Tag Archief van: cultuurtips

Muziek / Concert

Theaterspel in concertvorm

recensie: Neveldieren door Spinvis & Saartje Van Camp
Doris Konings

Neveldieren is de naam van de voorstelling waarmee Spinvis samen met de Vlaamse Saartje Van Camp langs de Nederlandse theaters toert. Een show vol teksten en liedjes. Veel van de liedjes komen van zijn jongste album 7.6.9.6.. Spinvis is altijd een beetje vreemd, maar voor de fan, liefhebber heel lekker.

Wie denkt naar een concert te gaan komt er al snel achter dat Neveldieren meer aanschurkt tegen een theatervoorstelling met heel veel muziek. Eigenlijk is het een theaterspel in concertvorm. Visueel weet Spinvis de bezoeker te verbazen, te verwarren en mee te nemen in zijn fantasiewereld vol teksten en klanken die soms weerstand en vaak allerlei gevoelens oproept.

Schimmenspel

Het podium is bij aanvang van de show verdeeld in twee ruimtes naast elkaar die afgeschermd zijn met vitrage waarachter meerdere verlichte ogen een schouwspel toveren op de gordijnen. Als de lichten doven begint de muziek te spelen en ontwaren we langzaam een verlichte gestalte die we aan zijn stem en spel herkennen als Spinvis. Eerst zien we hem duidelijk op zijn rug en al spelend draait hij zich om, nog altijd achter het gordijn, en is zijn gestalte inclusief gitaar een schimmenspel op de gordijnen. Later in de show zullen we zien dat dit vaker wordt toegepast om zo een bijzondere sfeer aan een liedje te geven.

We ontwaren langzaam achter het tweede gordijn ook de klanken van een cello waar we natuurlijk Saartje Van Camp zien verschijnen. Uiteraard blijven de gordijnen niet gesloten en treden de artiesten tijdens de eerste liedjes langzaam in het licht voor een tweede set gordijnen die al snel videobeelden gaan weergeven die de liedjes ondersteunen. Zo zien we korenvelden als Spinvis daarover zingt. Of roeiboten als er gezongen wordt over het zijn in een boot.

Beiden muzikanten/artiesten zijn geheel gekleed in het wit om het contrast met de plaatjes te benadrukken.

Aan elkaar gewaagd

De samenwerking tussen Saartje Van Camp en Spinvis voelt als twee gelijkgestemde geesten die elkaar gevonden hebben. De soms absurdistische draaiingen in teksten die we al vele jaren kennen van Spinvis uit zijn twintig jaar durende carrière lijken op het lijf geschreven van deze Vlaamse muzikante. Van Camp speelt afwisselend cello, toetsen en mondorgel. Tevens laat ze met grote regelmaat haar stem klinken in woorden en zang. We hoorden haar eerder op het laatste studioalbum van Spinvis 7.6.9.6 dat werd opgenomen ten tijde van de coronapandemie en in boekvorm met cd verscheen. Een boek vol beelden uit het leven van Spinvis zonder samenhang, zonder verhaal en zonder paginanummer. Echt iets wat je van deze artiest kan en mag verwachten.

Of Van Camp en Spinvis nu samen optrekken in fijne zang, akoestisch gitaarspel en fijne cello klanken of in tergende klanken van een cello vol dissonanten en een elektrische gitaar die jankt omdat hij met een stok bewerkt wordt, ze zijn aan elkaar gewaagd. Deze laatste situatie horen en zien we tijdens een gloedvolle uitvoering van ‘Een kindje van god’ waarin figureren. Saartje Van Camp en Spinvis trekken het hele concert samen op en zetten een bijzondere en onderhoudende show neer. Meermaals kruipt Spinvis achter de drumkit terwijl Van Camp de ene keer de toetsen laat klinken en andermaal de cello bespeelt terwijl ze samen zingen. Het is een totaal andere beleving dan Spinvis solo met al zijn instrumenten om zich heen.

Verwondering en schoonheid

Muziek die het hart sneller doet kloppen in verwondering of in een beweging van schoonheid en verbazing. Dat is wat Neveldieren met het publiek doet. Een publiek dat overigens zeer divers van leeftijd is en met een groot verschil aan soms zelfs kunstzinnige uitdossing naar de voorstelling is gekomen. Een breedheid aan liefhebbers dat past bij het brede talent van de twee kunstenaars en muzikanten.

Als afronding van de show krijgen we nog twee toegiften op verzoeken vanuit het publiek. Zo is het enige vrolijke liedje van de show ‘Wespen op de appeltaart’ ons deel. Hierbij wordt Van Camp door Spinvis aan het giechelen gemaakt zodat de start van de uitvoering even door een spontane lachende zangeres een aantal herstarten kent. Dit geeft een fijne ontspannen sfeer die afstraalt van het podium.

Daarna geeft Spinvis nog wat uitleg over de show en bedankt hij het publiek voor het komen, en benadrukt hij dat de show samen met technicus niet zo zou zijn geweest als wij dat mochten zien en ervaren hebben.

Het applaus na de show is hartverwarmend en laat iedereen met een voldaan gevoel nog even napraten onder genot van een drankje dat klaar staat in de foyer.

Ga deze voorstelling zien als je van een beetje vreemd, maar wel heel lekker houdt, zoals Spinvis altijd klinkt. Ze zijn nog in vele theaters te zien in Nederland en België. De duoshow loopt tot eind mei van dit jaar.

Voorlopig zijn er al data te zien tot en met januari komend jaar. Sommige voorstellingen zijn nu al uitverkocht.

