Tag Archief van: 8WEEKLY

Boeken / Fictie

Terug van weggeweest

recensie: In augustus zien we elkaar – Gabriel García Márquez

In 2022 besloten de twee zoons van Gabriel García Márquez om het onvoltooide manuscript van En agosto nos vemos alsnog te publiceren. Het boek is voor García Márquez-aficionado’s een aangenaam en tamelijk onverwacht weerzien met deze Colombiaanse auteur: ook in deze laatste roman zijn veel van de voor zijn werk zo kenmerkende elementen terug te vinden.

In augustus zien we elkaar beschrijft enkele jaren uit het leven van de ongeveer vijftigjarige Ana Magdalena Bach, die elk jaar op 16 augustus naar een (niet bij naam genoemd) eiland terugkeert om gladiolen te brengen naar het graf van haar moeder, die op het eiland begraven ligt. Ook hoopt zij elk jaar een minnaar te vinden met wie zij zich gedurende één nacht kan onttrekken aan haar dagelijks leven in de stad, met man en kinderen. De schone lei waarmee zij elk jaar naar het eiland vertrekt en waarmee zij zichzelf, bij elke nieuwe man, opnieuw kan uitvinden, oefent een aantrekkingskracht op haar uit waaraan zij geen weerstand kan of wil bieden.

De grillen van de liefde

Hoewel Ana Magdalena vreemdgaat, heeft zij geenszins een slechte relatie met haar man: hun nachten samen zijn na al die jaren nog even onstuimig, en haar man is de eerste die ze belt wanneer zij over haar wederwaardigheden op het eiland wil vertellen. Ana Magdalena zit zo duidelijk vol liefde, dat de lezer niet anders kan dan te delen in haar hoop op een succesvolle onenightstand en in haar teleurstelling wanneer weer een van haar avonturen in de soep loopt, bijvoorbeeld wanneer een man haar plotseling twintig dollar betaalt voor de intimiteit die zij ’s nachts met elkaar hebben gedeeld.

De liefde, de rol die aan de liefde is toebedeeld in het schipperen tussen menselijk geluk en ongeluk en de veranderingen in een huwelijk op de langere termijn, zijn belangrijke thema’s die in dit boek, net zoals in veel andere werken uit García Márquez’ oeuvre, tot uiting komen. Een ander, wat subtieler thema, is het raadsel van de moderniteit, waarmee Ana Magdalena herhaaldelijk wordt geconfronteerd. Dat thema kennen we uit Honderd jaar eenzaamheid, maar wordt in dit boek voor het eerst door García Márquez toegepast op het leven in de eenentwintigste eeuw.

Een verrassende stijl

Thematisch gezien past In augustus zien we elkaar dus naadloos tussen García Márquez’ andere boeken. Wat betreft de stijl zijn er wel wat subtiele verschillen met zijn andere werk te ontdekken. Zo ligt het verteltempo in In augustus zien we elkaar duidelijk hoger dan in andere werken van García Márquez, die eerder thema- dan plotgedreven zijn (zoals Liefde in tijden van cholera en De kolonel krijgt nooit post), waardoor het boek leest als een trein.

Ook schrijft de auteur in deze laatste roman in wat concretere, meer onomwonden bewoordingen (voornamelijk wat liefde en seks betreft), wordt er ondubbelzinnig gerefereerd aan literaire bronnen en worden bepaalde anglicismen niet uit de weg gegaan. Door deze opvallendheden doet de roman moderner aan dan veel van García Márquez’ andere werk, maar het betekent ook dat in dit boek niet dezelfde bloemrijke stijl als die van Liefde in tijden van cholera en De herfst van de patriarch terug te vinden is.

