Tag Archief van: recensie

Tár
Film / Films

Een ware slow burn

recensie: Tár
Tár

In september schitterde deze film al op het witte doek tijdens het Venice Film Festival, maar pas zeven maanden later is Tár in officiële release in Nederland. De verwachtingen zijn hoog. Zowel de film zelf als actrice Cate Blanchett hebben al verschillende prijzen en nominaties in de wacht gesleept, zo ook voor de Oscars.

Blanchett is op de toppen van haar kunnen

Cate Blanchett vertolkt de rol van Lydia Tár, een prestigieuze vrouw die zichzelf de allereerste vrouwelijke dirigent van een groot Duits orkest mag noemen. Haar succes begint langzaamaan zijn tol te eisen. Waar haar kennis en doortastendheid eerst resulteerde in een hoog aanzien, zorgt de druk vanuit de industrie er nu voor dat Lydia’s duistere kanten aan het licht komen. Haar bevlogenheid verandert in arrogantie, haar intelligentie wordt dominantie. Relaties en vriendschappen brokkelen langzaam af terwijl Tár obsessief bezig blijft met haar werk. Blanchett, die de film tevens heeft geproduceerd, slaagt erin om een zeer complex karakter neer te zetten. Laagje voor laagje komt de kijker meer te weten over haar ware aard. De gelaagdheid van Blanchetts acteerwerk zorgt ervoor dat deze film de kijker nog maanden zal bijblijven.

De psychologie achter Tár

De film is intiem. Dit is zeker te danken aan de meesterlijke cinematografie. Blanchett en regisseur Todd Field lijken enorm goed op elkaar te zijn ingespeeld. Aan het begin van de film danst de camera in lange one-takescènes om haar heen, terwijl deze haar later liever van een afstand vastlegt. In feite stappen we langzaamaan haar aura uit, om vervolgens duidelijk te kunnen zien: ze staat er alleen voor.

De set design en de muziek dragen bij aan een intimiderend effect. Imponerende Berlijnse gebouwen die worden weergegeven onder begeleiding van de bombastische orkestrale muziek, wekken een dreigende indruk. Het wordt ogenschijnlijk steeds meer bewolkt naarmate de film zijn climax bereikt. Het totaalplaatje van de cinematografie, het narratief, de set design en de muzikale begeleiding, weerspiegelen heel effectief de eenzaamheid die Lydia Tár ervaart.

Muzikaal tempo

De film is een ware slow burn. De filmfan zal ervan smullen, maar vermoedelijk zal de gemiddelde filmganger zich storen aan het lage tempo van de film. Blanchett houdt de aandacht goed vast, maar vooral in de eerste helft zit er nog niet veel progressie in het plot. Dit was voor velen echter geen probleem, de film is niet voor niets genomineerd voor Best Picture bij de Academy Awards 2023. Tár is een film die de kijker uitnodigt om actief te onderzoeken hoe Lydia Tár zich verhoudt tot haar werk. De filmganger die liever passief toekijkt zal er vermoedelijk goed aan doen om Tár over te slaan.

Tár
Film / Films

Een ware slow burn

recensie: Tár
Tár

In september schitterde deze film al op het witte doek tijdens het Venice Film Festival, maar pas zeven maanden later is Tár in officiële release in Nederland. De verwachtingen zijn hoog. Zowel de film zelf als actrice Cate Blanchett hebben al verschillende prijzen en nominaties in de wacht gesleept, zo ook voor de Oscars.

Blanchett is op de toppen van haar kunnen

Cate Blanchett vertolkt de rol van Lydia Tár, een prestigieuze vrouw die zichzelf de allereerste vrouwelijke dirigent van een groot Duits orkest mag noemen. Haar succes begint langzaamaan zijn tol te eisen. Waar haar kennis en doortastendheid eerst resulteerde in een hoog aanzien, zorgt de druk vanuit de industrie er nu voor dat Lydia’s duistere kanten aan het licht komen. Haar bevlogenheid verandert in arrogantie, haar intelligentie wordt dominantie. Relaties en vriendschappen brokkelen langzaam af terwijl Tár obsessief bezig blijft met haar werk. Blanchett, die de film tevens heeft geproduceerd, slaagt erin om een zeer complex karakter neer te zetten. Laagje voor laagje komt de kijker meer te weten over haar ware aard. De gelaagdheid van Blanchetts acteerwerk zorgt ervoor dat deze film de kijker nog maanden zal bijblijven.

De psychologie achter Tár

De film is intiem. Dit is zeker te danken aan de meesterlijke cinematografie. Blanchett en regisseur Todd Field lijken enorm goed op elkaar te zijn ingespeeld. Aan het begin van de film danst de camera in lange one-takescènes om haar heen, terwijl deze haar later liever van een afstand vastlegt. In feite stappen we langzaamaan haar aura uit, om vervolgens duidelijk te kunnen zien: ze staat er alleen voor.

De set design en de muziek dragen bij aan een intimiderend effect. Imponerende Berlijnse gebouwen die worden weergegeven onder begeleiding van de bombastische orkestrale muziek, wekken een dreigende indruk. Het wordt ogenschijnlijk steeds meer bewolkt naarmate de film zijn climax bereikt. Het totaalplaatje van de cinematografie, het narratief, de set design en de muzikale begeleiding, weerspiegelen heel effectief de eenzaamheid die Lydia Tár ervaart.

Muzikaal tempo

De film is een ware slow burn. De filmfan zal ervan smullen, maar vermoedelijk zal de gemiddelde filmganger zich storen aan het lage tempo van de film. Blanchett houdt de aandacht goed vast, maar vooral in de eerste helft zit er nog niet veel progressie in het plot. Dit was voor velen echter geen probleem, de film is niet voor niets genomineerd voor Best Picture bij de Academy Awards 2023. Tár is een film die de kijker uitnodigt om actief te onderzoeken hoe Lydia Tár zich verhoudt tot haar werk. De filmganger die liever passief toekijkt zal er vermoedelijk goed aan doen om Tár over te slaan.

