Tag Archief van: 8WEEKLY

Film / Films

Zusterschap in stilte: een portret van verborgen misbruik in het regenwoud

recensie: Manas – Marianna Brennand (2024)
2 zussen aan waterfilmdepot

Het lijkt een idyllisch bestaan: diep in het Braziliaanse regenwoud woont Marcielle, afgekort Tielle, met haar familie. Ze helpt haar moeder met het schoonmaken van açaibessen, klimt moeiteloos in bomen, vaart met een boot naar school en kijkt films met vriendinnen bij het lokale winkeltje. Maar de ogenschijnlijke idylle begint te barsten.

Regisseur Marianna Brennand deed jarenlang onderzoek naar de seksuele uitbuiting van minderjarigen in het Amazonegebied. In haar speelfilmdebuut Manas geeft ze de schokkende misbruikcijfers in Brazilië een gezicht. Ze heeft een heldere missie: er móét iets veranderen.

Het is nergens veilig

Tielle — indrukwekkend gespeeld door Jamilli Correa — ontdekt al snel dat het leven in haar afgelegen gemeenschap allesbehalve onschuldig is. Zodra haar menstruatie begint, saboteert haar vader haar hangmat en dwingt hij haar bij hem in het enige bed te slapen: lepeltje-lepeltje. Even later neemt hij haar mee ‘op jacht’, maar al snel blijkt wie de prooi is.

Haar moeder en vriendin moedigen haar aan om garnalen en açai te verkopen op de vrachtschepen die elke twee weken aanleggen. Iedereen weet wat er écht gebeurt aan boord. Toch lonkt de hoop op eigen geld of zelfs een man die je wegvoert, ver van huis. Een keuze tussen twee kwaden.

Onzichtbare vrouwen

Voordat Brennand begon met filmen, sprak ze meer dan tien jaar lang met vrouwen in het Amazonegebied. Wat ze aantrof was een cyclus van geweld die zó normaal was geworden, dat niemand die nog leek te zien. ‘Het is de enige realiteit die de meeste van deze vrouwen kennen’, zegt ze.

Die complexiteit weet Brennand scherp te vangen. Ze toont een vader (Rômulo Braga) die zijn eigen gedrag niet als misbruik ziet, en een moeder (Fátima Macedo) die balanceert tussen slachtofferschap en medeplichtigheid. ‘Sommige dingen kun je niet veranderen’, zegt ze tegen Tielle, wanneer die vraagt weer in haar eigen hangmat te mogen slapen.

Documentaire werd speelfilm

De verhalen van de vrouwen die Brennand sprak, waren heftig en onthutsend. Ze besefte dat het onethisch zou zijn om hen dit op camera te laten herbeleven. Door Manas als speelfilm te maken, kon Brennand een zintuiglijke ervaring creëren. De kijker voelt, hoort en ziet het leven zoals Tielle dat doet. Vooral het personage Danielle, de moeder, is gelaagd en pijnlijk herkenbaar. Zij belichaamt de perverse cyclus die generaties lang is doorgegeven. Haar eigen moeder maakte hetzelfde mee, en haar grootmoeder daarvoor. Nu haar dochters aan de beurt zijn, worstelt Danielle met haar geweten. Ze wil helpen, probeert iets te doen, maar heeft niet de kracht om zich écht uit te spreken. Het resultaat is oorverdovende stilte.

Stap in de goede richting

Manas betekent ‘zussen’ of ‘zusterschap’. In het noorden van Brazilië, waar de film is opgenomen, is er mede dankzij de film een sociale beweging ontstaan. Het woord mana of manina wordt nu gebruikt voor iemand op wie je kan leunen. Daarnaast is er ook de campagne ‘Manas support Manas’ opgestart, waarbij er naast een luisterend oor ook hulp geboden wordt aan zusters die erom vragen. Hopelijk is deze film een stap richting het doorbreken van de stilte en een begin van verandering.

Manas won de regieprijs op het filmfestival van Venetië én de Grand Jury Fiction Award op Movies that Matter.

Vanaf 14 augustus 2025 te zien in de bioscoop.

Film / Films

Zusterschap in stilte: een portret van verborgen misbruik in het regenwoud

recensie: Manas – Marianna Brennand (2024)
2 zussen aan waterfilmdepot

Het lijkt een idyllisch bestaan: diep in het Braziliaanse regenwoud woont Marcielle, afgekort Tielle, met haar familie. Ze helpt haar moeder met het schoonmaken van açaibessen, klimt moeiteloos in bomen, vaart met een boot naar school en kijkt films met vriendinnen bij het lokale winkeltje. Maar de ogenschijnlijke idylle begint te barsten.

Regisseur Marianna Brennand deed jarenlang onderzoek naar de seksuele uitbuiting van minderjarigen in het Amazonegebied. In haar speelfilmdebuut Manas geeft ze de schokkende misbruikcijfers in Brazilië een gezicht. Ze heeft een heldere missie: er móét iets veranderen.

Het is nergens veilig

Tielle — indrukwekkend gespeeld door Jamilli Correa — ontdekt al snel dat het leven in haar afgelegen gemeenschap allesbehalve onschuldig is. Zodra haar menstruatie begint, saboteert haar vader haar hangmat en dwingt hij haar bij hem in het enige bed te slapen: lepeltje-lepeltje. Even later neemt hij haar mee ‘op jacht’, maar al snel blijkt wie de prooi is.

Haar moeder en vriendin moedigen haar aan om garnalen en açai te verkopen op de vrachtschepen die elke twee weken aanleggen. Iedereen weet wat er écht gebeurt aan boord. Toch lonkt de hoop op eigen geld of zelfs een man die je wegvoert, ver van huis. Een keuze tussen twee kwaden.

Onzichtbare vrouwen

Voordat Brennand begon met filmen, sprak ze meer dan tien jaar lang met vrouwen in het Amazonegebied. Wat ze aantrof was een cyclus van geweld die zó normaal was geworden, dat niemand die nog leek te zien. ‘Het is de enige realiteit die de meeste van deze vrouwen kennen’, zegt ze.

Die complexiteit weet Brennand scherp te vangen. Ze toont een vader (Rômulo Braga) die zijn eigen gedrag niet als misbruik ziet, en een moeder (Fátima Macedo) die balanceert tussen slachtofferschap en medeplichtigheid. ‘Sommige dingen kun je niet veranderen’, zegt ze tegen Tielle, wanneer die vraagt weer in haar eigen hangmat te mogen slapen.

Documentaire werd speelfilm

De verhalen van de vrouwen die Brennand sprak, waren heftig en onthutsend. Ze besefte dat het onethisch zou zijn om hen dit op camera te laten herbeleven. Door Manas als speelfilm te maken, kon Brennand een zintuiglijke ervaring creëren. De kijker voelt, hoort en ziet het leven zoals Tielle dat doet. Vooral het personage Danielle, de moeder, is gelaagd en pijnlijk herkenbaar. Zij belichaamt de perverse cyclus die generaties lang is doorgegeven. Haar eigen moeder maakte hetzelfde mee, en haar grootmoeder daarvoor. Nu haar dochters aan de beurt zijn, worstelt Danielle met haar geweten. Ze wil helpen, probeert iets te doen, maar heeft niet de kracht om zich écht uit te spreken. Het resultaat is oorverdovende stilte.