Een aangename wederontmoeting voor de García Márquez-liefhebber

De huidige uitgave is een bijzondere: de tekst is een door de uitgever geïntegreerde versie van ‘Versie 5’ van het manuscript, die García Márquez zelf als ‘Gran OK final’ (‘Helemaal en definitief OK’) had aangemerkt en van een latere, digitale versie, waarin hij toch nog wijzigingen had aangebracht op basis van eerdere versies. Het boek bevat fotokopieën van met de hand geredigeerde pagina’s van de schijnbaar laatste ‘Versie 5’. Het manuscript was dus duidelijk nog niet af, waardoor het lastig is om uit te maken welke van bovenstaande vernieuwingen ten opzichte van veel eerder werk intentioneel waren en welke in een later stadium eventueel nog zouden zijn vervangen, als García Márquez ertoe de kans had gehad.

Toch kunnen we deze vraag voor een deel beantwoorden; veel van bovenstaande bijzonderheden uit In augustus zien we elkaar zijn ook terug te vinden in Herinnering aan mijn droeve hoeren, het laatste fictieve werk dat deze auteur bij leven publiceerde. Dat lijkt erop te wijzen dat de enigszins verrassende stijl uit In augustus zien we elkaar niet een eenmalige toevalstreffer was, maar dat García Márquez zijn schrijfstijl ook na een decennialange schrijfcarrière nog altijd toestond te ontwikkelen. En eigenlijk is dat precies wat je zou verwachten bij iemand wiens leven grotendeels in het teken stond van de liefde voor het schrijven en de literatuur.

In augustus zien we elkaar biedt voor de liefhebber van García Márquez’ oeuvre een van harte welkom en ontroerend weerzien. De literaire kwaliteiten van deze grootse auteur, die in zijn verhalen als geen ander de eigenaardigheden van de menselijke psyche weet te vatten, komen ook in dit postuum gepubliceerde werk tot volle glorie. In het tedere en intieme verhaal slaagt García Márquez er ontegenzeggelijk in om, zoals hij al zo vaak heeft gedaan, een karakter te introduceren dat lang in de geheugens van de lezer gegrift zal blijven: dat van een vrouw wier liefde, ultieme menselijkheid en hervonden jeugdige verlangen naar avontuur tot tranen toe weten te roeren.

 

Boeken / Fictie

Terug van weggeweest

recensie: In augustus zien we elkaar – Gabriel García Márquez

In 2022 besloten de twee zoons van Gabriel García Márquez om het onvoltooide manuscript van En agosto nos vemos alsnog te publiceren. Het boek is voor García Márquez-aficionado’s een aangenaam en tamelijk onverwacht weerzien met deze Colombiaanse auteur: ook in deze laatste roman zijn veel van de voor zijn werk zo kenmerkende elementen terug te vinden.

In augustus zien we elkaar beschrijft enkele jaren uit het leven van de ongeveer vijftigjarige Ana Magdalena Bach, die elk jaar op 16 augustus naar een (niet bij naam genoemd) eiland terugkeert om gladiolen te brengen naar het graf van haar moeder, die op het eiland begraven ligt. Ook hoopt zij elk jaar een minnaar te vinden met wie zij zich gedurende één nacht kan onttrekken aan haar dagelijks leven in de stad, met man en kinderen. De schone lei waarmee zij elk jaar naar het eiland vertrekt en waarmee zij zichzelf, bij elke nieuwe man, opnieuw kan uitvinden, oefent een aantrekkingskracht op haar uit waaraan zij geen weerstand kan of wil bieden.

De grillen van de liefde

Hoewel Ana Magdalena vreemdgaat, heeft zij geenszins een slechte relatie met haar man: hun nachten samen zijn na al die jaren nog even onstuimig, en haar man is de eerste die ze belt wanneer zij over haar wederwaardigheden op het eiland wil vertellen. Ana Magdalena zit zo duidelijk vol liefde, dat de lezer niet anders kan dan te delen in haar hoop op een succesvolle onenightstand en in haar teleurstelling wanneer weer een van haar avonturen in de soep loopt, bijvoorbeeld wanneer een man haar plotseling twintig dollar betaalt voor de intimiteit die zij ’s nachts met elkaar hebben gedeeld.