Muziek / Concert

Theaterspel in concertvorm

recensie: Neveldieren door Spinvis & Saartje Van Camp
Doris Konings

Neveldieren is de naam van de voorstelling waarmee Spinvis samen met de Vlaamse Saartje Van Camp langs de Nederlandse theaters toert. Een show vol teksten en liedjes. Veel van de liedjes komen van zijn jongste album 7.6.9.6.. Spinvis is altijd een beetje vreemd, maar voor de fan, liefhebber heel lekker.

Wie denkt naar een concert te gaan komt er al snel achter dat Neveldieren meer aanschurkt tegen een theatervoorstelling met heel veel muziek. Eigenlijk is het een theaterspel in concertvorm. Visueel weet Spinvis de bezoeker te verbazen, te verwarren en mee te nemen in zijn fantasiewereld vol teksten en klanken die soms weerstand en vaak allerlei gevoelens oproept.

Schimmenspel

Het podium is bij aanvang van de show verdeeld in twee ruimtes naast elkaar die afgeschermd zijn met vitrage waarachter meerdere verlichte ogen een schouwspel toveren op de gordijnen. Als de lichten doven begint de muziek te spelen en ontwaren we langzaam een verlichte gestalte die we aan zijn stem en spel herkennen als Spinvis. Eerst zien we hem duidelijk op zijn rug en al spelend draait hij zich om, nog altijd achter het gordijn, en is zijn gestalte inclusief gitaar een schimmenspel op de gordijnen. Later in de show zullen we zien dat dit vaker wordt toegepast om zo een bijzondere sfeer aan een liedje te geven.

We ontwaren langzaam achter het tweede gordijn ook de klanken van een cello waar we natuurlijk Saartje Van Camp zien verschijnen. Uiteraard blijven de gordijnen niet gesloten en treden de artiesten tijdens de eerste liedjes langzaam in het licht voor een tweede set gordijnen die al snel videobeelden gaan weergeven die de liedjes ondersteunen. Zo zien we korenvelden als Spinvis daarover zingt. Of roeiboten als er gezongen wordt over het zijn in een boot.

Beiden muzikanten/artiesten zijn geheel gekleed in het wit om het contrast met de plaatjes te benadrukken.

Aan elkaar gewaagd

De samenwerking tussen Saartje Van Camp en Spinvis voelt als twee gelijkgestemde geesten die elkaar gevonden hebben. De soms absurdistische draaiingen in teksten die we al vele jaren kennen van Spinvis uit zijn twintig jaar durende carrière lijken op het lijf geschreven van deze Vlaamse muzikante. Van Camp speelt afwisselend cello, toetsen en mondorgel. Tevens laat ze met grote regelmaat haar stem klinken in woorden en zang. We hoorden haar eerder op het laatste studioalbum van Spinvis 7.6.9.6 dat werd opgenomen ten tijde van de coronapandemie en in boekvorm met cd verscheen. Een boek vol beelden uit het leven van Spinvis zonder samenhang, zonder verhaal en zonder paginanummer. Echt iets wat je van deze artiest kan en mag verwachten.

Of Van Camp en Spinvis nu samen optrekken in fijne zang, akoestisch gitaarspel en fijne cello klanken of in tergende klanken van een cello vol dissonanten en een elektrische gitaar die jankt omdat hij met een stok bewerkt wordt, ze zijn aan elkaar gewaagd. Deze laatste situatie horen en zien we tijdens een gloedvolle uitvoering van ‘Een kindje van god’ waarin figureren. Saartje Van Camp en Spinvis trekken het hele concert samen op en zetten een bijzondere en onderhoudende show neer. Meermaals kruipt Spinvis achter de drumkit terwijl Van Camp de ene keer de toetsen laat klinken en andermaal de cello bespeelt terwijl ze samen zingen. Het is een totaal andere beleving dan Spinvis solo met al zijn instrumenten om zich heen.

Verwondering en schoonheid

Muziek die het hart sneller doet kloppen in verwondering of in een beweging van schoonheid en verbazing. Dat is wat Neveldieren met het publiek doet. Een publiek dat overigens zeer divers van leeftijd is en met een groot verschil aan soms zelfs kunstzinnige uitdossing naar de voorstelling is gekomen. Een breedheid aan liefhebbers dat past bij het brede talent van de twee kunstenaars en muzikanten.

Als afronding van de show krijgen we nog twee toegiften op verzoeken vanuit het publiek. Zo is het enige vrolijke liedje van de show ‘Wespen op de appeltaart’ ons deel. Hierbij wordt Van Camp door Spinvis aan het giechelen gemaakt zodat de start van de uitvoering even door een spontane lachende zangeres een aantal herstarten kent. Dit geeft een fijne ontspannen sfeer die afstraalt van het podium.

Daarna geeft Spinvis nog wat uitleg over de show en bedankt hij het publiek voor het komen, en benadrukt hij dat de show samen met technicus niet zo zou zijn geweest als wij dat mochten zien en ervaren hebben.

Het applaus na de show is hartverwarmend en laat iedereen met een voldaan gevoel nog even napraten onder genot van een drankje dat klaar staat in de foyer.

Ga deze voorstelling zien als je van een beetje vreemd, maar wel heel lekker houdt, zoals Spinvis altijd klinkt. Ze zijn nog in vele theaters te zien in Nederland en België. De duoshow loopt tot eind mei van dit jaar.

Voorlopig zijn er al data te zien tot en met januari komend jaar. Sommige voorstellingen zijn nu al uitverkocht.

Theater / Voorstelling

Het geheim achter het raadsel George Soros

recensie: The Making of Soros the Musical - mugmetdegoudentand
Scènefoto The Making of Soros the MusicalNichon Glerum

Of je nou vriend of vijand bent van het Hongaars-Amerikaanse financiële mirakel George Soros, niemand kan een pink krijgen achter wie deze gesloten man nou eigenlijk echt is. Theatergezelschap Mugmetdegoudentand doet een poging het raadsel te doorgronden in de even charmante als rommelige The Making of Soros the Musical.

