Tag Archief van: muziek

Muziek / Concert

Kleine bewegingen in groots werk

recensie: Morton Feldman: The Last One
Muziekgebouw aan 't IJ - zijaanzicht avond (foto Erik van Gurp) 3 + nieuw logo_kleinErik van Gurp

Het leek wel of het eerste concert dit seizoen in de serie NAPzak in het Muziekgebouw in Amsterdam een ‘voorprogramma’ had zoals bij een popconcert. Bezoekers werden geïnspireerd door wat op de website en in het programmablad te lezen was over de muziek van de Amerikaanse componist Morton Feldman (1926-1987), van wie Piano, Violin, Viola, Cello (1987) zou worden uitgevoerd, een aanzet om dat ‘voorprogramma’ te volgen.

Er was op de site namelijk sprake van ‘vaak zachte muziek’, ‘gefascineerd luisteren’ naar iets ‘waar je niets (…) van wilt missen’. Het publiek in de goed gevulde, ongeplaceerde Grote Zaal was onrustig. Er werd vaak, soms meermaals van plaats gewisseld als er per ongeluk een lang persoon voor je ging zitten (‘Ja, sorry hoor, ik ben nu eenmaal een lange Nederlander’). Er werden opmerkingen gemaakt over het toen nog wat mistige podiumlicht (‘Wat mysterieus, hoort zeker bij de muziek’). Hoestende mensen werden bij voorbaat al kwaad aangekeken (‘Dit gaan we straks toch ook niet krijgen?’).

Piano, Violin, Viola, Cello

En dan te weten dat bij de première van Feldmans laatste compositie tijdens het Festival Nieuwe Muziek in 1987 in de Kloveniersdoelen in Middelburg, een af en toe keihard hoestende mijnheer in de zaal zat, die ongegeneerd dwars door de fragiele klanken heen blafte: de componist zelf. Hij was er een graag geziene gast. Zijn muziek werd door directeur Ad van ’t Veer veel geprogrammeerd en hij gaf er masterclasses. Piano, Violin, Viola, Cello is in diens opdracht geschreven voor het Xenakis Ensemble en aan Van ‘t Veer opgedragen.

In Amsterdam vond de uitvoering plaats door Nieuw Amsterdams Peil (NAP): Emma Breedveld (viool), Heleen Hulst (altviool), Mick Stirling (cello) en Gerad Bouwhuis (piano). En hoe: ruim een uur aaneengesloten muziek, zonder pauze. Heel intens gespeeld, zonder ook maar even te verslappen.

De piano fungeerde als een soort keu, die de strijkers als een biljartbal in beweging zette. Fragiel, in kleine bewegingen, zachte tikjes van de bal. Soms aaiden ze elkaar, soms zaten ze elkaar dicht op de hielen. Tonen die dicht bij elkaar bleven, akkoorden die niet oplosten. Een enkele keer een klein loopje of een vlug ornamentje. De strijkers streken meestal, een enkele keer speelden ze pizzicato (‘getokkeld’). Altijd in een traag tempo. Als bezoeker raakte je de tijd haast kwijt en vroeg je je af hoe de componist dit ging afronden. Het slot was verrassend: een motiefje van vier tonen.

Toen was het voorbij en klapte het publiek dankbaar. Terecht, want hier werd weer eens de unieke kans geboden dit in al zijn kleine bewegingen grootse stuk te horen. In een uitvoering die er mocht zijn. Dat belooft wat voor de rest van de serie!

Muziek / Concert

Kleine bewegingen in groots werk

recensie: Morton Feldman: The Last One
Muziekgebouw aan 't IJ - zijaanzicht avond (foto Erik van Gurp) 3 + nieuw logo_kleinErik van Gurp

Het leek wel of het eerste concert dit seizoen in de serie NAPzak in het Muziekgebouw in Amsterdam een ‘voorprogramma’ had zoals bij een popconcert. Bezoekers werden geïnspireerd door wat op de website en in het programmablad te lezen was over de muziek van de Amerikaanse componist Morton Feldman (1926-1987), van wie Piano, Violin, Viola, Cello (1987) zou worden uitgevoerd, een aanzet om dat ‘voorprogramma’ te volgen.

Er was op de site namelijk sprake van ‘vaak zachte muziek’, ‘gefascineerd luisteren’ naar iets ‘waar je niets (…) van wilt missen’. Het publiek in de goed gevulde, ongeplaceerde Grote Zaal was onrustig. Er werd vaak, soms meermaals van plaats gewisseld als er per ongeluk een lang persoon voor je ging zitten (‘Ja, sorry hoor, ik ben nu eenmaal een lange Nederlander’). Er werden opmerkingen gemaakt over het toen nog wat mistige podiumlicht (‘Wat mysterieus, hoort zeker bij de muziek’). Hoestende mensen werden bij voorbaat al kwaad aangekeken (‘Dit gaan we straks toch ook niet krijgen?’).

Piano, Violin, Viola, Cello

En dan te weten dat bij de première van Feldmans laatste compositie tijdens het Festival Nieuwe Muziek in 1987 in de Kloveniersdoelen in Middelburg, een af en toe keihard hoestende mijnheer in de zaal zat, die ongegeneerd dwars door de fragiele klanken heen blafte: de componist zelf. Hij was er een graag geziene gast. Zijn muziek werd door directeur Ad van ’t Veer veel geprogrammeerd en hij gaf er masterclasses. Piano, Violin, Viola, Cello is in diens opdracht geschreven voor het Xenakis Ensemble en aan Van ‘t Veer opgedragen.

In Amsterdam vond de uitvoering plaats door Nieuw Amsterdams Peil (NAP): Emma Breedveld (viool), Heleen Hulst (altviool), Mick Stirling (cello) en Gerad Bouwhuis (piano). En hoe: ruim een uur aaneengesloten muziek, zonder pauze. Heel intens gespeeld, zonder ook maar even te verslappen.

De piano fungeerde als een soort keu, die de strijkers als een biljartbal in beweging zette. Fragiel, in kleine bewegingen, zachte tikjes van de bal. Soms aaiden ze elkaar, soms zaten ze elkaar dicht op de hielen. Tonen die dicht bij elkaar bleven, akkoorden die niet oplosten. Een enkele keer een klein loopje of een vlug ornamentje. De strijkers streken meestal, een enkele keer speelden ze pizzicato (‘getokkeld’). Altijd in een traag tempo. Als bezoeker raakte je de tijd haast kwijt en vroeg je je af hoe de componist dit ging afronden. Het slot was verrassend: een motiefje van vier tonen.

