Tag Archief van: 8WEEKLY

Theater / Voorstelling

Spiegel van een uitgedroogd huwelijk

recensie: Herman – Senf Producties

Herman is een sukkel. Zo’n sukkel, zelfs, dat zijn vrouw hem verlaat voor een dynamischer type. En juist die schok schudt de ingedutte droogkloot wakker. Wat deze ontreddering met hem doet, ontrolt zich in de geslaagde tragikomedie Herman van Senf Producties.

26 jaar huwelijk, inclusief twee kinderen, is lang genoeg om de spirit uit een relatie te laten verdampen. Echtgenoot Herman vindt zijn huwelijk vanzelfsprekend, hij doet zijn best niet meer. Vrouw Annelies voelt zich niet gezien en kiest voor een vent met meer testosteron.
De jongvolwassen dochter en zoon kiezen de ene keer partij voor moeder, de andere keer voor vader. De relatie tussen vader en moeder is niet meer te redden, maar dit einde markeert een nieuw begin.

Spiegel

De toon voor deze tragikomedie wordt meteen al aan het begin van de voorstelling gezet door dóór de zogeheten ‘vierde wand’ in het theater heen te breken: acteur Stefan de Walle zet de handeling stil om met zijn gezicht naar de zaal het publiek rechtstreeks toe te spreken en medespeler Eva van der Gucht en zichzelf voor te stellen aan de toeschouwers. Dit is theater, jullie zijn toeschouwers, wij komen toneelspelen – zoiets is de boodschap. Tegelijkertijd houdt dit stuk, al is het fictie, de toeschouwers wel degelijk een spiegel voor: probeer in de loop der decennia de pit maar eens in je relatie te houden.

Geoliede machinerie

De plot is geestig, puntig; de thematiek herkenbaar (script: Peter de Baan en Bart van den Donker, op basis van de roman Herman van Marc van Bree). De tekst rolt vloeiend door dankzij het alledaagse taalgebruik en een aaneenschakeling van gekke gebbetjes. Het geheel is een geoliede machinerie waarin de acteurs zich schijnbaar achteloos bewegen, waarin ze volkomen op hun gemak zijn.

Sterke chemie

Maar wat Herman echt tot een geslaagde voorstelling maakt, is de sterke chemie tussen acteurs Stefan de Walle en Eva van der Gucht, plus de razendsnelle regie van Peter de Baan. Deze drie zijn gewend aan elkaar; ze werkten geregeld samen in De vloer op, een toneel-improvisatieprogramma op televisie.

De enscenering is een beetje rommelig, maar ze werkt wel: de acteurs verplaatsen een paar meubelstukken, op de achterwand verschijnt een volgende projectie, en we zijn op een andere locatie.

Energie

Stefan de Walle is de enige die het hele stuk lang hetzelfde personage speelt. Hij laat Herman een geloofwaardige transformatie doormaken van ingedutte sufferd, naar bedrogen echtgenoot, naar een wat oudere man die de energie heeft opnieuw te beginnen. De Walle gaat van huilen naar lachen, van doodongelukkig naar in control en tevreden. Wat een topacteur.

Eva van der Gucht is ijzersterk in een hele batterij vrouwenrollen, die ze met behulp van kleine aanpassingen neerzet. Met beide handen op de heupen gepland, is ze de echtgenote. Aan haar lange pruik peuterend, is ze de dochter. Mokkend in haar stoel de kwaaie, ontevreden moeder. Met de kin omhoog en de borst vooruit, is ze de vrolijke serveerster. Van der Gucht heeft het talent tegelijkertijd tragisch en geestig te kunnen zijn.

Live piano

Een stortvloed aan andere rollen worden gespeeld door Abe Dijkman en door Jurriaan Bruinier, die ook live piano speelt op de achtergrond. Vooral Dijkman is sterk, hij pingpongt met tekst, hakt desnoods door andermans verhaal heen, zolang maar duidelijk is waar dat heen gaat.

In de vlotte en geestige tekst zitten jammer genoeg een paar clichématige scènes. Zoals die waarin een man die boodschappen doet geen idee heeft welke voedingswaren gezond zijn. Zoals de moeder die haar schoondochter te min vindt voor haar zoon. Zoals het gegeven dat de vrouw haar burgerman inruilt voor een doorgesnoven yup.

Maar dat is zout op slakken leggen: Herman is een absolute aanrader.

 

Gebaseerd op de roman ‘Herman’, van Marc van Bree
Script: Peter de Baan, Bart van den Donker
Regie: Peter de Baan
Spel: Abe Dijkman, Jurriaan Bruinier, Eva van der Gucht, Stefan de Walle
Fotografie: Bram Willems

Theater / Voorstelling

Spiegel van een uitgedroogd huwelijk

recensie: Herman – Senf Producties

Herman is een sukkel. Zo’n sukkel, zelfs, dat zijn vrouw hem verlaat voor een dynamischer type. En juist die schok schudt de ingedutte droogkloot wakker. Wat deze ontreddering met hem doet, ontrolt zich in de geslaagde tragikomedie Herman van Senf Producties.

26 jaar huwelijk, inclusief twee kinderen, is lang genoeg om de spirit uit een relatie te laten verdampen. Echtgenoot Herman vindt zijn huwelijk vanzelfsprekend, hij doet zijn best niet meer. Vrouw Annelies voelt zich niet gezien en kiest voor een vent met meer testosteron.
De jongvolwassen dochter en zoon kiezen de ene keer partij voor moeder, de andere keer voor vader. De relatie tussen vader en moeder is niet meer te redden, maar dit einde markeert een nieuw begin.

Spiegel

De toon voor deze tragikomedie wordt meteen al aan het begin van de voorstelling gezet door dóór de zogeheten ‘vierde wand’ in het theater heen te breken: acteur Stefan de Walle zet de handeling stil om met zijn gezicht naar de zaal het publiek rechtstreeks toe te spreken en medespeler Eva van der Gucht en zichzelf voor te stellen aan de toeschouwers. Dit is theater, jullie zijn toeschouwers, wij komen toneelspelen – zoiets is de boodschap. Tegelijkertijd houdt dit stuk, al is het fictie, de toeschouwers wel degelijk een spiegel voor: probeer in de loop der decennia de pit maar eens in je relatie te houden.

