. Kleine stappen met een groots effect.

De kracht van het kleine

Het grootse effect blijft in de voorstelling immers uit. Wel blijft het idee achter dat juist de kleine onderwerpen de voorstelling groot hebben gemaakt. Het stand-upprincipe in combinatie met de gevatte interactie met het publiek en de chaotische manier van de verhaallijn samenstellen zijn amusant. Al met al een vermakelijke voorstelling met een lach en een interessante inkijk in hoe Franciscus de wereld ziet.

De kern van het verhaal lijkt in eerste instantie het conflict dat Fabian Franciscus met de wereld heeft. Gaandeweg wordt duidelijk dat het eigenlijk bij iedere situatie gaat om een conflict met zichzelf en de zelfacceptatie die hierbij komt kijken. De voorstelling is dus zeker het bezoeken waard voor mensen die deze zoektocht herkennen.

Boeken / Fictie

Beesten in de doofpot

recensie: De Beesten van Gijs Wilbrink
De Beestenbol.com

Deze plattelandse streekroman prikkelt op een manier zoals Bonita Avenue van Peter Buwalda en De Pianoman van Bernlef deden; jongeren die ontsnappen uit een geïsoleerde, landelijke gemeenschap. Deze ontsnappingen verlopen zelden zonder kleerscheuren, zo ook in deze spannende roman van Gijs Wilbrink (1984).

Beesten en dieren

Dit boek is het debuut van schrijver Gijs Wilbrink, geboren en getogen in Doetinchem. Toevallig (of niet) is Doetinchem, of beter gezegd de Achterhoek, ook de streek waar De Beesten zich afspeelt. Wilbrink ontving diverse prijzen voor deze roman, waaronder een Bronzen Uil voor het beste Nederlands-Vlaamse debuut. De titel De Beesten verwijst naar zowel de criminele ‘beestachtige’ familie Keller als de dieren waarop deze familie jaagt.

Een konijn speelt een belangrijke rol in de aftrap van de tragische levensloop van jongste zoon Tom Keller. Dit konijn is – zacht gezegd – niet het enige beest dat zijn jeugd vergezelt. Hoewel het verhaal van deze roman wordt geschreven vanuit het perspectief van zijn dochter Isa, speelt de levensloop van Tom een cruciale rol in deze streekroman.

De lezer volgt de belevenissen, gedachten en inzichten van de intelligente, ingetogen en brutale Isa Keller. Isa is nog niet zo lang geleden vanuit de Achterhoek naar de grote stad Utrecht verhuisd voor haar studie kunstgeschiedenis. Een primeur in de familie Keller; de meeste Kellers blijven in de Achterhoek wonen en maken het plattelandsleven voor zichzelf en anderen zuur.

Het verhaal wordt niet chronologisch verteld; na een flashback-introductie uit de jeugd van Tom Keller wordt de rest van het verhaal verteld vanuit het standpunt van studente – en dochter van Tom – Isa Keller. Snel wordt duidelijk dat het een jonge vrouw betreft die worstelt met zichzelf en haar rurale verleden. Deze worsteling uit zich onder andere door toevlucht te zoeken in drank, drugs, mannen en feesten. Na een dergelijke grenzeloze feestnacht wordt Isa door haar moeder gebeld. Isa’s invalide vader Tom Keller wordt vermist; dit terwijl beide ouders van Isa hun tijd thuis inmiddels shagrokend en immobiel in hun stoel doorbrengen. Hoe ver weg kan haar invalide vader zijn?