Toen was het voorbij en klapte het publiek dankbaar. Terecht, want hier werd weer eens de unieke kans geboden dit in al zijn kleine bewegingen grootse stuk te horen. In een uitvoering die er mocht zijn. Dat belooft wat voor de rest van de serie!

Muziek / Concert

Spoedcursus ‘Fokko’ in Kampen

recensie: Première theatershow Mijn Hond Is Dood – Fokko

Al bijna drie decennia schrijft Fokko Mellema liedjes. Wat in 1997 op 11-jarige leeftijd startte met een liedje over zijn (niet-bestaande) hond die dood is, bleek het begin van een lange muzikale carrière. Dat lied dat hij toen schreef, heeft hij dit jaar afgemaakt en uitgebracht. Inclusief videoclip die gelijk de eerste AI-videoclip van Nederland is. Een full circle moment voor de singer-songwriter, dus was het tijd voor een theatershow met zijn band om hierbij stil te staan. Zaterdag 23 september was de première in de Stadsgehoorzaal te Kampen, en Malin was er namens 8WEEKLY bij.

Catchy melodieën en humorvolle teksten

Fokko Mellema is songwriter en frontman van de nederrockband Fokko. Voorheen was hij onderdeel van collegerockband Want Want en daarvoor nog gitarist en songwriter bij The Jeremys. Een constante  van deze bands is de tomeloze energie die Fokko uitstraalt, de pakkende melodieën en de humoristische teksten. Die kan je duidelijk herkennen in Want Want’s culthit ‘Kip, Paard, Koe’ en in Fokko’s coronahit ‘Karin Heeft Geen Corona’. Echter, wie nog niet bekend is met Fokko wordt gedurende deze voorstelling meegenomen langs allerlei ins en outs uit het (muzikale) leven van de frontman.

Taartdiagrammen en staafgrafieken

Dat is het doel van de theatershow: terugkijken op bijna drie decennia songwriter-schap. En wat heb je anno 2023 nodig om stil te staan bij het leven? Waar anderen misschien hulp zoeken bij een life coach, zocht Fokko zijn heil in staafgrafieken en taartdiagrammen. Na de avond afgetrapt te hebben met het nummer ‘life coach’, was het dan ook tijd om de diepte in te duiken. Geen enkel onderwerp bleef onbehandeld: welke thema’s werden het vaakst bezongen? Hoe vaak komen er meisjesnamen in zijn liedjes voor? En mannen, worden die niet achtergesteld in zijn muziek? Het zijn maar een paar van de vragen die vernuftig aan de hand van een PowerPoint en de nodige creatieve grafieken worden gepresenteerd.

Diepere analyses worden echter niet geschuwd. Zo werd nog bekeken of bepaalde onderwerpen te koppelen waren aan specifieke levensfases. De daaruit volgende grafiek liet zien dat er drie belangrijke fases zijn in de liedjes van Fokko, door hemzelf betiteld als: 1) stomme meisjes pijn; 2) huilen in de huiskamer; en 3) dertiger dilemma’s. De rest van de theatershow gaat deze fases in chronologische volgorde af, bijbehorende anekdotes en liedjes braaf gecategoriseerd volgens deze driedeling. Van het succes van Want Want, de break-up van de band en belangrijke relaties, tot het hervonden enthousiasme in Fokko en de succesvolle coronahit ‘Karin Heeft Geen Corona’. Onderwerpen als voortplanting, de aanschaf van een ukelele, maar ook rouw worden niet geschuwd. De onafgemaakte liedjes medley, waarin de band enkele nummers die de final cut niet hebben gehaald aan elkaar heeft geregen, én het zelfgemaakte AI nummer van Want Want, waar ze de meest voorkomende akkoorden uit Want Want liedjes hebben gecombineerd met de vijf meest voorkomende woorden, vormen samen de opmerkelijkste hoogtepunten van de show.

Een herkenbare doelgroep

Aan het einde legt Fokko uit dat bands via Spotify hun demografie kunnen onderzoeken. Uit hun eigen analyse bleek de gemiddelde Fokko-luisteraar eigenlijk exact te zijn zoals de bandleden zelf: Nederlandse mannen van 30 à 40. Makkelijk, dacht de band, want ze snappen en begrijpen dan ook echt voor wie ze schrijven. Een snelle blik in de indrukwekkende theaterzaal in Kampen leert echter dat hun publiek een stuk gemengder is. Jongvolwassenen, gezinnen met jonge kinderen, pensionado’s, maar inderdaad ook mannen tussen de 30 en 40 waren op komen dagen om de band te supporten bij hun première. Het is niet verwonderlijk dat de theatershow een breed publiek trekt. De show mengt een flinke portie humor en creativiteit met heerlijke anekdotes en een lijst aan aanstekelijke nummers, en slaagt erin iedereen in de zaal enthousiast te maken. Niet alleen de hardere nummers als ‘stadaarnietzodoeiets’ en ‘ktll’ passeren de revue, maar ook lievere, kleinere nummers als ‘Sanne’ en ‘Liefde’.

De theatershow Mijn Hond Is Dood is leuk voor fans van het eerste uur (oftewel, vanuit het ‘stomme meisjes pijn’ tijdperk) maar ook voor muziekliefhebbers met interesse in humorvolle Nederlandstalige poprock en die nog kennis moeten maken met de band Fokko. Immers, bewapend met zijn band, PowerPoint en bijbehorende analyses geeft Fokko je wel een spoedcursus ‘Fokko’.

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie
franse playlistGerard Rundberg

8WEEKLY Playlist: Parlez-vous français?

Zomervakantie in Frankrijk: ontbijten met verse croissantjes, wandelen langs de Seine en grote braderieën afstruinen. Menig auto zal de Route du Soleil en de Périphérique rondom Parijs alweer getrotseerd hebben om te genieten van het luie, Franse leven. En wat is beter om in de stemming te komen dan een speciale Frans(talige) playlist? Onze muziekredactie heeft een lijst samengesteld met huidige Franstalige hits en klassiekers. Van golden oldies als Jacques Brel tot aan modernere hitartiesten als Louane en Vianey, ze houden je allemaal gezelschap tijdens je (dromen over je) reis naar Frankrijk.