Film / Documentaire

De wereld zal naar mij luisteren

recensie: The Mahler Monologues
Het Concertgebouw © Hans Roggen© Hans Roggen

In Nederland heeft de muziek van de Oostenrijkse componist Gustav Mahler (1860-1911) altijd op een warm onthaal mogen rekenen. Twaalf keer dirigeerde hij bij het Concertgebouworkest zijn eigen werk, van 1903 tot 1909. Al snel gevolgd door de vaste dirigenten van het orkest die het stokje overnamen en er naam en faam mee verwierven.

Er is zelfs een Gustav Mahler Stichting Nederland, die volgens haar doelstellingen tot missie heeft ‘de aandacht voor Gustav Mahler en zijn muziek levend [te] houden’. Daartoe publiceert ze onder meer een tijdschrift, nodigt vooraanstaande sprekers uit voor lezingen en beheert een online kenniscentrum. Nu is er een door de Stichting uitgebrachte Engelstalige film op DVD, inclusief een boekje in het Engels en Nederlands.

Idee

Het idee hiervoor werd ontwikkeld door Eveline Nikkels, musicologe, filosofe en voorzitter van de Gustav Mahler Stichting Nederland. Zij promoveerde op Mahler en publiceerde – uiteraard – over Mahler, maar ook over onder andere Mengelberg. In de filmer Joost Honselaar vond zij de aangewezen persoon om de film te realiseren. Op Honselaars naam staan een groot aantal documentaires en concertregistraties. Onder meer voor het ZaterdagMatinee en van de kerstmatinees van het (inmiddels) Koninklijk Concertgebouworkest (KCO).

De monologen door Gijs Scholten van Aschat

De monologen worden in fraai Engels uitgesproken door niemand minder dan Gijs Scholten van Aschat, een van Nederlands’ grootste acteurs. In driedelig stemmig pak, op een moderne designstoel gezeten, af en toe lopend of zelfs op de grond liggend en met een Mahlerbrilletje op de neus of ermee zwaaiend, spreekt hij vijftien poëtische teksten uit als was hij Mahler zelf; korte teksten, want de DVD duurt alles bij elkaar slechts ruim een half uur. Het is alsof hij op de bank ligt bij Freud en zijn eigen zielenroerselen te berde brengt.
Onder de teksten klinkt meestal muziek, soms ook niet. Verder wordt er veel beeld vertoond. Foto’s, karikaturen, partituurpagina’s met noten en aantekeningen. De drie elementen vormen een fraaie eenheid die vooral voor mensen die al iets van Mahler weten interessant zal zijn.

Tekst en beeld

Behulpzaam daarbij is het feit dat tekst en beeld nagenoeg een-op-een samengaan. We zien een fotoalbum wanneer er sprake is van het kind Mahler. We zien hem nagelbijten wanneer hij het daarover heeft: ‘Yes, I bite my nails …’. We zien hem roeibewegingen maken wanneer hij zegt van roeien en zwemmen te houden en we horen het water klotsen.
Het beeld is helder wanneer het helder moet zijn, en wordt vaag wanneer de tekst dáár om vraagt: ‘Ik heb vrouwen nooit begrepen’, wanneer hij het over Alma, ‘Almschi’, heeft, Mahlers vrouw. Of het beeld wordt even zwart, wanneer de dood aanstaande is en Mahler citeert uit het beroemde Rückertlied: ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’.

Niet dat we dit dan horen. Wat op dat moment klinkt is een fragment uit het eerste deel van de onvoltooide Tiende Symfonie, gespeeld door het Concertgebouworkest onder leiding van Iliahu Inbal. Het overgrote deel van de fragmenten wordt door het KCO gespeeld, op enkele stukjes na, onder meer uit de Kindertotenlieder. Hier is gekozen voor historische opnamen van de bariton Dietrich Fischer-Dieskau en Mahler zelf.

Beeld en muziek

In tegenstelling tot tekst en beeld, lopen tekst en muziek niet altijd een-op-een samen op. Wanneer er sprake is van volksmuziek en militaire muziek horen we een koekoek, terwijl ‘vogels en dieren … en geluiden. / De wind in de bomen’ pas later voorbijkomen. Voorafgaand aan de monoloog over Mahlers moeder (‘Ik aanbid mijn moeder …’) horen we een fragment uit het beroemde Adagietto uit Mahlers Vijfde symfonie, dat door de film Dood in Venetië wereldberoemd werd, maar laat dit nu een liefdesverklaring aan Alma zijn …

Dat is iets wat je hooguit kan verbazen, meer niet. Je moet goed luisteren, naar muziek en tekst, dát wel. Want wanneer Mahler het over zijn jood-zijn heeft en kort daarop over het feit dat hij ook uitvoeringen van zijn eigen symfonieën heeft gefinancierd, mag je daar als kijker geen link tussen leggen in de zin van het stereotype van de rijke jood.
Nee, we houden het op het vervolg van de tekst: ‘De wereld zal naar mij luisteren!’ Dat is gebeurd en gebeurt gelukkig nog steeds.

Ook een DVD als deze smaakt naar meer. Zo is er een prachtige tekst van Ramsey Nasr, Het hemelse leven, een lang, verhalend en lyrisch gedicht naar aanleiding van de Vierde symfonie van Mahler. Om maar iets te noemen. Een schone taak voor de Gustav Mahler Stichting Nederland?