De liefde, de rol die aan de liefde is toebedeeld in het schipperen tussen menselijk geluk en ongeluk en de veranderingen in een huwelijk op de langere termijn, zijn belangrijke thema’s die in dit boek, net zoals in veel andere werken uit García Márquez’ oeuvre, tot uiting komen. Een ander, wat subtieler thema, is het raadsel van de moderniteit, waarmee Ana Magdalena herhaaldelijk wordt geconfronteerd. Dat thema kennen we uit Honderd jaar eenzaamheid, maar wordt in dit boek voor het eerst door García Márquez toegepast op het leven in de eenentwintigste eeuw.

Een verrassende stijl

Thematisch gezien past In augustus zien we elkaar dus naadloos tussen García Márquez’ andere boeken. Wat betreft de stijl zijn er wel wat subtiele verschillen met zijn andere werk te ontdekken. Zo ligt het verteltempo in In augustus zien we elkaar duidelijk hoger dan in andere werken van García Márquez, die eerder thema- dan plotgedreven zijn (zoals Liefde in tijden van cholera en De kolonel krijgt nooit post), waardoor het boek leest als een trein.

Ook schrijft de auteur in deze laatste roman in wat concretere, meer onomwonden bewoordingen (voornamelijk wat liefde en seks betreft), wordt er ondubbelzinnig gerefereerd aan literaire bronnen en worden bepaalde anglicismen niet uit de weg gegaan. Door deze opvallendheden doet de roman moderner aan dan veel van García Márquez’ andere werk, maar het betekent ook dat in dit boek niet dezelfde bloemrijke stijl als die van Liefde in tijden van cholera en De herfst van de patriarch terug te vinden is.

Een aangename wederontmoeting voor de García Márquez-liefhebber

De huidige uitgave is een bijzondere: de tekst is een door de uitgever geïntegreerde versie van ‘Versie 5’ van het manuscript, die García Márquez zelf als ‘Gran OK final’ (‘Helemaal en definitief OK’) had aangemerkt en van een latere, digitale versie, waarin hij toch nog wijzigingen had aangebracht op basis van eerdere versies. Het boek bevat fotokopieën van met de hand geredigeerde pagina’s van de schijnbaar laatste ‘Versie 5’. Het manuscript was dus duidelijk nog niet af, waardoor het lastig is om uit te maken welke van bovenstaande vernieuwingen ten opzichte van veel eerder werk intentioneel waren en welke in een later stadium eventueel nog zouden zijn vervangen, als García Márquez ertoe de kans had gehad.

Toch kunnen we deze vraag voor een deel beantwoorden; veel van bovenstaande bijzonderheden uit In augustus zien we elkaar zijn ook terug te vinden in Herinnering aan mijn droeve hoeren, het laatste fictieve werk dat deze auteur bij leven publiceerde. Dat lijkt erop te wijzen dat de enigszins verrassende stijl uit In augustus zien we elkaar niet een eenmalige toevalstreffer was, maar dat García Márquez zijn schrijfstijl ook na een decennialange schrijfcarrière nog altijd toestond te ontwikkelen. En eigenlijk is dat precies wat je zou verwachten bij iemand wiens leven grotendeels in het teken stond van de liefde voor het schrijven en de literatuur.

In augustus zien we elkaar biedt voor de liefhebber van García Márquez’ oeuvre een van harte welkom en ontroerend weerzien. De literaire kwaliteiten van deze grootse auteur, die in zijn verhalen als geen ander de eigenaardigheden van de menselijke psyche weet te vatten, komen ook in dit postuum gepubliceerde werk tot volle glorie. In het tedere en intieme verhaal slaagt García Márquez er ontegenzeggelijk in om, zoals hij al zo vaak heeft gedaan, een karakter te introduceren dat lang in de geheugens van de lezer gegrift zal blijven: dat van een vrouw wier liefde, ultieme menselijkheid en hervonden jeugdige verlangen naar avontuur tot tranen toe weten te roeren.

 

Film / Films

Levendige actiefilm met de intentie van een politieke boodschap

recensie: Monkey Man (2024) – Dev Patel
Recensie Monkey Man Universal-StudiosFilmdepot

In Dev Patels regiedebuut Monkey Man vertolkt hij zelf de hoofdrol van een wraakzuchtige man. Patel zet een bloederige en vermakelijke actiefilm neer beladen met religieuze en politieke referenties. Een film die de kijker niet helemaal meeneemt in de gecompliceerde en veelal corrupte wereld die India heet.