Geoliede machinerie

De plot is geestig, puntig; de thematiek herkenbaar (script: Peter de Baan en Bart van den Donker, op basis van de roman Herman van Marc van Bree). De tekst rolt vloeiend door dankzij het alledaagse taalgebruik en een aaneenschakeling van gekke gebbetjes. Het geheel is een geoliede machinerie waarin de acteurs zich schijnbaar achteloos bewegen, waarin ze volkomen op hun gemak zijn.

Sterke chemie

Maar wat Herman echt tot een geslaagde voorstelling maakt, is de sterke chemie tussen acteurs Stefan de Walle en Eva van der Gucht, plus de razendsnelle regie van Peter de Baan. Deze drie zijn gewend aan elkaar; ze werkten geregeld samen in De vloer op, een toneel-improvisatieprogramma op televisie.

De enscenering is een beetje rommelig, maar ze werkt wel: de acteurs verplaatsen een paar meubelstukken, op de achterwand verschijnt een volgende projectie, en we zijn op een andere locatie.

Energie

Stefan de Walle is de enige die het hele stuk lang hetzelfde personage speelt. Hij laat Herman een geloofwaardige transformatie doormaken van ingedutte sufferd, naar bedrogen echtgenoot, naar een wat oudere man die de energie heeft opnieuw te beginnen. De Walle gaat van huilen naar lachen, van doodongelukkig naar in control en tevreden. Wat een topacteur.

Eva van der Gucht is ijzersterk in een hele batterij vrouwenrollen, die ze met behulp van kleine aanpassingen neerzet. Met beide handen op de heupen gepland, is ze de echtgenote. Aan haar lange pruik peuterend, is ze de dochter. Mokkend in haar stoel de kwaaie, ontevreden moeder. Met de kin omhoog en de borst vooruit, is ze de vrolijke serveerster. Van der Gucht heeft het talent tegelijkertijd tragisch en geestig te kunnen zijn.

Live piano

Een stortvloed aan andere rollen worden gespeeld door Abe Dijkman en door Jurriaan Bruinier, die ook live piano speelt op de achtergrond. Vooral Dijkman is sterk, hij pingpongt met tekst, hakt desnoods door andermans verhaal heen, zolang maar duidelijk is waar dat heen gaat.

In de vlotte en geestige tekst zitten jammer genoeg een paar clichématige scènes. Zoals die waarin een man die boodschappen doet geen idee heeft welke voedingswaren gezond zijn. Zoals de moeder die haar schoondochter te min vindt voor haar zoon. Zoals het gegeven dat de vrouw haar burgerman inruilt voor een doorgesnoven yup.

Maar dat is zout op slakken leggen: Herman is een absolute aanrader.

 

Gebaseerd op de roman ‘Herman’, van Marc van Bree
Script: Peter de Baan, Bart van den Donker
Regie: Peter de Baan
Spel: Abe Dijkman, Jurriaan Bruinier, Eva van der Gucht, Stefan de Walle
Fotografie: Bram Willems

Theater / Voorstelling

Aanklacht tegen roof van Joodse muziekinstrumenten

recensie: Pianostemmen – Tg Goed Gezelschap

Vijf echte, imposante vleugels domineren het toneelbeeld van Pianostemmen. Ze vertegenwoordigen de muzikale Joodse mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd en die hun kostbare instrumenten moesten achterlaten. Tg Goed Gezelschap maakt een muzikale voorstelling over de daders en de slachtoffers van deze roof.

‘Maak je geen zorgen, die mensen, die komen niet terug’, zegt de sjacheraar Puls, de Amsterdammer wiens bedrijf de huizen leeghaalt van Joodse mensen die weggevoerd worden. Puls wil een dealtje sluiten met Jacobus Kromm, handelaar in vleugels en piano’s. Kromm heeft zo zijn twijfels bij het – gratis! – binnenhalen van vleugels en piano’s van Joodse mensen met behulp van Puls. Maar zoals zovelen zwicht Kromm voor het geld dat hij ermee kan verdienen. Hij doet er zelfs een dansje bij.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden bezittingen van Joodse Amsterdammers weggehaald door verhuisbedrijf Puls. Het kwam geregeld voor dat de diverse Hollandse buren vóór die tijd al wat achtergebleven eigendommen hadden gejat.
‘Die mensen’ kwamen inderdaad niet terug uit de concentratiekampen. Sommigen emigreerden bijtijds naar bijvoorbeeld de Verenigde Staten of Canada. Maar ook die mensen kregen na de oorlog hun spullen zelden of nooit terug.

Zwijgzaam

foto: Jan Amse

Auteur Wessel de Vries schreef daarover Pianostemmen, dat Tg Goed gezelschap brengt onder de vlag van Kobra Theaterproducties. Jaap Dieleman speelt de zwijgzame pianohandelaar en -stemmer Jacob Kromm, een kromgegroeide man in een grijze stofjas. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, vertelt niet hij, de pianostemmer, het verhaal, maar de vier andere spelers. Zij geven hun instrumenten letterlijk een menselijke stem. Deze spelers, gehuld in het jacquet van de concertpianist, spreken elkaar ook aan met het merk vleugel dat ze stuk voor stuk vertegenwoordigen: Bösendorfer, Bechstein, enzovoort. Deze vier spelen ook een aantal van de Joodse mensen die hun bezit verliezen.

Regisseur Ria Marks houdt ervan muzikaliteit in haar voorstellingen te brengen, zoals onlangs nog in De kant van Ada. Ook in Pianostemmen speelt muziek een dominante rol. De muzikale momenten zijn in Pianostemmen het beste gelukt. Als de vijf vleugels samen een meerstemmig muziekstuk brengen. Wanneer de spelers meerstemmig een lied zingen. Of als de spelers de handeling live voorzien van een achtergrondmuziek.

Clownesk

Marks maakt het zichzelf en haar spelers moeilijk omdat ze in feite alles moeten kunnen: acteren, piano spelen, zingen. Die combinatie van talenten is niet iedereen gegeven. Marks kiest voor een nogal clowneske, karikaturale acteerstijl. Goed daarin zijn vooral Dennie Lukkezen, die met verve onder andere de tante van Kromm en de vluchtende Joodse mevrouw Van Buuren speelt; en Joost Claes, die voluit schmierend de ritselaar Puls neerzet.