Theater / Voorstelling

Knap spel maar vermoeiend door tirade van anderhalf uur

recensie: Madame Bovary
KVS_MmeBovary©DannyWillems_0DS8786© DannyWillems

Als Emma en Charles tonen Maaike Neuville en Koen De Sutter knap toneelspel. De regie die het aanhoudend conflict met knallende ruzies benadrukt, veroorzaakt bij de toeschouwer echter uitputting en verveling.

Terwijl het publiek binnenkomt loopt Emma op het voortoneel, met strakke zwarte coltrui, zwarte pantalon en sneakers, heen en weer op het podium. Ze maakt hoekige bewegingen, schokt met haar heupen en bovenlijf en denkt na. Op het achtertoneel scharrelt haar man Charles in gebogen houding rijk gevulde bloemenvazen bijeen. In het midden op de grond een installatie met brandende TL-buizen. Als de zaal rustig is, richt Emma zich tot het publiek en vraagt naar haar naam. Ze spitst haar oren en wacht geduldig in de ogenschijnlijke zelfverzekerdheid te krijgen wat ze wenst. Ze lijkt content met het juiste antwoord. Dan draait ze zich resoluut om en stelt achteloos haar man voor. Traag keert hij zich naar het publiek en knikt hen vriendelijk toe. Het publiek is deelgenoot in de voorstelling wat de relationele pijn doet meevoelen.

Afgelopen maandag 27 februari stond Madame Bovary op de planken in de Amsterdamse Stadsschouwburg tijdens Female Voices – de elfde editie van het internationaal festival Brandhaarden. Dit jaar staat de westerse canon en stereotypering van vrouwen centraal. Theatermakers brengen literaire werken met vrouwelijke hoofdpersonen op eigentijdse wijze op de planken. De regisseur Carme Portaceli heeft, samen met regisseur Michael De Cock, een missie omdat ze volgens het Antwerpse Toneelhuis haar hele leven vrouwen meer zichtbaarheid probeert te geven. Zij geeft ons een volledig eigen interpretatie van het boek.

Plot

In 1856 voltooit Gustave Flaubert zijn roman Madame Bovary waarin de arme, aantrekkelijke boerendochter Emma Rouault trouwt met de eenvoudige vijftien jaar oudere arts Charles Bovary. In de interpretatie van de regisseurs zit ze gevangen in het huwelijk en dient zich onderdanig te gedragen: een positie die haar niet bevalt. Op allerlei manieren zoekt ze naar een uitweg. Zo stimuleert ze Charles tot een risicovolle operatie bij een dorpsgenoot waardoor mogelijk hun aanzien en rijkdom stijgt, maakt forse schulden met voor haar doen exorbitante uitgaven aan kleding en woondecoratie en legt het aan met twee vooraanstaande minnaars. Als alles is mislukt en haar schulden onoverbrugbaar geworden zijn, pleegt ze zelfmoord uit schaamte. De wanhopige en verdrietige Charles volgt kort daarna.

Perspectiefwisseling

Flaubert schreef zijn roman in de derde persoon waardoor de lezer als toeschouwer en daarmee buitenstaander de gebeurtenissen waarneemt; Portaceli en De Cock kozen er bewust voor Emma een eigen en daarmee de énige stem te geven. Het perspectief is subjectief, observaties van haar zijn daarmee onbetrouwbaar. Hiermee brengt de van het boek afwijkende regie de toeschouwer in een loyaliteitsconflict: hulp bieden aan de vrouw die het overduidelijk zwaar heeft in haar gekooide wereld en daarmee haar liefhebbende partner afvallen of kiezen voor de liefhebbende partner en het gekooide bestaan oogluikend toestaan. Weinigen zullen twijfelen maar of dit de manier is om deze feministische problematiek onder de aandacht te brengen – op haast Brechtiaanse wijze – is de vraag.

Enscenering

In de theateradaptatie die Portaceli en De Cock van de roman maken, is de woonkamer de centrale arena van deze tragedie. Wit met zwarte elementen zijn de kleuren die hierin overheersen: de witte trouwjurk, de witte zitbank, de felle witte TL-buizen, de zwarte buitenwereld, de zwarte herenschoenen op het witte doodsbed. Op het achtertoneel staat een metershoog houten raamwerk bekleed met flinterdun opalineachtig plastic. Het zijn de ramen van het huis waardoor de mistige donkere buitenwereld wordt waargenomen. Nieuwe spannende wendingen doen de ramen klapperen in hun sponningen. Door te spelen met wit en zwart brengen de regisseurs grote thema’s naar voren zoals goed en kwaad, haat en liefde, leven en dood waarmee ze het verschil in karakters symboliseren, maar ook maagdelijkheid, gevangenschap, de donkere buitenwereld en niet te vergeten het witte arsenicum en de zwarte gal als hulpmiddel bij Emma’s zelfmoord.

Sterk toneelspel

Met het sterke toneelspel door Maaike Neuville als Emma en Koen De Sutter als Charles Bovary én de mezzosopraan met warm en helder stemgeluid waarvan uw verslaggeefster haar naam helaas niet kon achterhalen, creëer je een voorstelling die van begin tot het eind de aandacht trekt. Maar met maatschappelijke conflicten die lijden tot frustraties en een goede operazangeres ben je er nog niet. Er is ook Emma’s binnenwereld die mogelijk heeft geprobeerd van het huwelijk wél een succes te maken. Daarvan krijgt de toeschouwer niets mee. Op deze manier wordt het slaan op dezelfde trom zonder inzicht in haar innerlijk conflict. Een gemiste kans waardoor dit stuk halverwege door het aanhoudend geruzie en gebeuk tot verzadiging leidt en daarmee tot verveling. Pas na haar dood, tijdens Charles’s monoloog op het doodsbed komt het stuk tot rust. Althans dat dachten we: zijn bekentenis het gedrag van Emma tijdens zijn huwelijk te hebben doorzien brengt nu ook zijn positie aan het wankelen. Waarom heeft hij er dan niets aan gedaan, hield hij toch niet van haar, was zijn vertrouwen een manier van haar af te zijn? We snappen niets van deze theateradaptatie en gaan uitgeput naar huis.

