Theater / Theater / Theater / Voorstelling
recensie: Toneelschap Beumer en Drost/Gerhardt - Comeback (8+)

Goed getimede persiflage op reality tv

Het decor bestaat uit enkel een groot videoscherm en toch vliegen we van operatiekamers naar televisiesets en krijgen we kijkjes achter de schermen. Comeback is een satire op de tv-programma’s van nu en is even strak gemonteerd. ‘T-t-t-t-timing!’ zingt Gerhardt in zijn eerste lied en goede timing is precies waar heel Comeback om draait.

In de jeugdvoorstelling Comeback van Beumer en Drost kijkt het publiek mee naar de opnames van het tv-programma “Lucky Loser”. Gerhardt legt de kern van het programma uit: ‘Wat is er nou leuker dan kijken naar iemand die iets helemaal niet kan?’ Hij is de ultieme “cool guy”: altijd strak in pak speelt hij moeiteloos scheurende gitaarsolo’s. In de naïeve Pjotr vindt Gerhardt een makkelijk slachtoffer. ‘Iemand die geen tv kijkt, geen WhatsApp heeft, wat ben je dan voor iemand?’ In een zaal vol kinderen met ieder een eigen smartphone is dat geen vreemde vraag.

In de in scene gezette auditie voor talentenjacht That’s so rock n roll zingt Pjotr zuiver. Toch laat de jury, (hilarische gastrollen van BN-ers Cees Geel, Ad Visser, Rosa da Silva en Janke Dekker) weinig van hem over. Hun voorkeur gaat uit naar het mooie blonde meisje Merel die, ondanks dat ze onverstaanbaar in het ‘Elfs’ zingt, de oppervlakkige jury op een dieper niveau weet te raken. Drost speelt de goedlachse Pjotr zo innemend dat de pesterijen pijnlijk zijn. Het duurt niet lang voor het publiek met weerzin voor Gerhardts solo’s applaudisseert, de ultieme cool guy blijkt een even ultieme schurk.

Comeback is een voorstelling over de aantrekkingskracht van de spotlight en het dubbele gezicht van reality tv. Het is een welkome jeugdvoorstelling in een tijd van influencers en vloggers: iedereen wil zijn fifteen minutes of fame.

 

T-t-t-timing

In interactie met een videoscherm spelen Gerhardt en Drost hele scènes uit. Dat maakt onmiddellijk indruk: in de openingsscène opereert Drost als oogarts met onvoorstelbare precisie gesteund door drie vooraf gefilmde doktersassistentes. In één lange take vraagt Drost zijn assistentes om scalpels, converseert met de één in het Frans, verpest de flauwe mop van een ander en laat geen enkele steek vallen.

Soms is het samenspel met het beeld bewust onhandig: Gerhardt geeft een gefilmd personage een gekke high five, Drost blaast een haardvuur “uit” en steekt het later “aan”. Zo houdt Comeback met zijn strak getimede scènes en videomanipulaties, toch iets gekunstelds, precies zoals een jeugdvoorstelling past.

 

Vakmanschap

De muziek van Gerhardt verspringt constant van genre. De titelsong “Ik kan er niet meer tegen”, heeft een tekst à la Borsato, maar de aanstekelijke koortjes doen eerder aan Kensington doen denken. De rap in de reclame ‘Kopen! Kopen! Kopen!’ heeft meer weg van Beastie Boys. De muziek is een ironische knipoog naar de verschillende genres, maar blijft onmiskenbaar vakmanschap uitstralen. Zo laat Gerhardt mij trots na de voorstelling weten: ‘dat Elfse nummer was dus echt in het Elfs, en telt precies elf regels.’

Door de strakke regie van Michael Helmerhorst krijgt Comeback de feel van de tv-programma’s van nu. Elk programmaonderdeel krijgt zijn eigen catchy introliedje. Consistent worden we onderbroken door snelle reclames en met even harde cuts zijn we terug op scène. Zo wordt Comeback niet alleen een parodie op de televisie van nu, maar tegelijkertijd een even verzadigende kijkervaring.