Film / Films

Amsterdamse jongens in invalidewagen op zoek naar avontuur

recensie: De Libi

De Libi is een komische road trip movie waarin drie jonge Amsterdamse jongens een dag worden gevolgd in hun zoektocht naar erkenning en bekendheid.

Al bij de start is de energie van de jonge acteurs voelbaar. De Nederlands-Marokkaanse Bilal (Bilal Wahib) klimt via de goot naar z’n vriend om hem op te halen voor school. Hij laat de kans daarbij niet liggen om te flirten met z’n buurvrouw en sigaretten van haar te jatten. En zo is hij vaker te zien: energiek, doortrapt en flirtend. Z’n Nederlands-Surinaamse vriend Gregg (Daniel Kolf) en hij scheuren in een 45km-wagentje (met Ferrari sleutelhanger) naar de middelbare school waar ook hun vriend Kevin (Oussama Ahammoud) op zit. Gregg en Bilal verlaten na een woordenwisseling met de docente de onrustige les, waarna ze de stad in gaan. Ze ontmoetten een meisje waar Bilal zijn zinnen op zet. Zij gaat die avond naar de club Jimmy Woo. De hele dag gooit hij alles in de strijd om gastenlijstplekken te regelen voor hem en zijn twee vrienden. Onder Bilals leiding dwalen de jongens door de stad en komen ze in bizarre situaties terecht.

Energiek en komisch

De film is enthousiasmerend door de energie van en de chemie tussen de jongens die eerder in Moccro Maffia verschenen. Ook al krijg je slechts een dag uit het leven van de jonge vmbo-scholieren mee, toch is het voldoende om hen goed te leren kennen. Gregg als de zorgzame vriend die zich druk maakt om z’n toekomst. Bilal die het ene moment aandoenlijk aandoet als hij praat over z’n droom om rapper te worden en het volgende moment het bloed onder je nagels haalt met z’n brutale en egoïstische houding. En, de lieve, rustige Kevin die probeert indruk te maken op z’n vrienden. De film is erg komisch door de stem van de docent die in slow motion vertelt over de Gouden Eeuw, de jongens die in de snackbar met mayonaise een vingersessie imiteren en de drugshallucinatie van Bilal.

Volop stereotypes

Regisseur Shady El-Hamus maakt in z’n eerste speelfilm hartelijk gebruik van allerlei stereotypes; van feestende rijke jongeren in Amsterdam-Zuid tot gefrustreerde vmbo-leraren. Het is opmerkelijk dat de jongens na het avondeten naar de Jimmy Woo gaan en aankomen als het pikdonker is. Ook doet het acteerwerk soms wat gemaakt aan zoals wanneer de jongens ‘acht geven’ aan de moeder van Gregory. Buiten dit zit de film goed in elkaar. Een facetime-gesprek tussen Kevin en zijn vrienden zorgt ervoor dat je als kijker een wordt met de acteurs. De soundtracks en de rappende Bilal maken de film opzwepend.

Optimistische vibe

De Libi geeft een luchtige inkijk in het leven en de dromen van drie Amsterdamse jongens die vanuit hun verschillende achtergrond uitzoeken hoe ze hun toekomst gaan vormgeven en niet kunnen wachten om ervaring op te doen met meisjes en andere verleidingen. Het is mooi werk van jonge en optimistische makers waarin veel ruimte is voor Amsterdamse culturen en dan met name de jongerencultuur en bijbehorende straattaal. Die laatste cultuur komt doorgaans niet vaak in beeld en dat maakt De Libi dan ook een vrolijke en vernieuwende film.