Kostbaar

Jaap Dieleman als Kromm is vooral verdienstelijk omdat hij daadwerkelijk piano kan spelen. Het personage heeft extreem weinig tekst, zijn belangrijkste bijdrage is het opsommen van de namen en adressen van weggevoerde families: ‘Levi, Wertheim, Asscher…’ Hoe Kromm de gang van zaken heeft ervaren, moeten we goeddeels opmaken uit de omschrijvingen van de anderen. Aanvankelijk is Kromm terughoudend, gegeneerd, hoewel hij een vluchtende Joodse vrouw glashard een poot uitdraait: hij betaalt haar een habbekrats voor haar kostbare vleugel. Vervolgens moet hij worden overgehaald om het spel mee te spelen van het achteroverdrukken van Joodse instrumenten. Maar ná de oorlog houdt hij zich van de domme over de instrumentenroof.

Door zowel de tragische geschiedenis van de beroofde Joden, als de gewetenloosheid van de daders, als een muzikaal verhaal te willen neerzetten, hinkt Pianostemmen op te veel gedachten die niet helemaal goed uit de verf komen. Sommige spelers zijn niet sterk genoeg om die combinatie aan te kunnen. De roof van Joodse bezittingen, in de veronderstelling dat toch nooit meer iemand erom zou komen, verdient niettemin beslist onze aandacht

 

Tekst: Wessel de Vries
Idee, concept & projectleiding: Klemens Patijn
Regie: Ria Marks
Spel: Joost Claes, Jaap Dieleman, Dennie Lukkezen, Emma van Muiswinkel, Klemens Patijn
Componist: Wiebe Gotink
Kostuumontwerp: Dorien de Jonge
Decormakers: Theodoor Dekker en Juul Dekker
Techniek: Peter Zwart en Menno Drost
Fotografie: Jan Amse

Film / Films

Vooral mooie plaatjes in luchtige tragikomedie

recensie: Coup de chance - Woody Allen

In Woody Allens Coup de Chance krijgt ogenschijnlijk gelukkig getrouwde Fanny een verhouding met oud-klasgenoot Alain. Echtgenoot Jean krijgt lucht van de affaire en onderneemt actie, met ironisch einde incluis. Allen speelt in deze tragikomedie (zoals vaker in zijn films) met de vraag: geloof je in toeval of het lot? En zet daarmee een ietwat eenvoudige en onpersoonlijke Woody Allen-film neer.

In de vijftigste film van Woody Allen lijkt het jonge stel Fanny (Lou de Laâge) en de steenrijke Jean (Melvil Poupaud) nog even verliefd als in het begin van hun relatie. Ze hebben het duidelijk goed voor elkaar: ze wonen in een luxe appartement in Parijs, gaan in de weekenden naar hun fraaie buitenhuis op het platteland en eten foie gras in goede restaurants. Wanneer Fanny oud-klasgenoot Alain (Niels Schneider) op straat tegen het lijf loopt, slaat de vonk al snel over. Ze beginnen een affaire.

Woody Allen-film in een Frans jasje

Alle componenten voor een Woody Allen-film zijn voorhanden; ironie, relatieproblemen, ontrouw, jaloezie en moord. Ook is er zoals vaker een fascinatie te bespeuren voor de levens van de rijke elite. Toch voelt Coup de Chance met zijn volledig Franse cast net wat anders dan zijn klassiekers. Waar New York eerder vaak het decor vormt voor Allens films, zien we nu een dromerig en romantisch Parijs. Het merendeel van de scenes lijkt in de golden hour te zijn geschoten en de clichématige beelden van de Franse hoofdstad blijven komen. Ook sijpelt de volledig Franse productie door in het script. Zo blijft het veelgenoemde anglicisme ‘femme trophée’ (trophy wife), Jeans koosnaampje voor Fanny, niet onopgemerkt.

Toeval of lot

In meerdere films van Allen spelen toeval en ironie van het lot een grote rol. Langzaamaan transformeert hij het plot van romantische komedie naar misdaadthriller en laat ons peinzen over de levensvraag: zijn we onderworpen aan het toeval of aan het lot? Dit komt alleen al terug in de personages in Fanny’s leven. Alain ziet het leven als een kansspel en gelooft in de absolute onzekerheid van het toeval. Jean creëert naar eigen zeggen zijn eigen geluk. Ook als Jean achter de buitenechtelijke relatie van zijn pronkvrouw komt, neemt hij het heft in eigen handen en schakelt een privédetective in. Zoals gebruikelijk in Allens films ondersteunt de sferische jazzmuziek de ontwikkelingen in een verhaal met de nodige spot.

Vermakelijk op een ander niveau

Zoals gezegd speelt Allen vaker met het thema toeval versus lot – bijvoorbeeld ook in het veel betere Match Point (2005). Maar in Coup de Chance maakt de regisseur zich er wat gemakkelijk van af. Zo voelen plotontwikkeling, karakterontwikkeling en het verbeelden van de wrange willekeur van het leven een stuk minder uitgewerkt. Van een ander niveau dan we gewend zijn van Allen. Of dat ook door de Franse cast komt is niet duidelijk. Hoewel Coup de Chance een luchtige en vermakelijke film is, blijven vooral de mooie plaatjes hangen. En daar blijft het wel bij.

 

Film / Reportage
special: International Film Festival Rotterdam, deel 1

Kleiner maar nog steeds fijn: IFFR 2024

De 53e editie van het International Film Festival Rotterdam was weer een filmfeestje. Vele lange en korte films uit alle uithoeken van de wereld waren er te zien, regelmatig in aanwezigheid van de makers.

De essentie van het festival is – gelukkig! – in grote lijnen hetzelfde gebleven, maar er waren wel wat veranderingen merkbaar. De grootste fysieke aanpassing in jaren was de verhuizing in De Doelen. Het hart van het festival was deze editie gevestigd aan het Schouwburgplein, in plaats van aan de gebruikelijke zijkant. De reden was prozaïsch: het festival moest de post-corona krimp helaas doorzetten. Dus: minder ruimte in De Doelen, minder feestjes, maar vooral: minder films. Daardoor voelde het inderdaad op de diverse locaties wat rustiger aan. Dat was overigens niet het geval in de zalen: die waren ouderwets goed gevuld en regelmatig uitverkocht.