Een koekje van eigen deeg

Met tegenzin wordt Isa door de vermissing van haar vader terug naar haar ouderlijk huis gekatapulteerd om haar moeder te helpen zoeken. Het liefst blijft Isa weg uit de Achterhoek, aangezien de lokale dorpelingen zich sinds jaar en dag met een boog om haar en haar familie heen manoeuvreren. Isa noch de lezer is op de hoogte van de reden voor de publieke haat. Deze onwetendheid prikkelt de lezer op een manier dat je de pagina’s wil blijven omslaan. Gelukkig voor de lezer wordt de geschiedenis van de familie Keller stukje bij beetje vrijgegeven. De vermissing van Tom blijkt in verband te staan met deze publieke afwijzing van de familie Keller. Tom maakte decennia geleden deel uit van een gezin met jongens, waar kattenkwaad criminele vormen aannam. Tegen zijn zin werd Tom door zijn broers hierin meegesleurd. Er komt tijdens een dergelijke middag kattenkwaad uithalen bijna per toeval aan het licht dat de jonge Tom talent heeft voor motorcross. Al snel blijkt dat hij het internationaal zeer ver kan schoppen. Jaloezie en verlies van controle van de oudere broers lijken de oorzaak te zijn geweest voor een geheime doordachte uitschakeling van de getalenteerde Tom. Tom implodeert na deze uitschakeling en isoleert zichzelf de daaropvolgende jaren. Het enige lichtpunt is zijn dochter Isa; de dochter die hem uiteindelijk voor de grote stad verlaat. De verdwijning van Tom en de onverwachte loyaliteit die de dorpelingen laten zien tijdens de zoekactie naar haar vader maken zowel Isa als de lezer nieuwsgierig naar de waarheid. De scène waarin Isa verhaal haalt bij haar tante over Toms vermissing en verleden is bijzonder spannend; met vrijwel blanco pagina’s wordt een spannende dialoog gepresenteerd. Op iedere pagina staat louter ieders reactie.

Wanneer na grondig onderzoek van Isa de waarheid opduikt, doet Isa haar beruchte achternaam toch eer aan. Ze organiseert, twee decennia na de uitschakeling van haar vader, een wraakactie. Deze wraakactie voelt dubbel voor de lezer; Isa leek de gewelddadige lijn in de familie eindelijk te doorbreken. Aan de andere kant voelt de wraak tegen haar gewelddadige en onverschillige ooms invoelbaar. Het boek sluit af met een ijzersterke en bloedstollend spannende scène waarbij het lezen voelt alsof je naar een spannende actiefilm kijkt.

Isa en haar hedendaagse activisme en protest tegen de ‘normalo’s‘, de familiebetrekkingen en de vermissing en verminking van Tom Keller zijn maar een paar verhaallijnen in een dynamisch boek vol intrigerende personages. Een voor een voeden de verschillende verhalen de spanningsopbouw die geen pagina verveelt en samenkomt tot een opmerkelijk maar pijnlijk invoelbaar einde. Ondanks dat er ellende en verdriet heerst bij vrijwel alle personages in dit boek, creëert Wilbrink ruimte voor luchtigheid, humor en knipogen naar de hedendaagse maatschappij. Dat zorgt voor een intrigerende uitnodiging tot de donkere en onbekende wereld die niet onmiddellijk zichtbaar is aan de oppervlakte van het alledaagse plattelandsleven.

Film / Documentaire

Een hoopvolle wake-upcall voor onze blauwe planeet

recensie: Ocean met David Attenborough – Toby Nowlan, Keith Scholey, Colin Butfield
OCEAN-with-David-Attenborough_st_4_jpg_sd-high_Credit-Olly-ScholeyOlly Scholey

Op 8 mei 2025, de dag waarop David Attenborough 99 jaar wordt, verschijnt zijn nieuwste natuurdocumentaire Ocean in de Nederlandse bioscopen. Met zijn kenmerkende warme, rustige stem neemt de legendarische verteller ons mee naar de fascinerende onderwaterwereld.

Kleurrijke koraalriffen, weelderige kelpwouden en ontelbare zeedieren – van minuscuul plankton tot kolossale walvissen – passeren het scherm in adembenemende beelden. Ocean is een visuele ode aan de zee, maar ook een dringende oproep tot actie.

De oceaan als hart van de aarde

‘Na bijna 100 jaar op deze planeet begrijp ik nu dat de belangrijkste plaats op aarde niet op het land is, maar in de zee’, aldus Attenborough aan het begin van de film. De oceanen produceren de helft van onze zuurstof en vormen de basis van talloze ecosystemen. Toch vissen we ze leeg met industriële methoden. De documentaire laat zien hoe trawlers (gigantische varende fabrieken) de zeebodem afschrapen en complete habitats verwoesten. Het is geen anti-visserijfilm, maar wel een krachtig pleidooi tegen de schaal en methodiek van industriële visvangst. Zelfs op de meest afgelegen plekken, zoals de wateren rond Antarctica, wordt naar krill gevist – het fundament van het voedselweb in die regio.

Van schoonheid naar schok

De overgang in Ocean is even visueel als emotioneel indringend. Van weelderige, levendige zeegezichten schakelt de film abrupt naar kleurloze, kapotgetrokken bodems waar het leven volledig is verdwenen. Alles wordt meegesleurd in de netten: schildpadden, haaien, schelpdieren – zelfs dieren die de vissers niet gebruiken. Driekwart van de vangst is bijvangst die vaak dood of stervend weer overboord gaat. De beelden zijn confronterend, maar noodzakelijk.