Madame Bovary nog te zien op het Festival Brandhaarden tot en met 4 maart.

Kunst / Expo binnenland

Stervenskoud

recensie: Siberian Exiles – Claudia Heinermann
© Museum of Occupation and Freedom Fights

De Baltische staten Estland, Letland en Litouwen leden tussen 1940 en 1991 zwaar onder de terreur van de Sovjet-Unie. De bezetter onderwierp de bevolking aan massale deportaties, executies en dwangarbeid. Fotograaf Claudia Heinermann documenteerde vooral via interviews met overlevenden de weinig bekende verschrikkingen. Een ware eyeopener in het Nederlands Fotomuseum.

Het begon toen de Sovjet-Unie zich na het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland in 1940 meester maakte van de Baltische staten. Onder Stalin nam de repressie onmiddellijk een aanvang. ‘In de nacht van 14 juni 1941, ik was toen dertien jaar, werd ons hele gezin opgepakt en naar Siberië gedeporteerd. Mijn vader (beroepssoldaat in het Litouwse leger, red.) werd ter dood veroordeeld en op 11 mei 1942 in de gevangenis van Kansk geëxecuteerd. Maar dat hoorden wij pas veel later.’ Aldus Irena Valaityté in één van de vele wandteksten (interviews) op de expositie.

Zelf belandde Irena al gauw in een werkbrigade van kinderen, op een eiland in Noord-Siberië. In een steenkoud niemandsland, waar nog helemaal niets was, werkte ze twaalf uur per dag, de eerste tijd aan het bouwen van een nederzetting. Haar broertje zat in de visbrigade en moest wakken maken in het ijs om eten te verzamelen. Uiteindelijk kregen honger, kou en ziekte Irena niet klein. In 1948 wist ze te ontsnappen en thuisland Litouwen weer te bereiken, waar ze zich nog jarenlang moest schuilhouden. In 1963 kwam ook haar broer terug. Haar moeder overleed in 1946 op het eiland.

Boven de poolcirkel

De verhalen van Irena Valaityté en tientallen lotgenoten zijn indrukwekkend gedocumenteerd door de Duitse fotograaf Claudia Heinermann (1967). Zij wil de geschiedenis van de Sovjet-gruwelen in de Baltische staten voor eens en altijd vastleggen, zeker nu het huidige regime in het Kremlin laat zien niets van het verleden te hebben geleerd. Door middel van spaarzame foto’s uit de jaren 30 en 40, teksten met foto’s en portretten van nu, maar ook tekeningen en enkele video’s, geeft ze overlevenden een stem.

Heinermanns project bestaat uit drie delen. Het eerste deel focust op zes Litouwers die als kind tijdens de eerste grote massadeportatie in 1941 naar de zuidelijke bergstreek Altaj gedeporteerd werden, om na een jaar landbewerking naar de Laptevzee boven de poolcirkel vervoerd te worden voor het op poten zetten van een complete visindustrie. Hun verhalen en portretten staan hier centraal. Ook zijn er rake tekeningen en enkele video’s te zien. Aangrijpend is bijvoorbeeld een filmpje van een Litouwse expeditie uit 1989 naar de Laptevzee. Doel van de expeditie, waaraan ook Irena Valaityté deelnam, was om graven van familieleden te vinden en een monument voor hen op te richten. We zien hoe het lichaam van Irena’s moeder wordt gevonden in de permafrost. Naar schatting zijn er in totaal zo’n 130.000 mensen uit de Baltische staten op transport gesteld.

Partizanenstrijd en testlocatie

Deel twee zoomt in op de partizanenstrijd tegen de Sovjetbezetters, die na de verdrijving van de Duitsers in 1944 de Baltische staten opnieuw annexeerden. Tot in de jaren 50 werden vanuit ondergrondse bunkers in de bossen acties tegen de Russen ondernomen. De hoop op westerse hulp bleek vergeefs. In deel drie verschuift de blik naar het zuiden van Siberië. Circa 20.000 Esten werden in 1949 aan de grens met Kazachstan tewerkgesteld als landarbeiders. Wat ze lange tijd niet wisten was dat een paar honderd kilometer verderop de testlocatie Semipalatinsk werd gebruikt voor atoomproeven. 

Ook hier veel teksten en een aantal foto’s van betrokkenen. Maar bijvoorbeeld ook een enorme overzichtskaart van alle goelags en een model van het terrein voor atoomproeven. Je komt ogen tekort om alles in je op te nemen. Interessant is dat Heinermann zelf ook naar Semipalatinsk reisde om jaren later interviews af te nemen met ooggetuigen van de onbekende trillingen en wolken.

Portretten vol menselijkheid

Historisch beeldmateriaal is om voor de hand liggende redenen wat karig. De oude foto’s die Heinermann exposeert vallen in ruwweg twee categorieën: onbezorgde jeugdfoto’s uit de jaren voor de Sovjetbezetting en kiekjes van barre deportatielocaties uit de jaren 40 en 50. ‘Zoek de verschillen’, zou je er uiterst cynisch bij kunnen denken. Maar voor cynisme moet je zeker niet bij Heinermann zijn. Met de wetenschap van de gruwelen die hebben plaatsgevonden in het hoofd, is het prachtig om te zien hoe ze overlevenden op latere leeftijd weet te portretteren. Getekend, zeker. Maar vaak ook kleurrijk en met een warme blik vol bewaarde menselijkheid. Daar heeft ook ijskoude barbaarsheid geen eind aan kunnen maken.