De speelvloer heeft nog het meeste weg van een kringloopwinkel, met kapotte fauteuils en afgetrapte vloerkleden. En dat is ook de bedoeling: de theatermakers zijn nog volop bezig met het in elkaar zetten van een musical. We treffen ze aan op het moment dat George Soros, het onderwerp van de musical, komt binnenlopen. Hij komt controleren wat er wordt gedaan met de één miljoen dollar die hij heeft gestopt in dit project, in de veronderstelling dat dit een vriendelijk verhaal zal worden over hem, zijn politieke missie en zijn goedgevigheid.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Van speculant tot filantroop

George Soros (Boedapest, 1930) is een Joodse Amerikaan van Hongaarse komaf. Hij maakte zijn onwaarschijnlijke fortuin -dat wordt geschat op 6 tot 7 miljard- in de tweede helft van de twintigste eeuw door behendig te speculeren met geld; vooral met dat van The Bank of England, om precies te zijn. En door allerlei andere financiële kansen precies op het goede moment te zien. Vervolgens ging in zijn hoofd de knop om, en veranderende hij van nietsontziende speculant in empathische filantroop: Soros geeft enorme bedragen weg aan goede doelen. Zijn ideaal is het kapitalisme de nek om te draaien.
Hij heeft echter aan beide uitersten van het politieke spectrum vijanden: rechts haat hem, omdat hij mensen met veel geld pootje probeert te haken. Links wantrouwt hem, omdat het knap vreemd is dat iemand die zo veel geld heeft verdiend door kapitalistisch handelen, nu opeens het licht zou hebben gezien en de wereld wil redden.

The Making of

In The Making of Soros The Musical proberen regisseur (Lineke Rijxman) en acteur (Jasper Stoop) een verhaal te maken waarin de ‘echte’ drijfveren en persoonlijke achtergrond van de filantroop duidelijk worden. Soros zelf (Vincent van der Valk) wil zijn persoonlijke verhaal niet zien; hij wil dat alleen zijn politieke boodschap in zang, dans en sketches zal worden verwoord: ‘dood aan het kapitalisme’, kort gezegd. Hij heeft betaald voor deze productie, de makers moeten de voorstelling neerzetten zoals hij die voor ogen heeft.

Helder en eerlijk

Wat volgt is een lang en rommelig geheel, waarin op alle mogelijke manieren wordt geprobeerd een helder en eerlijk beeld te schetsen van de mens George Soros. Heel even verschijnt de man ook zelf in beeld, wanneer een Amerikaans interview met hem wordt geprojecteerd op een schermpje. In dat gesprek reageert de harde zakenman stamelend op vragen over zijn Joodse jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog in genazificeerd Hongarije.

Tussen het verhaal van Soros door, passeren de meest uiteenlopende (levens-)vragen de revue. Vragen over ieders identiteit, over ik en de ander, over inclusiviteit – zelfs over het leven in een door toeristen en partyboten overspoeld Amsterdam. De acteurs wisselen van personage, worden nu en dan zichzelf, of de ander. De handeling wordt geregeld onderbroken door dansjes en liedjes, veelal geleend uit andere musicals.

Scènefoto The Making of Soros the Musical

Hart

Daarmee is The Making of Soros The Musical niet bepaald een well made play, maar een rommeltje; maar wel een buitengewoon sympathiek en charmant rommeltje. Mugmetdegoudentand is een groep die het hart op de juiste plaats heeft, die maatschappelijk recht en onrecht graag mag bespreken. Ze gebruiken deze voorstelling dan ook om het eens te hebben over het noodzakelijk einde van het kapitalisme, omdat de samenleving er niet alleen slechter van wordt, maar er ook aan ten onder gaat. “Het kapitalisme wordt begraven”, aldus Soros.

IJzersterk is de scène waarin Vincent van der Valk als Soros in een razendsnel en vlijmscherp betoog uiteenzet hoe hij de -uit gebakken lucht bestaande- Bank of England onderuit heeft gehaald.
Hoogtepunt van de voorstelling is de finale, waarin Lineke Rijxman -zelf Joods- het kantelpunt in Soros’ leven verbeeldt. Ze zet de veertienjarige Joodse jongen in Hongarije neer, die moet toezien hoe zijn vader door de Nazi’s wordt gedwongen de bezittingen van weggevoerde mede-Joden te stelen, louter om zichzelf en zijn zoon de gang naar het concentratiekamp te besparen. De boodschap: als je je afvraagt hoe George Soros is geworden tot wie hij is: hier heb je je antwoord.

Stoppen

Mugmetdegoudentand heeft aangekondigd na 38 jaar theatermaken als groep te gaan stoppen. The Making of Soros the Musical is de laatste voorstelling die het collectief maakt. De leden van de groep gaan steeds meer hun eigen weg; en de financiële nekslag die corona heeft betekend, maakt voortgang en voldoen aan hun eigen kwaliteitseisen niet echt mogelijk. Het stoppen is wel oprecht jammer, zeker wanneer ze met deze maffe en hilarische musical opnieuw laten zien hoe belangrijk hun boodschap is en hoe verfrissend hun visie op theater is.

Kunst / Expo binnenland

Rondreizen in een driedelig universum

recensie: Vermeer - Rijksmuseum Amsterdam

Als mens hoort Johannes Vermeer (1632-1675) thuis in het pantheon van ‘wereldberoemde onbekenden’. We weten nog steeds heel weinig over zijn persoon. Maar zijn fenomenale schilderijen zijn in de loop der eeuwen tot in de kleinste details onderzocht en beschreven. Het kan je moeilijk zijn ontgaan dat in het Rijksmuseum momenteel een unieke Vermeer-expositie te bewonderen is. 