Firebrand

Karim Aïnouz • Verenigd Koninkrijk, 2023
Sterren: 4/5

De Engelse koning Hendrik VIII was de man die in de zestiende eeuw brak met de katholieke kerk om te kunnen scheiden van zijn toenmalige echtgenote – om vervolgens nog vijf keer in het huwelijk te treden. Zijn laatste echtgenoot was Catherine Parr. Zij is waarschijnlijk minder bekend dan bijvoorbeeld Anne Boleyn of Jane Seymour, maar daardoor niet minder interessant. Integendeel. Zij is de enige van Hendriks vrouwen die niet werd weggestuurd, in het kraambed stierf, of onthoofd werd. Bovendien publiceerde zij diverse boeken en had sterke protestantse sympathieën, wat haar uiteindelijk in grote problemen bracht.

Firebrand schets het hofleven in de laatste dagen van Hendriks heerschappij, nadat hij is teruggekeerd van een oorlog in Frankrijk. De camera zit vaak dicht op de huid van de personages, vertolkt door een solide cast met onder meer Eddie Marsan, Sam Riley (wiens opvallende nepbaard de enige dissonant is in een verder authentiek aandoende setting) en Simon Russell Beale, die als geen ander een geaffecteerde gluiperd kan neerzetten. Alicia Vikander stelt eigenlijk nooit teleur, maar het is vooral Jude Law die als Hendrik VIII hier de show steelt. Moeiteloos schommelt zijn vertolking tussen innemend en paranoïde. Het laatste wordt versterkt door de helse pijnen waar hij continu onder gebukt gaat. Zijn opgezwollen benen met een chronisch etterende wond (in geuren en kleuren in beeld gebracht!) doen zijn humeur allerminst goed.

Regisseur Karim Aïnouz weet niet alleen het politieke gekonkel aan het hof treffend neer te zetten, hij heeft ook een scherp oog voor het alledaagse leven aan het hof. Zo zien we bijvoorbeeld in een scène Parr haar tanden reinigen, of staat er iemand van de hofhouding ergens op de achtergrond schoon te maken. Het zijn geen beelden die je vaak in historische films ziet, maar ze dragen zeker bij aan het gevoel van authenticiteit van dit interessante koninginnedrama.

Krazy House

Steffen Haars, Flip van der Kuil • Nederland, 2024
Sterren: 2/5

Een standaardgezin met vader, moeder, zoon en dochter, een huiskamer, en niet te vergeten een ‘live studio audience’, wiens taak het is om door middel van overdreven lachen de vaak ondermaatse humor leuker te laten lijken dan het is. Zie hier de belangrijkste ingrediënten van de klassieke Amerikaanse sitcom. Deze setting vormt het uitgangspunt van Krazy House, waarbij de set een bijna exacte kopie is van die van Married… with Children. Vader Bernie is diepreligieus en heeft – je verzint het niet – als achternaam Christian. Het sitcomleventje van de Christians wordt op z’n kop gezet als de Russische klusjesmannen gevaarlijke criminelen blijken te zijn. De set transformeer hierbij in rap tempo in een soort oorlogszone. Steffen Haars en Flip van der Kuil, het duo achter onder andere de New Kids serie en speelfilms, zijn de bedenkers van dit groteske en wat puberale Krazy House.

Het uitgangspunt is leuk, net als het spelen met diverse aspect ratio’s. Het strikken van zowel Nick Frost (bekend van Edgar Wright’s Cornetto-trilogie) als Alicia Silverstone (die de laatste jaren regelmatig opduikt in interessante films als The Lodge, The Killing of a Sacred Deer en Reptile) een prestatie van formaat. De rest van de Nederlandse cast zet verdienstelijk Amerikanen neer (al dan niet met Russisch accent). Het eindresultaat is echter even grof als flauw. De effectiviteit van de humor en het extreme geweld – zo ontploffen diverse hoofden – is vaker mis dan hit. Het antireligieuze sausje zal in sommige kringen als shockerend worden ervaren, maar voelt toch vaak als geforceerd aan. Is een anale verkrachting leuk omdat dat met een Jezusbeeldje gebeurt?

Steppenwolf

Adilkhan Yerzhanov • Kazachstan, 2024
Sterren: 4/5

Wie er na The Assault (IFFR 2022) nog aan twijfelde, kan er nu niet meer omheen: de Kazachstaanse schrijver-regisseur Adilkhan Yerzhanov heeft een uitzonderlijk visueel talent, dat het beste tot uiting komt in het ensceneren van gewelddadige actie. Elke achtervolging, confrontatie en geweldsuitbarsting, met optimaal gebruik van de kale setting van landelijk Kazachstan, is zo scherp als een diagram in beeld gebracht, en elk shot is opvallend gecomponeerd. Zo helder als de beelden zijn, zo eenvoudig is het verhaal. Een psychopaat en een verstandelijk gehandicapte moeder gaan op zoek naar de grootste gangster van de regio: hij om wraak te nemen, zij om haar ontvoerde zoontje te vinden. Het zijn archetypische personages, bijna zonder achtergrond, met gezichten die boekdelen spreken; de gangster komt zelfs maar één keer kort in beeld. Mocht het nog niet duidelijk zijn, geeft Yerzhanov met een pontificaal citaat uit The Searchers een hint: Steppenwolf is een western tot de essentie teruggebracht. Met een sterkere dosis gitzwarte humor en meer wreedheid dan menig kijker zal kunnen verdragen, maar een topprestatie is het wel.

100 Yards

Xu Haofeng en Xu Junfeng • China, 2023
Sterren: 4/5

Xu Haofeng, die deze keer de regiecredit met zijn broer deelt, is op dit moment met afstand de interessantste maker van martial-artsfilms, omdat hij zich kan beroepen op een eigen stijl. Of in elk geval überhaupt een stijl: een coherente methode om de welbekende duels en vechtpartijen in beeld te brengen: sober, strak en met gevoel voor ritme gemonteerd, met lange takes, zonder enige desoriëntatie, met eerbied voor het gevecht als zodanig. Zijn nieuwste film speelt in de multinationale havenstad Tianjin van de jaren 1920 en gaat over de vraag wie de meester van de belangrijkste kungfuschool moet opvolgen: zijn zoon of zijn beste pupil. 100 Yards heeft kleurrijke personages, humor, vaart, en liefdevolle aandacht voor de historische decors en kostuums, en doet daarom sterk denken aan de uitbundige actiefilms van Wen Jiang (Let the Bullets Fly). Maar Xu’s film is uiteindelijk minder gericht op spektakel en meer op het conflict rond de school en de manier waarop dit wordt beslecht door middel van talloze gevechten. Die zijn dus op zichzelf al een reden om 100 Yards te zien, maar de verpakking ervan in een uiterst vermakelijk geheel is onweerstaanbaar.

