Boeken / Poezie

Criticus Arjan Peters – nu als dichter

recensie: Belvedère gedichten – Arjan Peters
Uitkijktoren OranjewoudFlickr

Na zijn controversiële non-actief als boekenrecensent bij de Volkskrant kreeg Arjan Peters een zee van tijd om iets anders dan recensies te schrijven: gedichten.

Zijn bundel Belvedère begint met de afdeling ‘Met het einde voor ogen’. Die heeft een journalistieke inslag: met biografische en literaire toespelingen wordt afscheid genomen van recent overleden schrijvers en dichters, Hella S. Haasse en Harry Mulisch o.a., met wie Peters persoonlijk contact heeft gehad of lijkt te hebben gehad.

Wat er blijft

Hun persoon en werk worden eerder van buitenaf dan door mee- of inleving gekarakteriseerd, en dat in een poging na te gaan wat er blijft als iemand verdwenen is. Over dichter Cor Jellema: ‘Door het venster zag je akkers met voren / als strakke regels die je overtrok in geploegde / sonnetten’. Een ongewone vorm van gelegenheidspoëzie.

In afdeling ‘Eindelijk voltooid’ passeren gewaardeerde dichters die al langer dood zijn. Hun werk, vaak op rijm, is voltooid en bijgezet. Peters neemt de vrijheid een gedicht deels te citeren en deels vetgedrukt zijnerzijds aan te vullen. Oogmerk zal zijn het ingebroken gedicht toch tot een geheel te maken, soms met een kwinkslag. Door de typografie blijf je verdacht op het al te gewaagde van zo’n coproductie. De verbindingen verlopen door het cerebrale uitgangspunt nogal eens cryptisch en stroef.

Kweek

De laatste afdeling is het meest persoonlijk, maar biedt niet veel persoonlijk houvast. Veel wordt speels en enigszins gezocht met iets anders vergeleken. De vergankelijke tijd loopt in richtingen uiteen, ook ‘Het leven in’, het leven dat (in het laatste gedicht) stilaan vol stroomt met ‘…durende ongemerktheden’ à la K. Schippers (een vergeten dode in de eerste afdeling).

De bedachte opzet van de bundel geeft niet de indruk van een noodzaak voor een poëtisch vervolg. Peters weet als de beste waaraan een goed gedicht moet voldoen. Belvedère, eerste oefening, kan toepassing van die kennis ten dele waarmaken. Wie weet laat hij zijn talent in de kweek staan.