Louane zit weer beter in haar vel

Louane Emera (of kortweg Louane) is de artiestennaam van de Franse zangeres en actrice Anne Peichert. Louane werd bekend dankzij de Franse versie van ‘The Voice’ in 2013, waar ze eindigde op de tweede plaats. Haar nummers variëren sterk in stijl: van het hippe ‘Pardonne-moi’ tot het emotionele ‘Secret’. In dit laatste nummer bezingt ze als jonge moeder de liefde voor haar opgroeiende dochter, maar ook de angst die daarbij komt kijken. Ze vertelt haar dochter haar grootste geheim: haar lage zelfbeeld en de strijd die ze ervaart om van zichzelf te houden. ‘Pardonne-moi’ heeft, ondanks de uptempo melodie, ook een diepere betekenis. Louane vraagt vergiffenis aan iemand die veel voor haar betekent. Ze geeft toe dat ze te veel huilt en soms overdreven reageert, zich schuldig voelt en haar fouten wil goedmaken.

In september brengt Louane een nieuwe versie van haar laatste album Sentiments uit: Sentiments Heureux. Hierin worden de emtionele ballades uit de eerste versie aangevuld met meer uptempo nummers, waaronder een samenwerking met Clean Bandit. Het in gedachten verzeilde hoofd van Louane op de cover van Sentiments is op deze nieuwe versie afgeplakt met een sticker waarop ze breeduit lacht. Vermoedelijk wil de zangeres hiermee uitdragen dat ze na een wat moeilijkere periode weer beter in haar vel zit.

Inspirerende nacht in een slaperig stadje

Vesoul is een onbeduidend Frans stadje tegen de Zwitserse grens. Waarom vond de Belgische chansonnier Jacques Brel het dan waard om een nummer over deze saaie plek te schrijven? Nou, waarschijnlijk omdat hij een inspirerende nacht beleefde met een serveerster in een hotel in Vesoul waar hij kort verbleef.

In ‘Vesoul’ bezingt Brel de wispelturigheid van een vrouw die hij bemint, maar waar hij uiteindelijk zwaar overprikkeld van is geraakt. Ze wil overal heen, de ene keer naar Vierzon, dan weer naar Vesoul en door naar Antwerpen en Hamburg. Wat hem betreft is het gereis toch echt voorbij.

‘Vesoul’ is typisch Brel door het enorm snelle gezang. In het nummer spoort hij zijn accordeonist Marcel Azzola ook nog eens aan om sneller te spelen met de woorden ‘Chauffe Marcel!’, wat vrij vertaald iets betekent als ‘Pittiger Marcel!’. De frase is nog steeds een van de bekendste in de Franstalige muziek.

Free runnen op ‘Voyage, Voyage’

Het nummer ‘Voyage, Voyage’ van Desireless is met recht een Franstalige klassieker te noemen. Bij uitkomst in de jaren 80 wist het nummer al in meerdere Europese landen de nummer 1-positie te behalen en voor meerdere weken te behouden. Dat succes van Desireless inspireerde in de jaren 90 het Japanse duo Wink tot het coveren van het nummer in het Japans, en in de zeroes Belgische zangeres Kate Ryan tot het maken van een EuroDance versie van het lied. Dit nummer werd een groot succes in België, Nederland, Finland en Spanje. Kate Ryan weet in haar verdere werk andere Franse klassiekers als ‘Désenchantée’ en ‘Ella, elle l’a’ om te toveren tot regelrechte dance hits.

Dit voorjaar kwam er in Nederland even een kleine opleving voor de Kate Ryan-versie van ‘Voyage, Voyage’ door het tv-programma B&B Vol Liefde. Duizenden mensen zagen vorig jaar deelnemer Menno in beeld free runnen op dit nummer, wat dit jaar nog eens werd nagedaan in een parodie op Instagram door radio-dj en influencer Bram Krikke. Wie denkt dat dit puur was om Menno belachelijk te maken heeft het mis. In een latere video is te zien hoe de heren samen zijn gaan free runnen.

Vianey strikt grote namen

In januari 2023 verscheen er op MIKA’s website een aankondiging van een nieuwe single. Enthousiast schreef hij dat hij in een Parijse studio tijd heeft doorgebracht met zijn vriend Vianney en dat daaruit de single ‘Keep It Simple’ voortkwam. De Franse singer-songwriter Vianney wist voor dit lied collega MIKA te strikken, maar die is niet de eerste grote naam in de lijst met samenwerkingen van Vianney. Eerder wist hij al samenwerkingen met Ed Sheeran en Maître GIMS binnen te halen. Niet zo gek, Vianney populair noemen zou een understatement zijn. Zijn miljoenen streams op Spotify, waarvan sommigen richting het miljard lopen, komen niet zomaar ergens vandaan. Zijn eerste album uit 2014 kreeg een dubbele platina status, en met vervolgalbums sleepte hij menig award binnen.

‘Keep It Simple’ klinkt inderdaad, zoals de titel eigenlijk al zegt, als een simpel liedje. Achter het vrolijke, zonnige melodietje schuilt er echter een dieper thema. Het deels Franstalige, deels Engelstalige nummer gaat over twee personen die met hun fysieke en mentale pijn proberen om te gaan en de oplossing voor hun problemen zoeken bij andere mensen, zoals een potentiële liefde. Ondanks dit zwaardere thema, klinkt het nummer licht en zomers – perfect voor een zomerse, Franstalige playlist.

Naast Louane, Jacques Brel, ‘Voyage, Voyage’ en Vianey wacht er nog vele andere Frans(talig)e muziek op jou in onze nieuwste Spotify playlist. Veel luisterplezier!

Muziek / Reportage
special: Memling en Dürer door Psallentes & The Royal Wind Music
1-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-4Tim Theo Deceuninck

Muzikale beeldende kunst

‘Elk voordeel heb zijn nadeel’ zei Johan Cruijff al. Dat geldt ook wanneer je als musicus tijdens een concert of op een cd beeldende kunst erbij betrekt; tijdens een concert kun je afbeeldingen tonen en wordt de aandacht verdeeld, bij het beluisteren van een cd is de aandacht primair op de muziek gericht en werken de afbeeldingen in het cd-boekje ondersteunend.

