Tag Archief van: 8WEEKLY

Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Steengoede covers

Soms kiezen artiesten ervoor om de kunst af te kijken bij de buren. Zo coveren popsterren van tijd tot tijd nummers van hun rock buren, en andersom. Het resultaat is vaak verrassend, en soms zo succesvol dat de cover het origineel ver overstijgt in verzamellijsten als de Top2000. Natuurlijk betekent dit niet dat alle covers beter zijn dan het origineel, maar dit is wel een goede reden om eens stil te staan bij een aantal steengoede covers. 

 

 

Wederzijds gecoverd: Frank Turner en NOFX

Dat singer-songwriter en punkrocker Frank Turner niet vies is van een cover, dat weten zijn fans wel. Bij live optredens covert hij graag zijn eigen favorieten, waaronder “Somebody To Love” van Queen en “Dancing Queen” van ABBA. Zijn persoonlijke helden die meer in zijn eigen genre vallen passeren natuurlijk ook de revue, waaronder Blink-182 en NOFX. Met laatstgenoemde wist Turner er een volledig album uit te halen, waar de artiesten elkaar coveren. Op het album West Coast vs. Wessex uit 2020 covert Turner enkele hits van NOFX, waaronder “Bob” en “Falling In Love”, maar worden zijn eigen hits waaronder “Thatcher Fucked the Kids” gecoverd door de Amerikaanse punkers van NOFX. Het wordt een ware inception op YouTube bij de videoclip van Bob (in Turners’ versie), waar in de videoclip de leden van NOFX verkleed gaan en acteren als Frank Turner en zijn band. Benieuwd hoe de andere nummers klinken? Die zijn te vinden in onze nieuwste playlist! 

Punkversies van diva’s

Dat de zanger van NOFX, Fat Mike, ook van covers houdt is niet vreemd: hij is bassist bij de punkcoverband Me First and the Gimme Gimmes. Deze supergroep bestaat uit leden van verschillende punk- en rockbands, waaronder Lagwagon, Foo Fighters en Swingin’ Utters. De band ontstond als hobbyproject van de leden en speelt alleen covers van andere nummers. Zes studioalbums later kunnen we wel stellen dat dit hobbyproject in de categorie “uit de hand gelopen hobby” valt. Het zesde album Are We Not Men? We Are Diva! focust zich, zoals de titel al kenbaar maakt, op diva’s. Ze coveren (bijna alleen) bekende zangeressen die volgens hun in de categorie diva vallen, dus zangeressen als Barbra Streisand, Madonna en Cher ontbreken zeker niet. Waarom bijna alleen zangeressen? De Britse zanger Boy George van Culture Club kan ook rekenen op een dikke knipoog en wordt ook gecoverd op dit album. Benieuwd hoe “Straight Up” van Paula Abdul klinkt als punk nummer? Ook deze hit is te vinden in de nieuwe playlist.  

Disturbed: groter dan het origineel

Het is elk jaar weer een spannende strijd: welke versie van “The Sound Of Silence” zal dit jaar hoger eindigen in de Top2000? Jarenlang stond het origineel van Simon & Garfunkel het hoogst, maar sinds 2019 staat de versie van Disturbed hoger dan het origineel. Hoewel “The Sound Of Silence” ongetwijfeld de bekendste cover van Disturbed is, hebben ze al een jarenlange traditie waar ze op elk album een cover plaatsen. Vaak pakken ze een oude hit en verhogen ze daarvan het tempo én maken ze het iets agressiever. Eerdere nummers die al een ware Disturbed transformatie hebben ondergaan zijn “If I Ever Loose My Faith In You” van Sting en “Land Of Confusion” van Genesis, beiden te vinden in de nieuwste playlist. 

Naast de covers van Frank Turner, NOFX, Me First and the Gimme Gimmes en Disturbed staan er nog vele andere rockcovers op je te wachten in de nieuwste playlist van 8WEEKLY. Veel luisterplezier! 

  • Disturbed – The Sound of Silence (Origineel: Simon and Garfunkel) 
  • Apocalyptica, Till Lindemann – Helden (Origineel: David Bowie) 
  • Me First and the Gimme Gimmes – Straight Up (Origineel: Paula Abdul) 
  • Floor Jansen, Henk Poort – Phantom of the Opera  
  • Apocalyptica, Nina Hagen – Seemann (Origineel: Rammstein)
  • The Cranberries – Go Your Own Way (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Guns N’ Roses – Knockin’ On Heaven’s Door (Origineel: Bob Dylan) 
  • Green Day – Working Class Hero (Origineel: John Lennon) 
  • The Struts – Dancing In The Street (Origineel: Martha Reeves and the Vandellas) 
  • Maneskin – Beggin’ (Origineel: Frankie Valli and the Four Seasons) 
  • The Ataris – The Boys Of Summer (Origineel: Don Henley) 
  • Red Hot Chili Peppers – Higher Ground (Origineel: Stevie Wonder) 
  • Chris Cornell – Watching The Weels (Origineel: John Lennon) 
  • Limp Bizkit – Behind Blue Eyes (Origineel: The Who) 
  • Disturbed – If I Ever Lose My Faith In You (Origineel: Sting) 
  • Blink-182 – Another Girl Another Planet (Origineel: The Only Ones) 
  • Five Finger Death Punch – Bad Company (Origineel: Bad Company) 
  • Joan Jett & The Blackhearts – I Love Rock ‘N Roll (Origineel: The Arrows) 
  • Shinedown – Simple Man (Origineel: Lynyrd Skynyrd) 
  • The Smashing Pumpkins – Landslide (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Tenacious D – The Last In Line (Origineel: Dio) 
  • Led Zeppelin – Dazed and Confused (Origineel: Jake Holmes) 
  • Billie Joe Armstrong, Green Day – Kids in America (Origineel: Kim Wilde) 
  • Disturbed – Land of Confusion (Origineel: Genesis) 
  • The Interrupters – Bad Guy (Origineel: billie eilish) 
  • Alanis Morissette – King of Pain (Origineel: The Police) 
  • Kula Shaker – Hush (Origineel: Joe South) 
  • NOFX – Thatcher Fucked the Kids (Origineel: Frank Turner) 
  • Pearl Jam – Rockin’ in the Free World (Origineel: Neil Young) 
  • No Doubt – It’s My Life (Origineel: Talk Talk) 
  • George Harrison – Got My Minds Set On You (Origineel: James Ray) 
  • Venice Sunlight – Flagpole Sitta (Origineel: Harvey Danger) 
  • Tim Akkerman – Nemo (Origineel: Nightwish) 
  • Miley Cyrus – Heart of Glass (Origineel: Blondie) 
  • Frank Turner – Falling in Love (Origineel: NOFX) 
Muziek / Achtergrond
special: Spotify-playlist van onze muziekredactie

8WEEKLY Playlist: Steengoede covers

Soms kiezen artiesten ervoor om de kunst af te kijken bij de buren. Zo coveren popsterren van tijd tot tijd nummers van hun rock buren, en andersom. Het resultaat is vaak verrassend, en soms zo succesvol dat de cover het origineel ver overstijgt in verzamellijsten als de Top2000. Natuurlijk betekent dit niet dat alle covers beter zijn dan het origineel, maar dit is wel een goede reden om eens stil te staan bij een aantal steengoede covers. 

