Sympathieke Franse babbelfilm
Ogenschijnlijk lijkt La Villa een oerdegelijke Franse ensemblefilm, maar dan doet de harde actualiteit zijn intrede. En ondertussen zijn die Fransen maar aan het praten, praten en praten.
Een verhaallijn die je vaker ziet in Franse films: door een noodlottige aanleiding keren volwassenen kinderen terug naar het ouderlijk huis. Daar komen allerlei onverwerkte trauma’s naar boven, dienen oude rekeningen te worden vereffend en worden schaarse liefdevolle herinneringen opgehaald.
Ziekbed
Vader Maurice ligt in een coma. Zijn kinderen verzamelen zich rond het ziekbed om te beslissen over zijn toekomst en de erfenis. Geen gemakkelijke bijeenkomst want er zijn nogal wat open wonden. Dochter Angèle is een succesvol actrice die nooit meer naar de villa komt vanwege een gruwelijk voorval in het verleden. Zoon Joseph is een linkse intellectueel met een ingedutte relatie die dreigt te eindigen in een scheiding. Alleen zoon Armand verliet nooit het geboortedorp en drijft er een zieltogend restaurant.
Ingedutte middenklasse
La Villa kabbelt aangenaam, met literaire dialogen waarin de leden uit de ingedutte Franse middenklasse welbespraakt jammeren over hun problemen. Een bevriend ouder echtpaar, hun succesvolle zoon en een filosofische visser zorgen voor de broodnodige dramatische afleiding.
Toch ontstijgt La Villa uiteindelijk het niveau van een gemiddeld middenklassedrama. Ten eerste zorgt de setting voor een aangename vleug zeelucht. De ouderlijke villa is gesitueerd in een baai aan de Zuid-Franse kust bij Marseille. Het vissersdorp heeft betere tijden gekend, de jongeren zijn er weggetrokken en de ouderen gaan een voor een dood. Alleen een regelmatig passerende trein over het viaduct hoog boven het dorp herinnert aan de grote buitenwereld. In deze mariene setting komen de jeugdherinneringen vanzelf los.
Grote plotwending
Ten tweede is er dan de grote plotwending op tweederde van de film. Net wanneer alle verhoudingen op scherp staan en alle trauma’s zijn geopenbaard, komt daar vanaf zee de noodzakelijke dramatische impuls die alle familiediscussies en ontluikende affaires reduceert tot middenklassegeneuzel. Plots gaat het niet meer over de dood, maar over nieuw leven. Militairen zoeken de omgeving van het dorp af op zoek naar gevaarlijke vluchtelingen. De broers Joseph en Armand ontdekken in de bosjes drie uitgeputte, onderkoelde kinderen. De kibbelende familie ontfermt zich over het drietal. En ineens zijn die zelfingenomen karakters best aardige types. Er is nog hoop voor Franse navelstaarders lijkt La Villa te zeggen. Het maakt deze aangenaam zilte babbelfilm zowaar très sympa.