Laten we eerst de cd Gratia Plena (‘Vol genade’) onder de loep nemen. Een samenwerking tussen het Vlaamse vocale ensemble Psallentes & The Royal Wind Music, waarvan de leden hier allemaal op kopieën van renaissanceblokfluiten spelen.

De Annunciatie van Memling

9-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-40

© Tim Theo Deceuninck

Het uitgangspunt is het schilderij De Annunciatie (‘De Aankondiging’) van Hans Memling uit 1480-1489 (Metropolitan Museum of Art, New York). ‘We vertrekken’, schrijft Hendrik Vanden Abeele, artistiek leider van Psallentes in het begeleidende boekje, ‘vanuit de groet van Gabriel (…). De tous bien plaine’ (‘Vol van gratie’). In maar liefst vijf zettingen: vier instrumentale en een vocale van Jacob Obrecht. We luisteren naar de zang en het spel en onze blik gaat van Gabriël naar Maria. Van de engel (boodschapper), die gekleed is als een priester uit de tijd van Memling, naar Maria die bijna flauwvalt. Haar knieën knikken, met haar hand houdt ze het hart vast.

Prachtig is de kleuring door de lage blokfluiten van de melodie De tous bien plaine die Obrecht gebruikte als basis voor een Kyrie uit een van zijn missen. Vanuit de donkerte wordt geroepen om ontferming. Anders is de inkleuring van de gedachten van Maria (Dictes moy toutes vos pensées) die worden begeleid door blokfluiten in zowel de midden- als de lage(re) registers; die gedachten zullen – stellen we ons zo voor – zowel blij als donker zijn geweest: een Zoon van God, hoe speel ik dát klaar? En wat staat Hem te wachten? De keuze van de instrumenten is telkens raak.

Vervolgens vallen we in een hoofse, wereldlijke tekst die overigens sterk aan het Bijbelse Hooglied doet denken: Epithalamica van Pierre Abélard. Heel mooi gevonden en rijmend op enkele details binnen het schilderij, zoals de omgeving waarin Memling het verhaal van De Annunciatie plaatst: een slaapkamer uit zijn eigen tijd, badend in het warme licht van de zon dat door het raam links naar binnen valt.

Portret van Albrecht Dürer

7-20230328_psallentes_lrc2a9timtheodeceuninck-31

© Tim Theo Deceuninck

Dan het avondconcert tijdens de Open Recorder Days Amsterdam (ORDA), het grootste blokfluitfestival van Europa. In een volle Bernard Haitinkzaal van het Conservatorium van Amsterdam speelde The Royal Wind Music het programma Portret van Albrecht Dürer. Een programma rond zes werken van Dürer (1471-1528) met muziek uit die tijd. Het programma was samengesteld en gearrangeerd door Maria Martínez Ayerza, die niet meespeelde maar in de zaal zat.

Sommige stukken klopten helemaal, zoals Mater patris et filia van Antoine Brumel bij de tekening van De Maagd en kind met een bloem op een grasbank (1503) of Playne de dueil et de melancholie van Josquin Desprez bij de beroemde gravure Melancolia I (1514). Maar bij andere blokjes muziek sloeg de twijfel toe. Bijvoorbeeld bij een mis van Joh. Ockeghem die tot slot werd gespeeld bij een afbeelding uit de Vier boeken over de menselijke verhoudingen (1528). Het valt technisch te begrijpen vanwege de overeenkomsten in het lijnenspel in zowel de muziek als de gravure, maar inhoudelijk minder. Dürer had zich immers toen al tot het protestantisme bekeerd, toch?

Tot slot iets over die projecties op een scherm voorin de zaal. Daarop waren de gekozen kunstwerken te zien, terwijl de musici de erbij gezochte muziek speelde. De uitwerking is denk ik in een grote zaal als de Bernard Haitinkzaal minder dan in bijvoorbeeld een kleine kerk waar je er bijna in kunt kruipen. Ze bleven nu letterlijk en figuurlijk te veel op afstand.

Dit zijn slechts enkele kanttekeningen bij een concert dat ademloos en muisstil werd gevolgd. Want één ding staat buiten kijf: spelen kunnen ze, die elf musici van The Royal Wind Music! Hier is de top aan het werk; in een woord: fenomenaal. In grote en kleine samenstellingen. En in die heerlijke toegift: een gerecycled Duits liedje, ‘Rompeltier’.

Film / Films

Gemengde gevoelens over Disney’s nieuwe live action film

recensie: The Little Mermaid
The Little Mermaid 3The Walt Disney Company

De langverwachte live action film The Little Mermaid neemt het publiek mee op een betoverende duik in de onderwaterwereld van Ariel. Met Halle Bailey in de hoofdrol, ontving de film na de eerste beelden veel negativiteit. Ze is namelijk niet de versie van de Ariel die we gewend zijn. De hashtag #NotMyAriel kreeg online veel momentum. Was Bailey de juiste persoon om de rol als dé iconische zeemeermin op zich te nemen?

Indrukwekkende prestaties van Bailey en McCarthy in The Little Mermaid

Het antwoord is ja! Als actrice weet Bailey indruk te maken door de perfecte mix te vinden tussen onschuld, nieuwsgierigheid en vastberadenheid in haar interpretatie van het geliefde nummer ‘Part of Your World’. De getekende zeemeermin is maar een kleine tuttebel in tegenstelling tot de Ariel van Bailey. Om nog even terug te komen op de #NotMyAriel: dit kwam vooral van de puristische fans van de tekenfilm. Die speelt zich af regio Caribische Zee. Dit is dan ook doorgetrokken in de casting.

Een andere grote troef van de film is Melissa McCarthy als Ursula. Opgetut om eruit te zien als de boosaardige jongere zus van Koning Triton (Javier Bardem), compleet met zwaar opgemaakte ogen en tentakels, is ze werkelijk verrukkelijk als de diepzeeschurk van de film. McCarthy weet de rol van Ursula perfect neer te zetten – haar komische timing is aanstekelijk, de angst voelbaar echt, en haar dramatische pauzes benadrukken Ursula’s flamboyante persoonlijkheid.