Irena Valaityté (1928), Kaunas, Litouwen, 2017 © Claudia Heinermann

 

 

IFFR 2
Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam
IFFR 2

IFFR 2023: the sequel

Ons tweede en laatste verslag van de 52e editie van het International Film Festival Rotterdam behandelt weer films in diverse genres uit alle hoeken van de wereld.

Het bezoekersaantal van deze editie van het IFFR bleek na afloop nog niet het pre-corona niveau te hebben gehaald, maar zo voelde het zeker wel: de meeste voorstellingen die ik bezocht, zaten goed vol. In dit tweede IFFR-verslag reizen we van Denemarken via de VS en Namibië naar Oceanië.

Superposition

Karoline Lyngbye • Denemarken, 2023
Sterren: 4/5

Stine (Maria Bach Hansen, The Legacy) en Teil (Mikkel Boe Følsgaard, Land of Mine) zijn met hun zoontje Nemo naar de bossen van Zweden verhuisd om het stressvolle stadsleven in Kopenhagen te ontvluchten. Het is voor hen ook een kans om hun relatie nieuw leven in te blazen en hun binding met Moeder Natuur te vergroten. Hun ervaringen zullen ze met de wereld delen via een podcastserie. De plek blijkt echter een stuk minder afgezonderd van de buitenwereld dan beloofd. De verbazing wordt al helemaal groot als de vreemdelingen er exact uitzien als zijzelf!

Dit volwassen speelfilmdebuut van Karoline Lyngbye duikt in de wereld van doppelgängers en parallelle universa. Het is zeker geen onbekend thema in de cinema, maar Lyngbye voegt hier een stijlvolle loot aan toe. De keuze om de personages een podcast te laten opnemen blijkt hierbij een slimme: hiermee kan veel informatie op een natuurlijke manier gegeven worden en wordt de relatie van het stel scherp neergezet. Ook is slim gebruik gemaakt van de locatie. Het moderne vakantiehuis waar het gezin verblijft, zit vol glas; de spiegelingen die dit glas veroorzaakt, zijn een subtiele visuele voorbode van wat gaat komen.

Hoewel de film zeer gestileerd overkomt, was er zeker ook ruimte om niet-gescripte scènes in de film te verwerken, zo bleek uit de Q&A na afloop. De scène waarin Nemo over spinnen en Spider-Man praat – wat fijne verwijzingen leken te zijn naar zowel duale identiteiten als Denis Villeneuves Enemy – bleek door het jochie geheel geïmproviseerd te zijn.

Superposition

Under the Hanging Tree

Perivi Katjavivi • Namibië, 2023
Sterren: 2/5

Namibië – een van de dunst bevolkte landen ter wereld – kent diverse bevolkingsgroepen, waaronder Duitse nazaten. Tot de Eerste Wereldoorlog was het grote Afrikaanse land namelijk een Duitse kolonie. De genocide begin van 20e eeuw door de kolonisator van de Herero en de Nama, twee inheemse bevolkingsgroepen, liet diepe wonden na. Het is dus een land met een fascinerend verleden en tegen die achtergrond speelt Under the Hanging Tree zich af. In deze film doet een norse politieagente met Herero-roots onderzoek naar wat lijkt op ritueel geslacht vee van een Duitse boer. Niet veel later wordt de boer zelf dood aangetroffen.

Het verhaal heeft potentie, maar de film blijkt niet in staat het lage budget en gebrek aan ervaring te verhullen. Regisseur Perivi Katjavivi strooit kwistig met (te) lang aangehouden shots in de hoop dat Dutch angles (schuine horizonnen) ze interessanter maken. Het acteerwerk is houterig en het geluid is zeldzaam amateuristisch. Zelfs de imposante, weidse landschappen van Namibië worden nergens echt mooi in beeld gebracht – an sich best een prestatie van formaat.

Under the Hanging Tree

Little Dixie

John Swab • Verenigde Staten, 2023
Sterren: 2,5/5

Het is een wat atypische IFFR-keuze, deze Amerikaanse productie met actiester Frank Grillo in de hoofdrol. Hierin verklaart een overijverige Amerikaanse gouverneur de oorlog aan een Mexicaans drugskartel. Doc (Grillo), een voormalige special forces commando, is niet alleen een oud-collega van de gouverneur, maar heeft ook banden met het kartel. Veel kans om vrede tussen beide kampen te bewerkstelligen krijgt hij niet, want de kartelleider heeft besloten psychopaat Cuco (Beau Knapp) naar de VS te sturen om het zaakje op te lossen. Als Cuco de dochter van Doc ontvoert met als doel de commando te dwingen om de gouverneur te doden, komen de dodelijke kwaliteiten van Doc meer dan van pas.

Het is geen hoogvlieger, deze film van John Swab. Het is bij vlagen keihard en er vallen genoeg doden, maar verwacht geen innovatieve geweldsballetten à la John Wick. Bovendien is een vrouwelijk personage dat ontvoerd wordt inmiddels zo’n sleets plotmiddel, dat het eigenlijk verboden zou moeten worden. Cuco is ook met z’n gabberachtige uitstraling een net iets te dik aangezette bad guy, maar Grillo bewijst weer eens een acteur te zijn met voldoende charisma om de aandacht vast te houden. Little Dixie voelt mede door hem lekker ouderwets aan. Solide. Vermakelijk zelfs.