De enorme belangstelling voor de grote Vermeer-tentoonstelling overvalt zelfs het Rijksmuseum. Maar wat wil je. Eén van de twee allergrootste Hollandse Meesters; 28 van zijn 37 bekende werken tentoongesteld; volop aandacht in binnenlandse en buitenlandse media… Dit moet je zien! Wie bang is dat het dringen wordt, kan gerustgesteld zijn. Met een beetje geduld kom je echt wel oog in oog te staan met alle schatten. Zelfs bij de kleinste Vermeers – waar je je bijna op een postzegelbeurs waant – kom je zonder al te lang wachten aan de beurt. Gelukkig maar, want Vermeer hield het vaak klein. Een (niet zo snelle) rekensom leert dat de totale oppervlakte van de 28 schilderijen 13,37 m² bedraagt. Dat is nauwelijks meer dan driekwart van De Nachtwacht (17,21 m²). En daar zijn dan nog stukken afgesneden ook. 

Maar uiteraard zal geen bezoeker zich bekocht voelen qua omvang van de expositie. Nooit eerder zijn zoveel Vermeers bij elkaar gebracht. Met bijna alle topstukken die je graag eens wilt zien, en onderverdeeld in heldere thematische categorieën. Gezicht op Delft, Het melkmeisje, De geograaf, Vrouw met parelsnoer, het ene schilderij nog iconischer dan het andere.  

Geloof en wetenschap

Vrouw met weegschaal, Johannes Vermeer, olieverf op doek, ca. 1662-64, National Museum of Art, Washington, Widener Collection

Een van de dingen die opvalt is dat Vermeer toch heel wat religieuze symboliek in zijn schilderijen heeft verwerkt. Van origine was hij protestants, maar na zijn huwelijk met de katholieke Catharina Bolnes raakte hij kennelijk al snel in de ban van die andere geloofsstroming. Van zijn vroege (historie)schilderijen tot het late Allegorie van het katholieke geloof (ca. 1670-1674) is ‘het laatste oordeel’ een terugkerend thema. Neem bijvoorbeeld Vrouw met weegschaal (ca. 1662-1664). De decoratie op de achterwand bevat, zoals vaak bij Vermeer, een duidelijke boodschap. Staar je niet blind op aardse rijkdom, de echte eindbalans wordt na je dood opgemaakt! Wat dat betreft doet Vermeer toch iets minder modern aan dan Rembrandt met zijn focus op o zo menselijke innerlijke worstelingen en contemplatie. 

Dit is ook relevant omdat Vermeer juist leefde in een tijd van grote ontdekkingen en vernieuwingen. In de 16e en 17e eeuw vond er een ongekende wetenschappelijke revolutie plaats die het middeleeuwse wereldbeeld flink op zijn kop zette. Van Copernicus tot Newton, van Columbus tot Descartes; traditionele aannames sneuvelden bij bosjes. De modernisering reikte zeker ook tot Delft. Als Vermeer wilde, kon hij daar dagelijks zijn leeftijdgenoot Antonie van Leeuwenhoek tegen het lijf lopen, de baanbrekende lenzenslijper en uitvinder van de microscoop. De overeenkomst is sowieso treffend. Beiden geobsedeerd door optische vraagstukken en meester in het ontsluiten en ‘beschrijven’ van een eigen microkosmos. 

Delft, de wereld en het hiernamaals

Er zijn ook twee werken van Vermeer waarin de ‘ontdekking van de wereld’ het expliciete hoofdthema is: De astronoom en De geograaf. Toevallig of niet zijn dit de enige werken met een mannelijke hoofdpersoon. In Amsterdam is het prachtige De geograaf (1669) nu te zien. Er is wel serieus gespeculeerd dat de wetenschapper op beide schilderijen Antonie van Leeuwenhoek zou zijn (Arthur K. Wheelock, Jan Vermeer, New York 1988), maar daar zijn geen echte aanwijzingen voor. Een gevalletje wensdenken? 

Hoewel Vermeer de buitenwereld en het bovenaardse op veel manieren in zijn werken betrekt – via ramen, brieven, bezoekers, landkaarten, decoraties – tovert hij ons in de eerste plaats zijn eigen, Delfts mini-universum voor. Helemaal op een expositie als deze zie je mooi hoe allerlei elementen en voorwerpen terugkeren in de schilderijen. De stoelen, de kleden, de muziekinstrumenten… het zijn onlosmakelijke onderdelen van het persoonlijke universum van Vermeer. Een universum waar je niet snel in verdwaalt maar waarin je – overmeesterd door het schitterende kleurenpalet, de aandacht voor detail en de geniale lichtval – eindeloos kunt rondreizen. 

Muziek / Concert

Impressie en expressie

recensie: Recensie: NTR Zaterdagmatinee 25 februari 2023
Portret Eric WhitacreMarc Royce

Het schijnt dat je óf een bewonderaar bent van zijn muziek, óf er niets mee hebt. Maar kan het ook zo zijn, dat je er dubbel over bent? Ja – dat kan.

De bewonderaars van de composities van Eric Whitacre (1970) – want over hem gaat het – lopen weg met bijvoorbeeld diens ‘Sing gently’, dat afgelopen zaterdag als toegift werd gezongen door het Groot Omroepkoor onder leiding van de componist. In coronatijd werd het opgenomen door Eric Whitacre’s Virtual Choir:

De tegenstanders vinden zijn muziek te eenvoudig, te zoet en sentimenteel, maar The Sacred Veil (2018) voor koor, cello en piano dat voorafgaand aan deze toegift de Nederlandse première beleefde, heeft van beide wat. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat het door de compositie zelf is ingegeven.

