Muziek / Achtergrond
special: Fatoumata Diawara

Fatou brengt vrolijke muziek met een boodschap

Haar muziek hoor je in de zomer zo af en toe eens door een openstaand raam en steeds meer mensen hebben wel eens van haar gehoord. Zangeres en gitarist Fatoumata Diawara zou woensdag 2 december in TivoliVredenburg in Utrecht optreden met muziek van zowel haar debuutalbum Fatou als ook de opvolger Fenfo. Haar optreden is echter vanwege corona verplaatst naar 6 november 2021. Dat is lang wachten, maar dat is zeker de moeite waard.

Het is wellicht haar combinatie van West-Afrikaanse wassoulou-muziek met westerse jazz- en popinvloeden die haar ook buiten Afrika populair maakt. Diawara trok in augustus 2018 bijvoorbeeld al het concertgebouw in Amsterdam vol met haar mix van afrobeat, jazz en pop. Ook onder andere muzikanten is het niet onopgemerkt gebleven dat haar muziek aanstekelijk is. Zo trad ze al op met Paul McCartney, heeft ze samengewerkt met grote namen als Bobby Womack en Herbie Hancock en speelde ze op grote festivals als Glastonbury.

Fatou
Vooral haar eerste album Fatou, is erg aanstekelijk met prachtige kleine liedjes zoals bijvoorbeeld de nummers Alama en Wililé. Andere nummers zijn juist vrolijk met herkenbare melodieën zoals het nummer Sowa. De typisch Afrikaanse instrumenten, zoals een kalebas (percussie), een ngoni (snaarinstrument) en een udu (percussie) die we onder andere horen in het nummer Kèlè, leveren een zeer divers en verfrissend geluid op. Soms zijn de drums expres weggelaten en is er ruimte voor een meer singer-songwriterachtige setting. Ook vullen percussie en shakers vaak de ruimte op.

Muzikaal zitten de nummers heel sterk in elkaar en ze liggen lekker in het gehoor. De muziek is origineel en toch is de structuur eenvoudig en duidelijk. Ook de productie is mooi in evenwicht waardoor alle elementen goed naar voren komen. Het gitaarspel van Diawara is soms wat ongepolijst (evenals haar zang tijdens liveoptredens) maar dit stoort helemaal niet. Het maakt haar juist echt en puur.

Fenfo
Op haar tweede album Fenfo komt een ander geluid naar voren. Het lijkt of er geprobeerd is een wat moderner, geproduceerder, geluid neer te zetten. Zo is er meer gebruikgemaakt van de elektrische gitaar en zijn er vaak soundscapes te horen, bijvoorbeeld in het nummer Kokoro. Ook de bas en drums hebben een grotere rol gekregen.

Echter, de akoestische gitaar – die eigenlijk de basis vormt in veel van Fatous nummers – is soms (te) ver naar de achtergrond gemixt, zoals bijvoorbeeld in het nummer Kanou dan yen. Hierdoor is het evenwicht tussen Fatoumata’s stem en de harmonische begeleiding soms uit balans geraakt, waardoor je als luisteraar het gevoel krijgt dat je net de essentie mist. Ook is het onderscheid tussen couplet en refrein minder prominent aanwezig in sommige nummers, waardoor deze meer geschikt zijn als achtergrondmuziek dan dat ze echt aanspreken. Neem het nummer Takamba. Daar gaat hetzelfde rifje ruim vier minuten door zonder verandering in de muziek.

Toch zijn er ook nummers die wel een duidelijk herkenbaar schema van couplet-refrein aanhouden, zoals het poppy klinkende Bonya. En wat ook is gebleven zijn Fatous zangmelodieën. Deze zijn nog steeds heerlijk om naar te luisteren. Dit album is dus even wennen, maar heeft ook zeker veel interessants te bieden.

Een vrouw met een boodschap
Wat kenmerkend is voor Fatou is dat het een dame is met een boodschap. Haar teksten gaan bijna altijd over zware onderwerpen. Zo zingt ze over oorlog in de wereld, over het belang om respect voor elkaar te hebben of over de pijn van geadopteerd worden (ze is zelf op elfjarige leeftijd door haar ouders naar Bamako, de hoofdstad van Mali, gestuurd om bij haar tante te gaan wonen).

Ook in haar liveoptredens is ze uitgesproken. Zo maakt ze vaak duidelijk dat ze zich verantwoordelijk voelt om Afrika te representeren. Ze komt op voor de situatie in Mali en in andere Afrikaanse landen en probeert aandacht te genereren voor de problemen die daar spelen, zoals bijvoorbeeld vrouwenbesnijdenis.

Vrolijke muziek en kleding
Toch klinkt haar muziek allesbehalve zwaar. Het is vrolijk en gelaagd tegelijk. En omdat Diawara in het Bambara zingt, een toontaal die voornamelijk in Mali wordt gesproken, merk je als niet-Malinese luisteraar dus niet veel van de door leven doordrongen teksten. Voor wie toch haar teksten wil bestuderen, geeft ze op haar cd’s en platen gelukkig ook een vertaling in het Engels en het Frans.

Ook haar kledingstijl in videoclips en liveoptredens is erg vrolijk, met veel kleuren, sieraden en opvallende make-up. Hoewel elementen uit traditionele West-Afrikaanse kledingdracht worden gebruikt, is haar stijl modern. En daarmee lijkt ze een statement te willen maken, namelijk dat ze staat voor haar herkomst en tradities, maar wel met een eigen en moderne blik.