Little Dixie

Paco

Tim Carlier • Australië, 2023
Sterren: 3,5/5

De opening van de absurdistische Australische film Paco doet denken aan de scène in Babylon waarin Nelly (Margot Robbie) voor het eerst een geluidsscène opneemt. Vlekkeloos gaat dat zeker niet en vele takes zijn het gevolg – tot frustratie van de crew. In Paco is het niet het geluid zelf, maar actrice Hebe (Hebe Sayce) die de lange takes telkens in de soep laat lopen. Lange takes, die in Paco weer onderdeel zijn van één lange take. Een waar staaltje knap filmmaken dit!

Als de scène er eindelijk op staat, vergeet Hebe vervolgens haar draadloze microfoon in te leveren. Dit is de verantwoordelijkheid van geluidsman Paco en een microfoon kwijtraken is, zo wordt duidelijk, een doodzonde. Paco (Manuel Ashman, die echt ervaring heeft als geluidsman) volgt de geluiden die zijn microfoon oppikt. In plaats van Hebe te vinden, wordt hij in de Australische stad Adelaide, waar de film zich afspeelt, steeds weer afgeleid. Hij komt continu maffe personages tegen en er wordt door vrienden en collega’s de hele tijd een beroep op hem gedaan als geluidsman.

Paco, door regisseur Tim Carlier zelf op zijn website een ‘Experimental Comedy’ genoemd, levert een film op die zeker niet alleen voor ingewijden van de Adelaidese filmscene grappig is. Zo is een spel dat op een feestje gespeeld wordt voor niet-ingewijden behoorlijk onnavolgbaar, maar door de absurditeit ervan juist weer universeel grappig. Met een beperkt budget en met hulp van een groep enthousiaste vrienden uit de film- en muziekscene van Adelaide, is een redelijk unieke film gemaakt. Eén waarin het geluid ervan voor zo’n 85% ook daadwerkelijk het geluid is dat Paco ter plekke opnam.

Paco

Patu!

Merata Mita • Nieuw-Zeeland, 1983
Sterren: 3,5/5

In 1981 stond een tour door Nieuw-Zeeland gepland van de Springboks, het nationale rugbyteam van Zuid-Afrika. De Springboks waren hier al eerder op tour geweest en het was ook niet de eerste keer dat de komst van een vertegenwoordiger van het Apartheidsregime weerstand opwekte. Zo heftig als in 1981 was het echter nog niet geweest. De doden door rellen in township Soweto en de moord op activist Steve Biko lagen immers nog vers in het geheugen. De steeds massalere en gewelddadigere demonstraties splitsten Nieuw-Zeeland – waar rugby onderdeel is van de nationale identiteit – in pro- en anti-tour. Het is wel duidelijk welke kant Maori filmmaker Merata Mita hierin kiest. De blik wordt daarbij ook steeds meer naar binnen gericht, op de Nieuw-Zeelandse maatschappij zelf. Wat heeft demonstreren tegen racisme in een ander land voor zin, als dit in eigen land nog steeds voor komt?

Vele cameramensen filmden de protesten dicht op de huid. Wat een 25 minuten durende televisiedocumentaire had moeten worden, groeide uit tot dit pamflet van bijna twee uur. Patu! – de naam van een traditionele Maoriknuppel – begint nog rustig met het verzamelen van handtekeningen om de tour een halt toe te roepen, maar laat vervolgens een steeds heftigere geweldsspiraal zien. Wanneer het de demonstranten lukt om bij de eerste rugbywedstrijd het veld op te stormen en de wedstrijd te laten staken, wordt het ingrijpen van de politie bij volgende optredens steeds hardhandiger. Zelfs het leger wordt ingeschakeld om barricades te bouwen, terwijl demonstranten zichzelf steeds beter gaan wapenen tegen het grove geweld van de politie: tegen het eind van de documentaire zijn er nog maar weinig demonstranten te zien die geen helm dragen. Opvallend detail: een van de cameramensen van Patu! was regisseur Roger Donaldson, die enkele jaren hiervoor had gedebuteerd met Sleeping Dogs, ook al een mijlpaal uit de Nieuw-Zeelandse cinema. De scène in deze film (met een piepjonge Sam Neill in de hoofdrol) waarin de oproerpolitie van het totalitaire regime hardhandig demonstranten knuppelt, leek wel voorspellende gaven te hebben.

Patu

Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)
Muziek / Album

Zangeres met een missie

recensie: Sophie Straat – Smartlap is niet dood
Sophie Straat: Smartlap is niet dood album cover (groot)

Het is een spannende week voor Sophie Straat, 3 maart komt haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood uit en 6 maart worden de Edisons uitgereikt, waarvoor ze in de categorie ‘Hollands’ een nominatie binnen wist te slepen. Met het nieuwste album bewijst Sophie dat ze die nominatie én het wachten op dit album meer dan waard is.

Langverwacht debuutalbum

Sophie Straat (artiestennaam van Sophie Schwartz) is een Amsterdamse protestzangeres en kunstenares, die samen met haar partner Wieger Hoogendorp allerlei maatschappelijke misstanden aan het licht wil brengen door middel van haar muziek. Al voor het uitkomen van haar debuutalbum heeft ze een stevig muzikaal cv opgebouwd. Haar debuut-EP ’T Is niet mijn Schuld leverde haar een Edison op in de categorie ‘Hollands’, ze stond op het podium met artiesten als Willeke Alberti en The Opposites, en scoorde in 2021 samen met Goldband een flinke zomerhit met ‘Tweede Kamer’. Dat we dan ook vol smart wachtten op de release van haar langverwachte debuutalbum Smartlap is niet dood is een understatement.