In Monkey Man volgen we ‘Kid’ (Dev Patel), een getraumatiseerde anonieme einzelgänger met maar één doel: de moord op zijn moeder Neela (Adithi Kalkunte) wreken. Hij woont in de fictieve stad Yatana, die de grote metropool Mumbai symboliseert. Kid komt financieel net rond met zijn gevechten in ondergrondse bokswedstrijden – waar hij een apenmasker draagt. De film begint dan ook met de verwijzing naar het verhaal van Hanuman, de aapachtige Hindoeïstische halfgod. Hanuman staat voor kracht, moed en waarschuwt tegen misbruik van ongebreidelde macht. Gedurende de film blijft de referentie naar de halfgod een rode draad, en zien we Kids personage transformeren.

Groot contrast

Patel schotelt ons bloederige actie voor. Wazige, donkere scènes en rood-paarse lichten dikken het beklemmende gevoel van de onveilige en immense stad aan. Patel bewijst met Monkey Man dat hij zowel rust als chaos kan creëren in zijn scènes. Hij geeft ons een inkijk in de Indiase sloppenwijken en het warme netwerk ervan. Een groot contrast met de toenemende flashbacks van Kid uit zijn jeugd, over hoe hij opgroeide in het bos. Maar achter alle vechtpartijen schuilt een ingewikkeld politiek verhaal.

Onderdrukte minderheden

‘Monkey Man’ heeft het gemunt op politiechef Rana Singh (Sikandar Kher) en vereerde spiritueel leider Baba Shakti (Makrand Deshpande). Jaren eerder ontruimde Singh in opdracht van Shakti het dorpje van Kid, om plaats te maken voor een winstgevend industrieterrein. Inwoners die protesteerden (zoals zijn moeder), overleefden het niet. Onderdrukte minderheden zijn een terugkerend fenomeen in de film, zo ook in India. Zo geven de recent aangepaste Citizenship Amendment Act en National Register of Citizens 200 miljoen moslims in het land minder rechten.

Kritieken op een autoritaire regering

Monkey Man ging afgelopen 19 april 2024 in première, tijdens de start van de Algemene Verkiezingen in India. Meerdere keren bekritiseert Patel politieke leiders en het hindoenationalisme, al doet hij dit niet met naam en toenaam. Hij gebruikt zelfs videobeelden van echte protesten tegen het huidige regime van India onder leiding van de BJP (Bharatiya Janata-partij) en premier Modi. In een interview met de BBC vertelt Patel dat hij sommige nieuwsverhalen uit zijn thuisland niet wil negeren, en iets wilde vertellen aan een publiek dat normaal gesproken niet over zulke onderwerpen zou praten. ‘Een verhaal over de underdogs die de onaantastbare status quo uitdagen.’ De verwijzingen zijn echter zo kort en stokkend, dat ze kracht verliezen en menig kijker kunnen ontgaan. Ze zijn te haastig om de kijker echt mee te nemen. En dan blijft er een vermakelijke ‘John Wick-esque’ actiefilm over.

Kunst / Reportage
special: Galerie Ron Mandos 25 jaar – A Celebratory Exhibition
25 Years of Galerie Ron Mandos - Photo by Benjamin Vanderveen - Shot Number -6Benjamin van der Veen

Een feestje aan de gracht

Galerie Ron Mandos bestaat 25 jaar. Dat willen ze laten weten ook. Het is feest! En wij willen meedoen, want het is een van de meest interessante en dynamische galeries in Amsterdam. De galerie vertegenwoordigt tal van bekende en minder bekende kunstenaars. Uit binnen- en buitenland en ín binnen- en buitenland. Op grote beurzen en in hun eigen galerie aan de Prinsengracht.