 

 

Wederzijds gecoverd: Frank Turner en NOFX

Dat singer-songwriter en punkrocker Frank Turner niet vies is van een cover, dat weten zijn fans wel. Bij live optredens covert hij graag zijn eigen favorieten, waaronder “Somebody To Love” van Queen en “Dancing Queen” van ABBA. Zijn persoonlijke helden die meer in zijn eigen genre vallen passeren natuurlijk ook de revue, waaronder Blink-182 en NOFX. Met laatstgenoemde wist Turner er een volledig album uit te halen, waar de artiesten elkaar coveren. Op het album West Coast vs. Wessex uit 2020 covert Turner enkele hits van NOFX, waaronder “Bob” en “Falling In Love”, maar worden zijn eigen hits waaronder “Thatcher Fucked the Kids” gecoverd door de Amerikaanse punkers van NOFX. Het wordt een ware inception op YouTube bij de videoclip van Bob (in Turners’ versie), waar in de videoclip de leden van NOFX verkleed gaan en acteren als Frank Turner en zijn band. Benieuwd hoe de andere nummers klinken? Die zijn te vinden in onze nieuwste playlist! 

Punkversies van diva’s

Dat de zanger van NOFX, Fat Mike, ook van covers houdt is niet vreemd: hij is bassist bij de punkcoverband Me First and the Gimme Gimmes. Deze supergroep bestaat uit leden van verschillende punk- en rockbands, waaronder Lagwagon, Foo Fighters en Swingin’ Utters. De band ontstond als hobbyproject van de leden en speelt alleen covers van andere nummers. Zes studioalbums later kunnen we wel stellen dat dit hobbyproject in de categorie “uit de hand gelopen hobby” valt. Het zesde album Are We Not Men? We Are Diva! focust zich, zoals de titel al kenbaar maakt, op diva’s. Ze coveren (bijna alleen) bekende zangeressen die volgens hun in de categorie diva vallen, dus zangeressen als Barbra Streisand, Madonna en Cher ontbreken zeker niet. Waarom bijna alleen zangeressen? De Britse zanger Boy George van Culture Club kan ook rekenen op een dikke knipoog en wordt ook gecoverd op dit album. Benieuwd hoe “Straight Up” van Paula Abdul klinkt als punk nummer? Ook deze hit is te vinden in de nieuwe playlist.  

Disturbed: groter dan het origineel

Het is elk jaar weer een spannende strijd: welke versie van “The Sound Of Silence” zal dit jaar hoger eindigen in de Top2000? Jarenlang stond het origineel van Simon & Garfunkel het hoogst, maar sinds 2019 staat de versie van Disturbed hoger dan het origineel. Hoewel “The Sound Of Silence” ongetwijfeld de bekendste cover van Disturbed is, hebben ze al een jarenlange traditie waar ze op elk album een cover plaatsen. Vaak pakken ze een oude hit en verhogen ze daarvan het tempo én maken ze het iets agressiever. Eerdere nummers die al een ware Disturbed transformatie hebben ondergaan zijn “If I Ever Loose My Faith In You” van Sting en “Land Of Confusion” van Genesis, beiden te vinden in de nieuwste playlist. 

Naast de covers van Frank Turner, NOFX, Me First and the Gimme Gimmes en Disturbed staan er nog vele andere rockcovers op je te wachten in de nieuwste playlist van 8WEEKLY. Veel luisterplezier! 

  • Disturbed – The Sound of Silence (Origineel: Simon and Garfunkel) 
  • Apocalyptica, Till Lindemann – Helden (Origineel: David Bowie) 
  • Me First and the Gimme Gimmes – Straight Up (Origineel: Paula Abdul) 
  • Floor Jansen, Henk Poort – Phantom of the Opera  
  • Apocalyptica, Nina Hagen – Seemann (Origineel: Rammstein)
  • The Cranberries – Go Your Own Way (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Guns N’ Roses – Knockin’ On Heaven’s Door (Origineel: Bob Dylan) 
  • Green Day – Working Class Hero (Origineel: John Lennon) 
  • The Struts – Dancing In The Street (Origineel: Martha Reeves and the Vandellas) 
  • Maneskin – Beggin’ (Origineel: Frankie Valli and the Four Seasons) 
  • The Ataris – The Boys Of Summer (Origineel: Don Henley) 
  • Red Hot Chili Peppers – Higher Ground (Origineel: Stevie Wonder) 
  • Chris Cornell – Watching The Weels (Origineel: John Lennon) 
  • Limp Bizkit – Behind Blue Eyes (Origineel: The Who) 
  • Disturbed – If I Ever Lose My Faith In You (Origineel: Sting) 
  • Blink-182 – Another Girl Another Planet (Origineel: The Only Ones) 
  • Five Finger Death Punch – Bad Company (Origineel: Bad Company) 
  • Joan Jett & The Blackhearts – I Love Rock ‘N Roll (Origineel: The Arrows) 
  • Shinedown – Simple Man (Origineel: Lynyrd Skynyrd) 
  • The Smashing Pumpkins – Landslide (Origineel: Fleetwood Mac) 
  • Tenacious D – The Last In Line (Origineel: Dio) 
  • Led Zeppelin – Dazed and Confused (Origineel: Jake Holmes) 
  • Billie Joe Armstrong, Green Day – Kids in America (Origineel: Kim Wilde) 
  • Disturbed – Land of Confusion (Origineel: Genesis) 
  • The Interrupters – Bad Guy (Origineel: billie eilish) 
  • Alanis Morissette – King of Pain (Origineel: The Police) 
  • Kula Shaker – Hush (Origineel: Joe South) 
  • NOFX – Thatcher Fucked the Kids (Origineel: Frank Turner) 
  • Pearl Jam – Rockin’ in the Free World (Origineel: Neil Young) 
  • No Doubt – It’s My Life (Origineel: Talk Talk) 
  • George Harrison – Got My Minds Set On You (Origineel: James Ray) 
  • Venice Sunlight – Flagpole Sitta (Origineel: Harvey Danger) 
  • Tim Akkerman – Nemo (Origineel: Nightwish) 
  • Miley Cyrus – Heart of Glass (Origineel: Blondie) 
  • Frank Turner – Falling in Love (Origineel: NOFX) 
Theater / Voorstelling

Het boeiende leven van een legendarische danser

recensie: Recensie: première Nureyev - Jan Kooijman
Jan Kooijman danst in NureyevAnnemieke van der Togt

Geboren in een rijdende trein, achterna gezeten door de KGB en uiteindelijk gevlucht van de beknellende Sovjet-Unie naar het vrije Frankrijk: het leven van danser Rudolf Nureyev (1938-1993) klinkt als een spannende roman. Niet gek dat hij onderwerp was van boeken, documentaires en een film. In Nureyev brengt Jan Kooijman de legendarische danser tot leven in het theater.