Film / Films

Een intiem en feministisch portret zoals alleen Sofia Coppola dat kan

recensie: Priscilla
Priscilla Presley 2023Filmdepot - by Sabrina Lantos

Priscilla staat bekend als de vrouw van Elvis Presley, maar daar maakt deze film een einde aan. Wat de vorige films uit Sofia Coppola’s oeuvre deden voor andere vrouwen, doet ze nu weer. In deze nieuwe coming-of-age staat Priscilla’s verhaal door middel van veel nuance en stijl in de schijnwerpers.

Net als in andere films van Coppola gaat Priscilla over een tienermeisje dat snel volwassen moet worden en leert omgaan met hoe haar ‘geliefde’ haar behandelt. Het laat het prille begin, het zes jaar durende huwelijk en het onvermijdbare einde van de relatie tussen Priscilla (Cailee Spaeny) en Elvis (Jacob Elordi) zien. Priscilla ontmoette Elvis op zijn vierentwintigste toen ze zelf nog maar veertien was, waarna hij haar meenam naar zijn landgoed. De film dompelt ons onder in Priscilla’s kleine wereld in Memphis in de jaren zestig en geeft ons een intiem kijkje in haar leven.

Buiten de spotlights, maar in het middelpunt

Wanneer Priscilla arriveert in Elvis’ Graceland en hier gaat wonen, wil hij niet dat ze een bijbaan neemt of hem opzoekt terwijl hij in Hollywood aan films werkt. De isolatie is voelbaar in de donkere slaapkamer en andere scènes die zich binnen afspelen. Door zijn invloed transformeert haar bescheiden kleding en make-up naar een look met donkere eyeliner en hoog getoupeerd zwart haar. Priscilla’s voeten laten niet eens afdrukken achter in het dikke tapijt van Elvis’ huis, wat Coppola meteen al in het eerste shot benadrukt.

Priscilla wordt met opzet aan de zijlijn gehouden, maar toch staat ze in de film centraal in alle andere opzichten: in veel camerashots is ze het volledige middelpunt, terwijl Elvis zich juist aan de randen manoeuvreert en de camera vaak de rug toekeert. Net zoals Coppola’s The Beguiled (2017) een reactie was op de versie uit 1971 met Clint Eastwood, maar haar film de voorkeur gaf aan vrouwelijke perspectieven, doet Priscilla dit twee jaar na Baz Luhrmann’s Elvis (2022).

Korte metten maken

Priscilla’s beleving geeft altijd de doorslag, en laat dat nou net het doel zijn van de film. Toch focust het verhaal zich alleen op de jaren waarin Priscilla een relatie met Elvis had. De film begint vaart te krijgen wanneer er spanningen ontstaan en een scheiding niet ver te zoeken is. Jammer genoeg snelt het plot zich door de veranderingen die Priscilla meemaakt wanneer ze eindelijk haar eigen leven terugpakt.

De toenemende afwezigheid van Elvis, ook in de achtergrondmuziek die zijn liedjes lijkt te vermijden, zet de toon al voordat hun relatie daadwerkelijk stukloopt. Helaas is dit niet het type film waarbij je een groot conflict of besluit kan verwachten. Want zoals bij elke film van Coppola loopt het met een sisser af. Dit geeft misschien niet veel voldoening, maar hierdoor maken de subtielere momenten in de film wel meer impact.

(Not) Lost in Translation

Of je bekend bent met Coppola’s werk of niet, het is duidelijk dat dialoog ondergeschikt is aan alles in deze film, maar de shots weten zelfs zonder woorden boekdelen te spreken. Vanwege het gebrek aan dialoog vraagt de film je om nog beter te kijken en meer informatie te halen uit de gezichtsuitdrukkingen. Spaeny’s performance nodigt hiertoe uit doordat de emoties over haar gezicht heen vloeien.

Het thema is doorgevoerd in elke keuze die is gemaakt en laat juist de impliciete, kleine momenten van verandering de boventoon voeren. Hierdoor weet de film op een genuanceerde manier een vrouwelijke hoofdrolspeler te laten zien die ermee worstelt om stabiliteit te vinden in haar romantische relatie. Coppola is hiermee nog steeds een van de beste in het tonen van volwassen worden als vrouw in een mannenwereld.

Kunst / Expo binnenland

Een zoektocht naar herkenning

recensie: My Oma - Kunstinstituut Melly, Rotterdam

‘“Ik ben op zoek naar mijn grootmoeder in iedere vrouw”, aldus Charlie Koolhaas, een van de deelnemende kunstenaars van My Oma. Misschien zijn we hier beland omdat we een vergelijkbare zoektocht doormaken, omdat sommigen van ons grootmoeder zijn, dit ooit zullen worden, of juist nooit.’ Met deze zinnen opent Kunstinstituut Melly haar nieuwste tentoonstelling My Oma.
Hoe is het om deze expositie met drie generaties te bezoeken? Wat zien (klein)kind, moeder en grootmoeder in deze tentoonstelling, ieder vanuit het eigen perspectief?

My Oma is een groepstentoonstelling waarin de grootmoeder als figuur de hoofdrol speelt. De tentoonstelling, verdeeld in vier thema’s – verbintenissen, idealisering, erfgoed en ontworteling – omvat hedendaagse kunstwerken, sommige exclusief gecreëerd voor deze expositie. Van een gefilmd familierecept tot kindertekeningen en familiefoto’s, elke creatie belicht een uniek perspectief op de grootmoederfiguur.