The Sacred Veil

Het twaalfdelige, een uur durende werk gaat over leven en dood. Over de rollercoaster waarin Whitacre’s vriend en schrijver Charles Anthony Silvestri en diens met kanker gediagnostiseerde, zwangere vrouw Julia Lawrence Silvestri en hun kinderen terechtkomen. Én over het thuis komen, dat wil zeggen de eeuwige rust na de dood.
De titel van het stuk slaat op de sluier tussen twee werelden, leven en dood. Whitacre noemde het in zijn inleidende praatje overigens ‘energy’, wat een andere, meer new age-achtige kleur aan het geheel geeft.

Die heilige sluier, dat thuiskomen, die eeuwige rust en energie staan voor de zoete kant van het werk. Nog benadrukt door een korte sopraansolo van Varvara Tishina die zich tegen het eind losmaakt uit het koor en er als een ziel of een engel hoog bovenuit zweeft.
De minder zoete en sentimentele kant van het stuk ligt in de rusten (‘In weary gratitude, they stand’) die voor het stokken van de adem staan, in de kakofonie ook van het deel waarin de arts de definitieve uitslag bekend maakt en in kleine, dissonante passages die zinsneden laten schrijnen (‘It’s so soft and clean!’).
De minder zoete kant uit zich verder in tegenstellingen die naar voren komen in de tekst (‘You rise; I fall’) en afwijkingen daarbinnen die je niet verwacht: ‘Child of mourning / child of night’ in plaats van ‘child of morning’.

Misschien kun je in dit verband met de Nederlandse componist JacobTV (1951) spreken van ‘peperen met suiker’, in het geval van Whitacre extra benadrukt door de piano en cello die dan weer wat in de schaduw van de koorpartijen treden, een kabbelende onderlaag spelen of een echo geven van het thematisch materiaal (‘I am here’ van ‘I’m afraid’ in het hart van de compositie).
Alles bij elkaar intrigerend en prachtig uitgevoerd door het Groot Omroepkoor en de twee instrumentalisten: Quirine Viersen (cello) en Nicolas van Poucke (piano).

Toek Numan: 3 Haiku

Voorafgaand aan dit werk zingt het Groot Omroepkoor (ingestudeerd door Martina Batič) en met twee andere instrumentalisten (Ellen Versney, harp en Esther Doornink, marimba) 3 Haiku (2013) van de Nederlandse componist Toek Numan (1971).

In lange, vloeiende lijnen, met verglijdende samenklanken zingt het koor een Engelse vertaling van de tekst van Matsuo Bashō, omstrengeld door het spel van de twee instrumentalisten.

Waar Whitacre de luisteraar volgens het programmaboekje bij dit concert meeneemt op een ‘emotionele reis’, nam Numan de luisteraar mee ‘op de stroom van zijn eigen associaties, gevoelens en gedachten’. Een subtiel verschil, maar wel degelijk een verschil: de expressie van leven en dood en de impressie van de schoonheid van het leven en de natuur. Allebei de composities krijgen een groot onthaal. Naast mij zit iemand die na de tweede Haiku uit Numans compositie zegt: ‘Prachtig’ en na Whitacre een traantje wegpinkt.
Whitacre loopt met verende, haast dansende tred de trap op en af, zijn halflange haar op en neer wapperend, zoals je van een klassieke rockstar kunt verwachten.

Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

Theater / Voorstelling

Dansende diva heeft zin in liefde

recensie: Igone de Jongh - Zin in Liefde
Igone de Jongh met twee dansersMark Engelen

‘Diva’s’, zoals Maria Callas, Édith Piaf en Whitney Houston, is het overkoepelende thema van de tweede eigen productie van ballerina Igone de Jongh. In Zin in Liefde komen beide aspecten van deze eigengereide vrouwen aan bod: de glitter en glamour, maar ook de schaduwkant van de roem.

Igone de Jongh is zonder twijfel de bekendste Nederlandse ballerina van de afgelopen twintig jaar. Na haar opleiding aan de Nationale Balletacademie in Amsterdam beklom ze in razendsnel tempo de hiërarchische ladder bij Het Nationale Ballet. Vanaf 2019 ging ze verder als zelfstandig danseres. Zin in Liefde is haar tweede eigen productie, waarin ze samen met drie Oekraïense dansers van het door haar opgerichte The United Ukranian Ballet Company het podium bestiert. De choreografieën zijn gemaakt door Sasha Riva, die ook meedanst in de voorstelling, en Simone Repele.

Glitterende start

De titel suggereert een liefdesverhaal, maar de voorstelling centreert zich rondom diva’s. De voorstelling begint veelbelovend met de Jongh, gekleed in een glitterjurk, en haar drie collega’s dansend op Judy Garlands ‘I Got Rhythm’. Een jong meisje op een schommel (gespeeld door Lara Lina Uribe Echevarria of Josephine Krijnen ), vertelt over hoe zij voorbestemd is om een ster te worden: een verwijzing naar de jonge Igone toen zij begon met dansen?

Simpele, maar doeltreffende aankleding

De drie dansers naast de Jongh zijn gekleed in simpele donkerblauwe outfits en geschminkt als pierrots, waardoor hun expressie tijdens het dansen soms lastig is af te lezen. Wellicht is dit de bedoeling, aangezien ze tijdens de voorstelling voornamelijk fungeren als een soort geesten die de diva begeleiden of haar emoties uitbeelden. Het decor is simpel, maar doeltreffend om het verhaal te vertellen. Een kaptafel, vanaf waar de diva droomt van liefde of mijmert over voorbije tijden, en een theatergordijn, maar dan achterstevoren. Hierdoor kijkt het publiek op de rug van de diva en lijkt zo zelf op het podium te staan.

Twee dansers geschminkt als pierrots

Klassieke dans in modern jasje

De dansstijl van de voorstelling kan worden omschreven als klassiek ballet met moderne elementen. Het gracieuze van het klassiek ballet wordt afgewisseld met grovere en schokkerige bewegingen, wat zorgt voor een mooi contrast. Het is verfrissend dat er veel gebruik wordt gemaakt van andere vormen dan stereotype man-vrouw duetten: man-man duetten en trio’s en kwartetten komen allemaal voorbij.