 

Diversiteit qua namen, stijlen en landen

Grote namen komen voorbij, zoals Katinka Lampe, Atelier Van Lieshout, Erwin Olaf, Isaac Julien, Remy Jungerman en ga zo maar door. Verschillende stijlen en media worden geëxposeerd en verkocht. Zoals keramiek, nieuwe media, films en installaties, foto’s, schilderijen, beeldhouwwerken en designs. De kunstenaars komen uit de hele wereld: uit Amerika, Curaçao, Australië, Oostenrijk, Maleisië en Slowakije. Ook zijn er kunstenaars aanwezig uit België en Nederland, zowel jong als oud.

Het begint allemaal in Mandos’ eigen huis in Rotterdam. Hij heeft van de bekende Vlaamse curator Jan Hoet afgekeken hoe het anders kan: kunstenaars die in particuliere woningen (Chambres d’Amis, in Gent) hun werk tonen. Nog steeds is de galerie geen standaard witte ruimte, maar groot, transparant en open naar de gracht; mensen kunnen langs lopen en naar binnen kijken.
Eenmaal binnen, kunnen ze zich laten verrassen. Je kunt de kunstwerken van álle kanten, of eens van een andere kant bekijken. En er eventueel met andere bezoekers over praten.

Dialoog

Dat laatste kun je bijvoorbeeld doen tijdens de opening van A Celebratory Exhibition, waar de 36 kunstenaars die Ron Mandos vertegenwoordigt elk twee nieuwe werken tonen. Muziekstukken, die iedere kunstenaar mocht uitzoeken, zorgen voor de samenhang tussen de tentoongestelde werken. Een werk dat inspireert bij het scheppingsproces. Door middel van QR-codes zijn ze te beluisteren.

Wat valt er zoal te zien? Werk van Levi van Veluw en Hans Op de Beeck. Van eerstgenoemde is t/m 25 augustus 2024 een fraaie tentoonstelling te zien in Singer Laren, van Hans Op de Beeck is momenteel ook kunst te zien in Kunsthal KAdE te Amersfoort (nog t/m 28 juli 2024). Of twee glazen vazen met scherven erin van Bouke de Vries. Gebroken kunst die hij weer heeft opgebouwd. Of mediakunst van Geert Mul (Twilight in color). Maar evenzogoed niet-westerse kunst, zoals de geometrische abstractie van de Zuid-Koreaanse kunstenaar Wonkun Jun (Untitled 1). Gekleurde vlakken die ratio en gevoel samenbrengen.

Dat alles in de galerie aan de Prinsengracht: een dialoog tussen de beschouwer en de kunstwerken én, als je geluk hebt, een gesprek met een verzamelaar of kunstenaar.

Kunst / Expo binnenland

Naar eigen zeggen

recensie: Expositie 'Manahahtáanung of Nieuw Amsterdam? Het Inheemse verhaal achter New York'

Vier eeuwen geleden begonnen Nederlandse kolonisten aan de bouw van Nieuw Amsterdam, het huidige New York. In het Amsterdam Museum belichten de nazaten van de verdreven inheemse bewoners van het gebied nu hun kant van het verhaal. Bezoekers worden gevraagd om goed te luisteren.

In 1624 kocht de West-Indische Compagnie bij de monding van de Hudson rivier een stuk land van de inheemse bevolking. Vooral de lucratieve handel in beverpelzen leek een goede reden om daar een Nederlandse vestiging te realiseren. Voor zestig gulden werd de WIC naar eigen idee eigenaar van de zuidelijke punt van het tegenwoordige Manhattan. Een gebied dat de toenmalige bewoners, Lenape indianen, Manahahtáanung noemden en dat vrij vertaald betekent: plaats van de okkernotenbomen. Dat de Lenape geen enkel begrip hadden van het idee van (exclusieve) eigendomsrechten en dachten dat ze het land gewoon zouden delen met nieuwkomers, kwam ze duur te staan.