Flounder en Sebastian: van schattig naar horror

Toch zijn er ook enkele minpunten in de film die zorgen voor teleurstelling bij fans van het origineel. Flounder/Botje, het schattige maatje van Ariel, verliest in deze nieuwe versie zijn charme. In plaats van een levendig en schattig visje dat emotie en humor toevoegt aan de scènes, wordt hij gereduceerd tot een willekeurige aquariumvis waar gewoon een stem uit komt.

Dingen die schattig of grappig zijn wanneer ze worden gedaan door geanimeerde knuffeldieren, zijn niet langer schattig of grappig wanneer ze worden uitgevoerd door computer gegenereerde zeedieren zonder herkenbare gezichtsuitdrukkingen. Flounder die vlucht voor een haaienaanval of die af en toe met z’n kop boven water komt: dat is met CGI in deze film niet om aan te zien. Tenenkrommend zelfs.

Teleurstellende CGI

Ook ziet de onderwaterbeweging er vaak vlak en kunstmatig uit op een manier die afstandelijk is. Dit geldt vooral bij het proberen te creëren van de sensatie van het wapperende, lange, weelderige haar van de zeemeerminnen. Het productienummer ‘Under the Sea’ barst van de levendige kleuren, en de uitbundige choreografie van de zeewezens is een genot om naar te kijken. Maar het weet niet echt het gevoel van onder water te vertoeven te vangen.

Als het gaat om onderwaterwerelden, zodra je naar Pandora bent geweest, kun je nergens anders meer naartoe.

Live action versie heeft meer diepgang

Eric (Johah Hauer-King) voelt zich onrustig in zijn paleis en verlangt naar avontuur buiten zijn eilandnatie. Hij wordt beperkt door de regels van zijn moeder, wat een directe parallel vormt met Ariel’s verhaal. Ariel wil ontsnappen aan de controlerende regels van haar vader, zeker wat de liefde betreft. Hoewel de iconische uitspraak ‘Papa, ik hou van hem!’ niet voorkomt in deze versie, voelt Ariel zich begrepen door Eric en ziet ze in hem meer een zielsverwant dan alleen een geliefde.

Ariel en Eric hebben in deze film meer tijd om elkaar echt te leren kennen. Ze ontdekken dat ze beiden gepassioneerde nerds zijn als het gaat om hun interesses, en ze verlangen ernaar om hun passies te delen met iemand anders. Hoewel Ariel nog steeds niet kan praten als gevolg van Ursula’s betovering, neemt ze actief deel aan de interactie door Eric haar schatten uit de zee te laten zien en zijn kaarten enthousiast te bestuderen.

Deze herinterpretatie biedt een diepere en meer betekenisvolle ontwikkeling van hun relatie. Hun gedeelde verlangen naar vrijheid en begrip maakt hun band sterker en hun connectie geloofwaardiger. Deze versie van hun verhaal geeft de kijkers reden om te geloven in hun liefde en om hen aan te moedigen op hun reis naar een nieuw avontuur.

Muziek / Concert

London Calling is een roep om muzikaal indie & punk avontuur

recensie: Festivalverslag: London Calling in Paradiso Amsterdam
Bibian Bingen

Als er een festival is waar je onbekende punk en indie bands uit het buitenland kunt ontdekken, dan is het London Calling. Tweejaarlijks wordt Paradiso omgetoverd tot een smeltkroes aan talent, veelal uit Engeland, Amerika, en Australië. Slechts voor de ingewijden van post-punk en aanverwante genres zal een korte blik op de line-up voor herkenning zorgen. Maar voor herkenning moet je niet bij dit festival zijn. Het bezoeken van London Calling is een kans om elk uur een presentje uit te pakken in de vorm van een korte auditieve trip. De spanning zit hem in het aangaan van het onbekende. Zoals Forrest Gump ooit al treffend zei: ‘Life is like a box of chocolates, you’ll never know what you’re gonna get’.

Pootje badend het festival in

Kate Davis en band mogen het festival aftrappen. Tijdens het wachten scharrelt de half lege zaal nog wat onrustig heen en weer, en babbelt wat met elkaar. De meeste bezoekers komen net uit hun werk en moeten nog even op een andere golflengte komen. Kate Davis komt op met band en zet in. De band zoekt naar een houding en het publiek evenzeer. Na een tijdje is de schroom er vanaf en kunnen we mee in een ingetogen indierock ervaring vol melodieuze zang en passende harmonieën. Dit fenomeen herhaalt zich in de Grote Zaal bij de folkrock van Sylvie. De zaal is hier ook nog halfvol, en de focus van het publiek is nog tam. Sylvie schotelt desondanks een dromerig pallet voor dat zachtjes heen en weer doet wiegen. Het doet denken aan een mengeling van de seventies, Pink Floyd en George Harrison. All things must pass, dus applaus en door.

Australische surfpunk

Langzaam begint Paradiso vol te stromen en dat is maar goed ook, want the Grogans spelen een mengeling van rokerige blues, punk en surfrock die enkel gepast is bij een stomende zaal. Deze drie jongens spelen zo te horen al jaren samen, want regelmatig klikt het in elkaar als de raders van een uurwerk. De nummers zijn qua songwriting nog van wisselende kwaliteit, soms is het te vlak en simpel. Maar het vermoeden rijst dat hier een act in de Kleine Zaal staat die over enkele jaren grote zomerfestivals kan platspelen. Ze besluiten de set met een garagerock knaller die in vorm en inhoud doet denken aan Buddy Holly’s ‘Oh Boy’. Zodoende bewijst rock ’n roll zich weer tijdloos.

Licht en ontwapenend

In de Grote Zaal aangekomen zien we Hamish Hawk aan het werk met een indierock geluid dat hier en daar refereert aan de jaren 80. Hamish zijn laatste album Angel Numbers heeft stormachtige internationale recensies gekregen, dus het doet benieuwen wat er live gaat gebeuren.

Hamish wordt bijgestaan door een drietal muzikanten die zich vooral dienend naar hun frontman opstellen. Hamish oogt zelf in zijn fysiek jong. Hij dartelt, springt en huppelt over het podium als een kalf dat na een lange winter eindelijk de wei in mag. Hij heeft de performatieve intensiteit van Samuel T Herring, bekend als frontman van de synthpop band Future Islands. Het oogt eigen en oprecht. Zijn diepe bariton geeft een fijn contrast met het lichtvoetige werk. Het is enthousiasmerend, en ontwapenend. Wel mag hij zijn energie de volgende keer de hele zaal in projecteren. In zijn performance richt hij zich vooral op de eerste staande rijen.