De Jongh is nog altijd een fantastische danseres om te zien en legt moeiteloos een been in haar nek, oftewel een développé in balletjargon. Toch worden de energiekere en technisch uitdagendere choreografieën gedanst door haar collega’s (Alexis Tutunnique, Sasha Riva en Veronika Rakitina). Vooral de petite Rakitina knalt van het podium af. Een lichte teleurstelling waren de te simpele en te lange playbackdans op ‘How Will I Know’ van Whitney Houston en de bureaustoelendans op ‘Padam, padam’ van Édith Piaf. Een dans met zulke attributen is zeer lastig om goed uit te voeren, maar ziet er voor het publiek toch enigszins knullig uit.

Igone de Jongh en een danser

Onduidelijk verhaal

Het verloop van het verhaal is lastig te volgen voor het publiek. De intenties van sommige scènes zijn direct duidelijk, zoals dromen over een nieuwe liefde of het verdriet achter de roem. Echter zijn sommige dansen meer conceptueel en daardoor lastiger te plaatsen binnen de context van het verhaal. Het jonge meisje zou het publiek context moeten verschaffen, maar spreek voornamelijk vage, clichématige zinnen uit, zoals ‘licht zonder donker bestaat niet’. De voorstelling bevat mogelijke autobiografische verwijzingen naar de Jonghs liefdesleven, maar haar nuchtere imago past niet bij het beeld van de getroebleerde diva dat tijdens de voorstelling geschetst wordt. Ten slotte ontbreekt er een grote ontknoping. Het verhaal van de diva eindigt abrupt en laat ons achter met vragen. Komt er een happily ever after of gaat ze ten onder aan de roem?

Prachtige dans voor de liefhebber

Het is jammer dat het verhaal soms onduidelijk en clichématig is, maar de scherpe en energieke dans van de drie ‘pierrots’ afgewisseld met de rustigere stukken van de Jongh, maken veel goed. Zin in Liefde is zeker een aanrader voor liefhebbers van klassiek ballet en moderne dans.

 

Film / Kunst / Muziek / Theater / Film / Kunst / Muziek
special:

8WEEKLY podcast – Seizoen 2 aflevering 1

De gevarieerde redactie van online cultuurmagazine 8WEEKLY.nl bespreekt het recente cultuurnieuws, nieuwe releases, evenementen en festivals. Wij bespreken scherpe culturele stellingen en geven cultuurtips over boeken, films, muziek, podiumkunsten, beeldende kunst en meer!

De 8weekly podcast is terug met een nieuw! Seizoen 2, veel van hetzelfde maar in een nieuw jasje. Jorien, Vick en Sanne nemen het laatste nieuws op gebied van cultuur met je door. Voor dit nieuwe seizoen doen zij dat ook aan de hand van een aantal nieuwe rubriekjes. Zo vindt er een heuse battle plaats tijdens de ‘One Minute of Fame’, vertelt Vick zijn ‘Rant’ haarfijn wat hij van soepgooiende klimaatactivisten vindt. De ‘Spotlight’ staat dit keer op de Top2000. Bespreekt Jorien de ‘Remake’ The Prom en vindt Sanne dat de film Amsterdam een ‘Opsteker’ verdient.

Wat vind jij, de luisteraar van onze podcast? Heb je tips? Laat het ons weten via de 8WEEKLY socials –> Instagram, Twitter en Facebook.

Luister nu hier naar de podcast!

Theater / Voorstelling

Een hoop dolende zielen

recensie: De Nederlandse Reisopera brengt La Traviata
La Traviata door de Nederlandse Reisopera Foto door Marco BorggreveMarco Borggreve

“Een goede dialoog, goede karakters en een goede arena, daar zit de kwaliteit. Het verhaaltje onthoud je vaak niet eens”, aldus Ger Beukenkamp in een interview uit 2010 met Willy Hilverda over de setting van een stuk. “Vooral bij films weet je zeker dat je nooit precies het verhaaltje onthoudt. Wel een acteur, een beeld, een atmosfeer”. De Nederlandse Reisopera toont in diverse theaters de pocketopera La Traviata met actuele thema’s.

Niet Violetta als de courtisane die na haar verdwaalde jonge jaren in de armen van Alfredo valt, maar Violetta als transgender die, na een dwaling in een verkeerd lichaam, valt voor Alfredo. Ondanks alle inspanningen is het resultaat een aangepaste verhaallijn met minimaal effect, waarin Aylin Sezer als Violetta/Orlando en Aleš Jenis als Giorgio Germont de show stelen als operazangers.

Een moderne problematiek in een gekend jasje 

De pocketopera La Traviata door De Nederlandse Reisopera biedt moderne problematiek in een gekend jasje. Regisseur Dorike van Genderen baseert deze versie op het waargebeurde verhaal van Lili Elbe, één van de eerste mannen die in de jaren 30 geslachtsveranderende operaties onderging. Van Genderen heeft hiermee op papier een nieuw verhaal gecreëerd rond de persoon van Violetta. Waar zij in de oorspronkelijke versie ten prooi valt aan het maatschappelijke oordeel als courtisane, lijdt haar moderne evenbeeld onder de stigmatisering van de samenleving en haar (schoon)familie.

Het resultaat is, ook in de versie van Van Genderen, een hoop dolende zielen. Enerzijds zien we Orlando/Violetta geconfronteerd worden met afwijzing en stigmatisering in verschillende stadia van haar leven. Anderzijds moet Alfredo door vermeende familieschaamte gedwongen afzien van een leven met Violetta. Vader Giorgio Belmont ontmoedigt onder invloed van de maatschappelijke druk, het koppel om samen te wonen. Het resultaat bij allen is verwarring, ongeloof en schaamte.

