Theater / Voorstelling

Uitmuntende acteurs in een gedateerd stuk

recensie: Julie – ITA Ensemble

Hoe maak je van een stuk dat in 1888 pijnlijk actueel was een hedendaagse voorstelling? Dat is nog knap lastig, zo blijkt uit de wat ouderwetse Julie van ITA Ensemble. De gelauwerde Britse regisseur Rebecca Frecknall brengt bij het Amsterdamse gezelschap haar eigen bewerking van de klassieker van August Strindberg.

Julie is een mokkende, sarcastische kattenkop. Ter ere van haar 21e verjaardag is er een groot feest in de huiskamer, met housende vrienden. Maar de verwende Julie vindt er niks aan. Ze zoekt haar toevlucht in de keuken, bij de chauffeur en de keukenmeid. Maar ook daar is ze als poor little rich girl een buitenstaander.

‘Het gaat waarschijnlijk stormen, vannacht’, zegt chauffeur Jan. Er zit onheil in de lucht, dat is meteen aan het begin de voorstelling al overduidelijk. Opvallend is dat dat weerbericht een aantal keer wordt herhaald: het naderend ongeluk krijgt zo wel erg veel nadruk.

Kookeiland

Regisseur Frecknall verplaatst de negentiende-eeuwse Zweedse Freule Julie naar onze tijd. Frecknall maakt van de adellijke Julie een rijkeluiskind uit een getroebleerde familie. Knecht Jean wordt bij Frecknall privé-chauffeur Jan. Zijn verloofde Kristin wordt zijn 35-jarige echtgenote Christine, compleet met late kinderwens.

Plaats van handeling is een roestvrijstalen keuken met een groot kookeiland met aan weerszijden een rij deuren, waarachter onder andere koelkasten schuilgaan (scenografie Chloe Lamford).
De plot als zodanig blijft overeind. Jan draait om het rijke meisje heen, zijn Christine ziet haar toekomst in gevaar gebracht en probeert het onheil af te wenden.

Ouderwets

Maar het stuk voelt onvermijdelijk ouderwets aan. In het oorspronkelijke stuk zijn thema’s dominant zoals klassenverschillen; de machtsverhouding en onoverbrugbare kloof tussen man en vrouw; het onvervulde verlangen hogerop te komen; en de seksuele lust die een mens te gronde kan richten.

Symboliek

foto: Fabian Calis

Om de traditionele thema’s van Strindberg te verbeelden, legt Frecknall de symboliek er wel erg dik bovenop. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Christine (Hannah Hoekstra) loopt in een verwassen rood hemdje met daaroverheen een rood vest dat steeds afzakt op de schouders: de liefde (rood) is nogal sleets geraakt. Jan (Minne Koole) draagt aanvankelijk een wit hemd en zwarte broek, maar wanneer hij zijn witte onschuld gaat verliezen, loopt hij in het zwart van de dader, de duivel. Rijkeluiskind Julie draagt een gouden glitterjurkje, dat voortdurend reflecteert tegen de roestvrijstalen wanden van de keuken (kostuums: An D’Huys).

Wanneer Julie dominant is, staat zij bovenop het kookeiland, met Jan op de grond: die moet tegen haar opkijken. Als de machtsverhoudingen omdraaien, staat hij hoog en zij laag, en kijkt zij tegen hem op.
Champagne en bier spuiten uit flessen, als symbool van geilheid en als voorbode van de seks die in het verschiet ligt. En zo gebruikt Frecknall nog een stel opvallende cliché’s. Niet erg subtiel.

Beste acteurs

Frecknall heeft met Eefke Paddenburg (Julie), Minne Koole (Jan) en Hannah Hoekstra (Christine) de beschikking over drie van de beste acteurs die Nederland in deze generatie te bieden heeft. Toch wil deze voorstelling niet gaan ‘vliegen’. Komt dat nou doordat de Britse regisseur geen Nederlands verstaat, waardoor de noodzakelijke nuanceverschillen in de teksten onvoldoende uit de verf komen? Waardoor accenten niet worden gelegd, of aan de oppervlakte blijven?

Onvermijdelijk

Frecknall laat Paddenburg de verwende Julie vooral eendimensionaal spelen. Julie is een kattenkop die het hoog in de bol heeft, er zijn nauwelijks momenten waarop ze empathie oproept.

Minne Kool mag pas na verloop van tijd diepgang in zijn personage brengen, wanneer chauffeur Jan eerst zijn lusten mag botvieren en vervolgens een kans ruikt zijn sociale status te overstijgen.

Het sterkst is Hannah Hoekstra als de wijze Christine, die al zó lang rondloopt in het huis, dat ze de onvermijdelijkheid van haar lot inziet. Hoekstra laat Christine stapje voor stapje het pad dat haar bekend is verlaten, tot ze ontploft in boosheid en verdriet om wat haar afgenomen dreigt te worden.

Neerbuigend

Het lastigste is dat je je niet kunt voorstellen dat een particuliere werkgever vandaag de dag zo ostentatief neerbuigend doet tegen het personeel. Misschien is dit stuk uit 1888 uiteindelijk toch gewoon gedateerd, zelfs al heeft Frecknall Fröken Julie geactualiseerd, met mobiele telefoons en een feest met dreunende house. Een knipmessende chauffeur die 24/7 klaarstaat voor de baas is niet meer van deze tijd; net zo min als een dito keukenmeid; of Downtown Abbey-achtige meester-knechtverhoudingen.

Julie is daarmee een nogal ouderwetse voorstelling in een gepimpt jasje, gespeeld door drie uitmuntende acteurs. Een vreemd onevenwichtig eindresultaat.

 

Naar: August Strindberg
Bewerking en regie: Rebecca Frecknall
Vertaling en dramaturgie: Anna Sijbrands
Spel: Eefke Paddenburg, Minne Koole, Hannah Hoekstra
Scenografie: Chloe Lamford
Kostuums: An D’Huys
Lichtontwerp: Jack Knowles
Muziek: George Dennis
Fotografie: Fabian Calis