De meeste mensen zullen Jan Kooijman kennen als presentator van programma’s als So You Think You Can Dance, Dance Dance Dance en Hij, Zij, Hen. Als acteur verkreeg hij naamsbekendheid in GTST en verscheen hij in films als Verliefd op Ibiza en Hartenstraat. Voor zijn overstap naar televisie en film was hij jarenlang actief als danser bij het Scapino Ballet. In Nureyev gaat hij terug naar zijn roots als danser en keert hij terug in het theater in deze serieuze en complexe rol. Hierbij wordt hij vergezeld door de twee jonge dansers Kiran Gezels en Nehanda Péguillan.

Een bijzondere repetitie

In het stuk zien we Nureyev op 54-jarige leeftijd werken aan zijn zwanenzang: het choreograferen van een nieuwe versie van het ballet La Bayadère voor de Opéra in Parijs. Hij lijdt al enkele jaren aan AIDS en zijn gezondheid wordt steeds zwakker. Hij onderbreekt tijdens een woede-uitbarsting de repetitie en stuurt het gezelschap weg, alleen de hoofdrolspelers dienen te blijven. Hij vertelt over het beroemde ballet, over de verboden liefde tussen strijder Solor en tempeldanseres Nikiya. Hij sommeert de dansers om meer te voelen tijdens het dansen, in plaats van alles alleen perfect uit te voeren.

Jan Kooijman acteert in Nureyev

Een fascinerende levensgeschiedenis

Nureyev begint vervolgens snel te vertellen over zijn bijzondere leven. Van het moment dat hij verliefd werd op het ballet tijdens een bezoek aan een voorstelling van Song of the Cranes tot het intense verzet tegen zijn ziekte. Vanaf het begin van de voorstelling wordt verwezen naar het meest bepalende moment in zijn leven: zijn vlucht naar Frankrijk. Nureyev is in Parijs voor optredens met het Mariinsky Ballet en wordt continu gevolgd door de KGB. Hij moet terug naar de Sovjet-Unie, maar weigert. In een steriele witte ruimte neemt hij het besluit om asiel aan te vragen in Frankrijk, waarna een indrukwekkende balletcarrière in het Westen van start gaat bij onder andere The Royal Ballet. Hij dompelt zich al snel onder in een losbandig leven vol feesten, maar komt altijd terug bij zijn grote liefde, de Deense danser Erik Bruhn.

Knap uitgevoerde monoloog mist soms diepgang

Kooijman levert een zeer knappe prestatie door de 80 minuten durende monoloog foutloos voor te dragen. Hij laveert overtuigend tussen de gefrustreerde, zieke man en het jonge feestbeest. Zelfs dialogen weet hij in zijn eentje levendig te maken voor de toeschouwer. Kooijman heeft echter soms moeite om het opvliegende en narcistische karakter van Nureyev geloofwaardig neer te zetten. De tekst van Allard Blom is daarbij niet altijd even ondersteunend. De focus ligt vooral op een beschrijving van gebeurtenissen en feiten en minder op de emoties en de beleefwereld van Nureyev. Hierdoor heb je niet het gevoel dat je de danser écht leert kennen tijdens deze voorstelling.

Jan Kooijman danst in Nureyev

Mooie combinatie van theater en dans

De voorstelling heeft voldoende vaart en blijft boeien. Wanneer de monoloog langdradig begint te worden, wordt dit afgewisseld door danssegmenten uitgevoerd door Gezels en Péguillan. De choreografie is in handen van Rinus Sprong, een oude bekende van Kooijman uit de tijd van So You Think You Can Dance. Een klassieke choreografie gaat naadloos over in een modernere dans wanneer Péguillan haar spitzen uittrekt. De dansers hebben tijdens de voorstelling geen tekst. Hierdoor fungeren zij als een blank canvas op wie verschillende personages worden geprojecteerd, zoals de dansers van La Bayadère, geliefde Erik Bruhn en vriendin en collega-danser Margot Fonteyn. Kooijman voegt zich sporadisch tussen de dansers, maar voert geen ingewikkelde choreografieën uit. Een goede keuze, aangezien het geloofwaardig ‘nadoen’ van een grootse danser als Rudolf Nureyev wel erg veel uitdaging met zich meebrengt.

Aanrader voor de liefhebber

Nureyev is zonder twijfel een zeer een originele en vernieuwende Nederlandse productie en is een aanrader voor liefhebbers van theater en dans. De monoloog legt veel nadruk op de feitelijke levensloop van de danser, waardoor het geheel soms wat oppervlakkig blijft. Desalniettemin blijft de voorstelling boeien door het vermengen van een monoloog met dansfragmenten. De toeschouwer wordt meegenomen door een indrukwekkende levensgeschiedenis van een van de beste dansers uit de 20ste eeuw én het mooie verhaal van het ballet La Bayadère.

FEHD-CD-Pack-Shot
Muziek / Album

Mac DeMarco brengt album met instrumentale nummers uit

recensie: Five Easy Hotdogs
FEHD-CD-Pack-Shot

Het is altijd de moeite waard als Mac DeMarco met een nieuw werk komt. De laatste keer dat er iets nieuws van hem online kwam was twee jaar geleden en toen week hij flink af van zijn oeuvre. In 2020 releasede hij ‘Enter the Sandman’, een cover van Metallica. Het was echter geen originele interpretatie, maar eerder een vervalsing, die in menig kroeg over de speakers kan dreunen zonder dat iemand het verschil door heeft.

Koning van de Indie

Voor zijn nieuwste album Five Easy Hotdogs lijkt de koning van de indie weer op de gebaande paden te komen. Letterlijk paden, want het hele album is on the road geschreven in de USA en Canada. Alle nummers zijn vernoemd naar de plaatsen waar ze zijn opgenomen. Op een enkele song na, komt er geen vocaal aan te pas. We moeten het louter doen met gitaren, drums, percussie en synths.

Unheimische muzak

Al vanaf het eerste nummer is duidelijk dat de kenmerkende sound van DeMarco weer de boventoon voert. Er zijn de welbekende jangly gitaren, die voelen alsof je in een bedje in de wolken wiegt, de synths die nooit groots en meeslepend worden maar charmant blijven door hun zorgvuldige plaatsing en bijna komische sound, en de warme broeierige sfeer die alles opwekt.

Het dreigt nu en dan te verzanden in een bevreemdende soort muzak. Alsof het een koortsdroom betreft in een wachtkamer ontworpen door David Lynch. Niet gek als je je bedenkt dat touren vooral bestaat uit wachten. Charlie Watts zei eens over zijn samenwerking met de Rolling Stones: ‘worked five years and spent 20 years hanging around’. De uitzichtloosheid van het wachten wordt versterkt door de vele repetitieve frases die de nummers herbergen. Na acht keer hetzelfde thema te horen snak je naar ontwikkeling. Maar die komt niet. En als die komt lijkt het eerder een poging tot een halfslachtige variatie dan een thematische ontwikkeling. Alles lijkt kalmte, controle en orde uit te willen stralen. Toch voelt het eerder unheimisch en desolaat.

