Boeken / Non-fictie

(Om)keerpunt

recensie: De fundamenten – Ramsey Nasr

Ramsey Nasr schrijft met De fundamenten een indringend verslag van Nederland in de coronapandemie. Nasr schrijft niet alleen mooi, hij durft ook kritisch, open en creatief te denken en ontpopt zich in het bijna 150 pagina’s tellende boekje als een maatschappijcriticus en filosoof.

De fundamenten bestaat uit drie essays, gedateerd in maart 2020, september 2020 en februari 2021. Daarmee voelt het boek direct als een dagboek, wat Nasr in de inleiding bevestigt. “Drie ellenlange dagen in een stilstaand jaar.”

Maart 2020 – Vermaak

In het eerste essay vergelijkt Nasr onze huidige tijd met het door de pest geteisterde Florence van 1348. Boccaccio schreef er een boek over: Decamerone. Nadat de pest is uitgewoed trekt een groep vrienden zich terug in de Toscaanse heuvels, waar ze elkaar tien dagen lang vermaken door verhalen te vertellen. Dat deden zij niet zomaar. Ook wij moesten ons zien te vermaken gedurende de lockdown. Blijf thuis was het devies. We sloegen massaal aan het netflixen. Hoe banaal het ook mag klinken, vermaak is niet zomaar iets, niet slechts een tijdsopvulling. Hier komt de etymologie om de hoek kijken. Ver-maken betekent hetzelfde als re-creëren, oftwel: her-scheppen. Door ons te vermaken scheppen wij onszelf opnieuw. Doordat we in de lockdown op onszelf waren aangewezen, kregen we de mogelijkheid onszelf te ver-maken.

September 2020 – Hysterie

Nasr schrijft over de schoonheid van de lege straten van Amsterdam, waar hij zich direct ook weer schuldig over voelt. Een stad in lockdown mag je niet mooi vinden. Gesprekken vonden ineens plaats in de toekomende tijd, bij gebrek aan een heden, want het heden lag stil. Mensen waren beschaafder, vriendelijker. De lucht was schoon en de Dodenherdenking nog stiller dan andere jaren.

Toen sloeg de stemming om, kwam het verzet, de spandoeken met “DICTATUUR” erop. Volgens Nasr wordt deze hysterie voortgestuwd door gevoel, niet door reflectie. Daarom is een gesprek niet mogelijk, omdat de “hysterie per definitie waar is”. Wie zijn het slachtoffer van corona? De duizenden coronadoden en ic-patiënten of de leden van Viruswaarheid? En in het geval van zwarte Piet: de zwarte Nederlanders of de witte Nederlanders die hun traditie wordt afgenomen? Deze hysterie van “zelfverklaarde oorlogsslachtoffers” sluimerde al langer onder de oppervlakte (denk aan de boerenprotesten waarbij snelwegen werden geblokkeerd) maar komt in deze crisis tot uitbarsting.

Wat al deze boze burgers volgens Nasr gemeen hebben is dat zij niet reflecteren en naar de toekomst kijken, maar dat ze gericht zijn op de ander, de schuldige die alle blaam treft. Deze mensen hebben geen idee meer wat vrijheid inhoudt, zo zijn we door de vrijheid opgeslorpt. “Vrijheid – zo heet het virus dat ons aantast. We zijn er zo van doordrongen geraakt dat we in het dagelijks leven geen idee meer hebben van haar oorsprong, haar waarde. Dáárom wanen wij ons nu zo graag in oorlog: we hebben geen benul wat het is.”

Februari 2021 – Opstand

Het laatste essay, De fundamenten, kijkt naar de middenmoot. Wat willen zij? Uit onderzoeken die Nasr noemt blijkt dat zij meer voor het klimaat willen doen sinds ze door de coronacrisis weten dat onze omgang met de planeet negatieve gevolgen heeft. Deze meerderheid van de Nederlanders wil ook meer belasting betalen voor vlees, vaker de fiets pakken en minder vaak vliegen. Ze willen dus niet doorgroeien maar afremmen. En dat terwijl ons systeem juist gericht is op groei, winst en welvaart. Zelfs in de coronacrisis zijn het de grote bedrijven (zoals KLM en Booking.com) die het grote geld krijgen van de overheid. Toch wil de meerderheid van de Nederlanders het dus anders. Deze wens zou blootgelegd worden bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart. Maar niks bleek minder waar. De meerderheid stemde juist op partijen die door willen met groeien, het spekken van de multinationals en het uithollen van het onderwijs en de zorg – om over de kunstsector nog maar niet te spreken. Nasr legt deze januskop die Nederland klaarblijkelijk is bloot.

Ook stelt hij dat je van een volwassen en rationeel mens zou mogen verwachten dat die geweten en handelen op één lijn stelt. ‘De daad bij het woord voegen’, zoals we dan zeggen. Maar uit die verkiezingsuitslag blijkt precies het tegenovergestelde. “Van alle diersoorten blijkt alleen de volwassen mens in staat tot groteske ontkenning.” Er gebeuren meer verschrikkelijke dingen binnen ons huidige systeem, maar we komen niet in opstand. Dat is wat Nasr lijkt te zeggen, eerst als een diagnose, later als onbegrip en woede. “Uitbuiting, onderbetaling, dierenmishandeling, vervuiling, ontbossing, plundering en vernietiging van de aarde vormen de motor van het vrijemarktprincipe.” En we komen niet in opstand.

Vanaf dit laatste essay kun je De fundamenten lezen als een pamflet, een oproep tot opstand, anders denken, revolutie. In zijn mooi gestileerde schrijven geeft Nasr een indruk van de coronapandemie in Nederland, die verwordt tot een scherpe, heldere en bondige maatschappijkritiek. Nasr laat in De fundamenten zien dat hij naast dichten en schrijven ook in staat is filosofisch te denken. De gebeurtenissen van het afgelopen jaar behoeven reflectie en kunnen, hopelijk, tot een keerpunt leiden. We kunnen omdraaien, een andere weg inslaan. Maar dat kan wel pas als mensen geweten en handelen weer op één lijn durven stellen. Als wij in staat zijn de crisis te gebruiken om ons daadwerkelijk te ver-maken.