Stap in de goede richting

Manas betekent ‘zussen’ of ‘zusterschap’. In het noorden van Brazilië, waar de film is opgenomen, is er mede dankzij de film een sociale beweging ontstaan. Het woord mana of manina wordt nu gebruikt voor iemand op wie je kan leunen. Daarnaast is er ook de campagne ‘Manas support Manas’ opgestart, waarbij er naast een luisterend oor ook hulp geboden wordt aan zusters die erom vragen. Hopelijk is deze film een stap richting het doorbreken van de stilte en een begin van verandering.

Manas won de regieprijs op het filmfestival van Venetië én de Grand Jury Fiction Award op Movies that Matter.

Vanaf 14 augustus 2025 te zien in de bioscoop.

Theater / Voorstelling

Genderneutrale Hamlet in Drents bos

recensie: Hømlet – Shakespearetheater Diever
HømletKoen Timmerman

Het ene personage na het andere sneuvelt in Hømlet van Shakespearetheater Diever. En iedereen die doodgaat, wordt opgelost in een bad met bubbelend zuur, tot er alleen een litertje vloeistof rest. Een mooi symbool voor de maffiose hofhouding die de louche koning Claudius erop nahoudt in deze nogal vergaande bewerking van Shakespeares Hamlet.

Dit is een theaterseizoen vol Hamlet-uitvoeringen, het ene na het andere gezelschap speelt het stuk. Het verhaal van de Drentse versie, Hømlet, in een notendop. De oude koning van Denemarken, Hømlet senior, overlijdt terwijl hij een tukje doet in de boomgaard. Zijn kind, Hømlet junior, is in zak en as. Zijn broer Claudius danst echter op zijn graf, pikt onmiddellijk zijn troon in, en trouwt binnen de kortste keren met seniors weduwe Gertrude.
De rouwende Hømlet hoort van de dolende geest van zijn overleden vader dat er kwaad steekt achter diens dood, en gaat op onderzoek uit om alle slechteriken te ontmaskeren. Tijdens die zoektocht vallen zowel schuldige als onschuldige slachtoffers.

Nep-Scandinavisch

Shakespearetheater Diever transformeert William Shakespeares klassieker uit 1601 in Hømlet, voorzien van koddige nep-Scandinavische spelling. De aangepaste titel is behalve geestig ook een statement. Ten eerste zette de groep al vier keer eerder een Hamlet neer. En ten tweede zou deze Hømlet ongeveer genderneutraal zijn – al wordt wel gesproken van een ‘zoon’ en ‘de kroonprins’. De rol wordt gespeeld door Inge Wijers, een vrouw.

Hømlet is ‘een kroonprins die anders was’, aldus de inleiding bij de voorstelling. Hij moet zichzelf kunnen zijn, is de herhaalde boodschap, maar hoe wordt niet echt duidelijk. Vertaler, bewerker en regisseur Jack Nieborg zette nogal stevig het mes in tekst en dramaturgie, die daardoor hier en daar hoe dan ook nogal gehavend zijn.

80 jaar

Shakespearetheater Diever, theater in de openlucht in het bos in Drenthe, loopt zich warm voor 2026: volgend jaar bestaan ze 80 jaar. Elk jaar wordt er (minstens) één Shakespeare opgevoerd, inmiddels al 25 jaar onder de bezielende leiding van bewerker/regisseur Jack Nieborg. Zo leveren ze charmante en geestige voorstellingen af, want humor is een voorwaarde voor dit gezelschap dat goeddeels draait op amateurs en vrijwilligers. Hun Shakespeare-bewerkingen zijn geestig tot zelfs hilarisch, maar tegelijkertijd bloedserieus.

Androgyn

Nieborg heeft Hamlet naar het heden vertaald tot Hømlet, inclusief een vrouw die de titelrol speelt. Dat is uiteraard al vaker gedaan – bijvoorbeeld door Abke Haring in 2014. De vraag is een beetje wat je met die keuze inhoudelijk opschiet, tenzij de bedoeling is dat Hømlet een androgyn personage is. Alleen – dat is de Drentse Hømlet van Inge Wijers niet, zij zet een man neer.

Inderdaad schreef Shakespeare weinig vrouwenrollen, maar Nieborg laat in deze voorstelling een hele zwik rollen überhaupt door vrouwen spelen, het is niet zo dat die acteurs anders niet aan de bak komen.

Aangeschoten

Inge Wijers is een verdienstelijke, maar geen ijzersterke Hømlet, op een of twee momenten na. Misschien was ze in een andere rol beter uit de verf gekomen, want Wijers is beslist een verdienstelijk acteur.
Opvallend op hun plek zijn Anne Peter van Muijen als de even gehaaide als onhandige koning Claudius, voorzien van een blonde Hans Klok-pruik; en Marion Nieborg-Juch als de immer aangeschoten koningin Gertrude. Zij heeft de lach aan haar kont en speelt de dronken koningin juist niet zwalkend, maar met fijne subtiele wankelingen. Fraai is ook de glasheldere Horatio van Siebren de van der Schueren. Zijn timing en ritme zijn zo sterk dat hij de blik van de toeschouwer naar zich toe zuigt.

Toekomst

Nieborg heeft de tekst flink naar zijn hand gezet. Zo is aan het einde de opkomst van de Noorse Prins Fortinbras geschrapt. Regisseur Erik Whien van Theater Rotterdam maakte eerder dit jaar diezelfde keuze in zijn Hamlet. Dramaturgisch kun je Fortinbras zien als de lichte weg naar de toekomst aan het einde van dit zwarte stuk. Laat Fortinbras weg, en die toekomst valt over de rand.

Een vreemde kronkel is in Diever ook dat Hømlet zichzelf mag zijn, maar dat hij desondanks niet meer wil leven.

Ingenieus decor

Het decor van Hømlet (ontwerp en bouw: Janco van Barneveld) is stemmig, mooi, doeltreffend en vooral: buitengewoon ingenieus. Het Shakespearetheater blinkt daarnaast altijd uit in prachtige kostuums (kostuumontwerp: Margot van der Kamp).

Ondanks de kritische noten levert Jack Nieborg hier opnieuw een fijne, geestige, en toch zeer serieuze avond toneel af.

 

Decorontwerp: Janco van Barneveld
Kostuumontwerp: Margot van der Kamp
Lichtontwerp: Henry van Niel

Boeken / Fictie

Engelse geschiedenis, magisch herschreven

recensie: Lang leve Jane - Cynthia Hand, Brodi Ashton en Jodi Meadows
Lang leve Janebol.com

Lady Jane Grey (1537-1554) is een tiener die negen dagen koningin van Engeland was en daarna werd onthoofd. Geschiedenis is niet ieders lievelingsvak, maar een hervertelling ervan kan verrassend leuk zijn.

Dat bewijzen de drie schrijfsters van Lang leve Jane. Ze maken twee dingen duidelijk: Lady Jane Grey verdient een beter verhaal én geschiedenis mag je met humor, fantasie en hart herschrijven.