Wat mist is een heldere lijn, iets waar ik mij als luisteraar aan vast kan klampen. Er is zelden sprake van een lead die mij meeneemt op deze vreemde roadtrip zonder begin of eind. Zelfs na meerdere luistersessies is er weinig dat blijft hangen in de vorm van een melodie. Zijn het keuzes uit pure verveling, gemakzucht of berusting?

Meta werk

Als luisteraar ben ik op mijn hoede, en tracht ik – wellicht vergeefs – te zoeken naar een diepere betekenis. Het is net geen achtergrondmuziek, maar ook niet iets dat je volledige aandacht vraagt. Makkelijk te eten, maar niet bevredigend, zoals hotdogs bijvoorbeeld. Het lijkt eerder een metawerk waarin de maker ons een spiegel voorhoudt, en ons zodanig bevraagt op wat onze verwachtingen van zijn muziek zijn, en wat hij zelf nog toe te voegen heeft als zijn publiek toch wel weet hoe zijn werk moet klinken.

Het is lastig om dit album op een lijn te zetten met zijn eerdere albums, zoals zijn kopie van ‘Enter the Sandman’. Het lijkt alsof Mac DeMarco een lome parodie heeft geschreven, ditmaal niet op een andere act, maar op zichzelf. DeMarco is zich bewust van de kracht, en tegelijkertijd ook zwakte van zijn oeuvre. Zijn nummers kunnen als easy listening weggezet worden, ook al zingt hij over zware thema’s als de moeilijke relatie met zijn vader, of over zijn drang tot vernietiging in ‘Freaking out the Neighborhood’. Gek genoeg doet het album me wat  dat betreft alleen maar meer verlangen naar het volgende, want DeMarco moet vroeg of laat kleur bekennen en dat kan alleen maar interessanter worden. En hopelijk meer verzadigend.

Boeken / Fictie / Poezie

De mensheid met kleine m

recensie: wonen op de rand van het wonder - Saskia Stehouwer

Saskia Stehouwer behoort tot de kerngroep van de klimaatdichters, een groep Nederlandstalige woordkunstenaars die middels het woord oproept het klimaat te redden. Het thema klimaat is zeer duidelijk aanwezig in Stehouwers recentste bundel wonen op de rand van het wonder. Dit toont zich al in de afwezigheid van hoofdletters in de hele bundel, als om de mensheid met kleine m eens wat perspectief te bieden over haar belangrijkheid. Naast klimaat hebben ook thema’s als liefde en (interpersoonijke) verbondenheid een plek in deze bundel 

wonen op de rand van het wonder komt wat moeizaam op gang. Het ontbreken van ritme en de soms schurende regelafbrekingen vragen enige gewenning. Ook op stilistisch vlak lijkt er soms iets te wringen. Veel mooie vondsten gaan wat verloren in gedichten die net niet strak genoeg zijn en waarin de beeldspraak matig tot flauw is. Stehouwer gebruikt regelmatig de truc de ene beeldspraak in de andere te laten overvloeien – iets wat niet altijd even goed werkt.  

‘Niet zwichten voor de stomping’

Zo is ‘wij die hier op een houtje bijten / dat kromtrekt van ons speeksel / plaatsen vraagtekens rond onze woorden / tot ze gaan liggen’ iets te veel van het goede en klinkt ‘onze blik laten liggen in de handen van de ander / om ons verhaal te kunnen dragen’ wel mooi, maar ook een beetje hol. Hetzelfde geldt voor ‘we zijn alleen met deze liefde / die in de zon om ons heen rent / ze is gelijk aan andere liefdes / die als nomaden de wereld doorkruisen’. In dit beeld is plots ook weinig terug te vinden van de verbinding die in de rest van de bundel zo goed wordt vastgehouden. 

Stehouwer weet in deze bundel echter ook ten overvloede aan te tonen waar ze goed in is: het omschrijven van hoop in krachtige beelden. De hoop op een leven na menselijke passage omschrijft ze schitterend in het beeld van gras dat zich weer opricht nadat er over gelopen is. Ze beschrijft ook heel mooi hoe ze voor haar activisme kracht put uit verbondenheid met anderen: ‘niet zwichten voor de stomping / maar met een vinger door het haar / van de ander blijven strijken’. Even verderop in dit gedicht volgt een van de mooiste omschrijvingen van identiteit die ondergetekende al las: ‘alleen zo blijft het draaglijk het geweld dat ons / kan overspelen alleen zo komt het in beweging / gedragen door wie je bij elkaar hebt geleefd’. Ook in de dierenwereld vindt ze inspiratie om ons denken over de wereld te wijzigen, wanneer ze omschrijft hoe een krab niet vooruit denkt, maar om zich heen.  

Verdwaalde man

wonen op de rand van het wonder bestaat uit vijf cyclussen van gedichten. Behalve bij de cyclus voer voor het vuur, waarin alle gedichten vanuit het perspectief van een niet-menselijk organisme worden geschreven, is het nergens echt duidelijk waarom bepaalde gedichten tot een welbepaalde cyclus moeten behoren. Dat is meteen ook een van de grootste bezwaren. De bundel voelt meer aan als een samenraapsel van eerder geschreven gedichten (veel van de gedichten in de bundel verschenen eerder al op andere plekken) met min of meer gelijkaardige thema’s dan als een bewust gecomponeerd geheel.  

In de vierde cyclus staat bijvoorbeeld een aandoenlijke passage te lezen over een man die zichzelf kwijt is en van zijn buurman te horen krijgt dat hij laatst gezien werd bij de slager. Het blijft helaas onduidelijk wat deze man in dit gedicht, en bij uitbreiding in deze bundel, komt doen. De man lijkt in al zijn verwarring kortstondig in een verkeerde bundel te zijn beland. Jammer, want het is een passage die naar meer doet verlangen.  

De gedichten in de reeks voer voor vuur werden overigens geschreven bij tekeningen van de Belgische dichter en illustrator Lies Van Gasse. Het is jammer dat de lezer in deze bundel slechts het eindresultaat van die wisselwerking te zien krijgt. De tekeningen van Van Gasse zouden absoluut een meerwaarde vormen bij deze cyclus, die tot de beste van de bundel behoort. 

De moed om door te gaan

Hoewel haar gedichten op papier niet altijd even goed werken, is Saskia Stehouwer de dichter die je je wenst wanneer je al uren loopt te klimaatmarsen. Haar woorden bieden houvast en gemeenschapsgevoel en haar gedichten kunnen de krop in de keel teweegbrengen die aanzet tot moedig verder marcheren richting verbetering. wonen op de rand van het wonder is een wisselende bundel die omwille van de goede vondsten het lezen zeker waard is. 