Het gebruik van trawlers zorgt ervoor dat de zeebodem volledig levenloos achterblijft en dat de lokale vissers niet genoeg eten meer kunnen vinden. Het is bijna niet te geloven dat het legaal is wat zij aanrichten.

Waarom er toch hoop is

Toch biedt Ocean meer dan alleen een somber toekomstbeeld. In een kleine no take zone bij de Channel Islands blijkt de natuur zich opmerkelijk snel te herstellen. Slechts vijf jaar na het instellen van visverboden zijn de kelpwouden teruggekeerd en wemelt het er opnieuw van het leven. Dit herstel beperkt zich niet tot dat beschermde gebied: vispopulaties groeien ook in omliggende zones, waar de lokale bevolking weer duurzaam kan vissen. De boodschap is helder: geef de zee even rust, en zij komt zelf weer tot leven.

Attenborough verwijst naar het verbod op walvisvangst als historisch voorbeeld van collectieve actie. Het is tijd om onze stem opnieuw te laten horen. De film roept op om minimaal een derde van de oceaan tot beschermd gebied te verklaren – een zogeheten no take area – waar vissen en andere vormen van exploitatie verboden zijn. De urgentie is hoog: in juni vindt in Frankrijk een belangrijk klimaatoverleg plaats. Ocean vraagt de kijker om zich te laten horen, luid en duidelijk, vóór het te laat is.

Ocean is geen schreeuwende aanklacht, maar een liefdevolle, indringende liefdesbrief aan onze oceanen, verteld door een man die zijn leven heeft gewijd aan de natuur. De film biedt geen gemakkelijke antwoorden, maar wel een krachtige boodschap: als we nú handelen, is herstel nog mogelijk. Attenborough laat ons zien wat er op het spel staat – en wat we kunnen redden.

Cover 'Hoe voelt het?'
Boeken / Fictie

Kort van stuk, krachtig van inhoud

recensie: Hoe voelt het? – Sophie Kinsella
Cover 'Hoe voelt het?'

Sophie Kinsella, bestsellerauteur van onder andere de bekende én verfilmde Shopaholic!-serie, verscheen drie jaar geleden ineens ‘negatief’ in het nieuws: een kwaadaardige hersentumor legde haar leven lam. Inmiddels – herstellende van de operatie en behandeling – heeft ze de pen weer opgepakt en schreef ze een korte, fictieve autobiografische roman, genaamd Hoe voelt het?, over deze donkere periode.

Ze heeft alles wat haar hartje begeert: succes en faam vanwege haar boeken, een liefdevol huwelijk en vijf kinderen aan haar zij. Wat wil je nog meer in het leven? Nou, een goede gezondheid om mee te beginnen. Hoe kun je woorden vinden voor een periode waarin je diep in het donker tastte en iedere dag werd overvallen door een gevoel van onrechtvaardigheid, twijfels en immens verdriet? Kinsella vond de woorden niet zozeer voor zichzelf, maar wél voor Eve Monroe, het hoofdpersonage in Hoe voelt het?. Dat Eve het alter ego van Kinsella is, wordt al onmiskenbaar duidelijk in de eerste pagina’s, waarin wordt beschreven hoe het idee voor de Shopaholic!-serie ontstond. Deze boekenreeks werd een groot succes en op menige kaft stond pontificaal New York Times bestseller.

Personage als spreekbuis

Eve koopt een prachtige, fonkelende jurk die ook op de kaft van het boek prijkt; een jurk die symbool staat voor de mooie momenten die je in het leven moet vieren, maar ook voor het grote omkeerpunt in Kinsella’s carrière. De koopzucht van Kinsella heeft haar een boekenreeks opgeleverd die zowel veel lezers als veel geld heeft opgebracht (lees: 45 miljoen verkochte exemplaren). In deze boeken lees je over een innemende vrouw met ietwat sukkelige karaktereigenschappen en een enorm groot gat in haar hand dat steeds meer grip krijgt op haar leven. Natuurlijk kan ze rekenen op de hulp van een woest aantrekkelijke man. Een concept – de eeuwig single en onhandige dertigplusser die meer van haar leven wil maken – dat in talloze romans naar voren komt, al dan niet uitgebracht onder haar pseudoniem Kinsella, of haar echte naam Madeleine Wickham.