Humor in de vertelstem

De vertelstem is brutaal en zelfbewust. De schrijfsters spreken de lezer rechtstreeks aan, bijvoorbeeld met ‘Hé, hallo! Wij zijn het, de vertellers buurvrouw, buurvrouw en buurvrouw.’ In een interview vertelt de vertaalster dat in het Engels ‘Hey, there! It ’s us, your friendly Neighborhood narrators’ een knipoog is naar Spider-Man. In de Nederlandse vertaling geeft ze hier een creatieve draai aan door naar de televisieserie Buurman & Buurman (1984-heden) te verwijzen.

Televisieserie

In 2024 werd het boek bewerkt tot een televisieserie, een mooie aanvulling. De weelderige kostuums en sets passen bij een fantasiewereld van de Tudor-dynastie. De serie (IMDb rating: 7,4/10) is te bekijken op Prime Video.

Spoiler, Lady Jane sterft niet

Lang leve Jane mag je hier letterlijk nemen; in het verhaal leeft ze verder. De schrijfsters gebruiken haar tragische geschiedenis als uitgangspunt voor een fantasierijke, luchtige en humorvolle vertelling. De speelse toon maakt het, toch wel dikke, boek toegankelijk en inspireert om meer te lezen over deze persoon.

Geschiedenis gemengd met magie

Het boek is geschreven voor Young Adults en valt onder het genre cozy fantasy met een historisch randje. Toch spreekt het ook oudere lezers aan. Voor een schoolbibliotheek is het misschien te dik, maar voor de enthousiaste lezer is er goed nieuws; er zijn meer boeken van dezelfde schrijfster-combinatie in een vergelijkbare stijl. De volgende roman verschijnt dit jaar in het Nederlands, opnieuw vertaald door Mariella Manfré.

Over de makers

Het schrijvers-trio Hand, Ashton en Meadows ontmoette elkaar in 2012 en schrijft sindsdien samen de ‘Lady Janies’-boeken, in het Nederlands soepel vertaald door Mariella Manfré.

De boekomslag en het schutblad werden geïllustreerd door Sophie Pluim, waarmee de Nederlandse hardcover-editie (2023) een mooie, sfeervolle extra laag krijgt. Ze heeft zich laten inspireren door middeleeuwse handschriften.

Rommelige geschiedenis toegestaan

Soms is de beste manier om geschiedenis te begrijpen door er lekker mee te rommelen, en daar heeft dit boek de perfecte formule voor gevonden. Drie schrijfsters hebben samen die arme tiener een verhaal met magie gegeven.

Film / Documentaire

Waar geluk de weg van de sterren volgt

recensie: Wishing on a Star – Peter Kerekes (2024)
Wishing on a StarFilmdepot

In de documentaire Wishing on a Star helpt de 63-jarige astrologe Luciana haar cliënten hun diepste verlangens te verwezenlijken. De sleutel? Een verjaardagsreis – zorgvuldig berekend op basis van astrologische coördinaten – die hun sterren gunstig zou stemmen en hun wensen zal doen uitkomen.

Regisseur Peter Kerekes volgt Luciana en haar cliënten in deze bijzondere zoektocht naar betekenis, geluk en controle over het lot. Zo laat hij op speelse wijze zien hoe gewone mensen via astrologie zoeken naar richting en zingeving.

De astrologe als gids

Producer Erica Barbiani, tevens schrijfster van het scenario, leerde Luciana bijna dertig jaar geleden kennen via haar tante Viviana. Die vertrok destijds op aanraden van Luciana naar Kaapverdië om de liefde van haar leven te vinden. Barbiani beproefde haar geluk zelf ook en volgde Luciana’s raad deels op: ze reisde niet af naar Nieuw-Zeeland, zoals geadviseerd, maar koos voor een haalbare bestemming binnen Italië. Toch kwam het uiteindelijk allemaal uit, beweert ze. Ze besloot dat ze dit verhaal wilde vertellen.

Luciana opereert niet als een exotisch reisbureau, maar als spirituele routeplanner. Ze bepaalt op basis van complexe astronomische berekeningen waar iemand zich op zijn verjaardag zou moeten bevinden om gewenste veranderingen uit te lokken. Al is er wel een mouw aan te passen als de reis echt niet gemaakt kan worden: zo viert Valentina haar verjaardagsreis naar Alaska in haar eigen woonkamer, met ijsbadjes, dikke kleren en een tent.

Tussen geloof en ironie

Kerekes, bekend om zijn droge humor en subtiele vertelstijl, laat het oordeel volledig aan de kijker. De film balanceert tussen lichtvoetige verwondering over en oprechte betrokkenheid bij de levens van Luciana’s cliënten. Sommigen hopen op liefde, anderen op gezondheid, werk of simpelweg rust. De verjaardagsreizen vormen een kapstok voor persoonlijke verhalen die universeel aanvoelen.

De kracht van Wishing on a Star zit in de versmelting van documentaire en storytelling. Kerekes weet realiteit en kleine menselijke drama’s te verweven zonder de waarheid geweld aan te doen. Alles wat we zien is echt – Luciana is geen actrice, haar klanten zijn geen figuranten – maar de manier waarop hun verhalen in beeld zijn gebracht, voelt haast als fictie. Het is een slimme, tedere vorm van cinema waarin de absurditeit van het leven naadloos samengaat met oprechte hoop.

Meer dan een spiritueel grapje

Wat begint als een bijna ironisch portret van mensen die hun lot laten afhangen van sterrenstanden verandert geleidelijk in iets diepers. Kerekes toont hoe astrologie, ongeacht feitelijke houdbaarheid, mensen houvast biedt in een onzekere wereld. En dat houvast, lijkt de film te willen zeggen, is op zichzelf al waardevol.

De film stelt geen vragen over de wetenschappelijke onderbouwing van Luciana’s methodes. Dat zou ook afdoen aan het grotere punt: deze mensen verlangen niet naar concrete astrologische voorspellingen, maar naar richting en hoop. Luciana biedt een concreet ritueel, een verhaal, een daad – iets wat helpt in beweging te komen.

Teder en geestig

Visueel is de film ingetogen en doordacht. De rustige beelden, zonder haast of bombast, passen bij het intieme karakter van de verhalen. Kerekes vertrouwt op de kracht van observatie en korte dialogen, waardoor de documentaire vaak voelt als een stille overpeinzing.

Wishing on a Star is een ontroerende en geestige verkenning van moderne spiritualiteit. Zonder cynisme maar ook zonder naïviteit laat Peter Kerekes zien hoe mensen in hun zoektocht naar geluk soms het onwaarschijnlijke omarmen – en daarin misschien juist het meest menselijk zijn. Een film die je niet alleen laat glimlachen, maar je ook zachtjes aan het denken zet.

Wishing on a Star

© Filmdepot

Kunst / Expo binnenland

Scherven als kunstvorm

recensie: Bouke de Vries – Unbroken
HorseyBouke de Vries

In het Keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden is een overzichtstentoonstelling van het werk van Bouke de Vries te zien getiteld Unbroken. Dat is nogal ironisch. De kunstenaar werkt met scherven aardewerk zoals Delfts blauw, wit en polychroom. Of bijvoorbeeld met restanten Chinees en Worcester porselein. Hij creëert daarmee bijzondere en zelfs betoverende werken. Met als opmerking vooraf, in het Fries: ‘It is hiel moai’.

