Boeken / Fictie

Liefde als ultieme placebo

recensie: Welzijn - Nathan Hill
Recensie Nathan Hill - WelzijnUnsplash

Het nadeel van een spetterend debuut als De Nix is dat het lastig te evenaren is. Amerikaan Nathan Hill lijkt het niet te deren, hij levert met Welzijn opnieuw een baksteenvormige roman waar het schrijfplezier van afspat.

Als overburen met inkijk in elkaars appartement lijken studenten Jack en Elizabeth voorbestemd voor elkaar. De twee fantaseren al over samenzijn nog voor ze ook maar een woord met elkaar hebben gewisseld. Fast forward naar twintig jaar later en we treffen het stel met hun achtjarige zoontje Toby midden in de ontwerpfase van hun huis-voor-het-leven. Tijdens een heuse VR-rondleiding door hun nieuwe woning ontdekt Jack tot zijn verbijstering dat Elizabeth het niet op één, maar twee ouderlijke slaapkamers heeft voorzien. Die scène zet de toon voor wat volgt; ruim 500 pagina’s waarin we zowel Jacks als Elizabeths worsteling met het moderne (gezins)leven volgen.

Kindertijd

Gaandeweg komen we meer te weten (spoiler!) over de niet zo onbekommerde jeugd die de twee gehad hebben. Net als in het echte leven, legt hun jeugd de fundering voor hun gedrag naar elkaar en richting hun zoontje. Dat leidt tot even aandoenlijke als hilarische scènes, zoals wanneer Elizabeth het peuter-experiment met snoepjes (nu direct één snoepje, of een kwartier wachten voor twee snoepjes) probeert na te bootsen met een verwarde Toby.

Net als De Nix, is ook Welzijn grotendeels in Chicago gesitueerd. Hoewel Hill hier zelf nooit heeft gewoond, is het wel de stad waar hij het meest vertrouwd mee is. Ditmaal maken we kennis met de suburbs en in die zin is de setting universeel; de gentrificatie en de daarmee niet zelden gepaard gaande burgerlijkheid en saaiheid zijn helaas niet enkel aan Chicago voorbehouden.

Bingewaardig

Hill verweeft universele thema’s als liefde en ouder-kindrelaties naadloos met ogenschijnlijk willekeurige onderwerpen als placebo’s, kunst, porno, gecondenseerde melk, fotografie, complottheorieën en prairiebranden. Werkelijk alles valt op ingenieuze wijze samen; geen gebeurtenis of referentie zonder dat Hill daar een hoger plan mee heeft. Perfectionistisch misschien, maar ook satisfying, zoals dat heet.

Als geen ander weet Hill hoe hij de eenentwintigste-eeuwse lezer geboeid moet houden. Met de steeds korter wordende aandachtsspanne, die we allemaal in meer of mindere mate wel ervaren, is het een verademing om af en toe een roman tegen te komen die net zo bingebaar is als een goede HBO-serie. Grappig, intellectueel én aangrijpend tegelijk. Het is een boek als Welzijn dat je eraan herinnert waarom je ook alweer zo van lezen houdt.