Nu is er een van Kinsella’s hand waarin een compleet andere toon wordt aangeslagen. De humor die Kinsella’s werk zo kenmerkt, is naar de achtergrond verdreven. Kinsella vertelt openhartig – met personage Eve als een soort ‘spreekbuis’ – over de periode vóór en na de ontdekking van de ongeneeslijke vorm van hersenkanker. Dit boek maakt duidelijk dat zo’n ongeneeslijke ziekte niet alleen een verregaande impact heeft op de patiënt, maar op het hele gezin.

Zo krijgt een potje scrabble aan de keukentafel ineens een beladen toon, omdat er ruimte is voor het stellen van de allerlastigste vragen. Vooral voor het jongste lid van de familie, de 10-jarige Isobel (Izzy), is het allemaal maar erg onbegrijpelijk en ‘oneerlijk’. Als ze een vraag heeft, maakt de hele familie haar borst al nat voor het antwoord: “Is ‘vlom’ een woord?” klinkt er dan onverwachts uit de mond van kleine Izzy. Verbazing, opluchting en een intense lachbui volgen elkaar op. Dat er ook momenten zijn die tussenpozen van ontspanning bieden, illustreert dat je na de eerste schok toch weer terugvalt in de alledaagse verhoudingen van weleer.

Kort maar krachtig

Niet alleen de toon van het boek, maar ook de dikte wijkt nogal af van wat de lezer van Kinsella gewend is. Ze staat niet bekend om de dikke pillen, maar dit boek telt slechts 124 bladzijden, inclusief de dankbetuiging. Hoewel het dus een korte novelle betreft, is het qua inhoud zeker een krachtig verhaal dat het predicaat ‘moedig’ verdient. Het is nogal dapper om zo open te vertellen over een zware periode in je leven en ook een inkijkje te geven in je persoonlijke leven. Een periode die je liever zou willen vergeten, maar die ook je toekomst heeft ingekleurd (en blijft vormgeven).

Kinsella geeft toe dat ze de volgorde van gebeurtenissen heeft veranderd en ook wat andere aanpassingen heeft doorgevoerd. Natuurlijk staan er ook details in die kloppen, zoals het memoriseren van kerstliedjes en hoe lastig dit bleek te zijn. Het voelde voor haar ‘bevrijdend om alles eerlijk en rauw op te schrijven’ en ze kon makkelijker over haar kinderen schrijven als ze hun een andere naam gaf. Voor Kinsella is fictie bij uitstek het middel om een verhaal zo goed mogelijk te vertellen: ze kan de werkelijkheid vervormen en verdraaien en niemand zal haar op haar vingers tikken (het is nu eenmaal fictie).

Fragmentarisch

De vorm waarin dit werk gegoten is, wijkt ook af van ander uitgebracht werk. Zulke korte hoofdstukken las men niet eerder en tussen de vertellingen door staan ook appjes weergegeven van mensen die als het ware de ‘Hulptroepen voor Eve’ vormen. Er zijn ‘Vroeg-wakker-gesprekken’ met haar man Nick en er zijn verhalen die overkomen als columns, boordevol anekdotes waarvan de titel al veel zegt: ‘Goed zo!’, ‘Een ommetje’ en ‘Overal die plastic stoelen’ (over de wachtruimtes). Niet alle humor is helemaal weggeslagen uit Kinsella, getuige het gedeelte genaamd ‘Word je behandeld tegen kanker? Een paar fijne tips van Eve Monroe’, waarin met sarcastische ondertoon een bestraling wordt vergeleken met het ondergaan van een gezichtsbehandeling en waarin Eve op haar beurt om tips voor scanvrees vraagt.

Trouwe lezers zullen de diepe wens koesteren dat Kinsella schone scan na schone scan zal ontvangen (inmiddels staat die teller al op vier). Niet voor niets heet het laatste hoofdstuk ‘Happy end’: al haar vrouwelijke hoofdpersonages kregen dit stuk voor stuk. Nu is het tijd voor Kinsella dat ze die ook krijgt, net zoals alle andere mensen die te maken krijgen met hersenkanker in hun leven. Hopelijk is haar brein straks vrij van alle pijn en is er enkel en alleen ruimte voor hetgeen wat er altijd al rondwaarde: talloze creatieve ideeën voor ontzettend succesvolle romans.

Film / Films

Alles op scherp, behalve de film zelf

recensie: Black Bag – Steven Soderbergh
Filmstill dinertafel© 2025 Focus Features, LLC. All Rights Reserved.