Vanuit zijn achtergrond als keramiekrestaurateur vatte De Vries een fascinatie op voor wat kapot en gebroken is. Hij verzamelt onder andere scherven van archeologische vondsten uit beerputten en stortplaatsen. En van ander erfgoedmateriaal. Dat leidt tot een grote diversiteit aan kunstwerken waarin zijn belangstelling voor – en kennis van – geschiedenis en cultuur tot uiting komt. Dat blijkt meteen bij de entree van de tentoonstelling. Daar staat het aandachttrekkende Horsey, een paard waarin de echo van de oudheid doorklinkt met kleurrijke, keramische toevoegingen. In de zalen daarachter ontvouwt zich een verrassende wereld.

Homeland

De Vries woont tegenwoordig in Londen en is een internationaal gelauwerd kunstenaar terwijl het land van herkomst blijft boeien. Zo is er een wandvullende kaart van Nederland, bestaande uit scherven van Delfts aardewerk: Homeland. Verder staat er een torenhoge tulpenvaas. Op afstand lijkt het één geheel, van dichtbij blijkt de vaas te zijn opgebouwd uit gebroken fragmenten. Bijzonder ook is het tafelstuk dat hij heeft gemaakt in opdracht van koningin Máxima. Het is een constructie van door de Koninklijke Verzamelingen bewaarde scherven van het Guriev-servies, behorende tot de bruidsschat van Anna Paulowna. En er is een silhouet van het koningspaar gevormd door Delfts blauw en wit met toetsen polychroom.

Klassieke vormen en technieken

De kunstenaar creëert niet alleen nieuw werk, hij brengt ook voorwerpen terug in grotendeels de oorspronkelijke vorm met bijzondere toevoegingen. Zoals de Frankenstein Teapot, de wedergeboorte van een aantal gebroken theepotten. Er fladderen vlinders omheen, symbool voor een nieuw begin.

Opvallend – of juist niet – is dat De Vries gebruikmaakt van klassieke restauratietechnieken. Zoals het Japanse kintsugi, herkenbaar aan de goudkleurige naden tussen de barsten van een vaas. Of het gebruik van een gelijkvormige scherf van een ander voorwerp. Ook worden krammen toegepast, vroeger gebruikt om gebroken keramiek te repareren.

Frankensteins Teapot

Frankenstein Teapot

In de opstelling Memory Vessels zijn de gebroken vazen en potten juist niet gerepareerd of getransformeerd, maar zijn ze scherven gebleven. In een grote en zacht aangelichte vitrine is te zien hoe ze toch een nieuw leven krijgen. De oorspronkelijke vorm is nagemaakt in glas en daarin bevinden zich de restanten, gebroken maar geheeld.

Muzen

Naast Chinees keramiek en Japanse restauratietechnieken heeft De Vries belangstelling voor Guan Yin, de Oost-Aziatische godin voor troost en hulp. Er werden beeldjes van haar gevonden in gezonken schepen die al honderden jaren op de zeebodem lagen. De intacte objecten vonden gewillige afnemers. Het overige, gebroken, zou weer in zee zijn teruggegooid, ware het niet dat de kunstenaar er kilo’s van kocht. Wat op de tentoonstelling te zien is, is zowel grappig als ernstig. Hij heeft bijvoorbeeld plastic Simpsons figuren toegevoegd. Of Chinees gebruiksgoed.

Van een andere orde is een gehavend, romantisch porseleinen beeldje dat is getransformeerd naar een ode aan Amy Winehouse getiteld ‘No, no, no’; De Vries werd geraakt door haar eerste cd Back to Black. Ook is hij onder de indruk van Grace Jones en meer vrouwen. Zoals Nefertete, Marilyn Monroe en prinses Diana. Ze kregen allen een eigen eerbetoon.

War and Pieces

War and Pieces

War and Pieces

De Vries zegt te zijn beïnvloed door Ai Weiwei, wat vooral te zien is aan oeroud Chinees aardewerk dat in een aparte zaal is opgesteld. De kunstenaar kan niet zoals Ai Weiwei per se activistisch worden genoemd. Wel geeft hij direct en indirect commentaar. In het bijzonder met de installatie War and Pieces. Wanneer je de ingerichte kamer inloopt, lijkt het hier te gaan om een groots aangericht staatsbanket aan een langgerekte tafel. Het oogt elegant. Een paar stappen dichterbij verandert deze indruk. Het is eeuwenlang gebruikelijk geweest om voorafgaande aan bloederige veldslagen een groots banket te organiseren. En in dit geval is de tafel daartoe nogal bijzonder gedekt. Goudgerande borden met een afbeelding van de V2, bestek met een handvat in de vorm van een kalasjnikov en de tafelstukken getuigen gedetailleerd van strijdtaferelen. Het is een indrukwekkend en immens geheel. Wat overigens voor de hele tentoonstelling geldt.

Film / Serie

Het voorlopige einde van de Zuid-Koreaanse hitserie

recensie: Squid Game - Hwang Dong-hyuk
sung-jin-cho-Ja7ICTTYXqk-unsplashSung Jin Cho (Unsplash)

Netflix lanceert het laatste deel van de recordbrekende serie Squid Game. Het eerste seizoen van de Zuid-Koreaanse dramaserie was een wereldwijde hit, en de serie staat nu in 93 landen bovenaan in de Netflix-ranglijsten. Weet Squid Game de saga op een epische manier af te sluiten?

Wat begon als een relatief onbekende productie groeide in 2021 uit tot een internationaal fenomeen. Squid Game bracht het populaire battle royale-concept op een vernieuwende manier naar het scherm. Regisseur Hwang Dong-hyuk creëerde brute overlevingsspellen gebaseerd op herkenbare kinderspellen en combineerde deze met kleurrijke, surrealistische decors. Hij gaf de serie een diepere laag. Zijn scherpe kritiek op economische ongelijkheid en de keiharde gevolgen van schuld en wanhoop raakten wereldwijd een snaar. Met indrukwekkend acteerwerk en sterke regie wist de serie zich meteen te onderscheiden.

De aanloop naar het eindspel

Seizoen twee diende vooral als brug: nieuwe personages werden geïntroduceerd en er werd langzaam toegewerkt naar een epische climax. In het laatste seizoen komt die opgebouwde spanning eindelijk tot uitbarsting. Hoofdpersoon Seong Gi-hun (Lee Jung-jae) is terug, gebroken maar vastbesloten om het systeem van binnenuit te ontmantelen. Zijn poging mislukt echter en hij wordt opnieuw meegesleurd in het dodelijke spel.

Daarnaast is agent Hwang Jun-ho (Wi Ha-joon) nog steeds op zoek naar zijn broer en probeert hij de locatie van het eiland op te sporen. Dit subplot haalt echter vaak het tempo uit de serie en biedt weinig inhoudelijke meerwaarde. Daarnaast wordt meer onthuld over Kang No-eul (Park Gyu-young), die als Noord-Koreaanse soldaat het land is ontvlucht en nu als bewaker aanwezig is tijdens het spel. De spanningsopbouw blijft boeiend, maar de verhaallijnen buiten de games voegen weinig toe aan de kern van het verhaal.