Levenslied met een moderne twist

De protestzangeres weet op haar debuutalbum licht te werpen op belangrijke thema’s, waaronder machtsmisbruik, politiegeweld, seksisme (met fenomenen als mansplaining en het patriarchaat), grensoverschrijdend gedrag op studentenverenigingen en racisme. Elk lied draagt een duidelijke boodschap met zich mee, die ondubbelzinnig in de teksten wordt benoemd. Voor wie die boodschap nog onduidelijk is, wordt er in het bijgeleverde boekje per nummer extra uitleg geboden.

Zoals Sophie in het eerste nummer `Smartlap is niet dood´ bezingt, had de Zangeres Zonder Naam een missie met het levenslied en Sophie wil deze missie voortzetten. Ze wil verhalen die we te weinig horen een stem geven en de mensen die het niet met haar eens zijn, ook hard mee laten zingen. En met een lading pakkende teksten én aanstekelijke melodieën, is dat haar zeker gelukt.

Wie denkt dat met dit album de smartlap op de hak wordt genomen of dat het album alleen maar clichématige smartlappen bevat, heeft het mis. Sophie en Wieger zijn diep in de geschiedenis van het genre gedoken en hebben zich duidelijk ingelezen in de thema’s die ze willen bezingen. Zo wordt elk nummer in een uniek jasje gestoken. Het lied dat het meeste lijkt op die typische, oer-Hollandse smartlap, is het nummer ‘Mannen’. Waar dit lied over gaat is duidelijk: mannen. Specifieker gaat het over mansplaining, een fenomeen waar veel vrouwen mee te maken krijgen. De oproep aan mannen om toch eens bewuster te worden, wordt begeleid met een flinke lading draaiorgels, accordeons én een mannenkoor. Een nummer dat heerlijk is om mee te zingen in de kroeg, maar allicht minder snel bij mensen in hun playlist gaat belanden.

Je krijgt het niet meer uit je kop

Ook voor wie niks heeft met die oer-Hollandse sound, is er genoeg te vinden op dit nieuwe album. De aanstekelijke banger ‘Tweede Kamer’ (in samenwerking met Goldband) heeft een pakkend skageluid en doet bij vlagen denken aan Doe Maar. Zo wordt feminisme weer funky en wordt de luisteraar opgeroepen om op een vrouw te stemmen tijdens de verkiezingen. Enthousiast meezingen en dansen is ook goed mogelijk met de bonustrack ‘De stad is van ons’, van dewelke het stevige elektronische geluid niet zal misstaan in menig uitgaansgelegenheid.

Een persoonlijke favoriet is het nummer ‘Vrijheid, gelijkheid, zusterschap’, waarin een prachtige droomwereld wordt bezongen waarin van alles mogelijk is. In die droomwereld kan je als man met een andere man zoenen tijdens een voetbalwedstrijd en kan je in Texas gewoon naar de abortuskliniek, zelfs mét een buddy aan je zij. In het refrein komen we er helaas achter dat het inderdaad écht een droom was en dat onze huidige wereld misschien meer op de achttiende eeuw lijkt dan we willen toegeven. Een nummer met een belangrijke boodschap en een pakkende melodie, een aanrader voor iedereen die door de ietwat bizarre videoclip heen kan kijken.

Een akoestische traktatie

Dat Sophie ook straalt in de kleinere, eenvoudigere liedjes bewijst ze met het nummer ‘Mooier als je lacht’. Een nummer waarin het fenomeen van straatintimidatie, iets waar 94 % van de vrouwen mee te maken krijgt, wordt bezongen. Dit lied is een van de hoogtepunten van het album, maar haast nog beter is de akoestische versie die kortgeleden op YouTube verscheen:

Het levenslied is weer cool

Nadat haar debuut-EP met een Edison werd bekroond, wachtten we met smart (pun intended) op haar debuutalbum. Smartlap is niet dood is het wachten meer dan waard geweest. Sophie Straat bewijst dat ze in meerdere genres kan stralen én weet het levenslied weer hip te maken. De smartlap is zeker nog niet dood!

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Film / Films

Een film zacht als groen fris Iers glooiend gras

recensie: The Banshees of Inisherin
The Banshees of InisherinCopyright 2022 Searchlight Pictures

The Banshees of Inisherin vertelt over een vriendschap die verzandt op de kusten van een fictief Iers eiland. Twee voormalige vrienden verzeilen in een absurde strijd om vriendschap en erkenning.

Colin Farrell en Brendan Gleeson spelen weer een interessant duo zoals in de debuutfilm In Bruges (2008) van regisseur Martin McDonagh. Regisseur McDonagh biedt de kijker met The Banshees of Inisherin een Oscarwaardige film.

Wachten op het onvermijdelijke

Colm – ook wel ColmSunnyLarry genoemd – voelt de tijd voorbijdrijven. Hij wil enkel nog muziek componeren met zijn viool en hij wil geen tijd meer besteden aan saaie gesprekken met zijn vriend Pádraic. Terwijl hij een einde maakt aan de vriendschap met de simpele ziel, speelt hij vol passie elke avond muziek in de enige pub op het eiland.

In de verte hoor je kanonschoten weerklinken vanaf het vaste land: de Ierse Burgeroorlog is volop aan de gang. Het eiland lijkt wel afgesloten te zijn: omgeven door een stolp waarin de buitenwereld nauwelijks kan binnentreden. In deze idylle wordt de eenvoud doorbroken door een vriendschap die op de klippen loopt. Beide vrienden durven niet meer toe te geven dat ze ondanks hun verschillen toch niet zonder elkaar kunnen.

Even melancholisch als een Ierse stout

De impasse tussen een simpele man die vooral met zijn dieren bezig is en een melancholische zolderkamerfilosoof die alleen maar componeren wil, mondt uit in absurde situaties. En net in het absurde schuilt realisme.