 

Expo binnenland

Gedenkwaardige botsingen tussen mens en dier

recensie: Dode dieren met een verhaal
Het Natuurhistorisch

Het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam heeft een verrassende verzameling dieren in haar collectie. Naast uitgestorven diersoorten en de keurige exemplaren ter documentatie van de biodiversiteit, bevinden er zich dieren die beroemd zijn geworden om hun noodlottige einde. In de kleine tentoonstelling ‘Dode dieren met een verhaal’ vertelt een handjevol opgezette dieren onder wat voor omstandigheden zij stierven.

In eerste instantie is het een grappig gezicht: een musje naast een rij dominostenen, of een egel met zijn kop in een McFlurry beker. De welbekende gele ‘M’ met de spreuk I’m lovin’ it duidelijk zichtbaar op de verpakking. De kennismaking van schuwe bosbewoners met de bewoonde wereld is bijna cartoonesk, totdat je beseft hoe gruwelijk deze ontmoeting voor de dieren afliep. Zo blijkt het musje de beruchte Dominomus te zijn, die in 2005 een evenementenhal in Leeuwarden binnenvloog. Hij fladderde 23.000 dominostenen omver, die er voor het televisieprogramma Domino Day geplaatst waren en werd doodgeschoten om verdere ‘sabotage van de recordpoging’ te voorkomen.

Onschuldige uitvindingen met fatale gevolgen

Mensen hebben de wereld zo ingericht dat ze voor ons zo praktisch en veilig mogelijk is. Er zijn kooktoestellen en waterkranen,  maar ook glazen ruiten en elektriciteitsleidingen. We houden er niet altijd rekening mee dat bepaalde uitvindingen het dodental opdrijven onder andere aardbewoners. De dieren in deze tentoonstelling drukken je met de neus op de feiten.

Zo kwam de McFlurry-egel om het leven omdat hij, net zoals veel mensen, een zwak had voor de ijsjes van de McDonalds. Met zijn hoofd paste hij precies door de smalle opening aan de bovenkant van de beker. Toen hij was uitgegeten bleef hij, net zoals veel van zijn soortgenoten, achter de plastic kraag hangen en verhongerde. Behalve de egel liggen er nog andere dieren wiens contact met plastic afval fataal afliep. Opeens wordt je bewust van de keren dat je zelf achteloos iets hebt weggegooid. Jezelf toen wijsmakend dat het voor deze ene keer geen kwaad kon.

Enthousiaste verzamelaars

Wat opvalt is de trots waarmee het Natuurhistorisch Museum de dieren presenteert. Het museum moet er flink voor lobbyen en soms concurreren met souvenirjagers die dieren opsporen voor hun persoonlijke collectie. Veel dieren zijn grootscheeps in het nieuws geweest waardoor ze op de radar van enthousiaste verzamelaars verschijnen.

De dertienjarige Christoph van Ingen bijvoorbeeld, ontdekte in 2018 een ingevroren ijsvogel in het ijs van een sloot in Oostzaan. Hij was waarschijnlijk op zoek naar vissen, die door de vorst onbereikbaar waren, en is door de honger overleden. Nadat de jongen zijn vondst op sociale media had gedeeld, kwamen er al snel andere mensen op af. Uiteindelijk zaagde hij de vogel uit het ijs om te voorkomen dat hij door iemand werd meegenomen. Hij borg hem op in zijn vriezer. Uit dit, en andere verhalen in de tentoonstelling, blijkt de brede belangstelling voor het lot van dieren in de moderne samenleving.

Prettige afwisseling

De onconventioneel opgezette dieren in ‘Dode dieren met een verhaal’ vormen een prettige afwisseling met de andere dieren uit de vaste collectie. Ze zijn opgezet zoals ze zijn gevonden en niet op een manier waarop ze weer levend lijken. Het is jammer dat het een toch betrekkelijk kleine tentoonstelling is, die zich direct achter de ingang in de hal van het museum bevindt. Het is er al snel druk en krap omdat iedereen via die route moet om de rest van het museum te kunnen bekijken. Dit nodigt er niet toe uit om lang te blijven kijken.

Desondanks is de tentoonstelling in combinatie met de rest van het museum een bezoek waard. In de vaste opstelling zijn de skeletten van een mammoet en een sauriër te bewonderen, en fossielen van schelpen, zee-egels en haaientanden. Daarnaast staat er in de torenkamer het skelet van de in 1998 overleden olifant Ramon uit Diergaarde Blijdorp.

Tot en met 12 maart 2023 zijn er dan ook nog de röntgenfoto’s te zien die medisch specialist Arie van ‘t Riet maakte om de geheimen van de dierlijke anatomie bloot te leggen. Alles bij elkaar kun je in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam heerlijk een aantal uur genieten van wat de natuur allemaal te bieden heeft.

McFlurry egel – Het Natuurhistorisch

Dode dieren met een verhaal
Natuurhistorisch Museum Rotterdam
Onderdeel van de vaste collectie (altijd te zien)

Kunst / Expo binnenland

Hoe een jongen uit Delfshaven opklom tot de Parijse avant-garde

recensie: Kees van Dongen - Singer Laren

Met dit klassieke verhaal over hoe een jongen ‘met een krijtje in de hand’ naar Parijs trok en wereldberoemd werd, heeft het Singer museum in Laren een ware publiekstrekker gevonden. Maar is dat terecht? T/m 7 mei in Singer Laren.

 

Stelt u zich voor. Een willekeurige dinsdagmiddag, kwart over drie in een museum. Uitgestorven? Niet in Singer Laren. Keuvelende pensionado’s in bonte truien, met kleurige brilmonturen trekken en masse aan het oog voorbij.

Het lijkt erop dat het Singer met Kees van Dongen een ware publiekstrekker is geworden. Maar is dat terecht? Kort gezegd: ja. Met een charmant verhaal over hoe een jongen uit Delfshaven opklom tot de Parijse avant-garde weet het museum de aandacht te grijpen, en met de grote variatie aan werken en begeleidende teksten vast te houden.

Armoedige taferelen

Op een bepaald punt van zijn leven zat Van Dongen dan wel in een sjiek atelier mondaine vrouwen te schilderen terwijl het neusje van de Parijse avant-garde op bezoek kwam, maar ooit was hij een idealistische kunstenaar met een voorliefde voor armoedige taferelen en de zelfkant van het leven. We zien hoeren uit de Zandstraatbuurt in Rotterdam, armoedzaaiers en een loensende clown (Vieux clown, 1910). Een vrouw die zittend op de grond een schedel in de ‘ogen’ kijkt na een bepaalde hoeveelheid absint (Absintdrinkster, 1902). Maar ook Guusje, zijn eerste vrouw, met hun dochtertje (Ma Gosse et sa mère, 1907).