Mentaal opfrismoment

Iedereen die bekend is met Paradiso weet dat de Kleine Zaal van een andere orde is dan de Grote Zaal. Het gebeurt dus ook regelmatig dat je bot vangt als je te laat naar de Kleine Zaal vertrekt, die dan al uitpuilt. Maar even bijkomen van alle muzikale prikkels is geen slecht plan. Er moet opgefrist worden voor er weer auditief op het gemoed gebeukt kan worden, want sommige acts sproeien emoties het publiek in alsof ze auditieve Jackson Pollocks zijn. Dan is een wit canvas op zijn plaats. Dus enkele frisse ademteugen vóór op de stoep zijn, naast bier en de pompoen curry die geserveerd werd in de Grote Zaal, de noodzakelijke benzine voor een dag London Calling.

Duistere gothsferen

In de Grote Zaal belandt het publiek vervolgens in een unheimische sfeer die ergens tussen gothic, dystopisch en emo valt. Heartworms krijst, schreeuwt, hijgt en fluistert, en geeft haar lichaam alle ruimte om die boodschap te versterken. Haar band is solide, en vervult diens rol zonder in clichématige partijen te verzanden. Daardoor blijft het geheel spannend. Wanneer Heartworms tegen het einde aan op de grond krioelt rent een fotografe vooraan als een bezetene eropaf om enkele foto’s te schieten. Tevreden en opgelucht laat het meisje de foto zien aan een omstander, want zo een plaatje vang je wellicht één keer op een dag.

Heartworms is bijna klaar met haar set, en tussen een nummer door geeft ze aan hoe blij ze is hier te mogen spelen en gooit ze een merchandise-tasje de zaal in. De vrolijke manier waarop ze dat doet is lichtelijk vervreemdend en in groot contrast met de duistere sfeer die zonet nog benauwend over de zaal hing. Het zij haar vergeven, want met haar ogenschijnlijk jonge leeftijd laat ze zien al een volwassen compositiebeheersing en podium presence te bezitten.

Woeste doch kwetsbare hooligan

Wat krijg je als je hooligans – die de  cursus ‘kwetsbaarheid voor gevorderden’ succesvol hebben doorlopen – een boel instrumenten in de handen duwt? Het stomende vijftal Vlure natuurlijk. Vlure brengt een mengeling van techno en postpunk die lijkt op een boze hulk versie van Faithless.  Dit collectief opgepompte muzikanten loopt als gorilla’s op hun naakte borst te trommelen en ontbloot grommend hun tanden. Deze bende aan Schotse hipsters – de heerlijke rollende tongval verraadt dat – oogt agressief zonder ons van zich te vervreemden. Ze schreeuwen over kwetsbaarheid, en kermen over pijn en verlies. Zodoende komen ze nader tot ons. Paradiso is een kerk, en het is fijn als we dan een prediker zien die het woord van liefde verkondigd, niet door te zingen, maar door als een gewonde hond te blaffen.

Een muzikaal dans duet

De dienst zit erop. Ik snel me naar de Kleine Zaal voor Cumgirl8. Maar ik ben murw gebeukt door het vele geweld dat ik deze dag gezien heb en neem niks meer op. Dat is de verdienste van een dag London Calling: je krijgt veel voor je kiezen en het meeste is bepaald niet lichtzinnig. Op herkenning kun je geen moment leunen. Je krijgt voortdurend nieuwe prikkels op je afgevuurd, nieuwe ideeën te verwerken, en nieuwe geluiden om op te bezinnen. Het festival vraagt wat van je. Dat is een noodzakelijke afwisseling in deze tijd van instant gratificaties die de streamingdiensten, Spotify-playlisten en radiozenders op ons bordje plempen. Het kijken naar al die veelal prille bands is geen vermaak: het is een dans. De bands begeleiden, en het publiek moet meebewegen, anders gebeurt er niks. Gelukkig is het publiek op veel fronten bereidwillig omdat ze voelen dat het een teameffort is. Moet er gemoshed worden? Dan doen we dat. Even uithijgen? Natuurlijk. Je wilt crowdsurfen? Kom maar op dan. Punk was nog nooit zo gebroederlijk.

Muziek / Album

Another Timbre nr. 210

recensie: Laurence Crane - Natural World (2023)
Natural WorldSijme Storm

Laurence Crane is een minimalist met een zeer directe aanpak en hij schrijft zeer transparante muziek. Hij maakt gebruik van klassieke instrumenten maar ook een elektrische gitaar, een casio keyboard of sampling technieken behoren tot zijn compositorisch palet.

Natural World is tot stand gekomen op initiatief van Juliet Fraser. Deze actieve Engelse sopraan, medeoprichtster van het EXAUDI Vocal Ensemble, specialisten op het terrein van oude muziek én nieuwe muziek, geeft regelmatig compositieopdrachten aan eigentijdse componisten.

Rachel Carson

Juliet Fraser brengt het werk van Rachel Carson (1907-1964) onder de aandacht van Laurence Crane. Deze Amerikaanse zeebiologe deed baanbrekend onderzoek naar de invloed van het gebruik van insecticiden. Met het boek Silent Spring (1962) vraagt ze aandacht voor de milieuproblematiek. De titel van het boek verwijst naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Deze kennismaking met het werk van Carson doet Crane besluiten om iets te gaan schrijven over de natuurlijke wereld.

En zo belanden we in een wereld vol zingende vogels en zeegeluiden, encyclopedische lijstjes over vogelsoorten, sinusgolven, casio keyboard drones, luisterboek imitaties, en natuurlijk vocaal trapezewerk van Juliet Fraser en haar muzikale partner Mark Knoop op piano en electronics.

Het werk van Laurence Crane heeft altijd het verfrissende effect van een duik in een koele zee, humoristisch, niet belerend, minimalistisch maar altijd met verassende wendingen. Natural World bestaat uit drie secties: ‘Field Guide’, ‘Chorus’ en ‘Seascape’. Voor mij is het een klassieke recitalvorm met eigentijdse elementen, er zijn verwijzingen naar Maurice Ravel (Oiseaux Tristes / Miroirs no. 2 ), Joseph Cornell (surrealistische kijkdozen), Pierre Henry (Musique Concrète, elektro-akoestische muziek).