Een pruik en een jurk veranderen weinig 

Ook al lijkt deze versie van Van Genderen een gouden greep, on stage valt het resultaat tegen. Het verhaal van een transgender in een puriteinse samenleving is verzwakt door dezelfde oude dialogen, karakters, operazangers, dezelfde arena, atmosfeer en beelden. Een pruik en een jurk kunnen daar helaas weinig aan veranderen.

Toch valt er gelukkig ook veel te genieten tijdens deze productie. Zo wordt het bescheiden podium optimaal en met smaak benut en is het instrumentale ensemble onder leiding van dirigent Alistair Digges verbluffend qua klank. De lyriek komt uitmuntend tot zijn recht en de zangers zijn fenomenaal. Tenminste zij die Violetta en Gorgio vertolken. Wat een gigantische openheid en warmte heeft Aylin Sezer in haar stem en wat een prachtig stemgeluid laat Aleš Jenis horen. Ook hun acteerprestaties liegen er niet om, het is een genot om naar te kijken. Helaas steekt tenor Anders Kampmann in de rol van Alfredo een beetje bleekjes af naast deze twee hoogvliegers. Maar misschien kunnen we hem dat niet kwalijk nemen. Hij heeft immers op het laatste moment in drie weken tijd zijn rol moeten instuderen.

Kortom, de La Traviata van Van Genderen biedt een interessante gelegenheid om in anderhalf uur tijd kennis te maken met de opera in een modern jasje, maar verwacht geen grote nieuwe verhaallijn als eyeopener. Nog tot en met 9 december 2022 in verschillende theaters in het land.

Léonard Pongo
Kunst / Expo buitenland

Fotografische dekolonisatie

recensie: Léonard Pongo - Primordial Earth
Léonard Pongo

In MUZEE in Oostende is nog tot 13 november ‘Enter 14: Léonard PongoPrimordial Earth’ te zien, een expo waarin de natuur van Democratische Republiek Congo centraal wordt gesteld via foto en video. De tentoonstelling is een aanrader voor al wie Vlaanderens meest cultureel verantwoorde badstad hoe dan ook bezoekt, maar toont net niet voldoende werk van de kunstenaar om er speciaal voor naar Oostende af te zakken. 

Het is goed mogelijk dat de hitte van de afgelopen weken meer bezoekers richting musea leidde. Wie in Oostende enkele uren de zon wil ontvluchten, kan in het MUZEE onder meer de expositie van Léonard Pongo gaan bekijken. Pongo’s visie biedt meer dan alleen letterlijk een verfrissende visie op de natuur die sinds de Industriële Revolutie mishandelt wordt. Zijn werk kenmerkt zich door een afwezigheid van perspectief, een kunstgreep die de kijker een beetje nodige nederigheid ten opzichte van de natuur kan meegeven.  

Het menselijke perspectief uit evenwicht brengen

‘Primordial Earth’ beslaat slechts één grote ruimte, in het midden gescheiden door een trap en een naar beneden golvend wandtapijt waarop een boom staat afgebeeld. Tegen de wand in de eerste helft van de ruimte hangen foto’s van bomen die het licht vangen in hun bladeren. De beelden zijn niet netjes vanaf de wortels tot aan de kruin gemaakt, zoals wij foto’s van bomen gewend zijn, maar schijnbaar lukraak gekadreerd. Het is door het onduidelijke perspectief moeilijk te zien hoe groot de bomen zijn of hoe ze er in hun geheel uitzien. Meteen van bij het begin brengt Pongo het vastgeroeste menselijke perspectief uit evenwicht.  

Een groot scherm op de grond toont de video ‘Inhabiting the Landscape’. Het liggende scherm zorgt niet meteen voor de meest handige nekpositie, maar versterkt op die manier wederom het gevoel dat de natuur zich niet naar óns hoeft te schikken. Pongo toont de Congolese natuur in al haar diversiteit: grasvelden, wouden, rivieren, lava,… Soms monteert hij twee beelden over elkaar heen, waardoor verwarring optreedt over wat je precies ziet. De muziek bij de video is door de hele tentoonstellingsruimte te horen. Het is een aanhoudend bezwerend geluid waarin soms een geluid te horen valt dat lijkt op rommelende donder, alsof de kunstenaar een naderend onheil hoorbaar wil maken.  

Sensorische versus rationele benadering

Ook in het tweede deel van de ruimte blijft de muziek aanwezig. In dit onderdeel van de tentoonstelling hangen voornamelijk grote foto’s die een bos lijken af te beelden. De beelden hebben een bevreemdend effect; ze lijken wel op fluweel geprint, zo bijzonder vangen en reflecteren ze het licht. In een artikel uit De Witte Raaf staat wat meer informatie over Pongo’s werkwijze waarbij hij de foto’s via UV-prints aanbrengt op geborsteld aluminium.1 Dit genereert het bijzondere effect, dat de foto’s er van dichtbij doen uitzien alsof ze op fluweel gedrukt zijn. Van een afstand hebben ze dan weer wat weg van een olievlek. 

Pongo vergt wat van de bezoeker. In de hele tentoonstellingsruimte is geen bordje te bekennen: geen titels, geen toelichting over de materialen, geen duiding bij de kunstwerken, niets. Een maximale sensorische openheid naar de kunst primeert hier op een intellectuele of rationele benadering. Ook dat is een perspectiefwissel die voor de gemiddelde museumbezoeker (steekproef uit mijn eigen ervaringen en de reacties van andere bezoekers) niet vanzelfsprekend is.  