Daarnaast bleek Van Dongen niet vies van een kritische houding. Zo illustreerde hij in 1902 satirisch tijdschrift Ware Jacob, waarin onder andere op een strand met lijken een muilezel te zien is die ‘Wat zijn menschen toch stomme beesten,’ zegt.

Voor hij schilder werd, was Van Dongen een fanatieke tekenaar, die schilderen als inkomstenbron volgens de museumcatalogus zag als ‘de luxe dienen […] in een tijd dat armoede je overal omringt.’ Hij werkte liever ‘voor het volk in zijn geheel’ in plaats van voor ‘enkele gelddieven.’ Dezelfde filosofie als de gemiddelde graffitikunstenaar van nu dus.

Grote ogen

Kees van Dongen, Lieuses | Schovenbindsters, 1905, olieverf op doek, 37,5 x 45 cm, particuliere collectie, c/o Pictoright Amsterdam 2023

Schilderde Van Dongen dan eerst helemaal niet? Nou, zeker wel. Van een pittoresk Hollands schip op De Voorhaven (Zondag) uit ca.1895, naar de Van Gogh-achtige Schovenbindsters (1905) in een Frans korenveld. En Deux jeux (1911), die elke Kees van Dongen-leek zou herkennen aan de typische verfstreken, het kleurgebruik en vooral: de bijzonder grote ogen die de afgebeelde vrouw heeft.

Opvallend is het schilderij van Jack Johnson, de eerste zwarte wereldkampioen zwaargewicht boksen. Volgens het bijschrift in de expositie braken er in de VS raciale rellen uit waarbij veel doden vielen toen Johnson in 1910 de heersende wereldkampioen James J. Jeffries versloeg. Van Dongen kwam Johnson tegen in Parijs in 1914 en schilderde hem dat jaar naakt en met hoge hoed en wandelstok in de hand (Jack Johnson, circa 1914).

Kees van Dongen, L’Écuyère | Acrobate op paard, ca. 1906
olieverf op doek, 73,7 x 100,4 cm, particuliere collectie, Bremen, c/o Pictoright Amsterdam 2023

Aan het einde van Kees van Dongen heeft de bezoeker zoveel verschillende stijlen en werken gezien – had ik al Acrobate op paard uit 1906 genoemd, waarmee hij een ‘dialoog met Picasso’ aanging? – dat even bijkomen geen overbodige luxe is. Gelukkig zijn daar de open haard, het bier en de borrelplank van het Singer, dat naast een beeldentuin ook één van de gezelligste museumcafés heeft.

 

 

Catalogus ‘Kees van Dongen – De weg naar Succes’
Auteur: Anita Hopmans
Gebonden boek, 192 pagina’s met 125 illustraties
SKU: 12682
29,95

 

Kunst / Expo binnenland

Van Eeden volgt Van Gogh

recensie: De Haagse Gasfabriek: Van Eeden & Van Gogh

Marcel van Eeden heeft zich laten inspireren door de tekening Gasfabriek van Vincent van Gogh. Hij vond hem onheilspellend en wilde op de plek waar Van Gogh de tekening maakte op zoek naar de genius loci, ofwel de geest die op die plaats hangt. In De Mesdag Collectie in Den Haag toont Van Eeden zijn onderzoeksproces en zes grote houtskooltekeningen. De tentoonstelling is droomachtig en actueel, maar houdt wel een verlangen over naar meer.

Al dertig jaar lang is Van Eeden bezig met tekeningen. Vaak in zwart-wit; met houtskool, potlood of krijt als materiaal. Meer dan eens zit er een verhalend element in, gebruikt hij tekst naast beeld, en heeft het iets weg van een graphic novel. Voor zijn onderwerpen kiest hij geregeld voor een raadselachtige en obscure inslag. De kunstenaar werkt aan de hand van gevonden beelden en alleen met fotomateriaal van voor zijn tijd. Van Eeden noemt dit een onderzoek naar het niet-bestaan. Hij vindt het interessant hoe een levend organisme zich kan bezighouden met het niet-leven. Dit is voor hem als een droom.

Van Gogh achterna

In 1881 verhuisde Vincent van Gogh naar Den Haag vanwege het gunstige kunstklimaat en kreeg een betaalde opdracht van zijn oom Cor. Deze vroeg hem een aantal stadsgezichten te maken. Van Gogh maakte toen onder andere de tekening Gasfabriek. Zijn eerste betaalde opdracht en vooruitstrevend in de kunst, omdat kunstenaars niet vaak het onderwerp industrie uitkozen. Een houtdruk van Gustave Doré, over de ellendige omstandigheden in een Londense gasfabriek, had hem geïnspireerd. Van Gogh wilde een vergelijkbaar onderwerp zoeken in Den Haag.

Van Eeden komt zelf uit de Hofstad en zijn appartement ligt vlakbij het terrein waar de gasfabriek ooit heeft gestaan. Nu is alleen nog het kantoorgebouw overgebleven en ligt er een stadspark. Bij de voorbereiding voor deze tentoonstelling heeft hij een grondig vooronderzoek gedaan. Dit wordt ook vertoond bij de expositie. Er zijn krantenknipsels uit het jaar 1882, archiefmateriaal over de gasfabriek, achtergrondinformatie over de tekening van Van Gogh en hij heeft een fotoserie gemaakt op de plek waar de gasfabriek stond. Bij het onderzoek worden parallellen met vandaag getrokken over gas als brandstof en Rusland als agressor richting Europa.

Droom wordt nachtmerrie

De expositie bevat naast het onderzoek zes grote houtskooltekeningen. Deze zijn geconstrueerd vanuit archiefbeelden van de fabriek en Van Eeden heeft er een geheel van gemaakt. Ze lijken op ansichtkaarten waar het jaartal en locatie op zijn gekrabbeld; als een bericht – en misschien wel waarschuwing – uit het verleden. In een begeleidend filmpje vertelt de kunstenaar dat zijn tekeningen een droomachtig karakter hebben door de zwarte kleuren en omdat het formaat je de mogelijkheid geeft om het werk ‘in te stappen.’

Ook de foto’s uit zijn onderzoek ademen een droomachtige sfeer, mede door de, wollig-makende, fototechniek gomdruk. Samen met de grote houtskooltekeningen creëren ze een onpasselijke droom waar het onheil achter elke hoek kan schuilen. Waar hij ons, net als Van Gogh, laat nadenken over de gasindustrie, en de consequenties die hier aan vastzitten.

Langlopend verhaal

Gezien de hoeveelheid beelden die Van Eeden normaal altijd maakt, smaakt de tentoonstelling echter wel naar meer. Alsof dit de start is van een langlopend verhaal dat over meerdere decennia uitgesmeerd kan worden. Wellicht dezelfde tijdsspanne die de mensheid van het gas af wil komen.

Marcel van Eeden houdt ons een spiegel voor over de huidige politieke situatie en de energieproblemen die hieruit ontstaan en doet dat in een interessante dialoog met één van Nederlands grootste kunstenaars.