De kracht van Squid Game ligt in de morele dilemma’s en de persoonlijke worstelingen. De afwisseling tussen dodelijke spelletjes en intieme dialogen is effectief. De serie blijft benadrukken dat menselijkheid, empathie en vriendschap mogelijk zijn – zelfs onder extreme druk met levensbedreigende gevolgen. Toch voelen sommige wendingen aan als herhalingen van de eerdere seizoenen. Niet alle personages krijgen een ontknoping die past bij hun eerdere ontwikkelingen. Sommige keuzes voelen gekunsteld aan om tot een bepaald eindscenario te komen.

Intens acteerwerk en visueel spektakel

Als Koreaanse productie komt de serie het best tot zijn recht in de originele taal. De diverse spelers schitteren vooral door hun dramatische momenten en krachtige, soms poëtische, dialogen. Vooral spelers Chong Hyun-ju (Park Sung-hoon) en Jang Geum-ja (Kang Ae-sim) vullen hun bijrol indrukwekkend in. Hierdoor ontstaat een groot contrast met de scènes waarin de vips in geforceerd Engels spreken over de weddenschappen. Dit acteerwerk valt negatief op en hun motieven blijven vaag. Een gemiste kans, deze groep blijft letterlijk en figuurlijk verstopt achter maskers.

De nieuwe spelrondes in seizoen drie zijn opnieuw visueel indrukwekkend. Zo is er een reusachtig doolhof opgebouwd als een kinderopvang, waarin de deelnemers een dodelijk spel van tikkertje spelen. Ook is er een duistere versie van touwtjespringen, met gigantische poppen die een immens touw over een brug rondslingeren. De kleurrijke, absurdistische spelomgeving zorgt ervoor dat de buitenwereld compleet naar de achtergrond verdwijnt.

Herhaling zonder waardige afsluiter

Hoewel dit seizoen de afsluiter van het verhaal zou moeten zijn, eindigt het met een teaser voor een mogelijk vervolg. Cate Blanchett verschijnt in een cameo als Amerikaanse recruiter van de games. Hiermee hint Netflix duidelijk op een internationale uitbreiding van het Squid Game-universum. Is dit een commerciële zet die het originele concept verder uitperst?

Seizoen drie van Squid Game is op sommige momenten nog steeds indrukwekkend. De beelden zijn krachtig, de boodschap blijft relevant en de spanning is tot aan het eind voelbaar. Toch lukt het de serie niet om visueel en thematisch het niveau van het eerste seizoen te bereiken. Uiteindelijk blijkt de langverwachte climax minder krachtig dan gehoopt, met uitgerekte verhaallijnen en wendingen die je ziet aankomen. Net als bij veel series verbleekt het slotseizoen in vergelijking met het ijzersterke begin.

Poster When Chueca dies
Film
special: Nederlands Film Festival – selectie komende editie
Poster When Chueca dies

Hokjes te boven

Van 26 september tot en met 3 oktober 2025 vindt de vijfenveertigste editie plaats van het Nederlands Film Festival. Een selectie van het programma werd half juli al in Utrecht getoond aan de pers: een animatie, een speelfilm, een korte film en een documentaire.

Zwermen

5 sterren

Begonnen werd met Zwermen (Tim Frijsinger en Janneke Swinkels). Zwermen is een stop-motion animatiefilm, frame voor frame opgebouwd uit gefotografeerde poppen. Een sterk debuut dat de sfeer in een Limburgs verzorgingshuis raak treft. Inclusief ouderengymnastiek en een zang- en kaartclub. En niet in de laatste plaats de eenzaamheid van die eenling Piet, die er niet helemaal bij hoort en door een betweterige bewoonster telkens op de vingers wordt getikt om er met zijn gedachten bij te blijven. Maar dat doet hij niet. Langzaamaan verandert hij in een vogel die de vrijheid tegemoet vliegt. De film ontving op het Franse animatiefestival 2025 in Annecy de competitieprijs voor de beste debuutfilm.

Voor de meisjes

4 sterren

Achter op het boek We doen wat we kunnen van Lykele Muus staat een citaat van Maartje Wortel: ‘Hij schrijft zo beeldend dat het verhaal zich als een film voor je ontvouwt.’ Het was ook oorspronkelijk de bedoeling om het boek te verfilmen, maar dat was er nog niet van gekomen. Nu is de film er: Voor de meisjes van Mike van Diem (van Karakter en De surprise). Je kunt beide titels achter elkaar zetten: We doen wat we kunnen voor de meisjes, Madelon en Elisa, de een onzeker en de ander zeker van zichzelf. Een gegeven waar in de film mee wordt gespeeld door het soms om te draaien. Ze gaan samen met hun ouders op vakantie in Zeeland, wat in de film is verplaatst naar Tirol. De spanning die in het boek niet helemaal wordt ingelost, krijgt door die entourage in de film zo meer kans. Daar helpt het eerste shot meteen bij: de bergen die een beklemmende sfeer creëren, terwijl de dalen lieflijk zijn. Ook hier wordt, net als bij de karakters, een tegenstelling vormgegeven.
De meisjes krijgen een ongeluk met een quad. Elisa is er het slechtst aan toe, maar ook Madelon is er minder goed vanaf gekomen dan op het eerste gezicht leek. Ze moet een nieuw hart en de lezer/kijker voelt aankomen wat er min of meer zou kunnen gaan gebeuren. De ouders zijn ‘vrienden, vreemden en vijanden tegelijk’ geworden.
Op drie kwart van de film dreigt de wat ingetogen sfeer van het boek een wat al te heftige kant op te gaan, waarbij een van de hoofdrolspeelsters, Thekla Reuten (een van de ouders), er door een wat verslappend spel even niet in mee lijkt te kunnen gaan.
Al met al een ondanks de thematiek niet al te zware opening van het Nederlands Film Festival dit najaar.

Bekijk hier de trailer.

Paulien

3 sterren

Paulien (Yücel Kopal) is een korte film over een vrouw (Abbey Hoes) die deel uit wil maken van het leven van een volkszanger (René Le Blanc). Het filmpje kwam tot stand binnen het realiseringsprogramma De Ontmoeting, dat dit jaar tien jaar bestaat. De personages worden nogal clichématig neergezet en de ontknoping is niet erg verrassend. Leuk als tussendoortje, maar eigenlijk ook niet veel meer dan dat.

When Chueca dies

5 sterren

When Chueca dies (Ramón Gieling) is een documentaire over de gelijknamige wijk in Madrid, waar sinds de jaren negentig van de vorige eeuw rond een boekwinkel een kleine revolutie onder de lhbtiq+-gemeenschap plaatsvindt. Er bestaat veel tegenstand, met name vanuit de rechterflank van de politiek.
De film – die als het kon zes sterren zou verdienen – is een combinatie van verschillende genres (documentaire, verhaal) die kunstig met elkaar zijn verweven. Hij ging in première tijdens het Amsterdamse Spanish Film Festival in april 2025 en de herhaling binnen het kader van het Nederlands Film Festival is meer dan terecht.
Het script voor de film is van Ramón Gieling en Gustaaf Peek. De muziek van REINDIER verdient extra aandacht. Een telkens terugkerend element zijn de begeleidende figuren uit het orgelkoraal Erbarm’ dich mein, o Herre Gott BWV 721 van Johann Sebastian Bach. Wat hiermee aan het eind gebeurt, ontroert diep. Alleen daarom al aanbevolen om deze film te gaan zien.

