Theater / Voorstelling

Spinvis betovert, ontroert en hypnotiseert op onnavolgbare wijze

recensie: Spinvis - In Werkelijkheid

Met de nieuwe voorstelling In Werkelijkheid weet Spinvis je opnieuw mee te nemen in zijn taalrijk universum, vol absurde gedachtesprongen en verrassende wendingen. De bijbehorende melancholie voelt als een lichte deken van herkenning.

Zalvende stem

Wie een drukke dag vol lawaai en geschreeuw heeft gehad, doet er goed aan zich te laten opsluiten in een klein theaterzaaltje en te luisteren naar de zalvende stem van Spinvis (Erik de Jong). Heel even kijken naar het volle podium (want een overtal aan muziekinstrumenten) en dan de ogen sluiten. Alhoewel, dan mis je misschien de prachtige visualisaties van Judith de Zwart en Mark Tober: twee houten poppen die zich, per nummer, telkens in een andere ‘ruimte’ bevinden. De geluidstechniek wordt verzorgd door Niek Jonker en ook dat is een voltreffer, gezien de constante afwisseling tussen gitaar, cello, percussies, drums en synthesizers. De Vlaamse Saartje van Camp beheerst het allemaal met verve en dan kan de pure poëzie ontbolsteren.

Pareltjes

Uiteraard komen er een hoop pareltjes voorbij uit het voorgaande oeuvre, zoals Ronnie gaat naar huis, Kom in de cockpit en Koning alcohol. Van zijn laatste album Trein vuur dageraad blijft er echter ook genoeg te genieten. Neem bijvoorbeeld alleen al de eerste regels van het liedje Stefan en Lisette:

We werden ouder/op het stille veld/we waren mager als het ochtendlicht/we lazen zwijgend in elkaars gezicht.

Samen met de dromerige muziek doemen er direct beelden op van onbekommerd liggen op een zonovergoten weideveld. Vertederend, dat zeker. Maar bij Spinvis ligt de ernst altijd op de loer, want even later gaat het mis:

Het leven van Lisette/was toen al tamelijk veel en toen al aardig verward/en toen ook altijd al een gebroken hart/van weer een andere man.

Complementair

Gelukkig is lang niet altijd alles kommer en kwel, want hoezeer je ook veranderd of verdwaald bent, in het liedje Artis is genoeg ruimte voor relativering: Zeven jaar later gaan we weer gewoon naar Artis/Dingen zijn daar nooit voorbij/en alles is een beetje jij/een beetje jij.

De stemmen van De Jong (diep en zoetgevooisd) en Van Camp (als soepele penseelstreken op canvas) zijn prachtig complementair aan elkaar. Bovendien komen er tussendoor wat raadselachtige zinnen als We zijn een mysterie, we zijn een menigte voorbij, wat de enigmatische performance nog eens lekker uitvergroot. Toch mist er net dat ene nummer of intermezzo dat je van je stoel wordt geblazen of eens goed opveert. Zo’n verrassingselement inbouwen zou het concert helemaal afmaken. De staande ovatie is, na een gevoelsmatig te kort anderhalf uur, echter meer dan terecht.