Boeken / Fictie

Seks en vergankelijkheid

recensie: Hormonen in de nacht - Lu Min

Met Hormonen in de nacht levert de Chinese schrijfster Lu Min een lijvige verhalenbundel af waarin ze slices of life beschrijft uit het veelal alledaagse leven van veelal alledaagse mensen. De bundel zit vol goede vondsten, maar de uitwerking en stijl van de verhalen laat regelmatig te wensen over. 

Een pruikenverzameling en een slechte nacht

De onderwerpen van Lu Mins verhalen getuigen van haar goede oog voor kleine, maar originele situaties. Er is Het verhaal van Xu’s eend waarbij een overleden eendenverkoper vertelt hoe hij zich wilde wreken op de winkelmanager die met zijn vrouw naar bed ging. Hij liet zich door de manager overtuigen op zijn beurt met diens vrouw naar bed te gaan, maar wanneer de vrouw van de manager nogal apathisch blijft onder het hele gebeuren loopt de wraak van de man op bevreemdende wijze uit de hand. Een ander verhaal gaat over het sneeuwbaleffect aan gebeurtenissen dat door een doordeweeks pesthumeur kan worden veroorzaakt: een poortwachter die een nacht uit zijn slaap wordt gehouden door ruziënde buren weigert een sergeant die anders altijd gratis mag parkeren de toegang tot de parking. Uit verveling en colère besluit de sergeant zijn ochtend een andere invulling te geven en weer een derde een lastig dagje te bezorgen.  

Lu Min heeft oog voor grappige en herkenbare details. Ze voert een chef Administratie op die “relatief moeilijk herkenbaar” is, omdat ze haar dunner wordende haar compenseert met steeds een andere pruik. In Het verhaal van Xu’s eend laat ze de verteller een sigaret opsteken waarvan hij uit pure geilheid en verwarring vergeten is hoe hij ze moet roken. Naast die rake observaties, komen in Mins verhalen ook regelmatig vage beschrijvingen en mislukte metaforen voor. Iemand kijkt op zijn horloge “alsof hij het ding verafschuwde en tegelijkertijd blij was dat hij het had.” Een ander verandert iets in zijn houding en lijkt opeens “iets losser, of iets stijver”. Een vergadering die op haar einde loopt wordt dan weer zonder verdere toelichting vergeleken met een “aubergine, komkommer of iets dergelijks” waarvan de lijnen stilaan bij het einde, aan het steeltje zitten.  

Haast en spoed

In bijna alle verhalen speelt het verstrijken van de tijd een belangrijke rol. Er wordt gerefereerd aan de leeftijd die alle ijdelheid ten spijt groeven in voorhoofden ploegt en borsten met de zwaartekracht laat kennismaken. Er is de tijd die aftelt richting de dood en die genadeloos blijft verdergaan na het overlijden van een dierbare. Dit verbeeldt Min mooi in De paradijstuin waarin Fuma na het overlijden van zijn grootvader de tijd uitzit, gefascineerd door de draaiende getalletjes op de timer van zijn nieuwe telefoon. En er is de tristesse, door de kunstenaar uit het titelverhaal samengevat als het gevoel dat je niets meer voor de eerste keer kan meemaken wanneer je ouder bent.  

De tijd is ook aanwezig in de manier waarop Min haar vertellers aan het woord laat. Zelfs de dode eendenverkoper geeft aan geen tijd te willen verdoen aan details die niet bij het verhaal horen. Doordat deze haast zeer expliciet aan de lezer wordt meegedeeld krijgt het iets irritants en opzichtigs. Wanneer een personage je vertelt dat je de ingekorte versie van een verhaal te horen krijgt, lijkt dat meer op luiheid van de auteur dan op haast van het personage. 

Bij het lezen rijst regelmatig de vraag waarom deze verhalenbundel niet werd samengevoegd tot één verhaal. Min voert steevast gelijkaardige personages op. Zo is er bijna altijd een jonge jongen die volledig afgesloten is van de buitenwereld, omdat hij autistisch is, op zijn telefoon zit te spelen of voortdurend ligt te slapen. Een ander archetype dat ze opvoert is dat van de vrouw die op zoek gaat naar mannelijke aandacht, ofwel omdat ze zich niet kan neerleggen bij haar veranderende uiterlijk ofwel omdat ze net recent een glow-up heeft gehad. Veel vrouwen in dit boek trouwen uiteindelijk met een rijke of succesvolle man die veel van huis is en mogelijk affaires heeft. Deze terugkerende personages en dynamieken zetten aan het denken over de Chinese samenleving en de rollenpatronen daarin, maar leiden er eveneens toe dat de verhalen soms oppervlakkig en de personages karikaturaal lijken.  

Veelheid aan stijlen

De tien verhalen in de bundel Hormonen in de nacht werden vertaald door acht verschillende vertalers. De reden daarvoor wordt in het voorwoord niet gegeven. Lu Min zelf beroept zich in haar bundel op verschillende vertelstemmen en -stijlen. In combinatie met dat brede stijlpalet van de auteur maakt de veelheid aan vertalers dat de bundel soms te gefragmenteerd aanvoelt. Het wordt op die manier erg moeilijk de precieze auteursstem van Min te ontwaren.  

Het is bijgevolg ook moeilijk in te schatten of logge, soms lelijke zinnen – “Fuma’s benen trilden dan een beetje, alsof dat verdwijnende, bijna niet te geloven maar toch werkelijk bestaand hebbende geluksgevoel tegen zijn onderbenen sloeg” – van de auteur komen of een stijlkenmerk van de vertaler verraden. Waar een vertaler bij een goede vertaling gaandeweg onzichtbaar wordt, ontstaat in de veelheid aan vertalers een onmogelijkheid tot gewenning en een wantrouwen ten opzichte van de vertaling.   

Hormonen in de nacht is een verhalenbundel die rijk is aan ideeën en observaties over tijd en de tijdsgeest en over het menselijk doen en laten. Toch waren alle personages en verhaallijnen misschien meer tot hun recht gekomen als ze waren ingekookt tot één verhaal. 

Boeken / Poezie

Leesvoer voor grote dromers

recensie: Je droomt het niet zomaar - Myron Hamming

Myron Hamming (1994) wilde na een topsportcarrière als schaatser iets compleet anders doen. Al snel ontdekte hij dat hij een talent had voor het vertellen van verhalen en daar ook mensen mee wist te inspireren. Inmiddels is Myron uitgegroeid tot stadsdichter van Groningen en heeft hij meegedaan aan de Martin Luther King Spoken Word wedstrijd waarbij hij als derde is geëindigd. Dit jaar komt zijn debuutbundel Je droomt het niet zomaar uit. Een zinnenprikkelend boek vol korte speelse gedichten over de schoonheid van het leven.