Deze selectie heeft opvallend genoeg een gemeenschappelijke noemer: de identiteit van mensen die, met uitzondering van die in de korte film Paulien misschien, een meervoudige is. Een oudere man is meer dan een oudere man, mensen kunnen ‘vrienden, vreemden en vijanden tegelijk’ van elkaar zijn of mannelijk en vrouwelijk. Elk hokje te boven.

Kunst / Expo binnenland

Een spiegel voorgehouden

recensie: Fiona Tan – Monomania
Fiona Tan, RijksmuseumRijksmuseum persbeelden

De tentoonstelling Monomania van Fiona Tan (1966) in de zuidvleugel van het Rijksmuseum Amsterdam begint met het olieverfschilderij Portret van een kleptomaan van de negentiende-eeuwse Fransman Théodore Géricault, een bruikleen uit het Museum voor Schone Kunsten Gent. Hiermee begon ook Tans zoektocht naar wat monomania is, hoe het in beeld wordt gebracht en wat voor indruk dit op de beschouwer maakt.

Monomania is volgens het begeleidende boekje dat de zaalteksten vervangt ‘een vorm van gedeeltelijke krankzinnigheid en [wordt] beschreven als één enkele ziekmakende obsessie in een verder gezonde geest. Rond 1850 staat monomania synoniem voor emotionele “waanzin”.’

Fiona Tan. Foto: Andreas Langfeld.

Dat is ook de tijd die centraal staat in Tans jarenlange zoektocht naar het begin van de psychiatrie en in de twee jaar voorbereiding voor deze tentoonstelling. Tan is de eerste kunstenaar die van het Rijksmuseum Amsterdam carte blanche krijgt voor een tentoonstelling. Wat meer is ‘dan cureren’, zei ze fijntjes tijdens de perspresentatie. In de catalogus eindigt zij met de constatering dat ze, nog eens kijkend naar het gezicht van de zogeheten kleptomaan van Géricault, uiteindelijk medeleven en empathie voelt en in hem een medemens herkent.

Associëren en verbanden leggen

Edvard Munch (eigenhandig gesigneerd), Staand naakt met rood haar, 1902, Rijksmuseum. inv.no. RP-P-1953 -888

De tentoonstelling roept ons op om dat ook te gaan voelen en onze eigen associaties en verbanden te leggen tussen de kunstwerken. Kunstwerken en gebruiksvoorwerpen die merendeels afkomstig zijn uit verschillende depots van het Rijksmuseum, naast enkele bruiklenen en eigen werk van Fiona Tan, en die verdeeld zijn over tien zalen. Doeken, boeken, beelden, foto’s en nog veel meer met aan het einde een grote video-installatie, Janine’s Room (2025), die alles op drie schermen lijkt samen te vatten. Janine verwijst naar Janine Dakyns, die wordt genoemd in de roman The Rings of Saturn van W.G. Sebald, een schrijver die Tan heeft geïnspireerd in haar werk. Sebald schrijft onder meer: ‘In een zandkorrel in de zoom van Emma Bovary’s winterjurk, zei Janine, zag Flaubert de hele Sahara. Voor hem woog elk stofje zo zwaar als het Atlasgebergte.’

Opvallend is dat de fraai verzorgde en origineel vormgegeven catalogus (een design van Irma Boom, net als het begeleidende boekje) niet begint met Géricault, maar met een afbeelding van een spiegel in de Queen Anne style (Noord-Nederland). Je zou deze, samen met twee andere werken waar de spiegel naast hangt, als de uitgangspunten van Tans werkwijze kunnen zien. Die twee andere stukken zijn Ophélie van Odilon Redon en Zonde van Edvard Munch. Ze staan als het ware respectievelijk symbool voor de drie aandachtspunten die Tan aanhield bij zowel haar twee jaar durende onderzoek als de keuze van de kunst- en andere werken: wetenschap – kunst – representatie.

Wetenschap, kunst, representatie

Wetenschap manifesteert zich hier in de vorm van een geoxideerde spiegel, vergelijkbaar met de tien spiegels die kunstenaar Germaine Kruip toonde op een tentoonstelling in de Amsterdamse Oude Kerk (2015-2016). Door die oxidatie kun je jezelf niet in de spiegel zien: ‘An image of absence’ noemt Tan het in een essay in de catalogus. Redon en Munch vertegenwoordigen niet alleen kunst (respectievelijk olieverf en pastel op papier en een lithografie), maar ook representatie. Ophelia staat voor wat tijdens een congres over haar (in Arnhem, 2009) hysterie en melancholie werd genoemd, twee zogenaamd typisch vrouwelijke aandoeningen. Tan schrijft, wederom in de catalogus, dat een mysterieuze ziekte als hysterie door de Franse psychiater Jean-Etienne Dominique Esquirol (1772-1840) werd gelabeld als een psychische in plaats van een eerder neurologische aandoening om zo ‘zijn onderzoeksveld te vergroten en zijn vak te legitimeren’. De achtergrond van Zonde van Munch (Staand naakt met rood haar) zou kunnen worden gezocht in de associatie die binnen met name het christendom soms wordt gelegd tussen seksualiteit en zonde. De vrouw heeft lang rood haar, zoals ook Maria Magdalena vaak met lang rood haar wordt afgebeeld. Maria Magdalena ging ten onrechte de geschiedenis in als prostituee. Fiona Tan zoekt de achtergrond van de vrouw binnen het kader van ‘Waanvoorstellingen’.

Odilon Redon (eigenhandig gesigneerd), Ophélie, la cape bleue sur les eaux (Ophelia, de blauwe nonnenkap in het water), 1900 – 1905, Rijksmuseum, Inv.no. SK-A-4840.

Het zijn zomaar enkele voorbeelden uit een overweldigende tentoonstelling die je, soms letterlijk, een spiegel voorhoudt, zoals in de zaal met zes digitale installaties (De criminele klasse). Je moet er moeite voor doen om de persoonlijke herinneringen, associaties en verbanden die Tan legt te kunnen volgen en je wordt uitgenodigd er ook voor jezelf naar op zoek te gaan. Als dat lukt, krijg je er zóveel voor terug, dat er een paar dagen in je hoofd niets meer bij lijkt te kunnen. Een effect dat misschien niet eens zo ver van de bedoeling van deze expositie afligt. Even opgesloten zitten in je hoofd, zoals de vissen in de Goudviskom met drie schepen (Bohemen), ook te zien in de tentoonstelling. Ge(s)laagd dus. En meer dan dat.