De Kleindochter

De uitspraak van Koolhaas is treffend voor een kleinkind. Met deze gedachte in het achterhoofd, betreed je dan ook de tentoonstelling, op zoek naar herkenning. Maar het is moeilijk om een connectie te vinden met de werken. Veel ervan zijn gebaseerd op heel persoonlijke verhalen. Zoals het werk Absence Vessel, or I had to invent a face for you, and now it is your flesh that I am van Jota Mombaça dat naar aanleiding van deze tentoonstelling is gemaakt. Je stapt een ruimte binnen die gevuld is met puin, erboven hangen holle keramiekwerken. Heel kort samengevat verwijst dit naar de afwezigheid van een zwarte grootmoederfiguur, in een Braziliaanse context van trauma’s, gendertransitie en verloren herinneringen.
De installatie is gemaakt vanuit de positie van het kleinkind. Het werk is indrukwekkend en kwetsbaar, maar voelt toch erg ver weg. Je hebt de uitgebreide toelichtingen nodig om het echt te doorgronden.

De Moeder

De moeder weet hoe het is om het kleinkind, kind en moeder te zijn. Ze weet niet of ze ooit oma zal worden en kijkt misschien met een blik van verlangen, een glimp van hoe haar leven er in de toekomst uit zou kunnen zien. Hoewel de moederfiguur niet specifiek wordt meegenomen in de expositie is zij toch aanwezig. Bijvoorbeeld in familiefoto’s waarop meerdere generaties samenkomen. Die wekken gevoelens van trots, volmaaktheid en liefde op.

De Grootmoeder

De hoofdfiguur in dit verhaal is de grootmoeder. Hoewel alle werken uit het perspectief van het kleinkind zijn gemaakt, is het de oma die beide kanten van het verhaal kent. Toch kan het voor een grootmoeder lastig zijn zich te herkennen in de werken. De relatie tussen grootmoeder en kleinkind is iets bijzonders, maar betekent voor iedereen iets anders. Een goed voorbeeld hiervan is het werk van Buhlebezwe Siwani. Het is een driedimensionaal tafereel. Een groepsportret gemodelleerd uit groene zeep. De geur doet de kunstenares denken aan vroeger toen ze als kind werd gewassen door haar grootmoeder met deze zeep.

My Oma reflecteert op diverse culturele perspectieven en persoonlijke verhalen die samenkomen in dit geheel. Noemenswaardig is de verscheidenheid aan culturen die binnen de tentoonstelling gerepresenteerd worden. Deelnemende kunstenaars komen bijvoorbeeld uit Turkije, Marokko, Brazilië, Curaçao, Oekraïne, Tsjechië, Duitsland en Nederland. Grootmoeders zijn de sleutelfiguren in vele families. Zij dragen geschiedenis en tradities over aan volgende generaties. Hoewel de werken soms als losse puzzelstukjes aanvoelen, geven ze samen een beeld van de rol van grootmoeders over de wereld. Ook al verandert er (gelukkig) veel op het gebied van genderrollen, de oma blijft toch een vrouw waar je tegenop kijkt.

Film / Films

Een actiefilm volgens het boekje

recensie: Silent Night – John Woo
Joel Kinnaman in Silent NightFilmdepot

John Woo heeft een legendarische reputatie in de filmwereld. Binnen het genre actiefilms heeft hij met geroemde titels als Hard-boiled (1992) en The Killer (1989) zijn eigen subcategorie weten te creëren. Zes jaar na zijn laatste productie is de Chinese regisseur terug met Silent Night. Helaas zou die wel eens geruisloos in de nacht kunnen verdwijnen.

Het verhaal is vrij simpel en bekend terrein binnen het genre: een man is uit op wraak nadat zijn kind is vermoord door bendeleden. Een bijzondere twist aan het verhaal is dat bij die aanval ook zijn stembanden beschadigd zijn geraakt en hij daardoor niet kan praten. Dit geeft de acteur (Joel Kinnaman) de uitdaging om zonder dialoog zijn rol overtuigend te spelen, wat hem bijzonder goed lukt. Een simpel verhaal is niet per definitie iets slechts. In een tijd waarin veel regisseurs een film onnodig gecompliceerd willen maken (of erger: deel willen laten uitmaken van een universum), is het fijn om een actiefilm te hebben waarbij de regisseur zijn handen daar niet aan vuilmaakt. Al vanaf minuut één precies weten wat de film gaat leveren, geeft ook een bepaalde rust.

Hoge standaarden

Waar de film alleen de plank misslaat, is met de actiescènes. Inmiddels zijn de standaarden voor het genre angstaanjagend hoog. Een actiefilm moet meer dan alleen kwalitatief geweld en bombarie leveren om zich te onderscheiden van de rest. Zelfs over uitstekende titels als Atomic Blonde (2017) of Nobody (2021) hoor je weinig meer. Alles wat niet John Wick of Mission: Impossible is moet zichzelf op de kaart zetten. Dat kan op verschillende manieren. Een filmreeks als Kingsman heeft zijn eigen flow qua over-de-top actiescènes en Britse humor. RRR (2022) laat zich niet tegenhouden door de grenzen van het genre en zet entertainment op één. Silent Night doet niks van dit alles. De actiescènes zijn generiek en missen panache. Niet de vermakelijke onzin van Fast & Furious of xXx; niet de soepele choreografie van martialartsfilms; niet de waanzin van Mad Max of Crank. Het is standaard actie, meer niet. Silent Night heeft eigenlijk alleen iets te bieden voor kijkers die nog niet zoveel actiefilms hebben gezien of niet bekend zijn met de hoge standaarden van het genre.

Anticlimax

Dit alles is extreem jammer, vooral omdat er met de opbouw niks mis is. Het verdriet van het hoofdpersonage is voelbaar en het enthousiasme voor de climactische scènes wordt stevig opgevoerd. De man neemt het heft in eigen handen en maakt zich klaar om voor gerechtigheid te zorgen. Ondanks deze sterke opbouw, blijft een memorabele afrekening uit. Het is een film die iets spectaculairs belooft, maar uiteindelijk weinig waar weet te maken.

Conclusie

Silent Night laat zien dat zelfs regisseurs met een eigen voetafdruk in de filmwereld een steekje kunnen laten vallen. Het verhaal is kaal en de actie geeft te weinig voldoening. Liefhebbers van actiefilms kunnen zich beter tegoed doen aan eerdere werken van deze regisseur. En anders is het een kwestie van geduld hebben totdat Argylle, Furiosa, of Ballerina uitkomen dit jaar.

Kunst / Expo binnenland

Ieder kind een eigen verhaal

recensie: Kinderen van de Haagse School - Panorama Mesdag

Spelen, ravotten en schilderen, maar ook meewerken op het land, in de visserij en in huis. Dit was de realiteit voor kinderen tegen het einde van de negentiende eeuw. In Panorama Mesdag krijgen wij nu een inkijkje in hun leefwereld.