In de openingsscène volgen we – in één lang shot – een man, George Woodhouse, die een café binnenloopt, ergens in een hoek een andere man bij de kraag grijpt en naar buiten loopt. De andere man blijkt zijn baas, die hem vervelend nieuws te vertellen heeft: er zit een lek in de inlichtingendienst. Op een briefje krijgt George vijf namen, waaronder die van zijn eigen vrouw, en de opdracht het lek te vinden.

Het is een lekker begin van een film, dat sterke gelijkenissen vertoont met Mr. & Mrs. Smith (2005, Doug Liman). Met Cate Blanchett en Michael Fassbender in de hoofdrollen belooft Black Bag op papier een spannende mix van actie, intrige en onderlinge spanning. Helaas blijft het bij een belofte.

Relaties op werk, geen goed idee?

Het uitgangspunt is interessant: binnen de inlichtingendienst is een lek ontdekt, en vijf mensen staan op de lijst van verdachten. George Woodhouse (Fassbender), verantwoordelijk voor het opsporen van de mol, ontdekt dat zijn eigen vrouw, gespeeld door Blanchett, een van hen is. Onder de verdachten bevinden zich verder twee koppels. Dat maakt de film minder tot een klassieke thriller en meer tot een blik op vertrouwen binnen relaties, zowel professioneel als privé. Kies je voor je werk en je plicht jegens je land, of kies je voor je partner en het behoud van je huwelijk? Het is deze morele spanning die als rode draad door het verhaal loopt.

Onderzoek aan de dinertafel

Verwacht geen schitterende actiescènes of gadgets zoals in de James Bond-films. Een subtiel kat-en-muisspel ontvouwt zich, met als hoogtepunt de twee ongemakkelijke dinerpartijtjes bij George en zijn vrouw thuis, waarvoor alle verdachten worden uitgenodigd. Dit zijn de schaarse momenten waarop de film echt op scherp komt te staan. De onderlinge blikken, gespannen stiltes en dubbele lagen maken deze scènes tot de sterkste van de film.

Toch blijft Black Bag  te vaak hangen in kilte en afstandelijkheid. Waar een film als Mr. & Mrs. Smith  de spanning verzacht met humor en chemie, kiest regisseur Steven Soderbergh voor een rigide en serieuze toon. De potentie voor spannende intrige is er, maar blijft grotendeels onbenut.

Filmstill met Cate Blanchett

© 2025 Focus Features, LLC. All Rights Reserved.

Fassbender speelt overtuigend een man verscheurd tussen zijn plicht en zijn persoonlijke gevoelens. Blanchett oogt daarentegen afstandelijk, mede doordat zij beperkt gebruikmaakt van haar gezichtsuitdrukkingen. Dat werkt haar personage tegen, zeker in een film waar subtiele emoties en non-verbale signalen zo belangrijk zijn.

Regisseur Soderbergh zelf achter de camera

Cinematografisch is Black Bag  degelijk, maar weinig opvallend. Soderbergh verzorgde ook hier zelf het camerawerk, zoals hij vaker doet onder het pseudoniem Peter Andrews, en monteerde de film onder de naam Mary Ann Bernard. Dat vakmanschap verdient bewondering, al maakt het de film niet visueel memorabel. Het mist het kraken van een kluis – eerst verstopt in een kist en daarna zonder de vloer te raken – zoals in Ocean’s Eleven (2001), of het dansen tussen laserstralen om een kostbaar ei te stelen in Ocean’s Twelve (2004). Er is weinig actie, en wat er is voelt afgeremd. De spanningsboog blijft vlak. Hij had meer ingrediënten uit de Ocean’s-films moeten halen.

Filmstill met Michael Fassbender

© 2025 Focus Features, LLC. All Rights Reserved.

Het tempo ligt gelukkig hoog: met een speelduur van iets meer dan 90 minuten kijkt de film vlot weg. Maar net zo snel als hij begint, is hij ook weer vergeten. Dat is misschien wel het grootste probleem van Black Bag: alles is net niet. Net niet spannend genoeg, net niet cynisch genoeg, net niet genoeg humor en net niet persoonlijk genoeg. Een thriller die boeit op thematisch niveau, maar de kijker emotioneel nauwelijks raakt.

Black Bag is kort, thematisch interessant en degelijk gemaakt, maar mist flair, actie en diepgang in karakter. Een film die je in stilte uitkijkt — en in stilte weer vergeet.