Wat direct opvalt is de vormgeving van zijn boek. Je kunt duidelijk zien dat er is nagedacht over een aantrekkelijke lay-out met veel witruimte op de pagina’s. De teksten spreken tot de verbeelding en sluiten aan bij de belevingswereld van jonge ambitieuze mensen. Als lezer word je volledig meegezogen in Myrons gevoelsmatige benadering van het leven en hoe alles met elkaar verbonden lijkt. Dus ook je dromen zeggen soms meer dan je denkt.

Uit het hoofd en in je hart

‘Ik hoop dat je na het lezen van deze gedichten de urgentie van je eigen dromen, de onvervalste liefde voor jezelf en de ander, en het ondoofbare vuur van verlangens door je heen voelt razen. Het na een tussentijd weer terugvindt, of misschien voor een eerste keer ontdekt.’ Zo begint de Groningse Surinaamse artiest Myron Hamming de eerste zinnen van zijn boek. Met zijn expressieve vorm van dichten weet hij direct de aandacht van zijn lezers te pakken. Onderwerpen die aan bod komen zijn liefde, vrijheid en ontwikkeling. Het is werkelijk een feest om doorheen te bladeren. En juist bij jongeren een prachtig middel om in te zetten. Myron laat zien dat je nooit te oud bent om te leren en werpt zichzelf op als voorbeeld. Zijn eigen leerproces staat centraal en ook blikt hij terug op zijn vroegere jeugd. Een van zijn gedichten gaat bijvoorbeeld over de vertrouwensband met zijn ouderlijk huis, waarbij ieder kraakje en piepje een behaaglijk gevoel oproept.

Naast oude jeugdherinneringen worden er ook doelen voor de toekomst gesteld. Een van zijn belangrijkste doelen was het schrijven van dit boek. ‘Als ik een wens mocht doen wat zou het zijn en ik antwoordde een boek, netjes geschreven waarin alles duidelijk werd.’ Inmiddels is het hem gelukt om die wens in vervulling te laten gaan. Daarmee laat Myron de jeugd zien dat dromen wel degelijk uit kunnen komen. Als je maar bereid bent om ervoor te willen werken.

Taalgebruik

Grappig genoeg is Myron zelf dyslectisch maar dat weerhoudt hem er niet van om dag in dag uit met taal bezig te zijn. Zijn korte toegankelijke zinnen zijn recht voor zijn raap en op bepaalde momenten zelfs muzikaal ritmisch. Je gaat erover nadenken en dat allemaal zonder dat het rijmt. Doordat de meeste teksten maar kort zijn, soms alleen een paar losse verdwaalde woorden op papier, ben je zo door het boek heen. Dat maakt de stap om daadwerkelijk aan het lezen te beginnen voor jongeren alleen nog maar kleiner. Natuurlijk is dit boek net zo goed voor volwassenen bedoeld, maar jongeren zijn wat hem betreft de toekomst. Inmiddels is bekend dat de Nederlandse literatuur steeds minder goed verkocht wordt, maar misschien kunnen we daar met deze boeken verandering in brengen.

Of dit boek het hart van iedere poëzieliefhebber zal weten te veroveren is niet zeker. Maar dat zijn woorden een inspiratiebron kunnen zijn voor de huidige jeugd laat dat duidelijk zijn. Myron Hamming is een eigengemaakte woordkunstenaar die onderwerpen uit het gewone dagelijkse leven tot uiting weet te brengen. Zijn frisse blik op poëzie blaast gelijk het stoffige imago van de dichtkunst af.

Boeken / Fictie

Niet voor het slapengaan

recensie: De gevaren van roken in bed - Mariana Enriquez

Wat moet je met een dode baby die je achtervolgt? Omzwachtelen en meedragen. Wat als je favoriete rockster na het album Vlees zichzelf doodt? Hij fluisterde zelf al het antwoord: ‘Drink dan uit mijn ogen.’

Het begint al gelijk in de stijl van het boek. Zoals de personages van Mariana Enriquez verdwijningen meemaken, verdwijnt ook het eerste recensie-exemplaar dat de uitgever mij toestuurde ergens in de verborgen wereld van de posterijen. Zelf zagen zij daar ook wel de symboliek van in. ‘Het is een duister boek maar het boek zelf is blijkbaar ook verduisterd…’, stuurde De Bezige Bij met het tweede exemplaar mee. Ik troost mij met de gedachte dat er nu ergens een bezorger in gestolen pauzemomenten geniet van deze verhalen.

Waar de horror begint

Verdwijningen, vermissingen, bijna elk personage in de verhalen uit deze bundel moet zich tot een gemis verhouden. Al eerder is de lijn getrokken van de geschiedenis van haar geboorteland naar de verhalen van de Argentijnse schrijver. In het laatste verhaal uit de bundel Toen we met de doden spraken, is het essentieel voor de betrokkenen om een vermist familielid of vermiste vriend te hebben. Juist degene zonder trekt aan het kortste eind. Soms wordt Enriquez zelf moe van de politiek in haar verhalen: ‘(…)verdwijningen, dictatuur, politiegeweld, geweld tegen vrouwen, het is onontkoombaar. Maar ik wilde eraan ontsnappen’, vertelde ze eerder op het Edinburgh International Book Festival (link), over een andere bundel met haar verhalen De dingen die we verloren in het vuur (AtlasContact, 2017). Maar zelfs als ze probeert over een van haar vrienden te schrijven, vindt de geschiedenis een weg erin, als planten die maar blijven terugkomen.

De horror is niet iets dat ontstaat wanneer de personages tot leven komen, wanneer het verhaal op gang komt. Het is eerder andersom, in de meeste gevallen is de wereld al verschrikkelijk en zijn de personages daarin terechtgekomen. De verhalen starten daar wanneer de personages in die wereld moeten leven, en dat proberen zo kwaad als dat gaat. Toch lijkt het ze ook goed af te gaan, sommigen althans. Zo gezien zou je het kunnen interpreteren als verhalen over leven in een verschrikkelijk wereld, die angstwekkend veel lijkt op de onze behalve dat de verhalen duidelijker maken waar de horror begint.

Wachten op een doorbraak

In klare zinnen zet Enriquez haar personages snel neer. Binnen enkele alinea’s of een pagina zijn de verhalen op gang gekomen en ontvouwen zich daarna verder. De heldere structuur (begin, midden, wendingen, eind) doet de verhalen tot hun recht komen. Er worden wel dingen achtergehouden en er is genoeg spanning, maar het wordt lezers niet extra moeilijk gemaakt. Misschien juist als tegenhanger voor de inhoud.

De verhalen zijn sterk, stuk voor stuk. Internationaal bejubeld – de bundel haalde de shortlist van de International Booker Prize – maar in Nederland nog niet doorgebroken. Vergeleken met Nederlandse korte verhalen is dit werk anders dan gebruikelijk, er zit meer magie in, meer politiek zonder dat het een aanklacht is, en de opbouw en helderheid zijn anders dan je bij de meeste korte verhalen van Nederlandse schrijvers vind. Hopelijk komt er een heruitgave van haar eerdere verhalen of vertalingen van nieuwe verhalen.

En het gevaar van roken in bed? Lees het boek.