Theater / Voorstelling

Verwarrende, inktzwarte zoektocht naar bevrijding

recensie: FRANK - Cherish Menzo/GRIP & Theater Utrecht i.s.m. met Dance on Ensemble
FRANK_c_Bas_de_Brouwer24Bas de Brouwer

Als je een nieuwe mens wilt bouwen, heb je daarvoor bestaand mens-materiaal nodig. In FRANK – denk aan ‘Frankenstein’ – van performer Cherish Menzo cum suis bestaat dat mens-materiaal uit robotachtige figuren, waarin we vervolgens tot slaaf gemaakten herkennen. Uiteindelijk breken ze los in deze vreemde, inktzwarte, verwarrende dans-/performance-voorstelling.

In een vierkante laboratoriumruimte met een witte vloer en wanden van transparant plastic wordt een tekst geprojecteerd van de Britse dichter Percy Shelley. Een tekst over duisternis, geheimen, lijkenhuizen en doodskisten. Percy Shelley was de man van Mary Shelley, die in 1818 Frankenstein; Or, The Modern Prometheus schreef.

Zwarte regenjassen

In die laboratoriumruimte (of is het een slachthuis?) maken Cherish Menzo, Malick Cissé, Mulunesh en Omagbitse Omagbemi als robots een soort dansende rondjes, van hoek naar hoek naar hoek naar hoek, op een zware elektronische soundscape (geluidsontwerp: Maria Muehombo). Allen dragen zwarte regenjassen met capuchons, zijn daardoor uniform, onherkenbaar, anoniem.

Aanvankelijk zijn ze gedwee, marcheren ze keurig hun rondjes. Maar meer en meer beginnen de individuen om zich heen te kijken, door de vierde wand die de plastic schermen vormen, kijken ze naar het publiek. Ze breken uit het keurslijf en worden personages. De regenjassen gaan uit, eronder kostuums waarin het rood van bloed herkenbaar is. Uit hun zakken strooien ze van tijd tot tijd inktzwarte as. De vier worden zowel slachtoffer als dader in dit laboratorium-slachthuis, in een ongemakkelijke, cryptische voorstelling die schuurt en schrijnt.

Monster

De ‘Frank’ uit de titel is gebaseerd op het monster van Frankenstein; choreograaf Cherish Menzo stelt in de aankondiging van deze voorstelling dat ze de figuur/de idee van ‘het monster’ wil onderzoeken. Daarbij is ‘monster’ natuurlijk een makkelijke aanduiding voor alles waar je last van hebt.

Menzo

Performancekunstenaar, danser en choreograaf Cherish Menzo heeft inmiddels een stevige status opgebouwd. In 2023 won ze de Regieprijs van de Toneeljury voor de meest indrukwekkende regie van het afgelopen seizoen, en de BNG Bank Theaterprijs, een stimuleringsprijs voor opkomend talent, voor DARKMATTER. In 2024 won ze de Gieskes-Strijbisprijs voor mid-career makers, samen met muzikant Vernon Chatlein.

JEZEBEL (2019) en DARKMATTER (2022) vormden de eerste twee luiken van een drieluik, die ze ‘een verbeelde, mythische trilogie’ noemt. FRANK vormt van deze trilogie het derde deel. Thema’s zoals vrouwelijkheid, huidskleur, tot slaaf gemaakt-zijn keren in haar werk terug.

Teksten

In FRANK ontwikkelt zich een verhalende choreografie, waarbij teksten in het Engels en het Frans op de achterwand worden geprojecteerd, die de spelers ook uitspreken. Dat is tamelijk verwarrend, want de teksten (geschreven door Menzo en Khadija El Kharraz Alami) verschijnen en verdwijnen snel, terwijl ze veelal associatief en niet heel coherent zijn. Dat gedoe met abstracte teksten is erg jammer en het leidt ook af. De boodschap over het bouwen van een mens die een monster is, of het monster dat een mens is, komt er ook zonder tekst uit.

Bevrijd

De kapstok die Frankenstein biedt, geeft gelegenheid in het monster dat losbreekt uit zijn gevangenschap bevrijde tot slaaf gemaakten te zien. Uit een kluwen van dansers ontstaan mensen, individuen, personages. Menzo gebruikt fraaie tribal Afrikaans-geïnspireerde dans en dito muziek. Zo komt ‘Bam Bam’ uit 1966 langs, van Toots & The Maytals, een liedje waarin je de tot slaaf gemaakten met ritmische zang het tempo van werken erin hoort houden. De liggende, zingende Menzo wordt door haar medespelers bedolven onder de akelige, rondgestrooide zwarte as. Daaruit verrijst ze.

Onaangenaam

Uiteindelijk breken de performers letterlijk uit het keurslijf en uit het decor. Ze breken door de vierde wand – de fictieve afscheiding tussen speelvloer en tribune – heen en wenden zich direct tot toeschouwer: ‘Look at that!’ De ketenen zijn verbroken, de muren zijn neergehaald. De confrontatie is voor de toeschouwer onaangenaam.

Het meest confronterend is uiteindelijk het zingen van het beroemde Surinaamse kinderliedje ‘Agen masra Jantje e kiri suma pikie’ (‘Alweer vermoordt Meester Jantje een mensenkind’).

FRANK is een pijnlijke voorstelling. Geen feestje, wel zeer fraai vormgegeven. Het gaat nog lang duren voordat de verhoudingen tussen mensen van alle kleuren, genders en herkomst in evenwicht zijn.

FRANK maakt in het voorjaar van ’26 een tournee langs de Nederlandse theaters.

Geluidsontwerp: Maria Muehombo aka M I M I
Video design: Andrea Casetti
Geluids- en videotechniek: Arthur De Vuyst
Decorontwerp: Morgana Machado Marques
Lichtontwerp: Ryoya Fudetani
Dramaturgie: Johanne Affricot, Renée Copraij
Kostuums: Cherish Menzo
Tekst: Khadija El Kharraz Alami, Cherish Menzo
Technici op tournee: Pieter-Jan Buelens, Ryoya Fudetani, Hadrien Jeangette, Arthur De Vuyst

Film / Achtergrond
special: Akira Kurosawa
AkiraKurosawa aff B1.inddFilmdepot

De meester keert terug

Na tientallen jaren is het tijd voor een van Japans grootste filmmakers om terug te keren op het doek. De personages in Kurosawa’s films worden continu geconfronteerd met lastige levensvragen die altijd lastig zullen zijn om te beantwoorden. Niet alleen de materie is tijdloos, maar nu de films in 4K gerestaureerd zijn, komen ook de prachtige beelden nog meer tot hun recht.

Hoewel de naam Akira Kurosawa misschien niet direct bekend klinkt voor mensen die weinig film kijken, is zijn invloed op hedendaagse cinema onmiskenbaar. Bekende regisseurs zoals Quentin Tarantino, Steven Spielberg en Martin Scorsese hebben door de jaren heen meermaals Kurosawa genoemd als grote inspiratiebron. Naast het feit dat Kurosawa een groot deel van de hedendaagse filmmakers heeft geïnspireerd, zijn zijn klassiekers vandaag de dag nog steeds prachtig om te zien. De vier films die in dit artikel besproken zullen worden, zijn vanaf 26 juni 2025 landelijk beschikbaar. Daarnaast is een groot deel van Kurosawa’s andere werk te zien in Eye Amsterdam.