Als luisteraar word je meegenomen in een surrealistische wereld, vriendelijk, melancholisch, Alice in Wonderland, Engels, een muzikale wereld. Dit is een muzikale reis die de zorg om het milieu in zich meedraagt maar het is Crane’s persoonlijke zorg: eerlijk, niet zeurend en zeker niet moraliserend.

Een aanrader voor eenieder die wel eens wat anders wil.

TIP: ga naar Xeno-canto: sharing wildlife sounds from around the world, https://xenocanto.org (een coproductie met Naturalis).

Muziek / Album

Another Timbre nr. 200

recensie: Jürg Frey - Borderland Melodies (2023)
Borderland MelodiesSijme Storm

Simon Reynell, de drijvende kracht achter ‘Another Timbre’, het Engelse label dat zoveel betekent voor de eigentijdse gecomponeerde muziek, viert weer een mooie overwinning met uitgave nr. 200: Jürg Frey’s Borderland Melodies. Het ‘huisensemble’ Apartment House, speelt op deze CD drie recente composities van de Zwitserse componist Jürg Frey.

Jürg Frey (Aarau, 1953) neemt ons mee in zijn muzikale wereld die altijd gaat over grenzen verkennen, de grens tussen het abstracte en het concrete, het ervaren van geluid en stilte, de overgang van los element naar structuur, naar compositie.

Een muzieknoot getekend door Frey is als een gedroogd blaadje, op zichzelf staand, fragiel maar ook krachtig. Zijn sensitieve houding met betrekking tot materiaalgebruik heeft gevolgen voor zijn wijze van componeren. Stapsgewijs onderzoekt en rangschikt hij zijn muzikale materialen en na verloop van tijd vormt hij zich een beeld van wat een compositie zou kunnen worden. Klinkt dit vaag en wellicht wat zweverig? Luister naar de composities op deze CD en ontdek een stevige zelfbewuste muzikale architectuur die een wereld voor je kan openen.

Borderland Melodies (2019)

Een quintet voor piano, viool, cello, klarinet en basklarinet, opent de CD. Het is een voor Frey kenmerkend stuk vol spaarzame klanken. Frey creëert een heldere omgeving waarin de vaak aanhoudende klanken van de verschillende instrumenten verbindingen kunnen aangaan. Deze verbindingen zijn melodisch van aard en grijpen terug naar de basisprincipes van de meerstemmigheid.

L’État de simplicité (2019 – 2021)

Deze vierdelige compositie, een quintet voor viool, altviool, cello, klarinet en basklarinet, vormt het hart van de CD. Instrumenten gemaakt van hout met hun diepte en warmte leveren een magisch klassiek palet op. Frey zet dit palet in om de melodische mogelijkheden van deze combinatie te onderzoeken.

Hij beschrijft deze compositie als een set van kleine muzikale essays over de betekenis van muziek. Zoals een schilder onderzoekt Frey keer op keer zijn wil tot componeren, zijn fascinaties en zijn verwondering.

Movement, Ground, Fragility (2014 – 2020)

Een septet voor piano, viool, altviool, cello, klarinet, basklarinet en percussie. De basis voor deze compositie wordt gelegd door het licht toucheren, aanstrijken van een bekken en een reeks korte gestreken altviool klanken.

Zo nu en dan verschijnen er individuele tonen en tweeklanken. Naargelang het instrument bepalen ze de de kleur van dit stuk. De cello neemt het lage register voor zijn rekening en zorgt dan voor een welhaast cinematografische ervaring.

Cellist Anton Lukoszevieze zegt hierover: ‘I never have played such a slow Blues before’

Het laatste deel van de compositie is organisch van aard. Frey maakt hier gebruik van toevalselementen, sommige secties van de compositie bevatten een muzieknotatie, andere secties bestaan uit door de componist opgestelde lijstjes. De musici kunnen hieruit keuzes maken. Mede hierdoor gaan eigen melodische fragmenten en tempo’s ontstaan en ontvouwt zich een uniek muzikaal landschap.

‘Apartment House’ weet goed raad met de subtiele composities van Jürg Frey en de productie van Simon Reynell is weer geweldig.

Een aanrader!

Theater / Voorstelling

Liefde, strijd en acceptatie

recensie: ADAK presenteert East Side Story: een theatrale en muzikale reis van het kamp naar een Molukse woonwijk
sfeerfoto ADAKADAK

East Side Story is een avondvullende theaterbelevenis op drie verschillende locaties. Van 31 mei tot en met 12 juni speelt deze theatrale en muzikale reis, die je meevoert langs voormalig kamp Schattenberg in Westerbork, naar de Molukse wijk in Bovensmilde. De hoofdrol is weggelegd voor acteur Roger Goudsmit. East Side Story is een avond vol muziek, dans en heerlijk eten en het sluitstuk van theaterdrieluik AAN DE ANDERE KANT (ADAK), waarin de Moluks-Nederlandse geschiedenis centraal staat.

Na de Tweede Wereldoorlog werd een grote groep Molukkers slachtoffer van een schimmenspel, uitgevoerd door de Nederlandse overheid in het toenmalig Nederlands-Indië. Dit leidde onder andere tot een grootscheepse verplaatsing van Molukkers naar Nederland, uitgevoerd onder erbarmelijke omstandigheden.

East Side Story gaat over liefde, strijd en acceptatie, over humor en tragiek, vanuit Moluks én Nederlands perspectief. Het is het verhaal van nu over mensen uit ‘de Oost’, maar ook een gelaagd verhaal over de tweede en derde generatie en de toekomst.

Locatie 1 ‘Schattenberg herbeleven’

opbouw 2 ADAK

Sfeerfoto opbouw © ADAK

Herinneringscentrum Kamp Westerbork is het beginpunt van de voorstelling. Na de oorlog werden daar ruim tweeduizend Molukkers gehuisvest. De naam veranderde in ‘Schattenberg’ en speciaal voor East Side Story wordt een deel van het kamp herbouwd. Bezoekers worden in kleine groepen door het kamp geleid en omringd door theatrale taferelen en scènes over het dagelijks leven in Schattenberg. Rondom het kunstwerk Het Nest van de Kaketoe komen de verhalen en herinneringen van oud-bewoners tot leven.