Verdrijving

Al gauw bouwden de Nederlanders een muur om de Lenape buiten te sluiten; de naam ‘Wall Street’ herinnert nog steeds aan deze afscheiding. En zoals bekend wisten de Nederlandse en andere Europese kolonisatoren wel raad met verdere onteigening en verdrijving van de inheemse bevolking. Waar de Lenape begin zeventiende eeuw een groot aaneengesloten gebied bewoonden in wat nu vijf oostelijke staten zijn, leven ze in 2024 verspreid over tien kleine stukjes land in de VS en Canada. Slechts vier van die tien stukjes zijn officieel erkend, en in alle tien is het leven geen pretje. De circa 20.000 Lenape die het continent nu nog telt, leven vaak in armoede en achterstand en moeten alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat hun cultuur verloren gaat.

Historische objecten en beschrijvingen

Deze brede context krijgt volop aandacht in de expositie Manahahtáanung of Nieuw Amsterdam? Het Inheemse verhaal achter New York. Aan Nederlandse zijde zijn er nog diverse historische objecten om tentoon te stellen. Een brief waarin de WIC triomfantelijk op de hoogte wordt gesteld van de koop van het land; oude geografische kaarten; een kleine replica van het schip ‘De Halve Maen’ waarmee kapitein Hudson – in Nederlandse dienst – in 1609 de baai binnenvoer … Er is wel het een en ander bewaard gebleven.

Exhibition Manahahtáanung or New Amsterdam. Amsterdam Museum. Picture by Mike Bink

Aan de kant van de Lenape ziet het er heel anders uit. Het enige tastbare wat er van de toenmalige Lenape nog is, bestaat uit zeer zeldzame beschrijvingen van anderen, van auteurs met een koloniale bril op de neus. Curiositeit en onbegrip voeren in die beschrijvingen de boventoon. En zoals we weten verandert dat de eeuwen daarna nauwelijks. In de westerse geschiedschrijving blijft het eigen verhaal van de Lenape – zoals van veel meer culturen – vrijwel geheel ondergesneeuwd. De vraag voor het museum en de inheemse vertegenwoordigers was dus: hoe brengen we dat verhaal in 2024 toch tot leven?

Hedendaagse kunst en video’s

De gevonden oplossing bestaat vooral uit presentaties van eigentijdse kunst en video’s waarin vertegenwoordigers van de Lenape vertellen over hun geschiedenis en cultuur. Er zijn bijvoorbeeld kleine, individuele handwerken te zien, allemaal met een eigen verhaal waar je even de tijd voor moet nemen. Of neem de talrijke ‘mixed media’ werken die samen door een Nederlandse en een inheemse kunstenaar zijn gemaakt. De reeks A Phantasmagorical Story of Manhatta Island – een co-productie van patricia kaersenhout en Leonard Harmon – toont de kijker een fascinerende mix van mogelijke en reële geschiedenis van het centrale eiland van New York. Hoe het is en hoe het had kunnen zijn …

Chief Urie Ridgeway. Amsterdam Museum, Françoise Bolechowski

Het verhaal en de cultuur van de Lenape zijn traditioneel alleen mondeling overgeleverd. Deze traditie wordt in de expositie mooi voortgezet en geëerd met video’s waarin vertegenwoordigers van de Lenape de bezoekers toespreken. Dat is niet de gewone run of the mill praktijk in musea natuurlijk, maar in veel opzichten een keuze die helemaal bij het onderwerp past. Dit vraagt wel een bepaald luisterend vermogen. Zo duurt de introductievideo van Chief Urie Ridgeway, leider van de Nanticoke Lenape Nation, al vijftig minuten. Maar dan krijg je ook wel wat te horen. Hij vertelt bijvoorbeeld wat hem is overgeleverd van de kolonisatie en het verzet ertegen, hoe het huidige bestaan van de Lenape eruit ziet, en hoe de gemeenschappen met veel moeite proberen hun levenswijze en spiritualiteit in stand te houden.

Nieuwe verbinding

Bij de presentatie van de tentoonstelling waren, zoals ook in het nieuws is geweest, diverse vertegenwoordigers van de Lenape aanwezig. Woordvoerder Brent Stonefish maakte er geen geheim van dat in zijn ogen ook Nederlandse excuses en financiële compensatie voor het aangedane leed op hun plaats zijn. Maar uiteindelijk staat de gezamenlijke onderneming sterk in het teken van dialoog, erkenning en een nieuwe verbinding. Als symbool van een betere toekomstige relatie kreeg het Amsterdam Museum een traditionele wampum-riem overhandigd. Een treffend gebaar, bij een baanbrekende expositie.