Het zijn juist de knotsgekke gebeurtenissen die leiden tot reflectie. Een dronken gesprek tussen twee voormalige vrienden verandert in poëzie. Iedereen op het eiland lijkt zich te vervelen. En wanneer het kookpunt bereikt is, wanneer een impasse de gemeenschap doet opschudden, ontstaat er iets moois. Juist dan, ontstaat poëzie. Net als bij een gedicht, vul je zelf de betekenis aan en interpreteer je. Net als bij een gedicht, weet je dat je naar poëzie kijkt, al kan je niet benoemen waarom.

‘God geeft niet om kleine ezels’

Regisseur Martin McDonagh laat de situatie meer en meer ontsporen. Net zoals in zijn vorige film Three Billboards Outside Ebbing, Missouri (2017) vertrekt de film met een simpel hoofdplot en escaleert de beginsituatie. Het dispuut tussen twee vrienden zorgt voor zoveel vraagstellingen, maar ook humoristische situaties.

Naast de schitterende dialogen, is ook het acteerwerk van hoog niveau. De zus van Pádraic, gespeeld door Kerry Condon, en de dwaze Dominic, vertolkt door Barry Keoghan, vullen de twee protagonisten perfect aan en geven kleur aan het tragikomische verhaal.

Kortom: The Banshees of Inisherin verdient alleen maar applaus. Na de release verschenen er terecht vele positieve recensies. De hoge verwachtingen werden niet alleen ingelost, maar zelfs overtroffen. De film toont wat een film moet zijn: meeslepend en doorspekt met inhoud en symboliek die je als kijker zelf moet invullen.

 

Gezien in: Cinema Zed Vesalius, Leuven

Nog te zien tot: 28 februari 2023

FEHD-CD-Pack-Shot
Muziek / Album

Mac DeMarco brengt album met instrumentale nummers uit

recensie: Five Easy Hotdogs
FEHD-CD-Pack-Shot

Het is altijd de moeite waard als Mac DeMarco met een nieuw werk komt. De laatste keer dat er iets nieuws van hem online kwam was twee jaar geleden en toen week hij flink af van zijn oeuvre. In 2020 releasede hij ‘Enter the Sandman’, een cover van Metallica. Het was echter geen originele interpretatie, maar eerder een vervalsing, die in menig kroeg over de speakers kan dreunen zonder dat iemand het verschil door heeft.

Koning van de Indie

Voor zijn nieuwste album Five Easy Hotdogs lijkt de koning van de indie weer op de gebaande paden te komen. Letterlijk paden, want het hele album is on the road geschreven in de USA en Canada. Alle nummers zijn vernoemd naar de plaatsen waar ze zijn opgenomen. Op een enkele song na, komt er geen vocaal aan te pas. We moeten het louter doen met gitaren, drums, percussie en synths.

Unheimische muzak

Al vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de kenmerkende sound van DeMarco weer de boventoon voert. Er zijn de welbekende jangly gitaren, die voelen alsof je in een bedje in de wolken wiegt, de synths die nooit groots en meeslepend worden maar charmant blijven door hun zorgvuldige plaatsing en bijna komische sound, en de warme broeierige sfeer die alles opwekt.

Het dreigt nu en dan te verzanden in een bevreemdende soort muzak. Alsof het een koortsdroom betreft in een wachtkamer ontworpen door David Lynch. Niet gek als je je bedenkt dat touren vooral bestaat uit wachten. Charlie Watts zei eens over zijn samenwerking met de Rolling Stones: ‘worked five years and spent 20 years hanging around’. De uitzichtloosheid van het wachten wordt versterkt door de vele repetitieve frases die de nummers herbergen. Na acht keer hetzelfde thema te horen snak je naar ontwikkeling. Maar die komt niet. En als die komt lijkt het eerder een poging tot een halfslachtige variatie dan een thematische ontwikkeling. Alles lijkt kalmte, controle en orde uit te willen stralen. Toch voelt het eerder unheimisch en desolaat.

Wat mist is een heldere lijn, iets waar ik mij als luisteraar aan vast kan klampen. Er is zelden sprake van een lead die mij meeneemt op deze vreemde roadtrip zonder begin of eind. Zelfs na meerdere luistersessies is er weinig dat blijft hangen in de vorm van een melodie. Zijn het keuzes uit pure verveling, gemakzucht of berusting?

Meta werk

Als luisteraar ben ik op mijn hoede, en tracht ik – wellicht vergeefs – te zoeken naar een diepere betekenis. Het is net geen achtergrondmuziek, maar ook niet iets dat je volledige aandacht vraagt. Makkelijk te eten, maar niet bevredigend, zoals hotdogs bijvoorbeeld. Het lijkt eerder een metawerk waarin de maker ons een spiegel voorhoudt, en ons zodanig bevraagt op wat onze verwachtingen van zijn muziek zijn, en wat hij zelf nog toe te voegen heeft als zijn publiek toch wel weet hoe zijn werk moet klinken.

Het is lastig om dit album op een lijn te zetten met zijn eerdere albums, zoals zijn kopie van ‘Enter the Sandman’. Het lijkt alsof Mac DeMarco een lome parodie heeft geschreven, ditmaal niet op een andere act, maar op zichzelf. DeMarco is zich bewust van de kracht, en tegelijkertijd ook zwakte van zijn oeuvre. Zijn nummers kunnen als easy listening weggezet worden, ook al zingt hij over zware thema’s als de moeilijke relatie met zijn vader, of over zijn drang tot vernietiging in ‘Freaking out the Neighborhood’. Gek genoeg doet het album me wat  dat betreft alleen maar meer verlangen naar het volgende, want DeMarco moet vroeg of laat kleur bekennen en dat kan alleen maar interessanter worden. En hopelijk meer verzadigend.