Boeken / Fictie

Een sprookjesachtig avontuur

recensie: Sophie Anderson - Het meisje dat met beren praatte (10+)

Sophie Anderson bouwt met Het meisje dat met beren praatte (2020) verder aan de wereld uit haar debuut Het huis met de kippenpoten (2018). Geïnspireerd door de sprookjes die haar oma vroeger vertelde, creëert Anderson nu haar eigen sprookjeswereld. Een veelbelovend verhaal dat de belofte net niet waarmaakt.

Het meisje Yanka voelt zich anders dan haar dorpsgenoten. Als kind is ze gevonden bij een berenhol en sindsdien woont ze bij haar Mamotsjka (‘koosnaampje voor moeder’) en de wezel Muizenval. Haar gevoel anders te zijn krijgt op een dag fysiek vorm. In de nacht na de jaarlijkse poppenshow veranderen haar benen in berenpoten en kan ze plotseling met dieren praten:

‘Je wandelt gewoonlijk niet ’s nachts.’ Ik schrik van Muizenval, die op mijn schouder springt. (…)
‘Hoe komt het dat ik je kan verstaan?’ antwoord ik verbaasd. (…)
‘Als je bedenkt hoelang we al samenleven is het erg onbeleefd dat je dat nu pas doet.’

Ze heeft geen idee wat er aan de hand is. Omdat een goede vriend, de kluizenaar Anatoli, haar altijd sprookjes vertelde over het bos, denkt ze dat ze daar antwoorden kan vinden. Samen met Muizenval gaat ze op zoek naar haar eigen verhaal.

Tijd en plaats

Aanvankelijk is het niet helemaal duidelijk waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. De karakters hebben Russisch klinkende namen, en hoewel het dorpje eerst wat ouderwets lijkt, is er toch sprake van een modern ziekenhuis in een stad in de buurt. De vervreemding wordt versterkt door het perspectief, het verhaal is in de ik-persoon verteld. Een verteller op afstand had de lezer meer het verhaal in kunnen begeleiden en meer context kunnen bieden.

Deze vervreemding verdwijnt wanneer Yanka en Muizenval het bos in gaan. Yanka snapt nu zelf ook niet altijd wat er gebeurt, zodat je het verhaal samen met haar kunt ontdekken. Je kunt zelfs de kaart erbij pakken die voorin het boek staat, waarop te zien is welke route ze aflegt.

Sprookjes

De sprookjes in het boek zijn bijzonder mooi. Ze beginnen traditiegetrouw met ‘Er was eens…’ en zijn verfraaid door illustrator Kathrin Honesta.

Een van de sprookjes gaat over een timmerman die een magische boom ontmoet. Om te voorkomen dat hij de boom omhakt, biedt deze Lindenboom aan een wens te vervullen. Eerst wenst de man om gezondheid en voldoende eten voor zijn familie, maar hij wordt steeds gretiger. Zelfs wanneer hij in een gouden paleis woont is het nog niet genoeg. Verblind door hebzucht hakt hij een tak van de boom af, waarop de boom de timmerman en zijn gezin vervloekt. De volgende ochtend worden ze wakker als beren.

Deze sprookjes blijken het ware verhaal van Yanka te vertellen. Ze ontdekt dat de timmerman uit het sprookje haar grootvader is en dat ze daarom in een beer verandert. Hoe meer ze deze sprookjeswereld in trekken en hoe meer ze ontdekken, des te meer het verhaal tot leven komt. Anderson beschikt over de gave om de fantasie geloofwaardig te maken, met als mooiste voorbeeld een huis op kippenpoten waar een heks in woont die doden naar het hiernamaals begeleidt.

Levenslessen

De sprookjes zijn prachtig, maar op een punt slaat Anderson de plank mis. Yanka maakt onderweg nieuwe vrienden en samen met hen wil ze de vloek van de Lindenboom verbreken. Tijdens deze reis leert Yanka dat ze alleen kunnen slagen wanneer ze samenwerken, want elk van hen heeft een eigen talent. Wat volgt is een Disney-waardige moraal:

Ik dacht altijd dat je sterk werd door dingen alléén aan te pakken, maar misschien vergiste ik me. Misschien word je ook wel sterk als je met anderen samenwerkt.

Dit soort levenslessen ligt er behoorlijk dik bovenop, wat afbreuk doet aan het spannende verhaal én aan het mooie sprookje dat Anderson wil neerzetten. Een belangrijk kenmerk van het genre is immers de impliciete moraal die de lezer er zelf in kan ontdekken.

Anderson heeft in Het meisje dat met beren praatte, en eerder al in haar debuut, een intrigerend sprookjesbos gecreëerd met interessante en sympathieke karakters. Je voelt dat er meer verhalen in dit bos schuilen. Als sprookje is dit kinderboek veelbelovend maar door de moralistische aard wordt het geheel wat gekunsteld. Hopelijk durft ze in de toekomst de lezer wat meer los te laten, zodat die zelf op avontuur kan in deze magische wereld.