De Haagse schoolschilders, waaronder bekende namen als Hendrik Willem Mesdag, Jozef Israëls en Jacob Maris, stonden bekend om hun schildertechniek met brede penselen en losse verfstreken. Hiermee slaagden ze erin sfeer te scheppen, uiterst geschikt voor het intieme thema van de leefwereld van kinderen. Het is een vernieuwend idee om de schilderijen rond dit thema onder de aandacht te brengen, aangezien hier in het verleden weinig focus op is geweest. Meer bekend zijn de oer-Hollandse zeegezichten en landschappen, of de voorstellingen met arme vissers en boeren.

Zorgeloos spelen of al jong aan het werk?

In de eerste zaal zien we kinderen op het strand, in de dierentuin, spelend met poppen of in de sneeuw; het kan niet op. Dit staat in sterk contrast met de schilderijen uit de tweede zaal, waar we geconfronteerd worden met hardwerkende kinderen. Er wordt vee gehoed, handwerk gedaan, op zee gewerkt, er worden vodden geraapt en manden gevlochten. Dit type voorstellingen bracht goede prijzen op in de kunsthandel en werd geprezen om de pure schoonheid van het eenvoudige leven.

Floris Arntzenius, Het lucifermeisje, 1890, olieverf op doek, 130 x 75,8 cm, collectie Haags Historisch Museum

Het meest schrijnende tafereel is het lucifermeisje;  zich staande houdend met krukken, probeert ze lucifers te verkopen om bij te verdienen en zo iets bij te dragen aan het gezin. Haar ongelukkige gezichtsuitdrukking, ongemakkelijke houding en bevuilde kleding laten niets aan de verbeelding over. Waarom deze armoedige en ongelukkige aspecten werden uitvergroot, legt Frederik van Eeden uit in een citaat uit 1888 dat in deze zaal op de muur staat: ‘Hun [de schilders van de Haagse school, red.] schoonheidsgevoel werd het meest bevredigd door de armoedigste huisjes, de meest armelijk gekleede lieden. Ze vonden dat mooi […] Mooi, zeggen ze, mooi – dat is vuil.

Portretten van eigen kroost

De kinderen van de Haagse Schoolschilders leidden een heel ander leven dan hun werkende leeftijdsgenoten. Dit zien we op de intieme portretten die de schilders van hun kinderen maakten. Ze zijn onbezorgd aan het tekenen, lezen, muziek maken en hebben nette kleding aan. Een aantal schilders gebruikten hun kinderen als model voor hun commerciële werk, maar meestal waren deze portretten bedoeld voor persoonlijk gebruik.

Een speciale link met de familie Mesdag wordt in de tentoonstelling gelegd via Klaasje, het enige kind van Hendrik Willem Mesdag en Sientje Mesdag-Van Houten, dat op zevenjarige leeftijd overleed. Een aantal van zijn kindertekeningen, die bewaard zijn gebleven in Mesdags schetsboeken, zijn nu samen met familieportretten en persoonlijke fotoalbums van de Mesdags voor het eerst te zien.

Thérèse Schwartze, Portret van Thérèse Ansingh, olieverf op doek, 59 x 47 cm, Particuliere collectie. Foto: Piet Gispen

Vakvrouwen

Vrouwelijke kunstschilders aan het einde van de negentiende eeuw, zoals Wally Moes en Barbara van Houten, hadden te maken met een lastig dilemma: trouwen of leven als kunstenaar? Degenen die voor dat laatste kozen, bleven kinderloos. Hoewel zij dus geen portretten van eigen kinderen vervaardigden, was het portretteren van kinderen wel een geliefd onderwerp onder deze vrouwen. Panorama Mesdag wijdt daarom de derde en laatste tentoonstellingszaal aan deze vakvrouwen en hun schilderijen en tekeningen van andermans kinderen.

 

Hoewel de tentoonstelling klein van omvang is, wordt met behulp van 45 schilderijen en tekeningen en duidelijke zaal- en objectteksten, een prachtig beeld neergezet van de leefwereld van kinderen tegen het einde van de negentiende eeuw. Panorama Mesdag heeft het voor elkaar gekregen om een originele invalshoek te vinden wat betreft schilders van de Haagse school en er is een mooie poging gedaan om de vrouwelijke kunstschilders uit die tijd ook een prominente plek te geven. Mocht je je in Den Haag bevinden, dan is deze tentoonstelling zeker een bezoekje waard.

Film / Films

Het leven door een roze bril?

recensie: Barbie - Greta Gerwig

Barbie was samen met Oppenheimer de meest geanticipeerde film van 2023. Barbie had grote schoenen (of hakken) te vullen: met een sterrencast bestaande uit onder andere Margot Robbie (Barbie) en Ryan Gosling (Ken) en topregisseur Greta Gerwig aan het roer, waren de verwachtingen hoog. Heeft de film de roze-manie eer aangedaan?

In Barbieland is alles perfect. En roze. Dit verandert wanneer Stereotype Barbie (Margot Robbie) te maken krijgt met platte voeten en gedachten over de dood. Na een bezoek aan Weird Barbie (Kate McKinnon) wordt duidelijk dat de persoon die in de echte wereld met Barbie aan het spelen is, mogelijk iets dwars zit. Ze verlaat Barbieland om erachter te komen wie de oorzaak is van de onbekende gevoelens, gedachten en uiterlijke veranderingen die ze meemaakt en het roze avontuur kan beginnen. En Ken (Ryan Gosling), haar hopeloos verliefde accessoire, is er natuurlijk ook bij.

Poppen spelen met het merk

Iedereen heeft wel een mening over Barbie. Je kunt er als kind dol op zijn geweest, of het liefst al het haar van de pop hebben weggeknipt. Misschien zag je met name de problematische kant, of ging je juist mee in de fantasie. Al deze kanten van Barbie worden in de film belicht. De kijker wordt al in het eerste halfuur overspoeld door visuele grapjes die de speelervaring zo eigen maken: Barbie doucht en drinkt zonder echt water in haar roze Dreamhouse, waarna ze zwevend vanaf de bovenste verdieping in haar (te) kleine auto belandt. Van zo’n grote productie was te verwachten dat alle visuele aspecten fantastisch zouden zijn. Dat de schoonheid gepaard gaat met humoristische details én relevant is voor het verhaal, tilt de film naar een hoger niveau.