In gesprek met een koloniaal verleden

In Oostende is het koloniale verleden nog erg zichtbaar: boven De Drie Gapers op de dijk staat een metershoog standbeeld van Leopold II op zijn paard, omgeven door een groepje ‘dankbare’ Congolezen (en Oostendse vissers). Tegelijkertijd toont zich ook in Oostende als op geen andere plek het hedendaagse koloniseren van de natuur: het zand en de zee worden hier minstens twee maanden per jaar vertrappeld door plastic teenslippers en Cornettoverpakkingen. Het is een grote meerwaarde dat een museum in Oostende precies deze kunstenaar een stem geeft.  

Net daarom is het echter ook jammer dat de tentoonstelling niet wat omvangrijker is. Pongo creëert een leerrijk en bij wijlen betoverend universum, maar ook niet het gemakkelijkste. Tegen de tijd dat je je hier als bezoeker in hebt ingewerkt is de expositie alweer afgelopen. ‘Primordial Earth’ is een absolute aanrader voor wie in Oostende is. De nieuwsgierige reiziger die zich elders ter lande bevindt, kan echter beter wachten op een volgende, iets uitgebreidere tentoonstelling van Léonard Pongo. Er volgen er ongetwijfeld nog veel. 

 

 

 

 

Kunst / Expo binnenland

Veelbelovende expositie maakt verwachtingen niet waar

recensie: Move! Body Politics in Motion - MU Eindhoven
Lex van der Steen

Het dansende lichaam kan thematisch verbonden worden aan een rijk scala aan onderwerpen. Welke vorm zij ook aanneemt, dans kan niet los gezien worden van haar politieke en sociaal-maatschappelijke context. Deze menigvuldigheid komt ook aan het licht in Move! Body Politics in Motion, maar door een gebrek aan afkadering leidt het vooraleer tot verwarring.

Het dansende lichaam kan vanuit een grote diversiteit aan invalshoeken begrepen worden. Een behandeling van dit onderwerp is dus gebaat bij een afgebakend startpunt. Bij de tentoonstelling Move! Body Politics in Motion, te zien bij MU Hybrid Art House in Eindhoven, ontbreekt deze ingang. De beschouwer verdwaalt al snel. Dit verdwalen is geen noemenswaardige ervaring. Wat overblijft is een confrontatie met een krachtige en onuitputtelijke inspiratiebron – het dansende lichaam – en een tentoonstelling die er niet volledig in slaagt daar een nieuw of interessant perspectief op te bieden.

De inleidende tekst van de tentoonstelling suggereert dat het de bevrijdende kracht van dans in een politieke context, en de historische verbintenis tussen dans en het lichaam zal behandelen. De centrale boodschap lijkt te zijn dat dans een expressie van het lichaam is, om telkens weer opnieuw aan te tonen dat het lichaam (en de persoon die daarin schuilt) niet gereduceerd kan worden tot een politieke identiteit of machtsverhouding. Een boodschap die zeker aandacht verdient. De tentoonstelling begint met een installatie van discoballen. Het doet in eerste instantie aan als een tafereel dat hooguit ‘mooi’ gevonden kan worden. Bezit het mogelijk nog een toegevoegde sculpturale of conceptuele meerwaarde? In de beschrijving van het werk is hier geen aandacht voor.

Peepshows en ecstasy

De tentoonstelling zet door met de Striptopia Peep Show. Een werk dat zich focust op de problematiek die sekswerkers te verduren kregen door de coronamaatregelen. Het werk is een digitaal ontwerp om sekswerkers een (legaal) podium te geven wanneer deze door politieke invloeden is ontnomen. Hoewel dit werk absoluut de moeite waard is om ervaren te worden en een relevante thematiek behandelt, lijkt het meer de nadruk te leggen op de politiek die lichamen beperkt dan een vermogen van het lichaam om zelfstandig los te breken van deze invloeden. Het digitale alternatief benadrukt de afwezigheid van een eigenlijke aanwezigheid van het lichaam.

De letterlijke afwezigheid van lichamelijkheid vindt vervolgens plaats in de ruimte die volgt. Daar wordt het werk Ecstasy Inquiries getoond. Dit werk omvat hoofdzakelijk een op de muren geprinte tekst over de geschiedenis van ecstasy en de danscultuur. Los van het feit dat deze tekst beperkt omgaat met genuanceerde kwesties zoals biopolitiek, heeft de tentoonstelling tot nu toe teleurstellend weinig getoond van lichamelijkheid en beweeglijkheid.

Een aangetast herstel

Pas als je de centrale zaal binnentreedt begint de tentoonstelling vorm te krijgen. Met grote beeldschermen die video’s van dansende mensen laten zien, opent de ruimte nu pas de mogelijkheid verbaast te raken over het universele karakter van dans, en hoe deze ook vandaag de dag niet los gedacht kan worden van het menselijk bestaan. Wat er te zien valt is een constante stroom aan verscheidene beelden van dans, in alle mogelijke stijlen. Het werk slaagt erin om elke vorm van (politieke) categorisering op te lossen en een eenheid tentoon te stellen waarin het lichaam niet meer beperkt wordt, maar juist in mogelijkheden wordt weergegeven. Pas vanuit dit werk, genaamd Universal Tongue, beginnen de werken die vooraf kwamen iets van een interessante samenhang te vertonen. Hoewel dans het lichaam kan bevrijden, laat het ook zien hoe het lichaam zich altijd al bevindt in een politieke context, en daar niet los van beschouwd kan worden.

Als zodanig toont de tentoonstelling zich als een diepere reflectie op deze onlosmakelijke relatie tussen politiek en lichaam. Het intieme en het extreme van de dansvloer, de kracht van dans als protest en het vermogen om jezelf sociaal te vormen komen aan bod in de werken die volgen. De tentoonstelling pakt zichzelf op, maar het verwarrende begin resoneert door in de algemene ervaring. Het voelt alsof ergens potentie verloren is gegaan.