Locatie 2 ‘Een verhaal in De Molukse wijk’

Midden in de Molukse wijk in Bovensmilde speelt het slot van de voorstelling. De tribune kijkt uit op twee woningen, die het decor vormen van het verhaal van Molukse mensen die in een nieuwe wijk terechtkomen en een tussenweg moeten zien te vinden in het behouden van Molukse gewoontes en het integreren in de Nederlandse samenleving. Gezien vanuit het ’toen’ en vanuit het ‘nu’.

Locatie 3 Samen genieten van heerlijk eten en muziek vlakbij het Herinneringscentrum

Na de vertoning kunnen de bezoekers vlakbij het Herinneringscentrum in een gemoedelijke festivalsfeer genieten van heerlijke Molukse en Nederlandse gerechten. Uiteraard met muziek!

De logistiek

De gemeente Midden-Drenthe vormt het decor van East Side Story. Gezien het feit dat de bezoekers op maar liefst drie bijzondere plekken worden gebracht, zijn er speciale bussen die voor een rimpelloos vervoer zorgen.

Over AAN DE ANDERE KANT

AAN DE ANDERE KANT is een project van Stichting Gedeelde Verhalen. De stichting organiseert historische theaterproducties in het Noorden, met zo veel mogelijk participatie uit de omgeving. Het begon in 2018 met een reizende voorstelling getiteld Een tijdelijk verblijf. In 2019 volgde deel twee: een locatievoorstelling op voetbalvelden in Groningen en Drenthe onder de titel Buitenspel.

Meer informatie is te vinden op www.eastsidestory.nl

Muziek / Album

SPANNEND CONCEPT

recensie: The Orange Tree Courtyard
The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of SevilleEduardus Lee

Afgelopen seizoen toerde het blokfluitensemble The Royal Wind Music met het programma The Orange Tree Courtyard. Renaissance Music in and around the Cathedral of Seville. Een concept van co-artistiek leider Maria Martinez Ayerza. Nu op cd uitgebracht en opgedragen aan de ons onlangs ontvallen blokfluitbouwer Adriana Breukink.

Een bouwer van renaissanceblokfluiten, die in hun soort net wat anders klinken dan de meer bekende (kopieën van) barokinstrumenten of van hedendaagse blokfluiten. Ze zijn bijna cilindrisch van vorm en hebben grotere vingergaten, waardoor de klank wat robuuster is. The Royal Wind Music bespeelt blokfluiten van klein tot zeer groot; de grootste is een subcontrabas van circa drie meter lengte. In het begeleidende boekje bij de cd is een schema opgenomen van wie van de elf musici welk soort blokfluit bespeelt en in welk van de tweeëntwintig stukken.

De Sinaasappelhof

De rondleiding, en de cd begint en eindigt in De Sinaasappelhof. Met fascinerende improvisaties over een lied uit Andalusië dat is gelinkt aan de Arabische muziek. Samen met de Joodse invloed vormde dit de zogeheten Mozarabische stijl, die trouwens in de tijd dat de kathedraal werd gebouwd (vanaf 1401) alweer over zijn hoogtepunt heen was. De kathedraal is overigens op de resten van een vroegere moskee gebouwd. De melodie vormt als het ware een ouverture en een coda, een introductie en een afsluiting in de contemplatieve, mystieke stijl. Veel van de stukken ademen en zijn kenmerkend voor veel Spaanse kunst in het algemeen (denk bijvoorbeeld alleen maar aan het werk van de schilder Francisco de Zurbarán!).

Het altaar van Onze Lieve Vrouw

Een ander kenmerk van het Spaanse rooms-katholicisme is de grote verering van Onze Lieve Vrouw, van Maria. In vergelijking tot de concertreeks van afgelopen seizoen is bij het altaar – om dit te benadrukken – een stuk toegevoegd: Virgen bendita sin par van Pedro de Escobar (circa 1465-1535), een van origine Portugese componist en zanger. Van dit stuk – en de uitvoering – gaat een grote, weldadige rust uit.

La Giralda

Beroemder nog dan de kathedraal zelf, is de Giralda, van oorsprong een minaret en ouder dan de kerk (1184-1195). De minaret, die thans dienst doet als klokkentoren, is streng én sierlijk tegelijk. Net als de afwisselende muziek die The Royal Wind Music voor dit onderdeel op hun cd speelt: van Juan Vásquez (circa 1500-1560) en Miguel de Fuenllana (1553-1578). Later ontstaan dan de minaret zelf, maar dat mag de pret niet drukken, want het bovenste gedeelte van La Giralda dateert uit dezelfde tijd als deze muziek.

Kapel, graven en kapittelzaal

We vervolgen onze rondleiding in de kathedraal door de kapel en de kapittelzaal. In deze buurt liggen verschillende graven. Van componisten, musici en van Hernando Colón, de zoon van Christoffel Columbus, die een omvangrijke bibliotheek had die deels is ondergebracht in de kathedraal. En overigens ligt er ook het graf van Alfonso de Wijze, maar die was al lang overleden voor de kerk werd gebouwd.

Buitengewoon sterk en verfijnd gespeeld qua articulaties en omspelingen zijn de vier werken van Alonso Mudarra (circa 1510-1580). Hij was een vernieuwend componist en – net als Vivaldi later – tevens priester. Zijn wijding vond in 1546 plaats in de kathedraal van Sevilla en hij was vanaf die tijd tot aan zijn dood lid van het kapittel. Het is een goede zet geweest om aan de twee werken van Mudarra, die tijdens de tournee werden gespeeld, op de cd er nog twee aan toe te voegen.

Het koor

De rondleiding door de kerk eindigt in het koor met een werk van Alonso Lobo (1555-1617) in een al aanmerkelijk modernere stijl vergeleken met de andere stukken op de cd. Ook het stuk van Francisco de Peñalosa (circa 1470-1528) draagt bij aan de mooie afsluiting in het deel dat de kathedraal omkranst.

Het is op deze manier een prachtige rondleiding van ruim een uur met muziek die schitterend wordt uitgevoerd door een topensemble, bestaande uit de fine fleur van blokfluitisten die allemaal een band hebben met het Conservatorium van Amsterdam. In dit seizoen speelt The Royal Wind Music een programma rond de schilder Albrecht Dürer. Weer zo’n spannend concept… Aanbevolen!