Ken je Ken al?

Hoewel de film Barbie heet, kan Ken niet meer genegeerd worden in deze film. Ryan Gosling weet de intense Ken te laten sprankelen (en sprankelt soms ook letterlijk). Toch is het niet alleen zijn acteerwerk dat de show steelt: Kens personage heeft een grotere rol gekregen dan ooit tevoren in de Barbie-franchise. Vaak was hij een van de vele accessoires die bij een Barbiepop hoorden, en ook in de animatiefilms kwam hij nooit uit de verf omdat hij werd weggezet als het toegewijde vriendje dat enigszins wordt genegeerd door Barbie.

In deze film eigent hij zich schermtijd toe (waar Gosling in de echte wereld aardig wat nominaties mee binnenhaalt, in tegenstelling tot Robbie en Gerwig) en gebruikt hij deze om het patriarchaat dat hij in de echte wereld ontdekt te introduceren in de matriarchale samenleving van Barbieland. Niet alleen de hoge piefen van Mattel, de speelgoedfabrikant die Barbie terug naar Barbieland wil sturen, vormen dus een bedreiging voor Barbies zoektocht naar zichzelf, ook Ken veroorzaakt opschudding in de wereld die tot nu toe perfect was voor haar.

Roze mag weer

Margot Robbie toont de humane kant van Barbie wanneer ze ontdekt dat het er in de echte wereld ook niet perfect aan toe gaat. De soms wat frivole acteerstijl bouwt langzaam op naar een sterke boodschap door de afwisseling van gevatte opmerkingen en ontroerende monologen. Zo weet Gloria (America Ferrera) in een emotionele speech onder woorden te brengen hoe het voelt om een vrouw te zijn in de hedendaagse samenleving en uit ze haar frustraties over de vele hokjes en tegenstellingen die daarbij komen kijken.

Een film over plastic speelgoed neemt zo de meest onverwachte wending wanneer het eigenlijk gaat over wat het betekent om mens te zijn. Gerwig schetst Barbieland als een omgekeerde wereld van de onze en levert daarmee een doortastend commentaar op onze samenleving, waardoor de nominatie voor Best Picture zeer terecht is. Mocht je de film vanuit je eigen Dreamhouse willen kijken, de film is nu beschikbaar op HBO Max.

Muziek / Concert

Heerlijk sixties feest

recensie: The Fortunes
20240112_201903Joost Festen

De Engelse band The Fortunes is natuurlijk bekend uit de roerige jaren zestig. Dat ze in 2024 nog steeds nieuwe muziek maken en een tour doen van vijftien optredens in ons land is op zich al bijzonder. Het theater is voor driekwart uitverkocht om deze band, die ruim zestig jaar geleden werd opgericht, te bewonderen. We worden meegenomen in een heerlijk sixties feest.

In maart 1963 werden The Fortunes opgericht in Rugby, Warwickshire in Engeland. Midden jaren zestig tot ergens begin zeventiger jaren waren de hoogtijdagen van de band. Op de reeks hits die de band toen scoorde, konden ze hun verdere leven teren en ook in 2024 nog steeds liefhebbers naar de zaal trekken.

Historie van de band

The Fortunes scoorden wereldhits in 1965, maar niet met hun eerste single ‘Caroline’. Deze werd in Engeland in de ban gedaan omdat het leek of ze een van de piratenradiostations promootten terwijl het liedje gewoon over een meisje gaat. Met ‘You’ve Got Your Troubles’ startte een serie van vier singles achter elkaar. De singles die volgden, ‘This Golden Ring’ en ‘Here It Comes Again’, behoren tot ons collectief jaren zestig gevoel met de kenmerkende close harmony refreinen.

In 1968 hervatte de band die reeks met ‘Seasons In The Sun’, dat later nog een veel grotere hit werd door een uitvoering van Terry Jacks. In 1971 kwamen ze opnieuw met een paar grote hits waaronder ‘Here Comes That Rainy Day Feeling Again’, die is tot op heden bij iedereen in het geheugen gegrift.

Zoals bij zoveel bands was de samenstelling van de band geen constante factor.

The Fortunes anno 2024

De huidige bezetting van The Fortunes wordt gevormd door het kwartet Michael Smitham (gitaar), Chris Hutchison (keyboards), Eddie Mooney (bas) en Glenn Taylor (drums). Uiteraard zingen ze weer allemaal om het kenmerkende geluid van de band te produceren. Voorman Eddie Mooney speelde vroeger bij The Dakotas en hanteert de bas op dezelfde wijze als Paul McCartney. Het langst zittende lid van de band is Michael Smitharn (72), hij wordt daarmee een van de oerleden van de band genoemd. Hij moest in de loop der tijd ook van verschillende bandleden afscheid nemen toen ze kwamen te overlijden.

Drummer Glenn Taylor speelde ooit bij de Engelse band The Marmalade waar tijdens het optreden ook een hit van gespeeld wordt. Naast de eigen grote hits spelen ze ook vele hits van anderen wat het optreden een smeuïge cocktail maakt van jaren zestig liedjes.

Tour door Nederland

De band speelt deze avond voor de tweede keer in Nederland. Er volgen nog dertien shows kort hierna dwars door Nederland. Wie houdt van de muziek van deze band en zin heeft in een nostalgische avond zal zich niet bekocht voelen. De mannen kunnen ondanks de leeftijd een mooi potje close harmony zingen, met als parels van de show de grote hits van The Fortunes. Soms verrassen ze met een cover als ‘The Eyes Of Jenny’ van onze eigen Sandy Coast. En laten we niet vergeten dat ze ook een aantal Motown klassiekers naar hun hand weten te zetten.

De show wordt afgesloten met ‘You’ve Got Your Troubles’, dat klinkt als een klok en een van de hoogtepunten genoemd mag worden. Een favoriet als ‘Caroline’ is natuurlijk ook niet te versmaden.

Als toegift krijgen we ‘Twist And Shout’ van The Beatles te horen en om het concert helemaal af te ronden de hit ‘When You Walk In The Room’ van The Searchers. Een heerlijke avond jaren zestig muziek zorgt ervoor dat je de volgende dag nog steeds de grote hits in het hoofd hebt rondspoken.