Ikiru (‘To Live’) – 1952

5 sterren

Wanneer gemeentemedewerker Kanji Watanabe het vermoeden krijgt dat hij ongeneeslijk ziek is, twijfelt hij of hij alles uit het leven heeft gehaald. Zijn werk, waar hij zich moet bekommeren om publieke werken, lijkt niets anders te zijn dan stempels op formulieren zetten en mensen met vragen van het kastje naar de muur te sturen. Zijn zoon en schoondochter tonen geen liefde voor hem en het lijkt zelfs alsof ze de dagen tot zijn overlijden aftellen. Hoe kan hij zijn leven op het laatste moment betekenis geven, zodat hij met een gerust hart kan sterven?

De film is zwaar, maar niet alleen maar neerslachtig. Watanabe gaat uit, drinkt, danst, gokt en probeert zo veel mogelijk van deze alledaagse festiviteiten te genieten. De levendige composities van Kurosawa zorgen ervoor dat er altijd iets gaande is op het scherm, zelfs wanneer onze hoofdpersoon stilzit. Dit werkt op zijn beurt weer de materie in de hand: De wereld blijft bewegen terwijl Watanabe’s leven eindig is.

De film duurt 143 minuten en kan door de neerslachtige thema’s lang aanvoelen. De tweede helft van de film weet dit echter als kracht te gebruiken. Door de lengte van de film en de thematiek over het verloop van het leven te benadrukken, kan de kijker niet anders dan het gedachtegoed en de kritiek op hoe een mens kiest het leven te besteden, ter harte nemen. Kurosawa laat de kijker met een film van meer dan 70 jaar op een andere manier naar zijn of haar eigen leven kijken. De reflectieve kracht die de films van Kurosawa hebben, is een van de aspecten die zijn films zo memorabel maken.

Seven Samurai – 1954

5 sterren

Nadat een bende bandieten een afgelegen boerendorp binnen is gedrongen, blijkt al snel dat er weinig te halen is. De bandieten vertellen de dorpelingen dat ze terug zullen zijn wanneer de volgende oogst voltooid is. De door armoede geteisterde dorpelingen weten dat als de bandieten terugkeren om hun voedsel af te pakken, het hun laatste oogst zal zijn. De dorpsoudste besluit dat ze zeven samoerai (Japanse zwaardvechters) nodig zullen hebben om het dorp te beschermen. De dorpelingen hebben geen geld, wat betekent dat ze samoerai moeten vinden die genoegen nemen met het laatste beetje rijst dat het dorp bezit.

Met een vreemde verzameling aan huurlingen worden we meegenomen in een tactische kleinschalige oorlog. We volgen de samoerai terwijl ze een plan formuleren om het dorp te beschermen. Wanneer de strijd losbarst, snappen we de tactiek die wordt toegepast en kunnen we genieten van de indrukwekkende beelden. Continu zijn er bandieten en samoerai met hun zwaarden aan het zwaaien terwijl boogschutters op paarden voorbij rennen. Indrukwekkend is dat alle materialen in de film historisch accuraat zijn, wat betekent dat bijvoorbeeld de zwaarden echte, scherpe zwaarden zijn.

De elementen worden prachtig gebruikt in deze film. Vuur wordt als tactisch wapen gebruikt om de bandieten op afstand te houden. Het zand van de droge grond stuift door elke scène. De grote bloemenvelden wiegen in de wind. Het hoogtepunt van deze restauratie is wanneer de regen valt en je de druppels langs de bebloede en modderige benen van de samoerai kan zien lopen. Seven Samurai haalt alles uit de kast om de kijker even ademloos en bezweet achter te laten als de strijdende mannen.

Yojimbo – 1961

4 sterren

Yojimbo begint met een ronin (een ronddwalende samoerai) die een tak laat vallen op een kruising om hem de weg te wijzen. Opgewekt en vol goede moed loopt hij richting een dorp, waar twee rivaliserende bendes zich rijk hebben gemaakt door te profiteren van de gokverslaafde dorpelingen. Wanneer hij zichzelf verdedigt tegen twee opvliegerige bendeleden, hebben beide bendes interesse in de kracht van deze vreemdeling. Al lijkt de ronin niet geïnteresseerd in het geld dat ze bieden, hij vindt de ruzie dermate vermakelijk dat hij besluit tot het einde te blijven.

De twee bendes zorgen voor een scala aan prachtige symmetrische shots, met onze hoofdpersoon continu in het midden. De gelijkheid in de krachten van de twee groepen wordt nu en dan oneven door de introductie van nieuwe mankrachten en vuurwapens, waardoor de ronin vaak aan de kant komt te staan die zwakker lijkt. Het pingpongen zorgt ervoor dat we inzichten van beide kanten krijgen en zo misschien wel een beter totaalplaatje van de situatie kunnen vormen dan de dorpsbewoners zelf.

Het kleine stadje waarin het verhaal zich afspeelt, heeft veel weg van een klassieke western, maar dan in een Japans jasje. De film heeft een speelse ondertoon, maar weet de spanning goed op te bouwen. De lach valt van de ronin zijn gezicht en wanneer hij serieus wordt, pakt de actie ook flink uit. Yojimbo heeft een minder introspectieve toon dan de andere werken die hier worden benoemd, maar blijft een lust voor het oog door de rijk gevulde beelden en de interessante dialogen.

High and Low – 1963

5 sterren

Gondo, een rijke zakenman, probeert zijn slag te slaan door een grote hoeveelheid aandelen van een schoenenmerk op te kopen. Terwijl hij zijn onderhandelingen voorbereidt, belt een onbekende die hem zegt dat hij zijn zoon heeft ontvoerd. Ook al wordt er een grote som losgeld geëist, besluit Gondo meteen dat hij bereid is het geld op te geven voor zijn zoon. Wanneer zijn zoon het huis komt binnen rennen en vertelt dat hij zijn speelvriendje niet kan vinden, wordt het voor Gondo duidelijk dat de ontvoerder een fout heeft gemaakt. Is het leven van een kind al zijn geld waard, als het niet zijn kind is?

Het gros van de film speelt zich af in één ruimte. De personages (en daarmee de kijker) krijgen uitsluitend informatie van buiten Gondo’s huis via telefoontjes van de gijzelaar. Alhoewel het op papier niet heel spannend klinkt om de informatie via de telefoon toegediend te krijgen, draagt de onzekerheid van wat er buiten deze ruimte gebeurt sterk toe aan de spanning. Binnen de muren van Gondo’s prachtige huis leren we wat de verhoudingen zijn tussen arm en rijk in de wereld van de film. Wanneer nieuwe personages geïntroduceerd worden en duidelijk is dat ze meer kennis van de buitenwereld hebben dan de aanwezige personages, kan je bijna niet anders dan achterdochtig zijn over hun motieven. Kurosawa houdt de kijkers op meesterlijke wijze op hun tenen.

Wanneer de film buiten het huis van Gondo verder gaat, wordt de jacht op de gijzelaar alleen nog maar spannender. Gondo’s dilemma wordt uitvergroot door de media en zelfs nadat hij een keuze heeft gemaakt, laat de rest van de personages ons niet vergeten wat de implicaties van deze keuze zijn. Hierdoor knaagt de film aan het geweten van de kijker en blijft het intens tot de laatste scène.