 

Behalve vertegenwoordigers van de Lenape en het Amsterdam Museum werkt ook het Museum of the City of New York mee aan deze tentoonstelling. In het najaar van 2025 zal in die stad een vervolg te zien zijn.

Boeken / Fictie

Burn-out? Nee, een blow-up!

recensie: De burn-out van Sophie Kinsella
strandhuisjesPexels

Het is meer dan terecht dat collega-schrijver Jojo Moyes de titel ‘de koningin der romcoms’ toekent aan auteur Sophie Kinsella. Kinsella (54), bij wie deze maand hersenkanker werd vastgesteld, is echt ongeëvenaard goed in het combineren van een flinke dosis humor met onbeholpen personages. Haar nieuwste roman De burn-out is een boek dat je buikspieren keihard aan het werk zet, maar ook op een mooie manier laat reflecteren op wat er écht toedoet in het leven. Bereid je voor op een lach en een traan, en vooral op een verhaal vol innemende karakters.

Liever een non

Een hoge werkdruk, een verlaagd (lees: non-existent) libido en een totaal gebrek aan sociaal contact. Zomaar een greep uit de problemen waar het hoofdpersonage van De burn-out, de drieëndertigjarige Sasha, mee worstelt. Dolblij was ze toen ze aan de slag kon bij de nieuwe populaire start-up van Lev. Laatstgenoemde is een hip genie met iets te weinig aandacht voor zijn werknemers, die de leiding over het bedrijf aan zijn broer Asher overlaat. Hoe hoger het werk zich opstapelt, hoe dieper Sasha wegzinkt in een dal. Echt ‘vreugdevol werken’ doet ze allang niet meer en dat wordt haar niet in dank afgenomen. Als de zoveelste collega ontslag neemt en extra werk op Sasha’s bordje schuift, trekt ze het letterlijk niet meer. Ze ontvlucht het kantoor en sprint naar het klooster aan de overkant. In een split second neemt ze de beslissing om haar dagen te slijten als non, maar ze wordt aangezien als een ‘verwarde vrouw’ en de aanwezige zuster legt snel contact met de HR-afdeling. Niet lang daarna komt een afgezant van haar werk haar vriendelijk verzoeken om te retourneren naar haar bureau, maar Sasha vertoont meteen vluchtgedrag en sprint het drukke centrum van Londen in. En dan – zowel letterlijk als figuurlijk – loopt ze tegen een muur aan …

Boerenkoolsmoothies en boosaardige hunks

Uitrusten en niet meer denken aan werk. Dé remedie tegen een burn-out. Tenminste, dat denken de werkgever van Sasha, haar moeder en zus Kirsten. Sasha moet verplicht drie maanden rust pakken en aan zichzelf gaan werken. Sasha’s moeder, een weduwe met een enorme lust voor werken, gebiedt Sasha om terug te gaan naar de plek waar ze vele fijne zomers hebben doorgebracht: Devon. Haar moeder doet zich voor als Sasha’s hoogstpersoonlijke physician assistant (pa) en maakt de werknemers van het ooit zo chique hotel Rilston Bay – waar Sasha zal verblijven – wijs dat Sasha nogal een #fitgirl is die leeft op boerenkoolsmoothies en alcohol weert.

Onderweg naar deze idyllische plek uit haar dromen, dé plek waar ze leerde surfen van de geweldige Terry van de Surf Shack, komt ze twee – op z’n zachtst gezegd – irritante mannen tegen. De een is een zeer opgewekte poppenspeler, Keith, en de ander is een brommende eikel die tegen een peuter schreeuwt. De laatstgenoemde, een niet heel onaantrekkelijke vent met de naam Finn, blijkt in hetzelfde hotel te overnachten als Sasha. Het knettert meteen tussen de twee, die allebei om geheel andere redenen afleiding zoeken op de desolate plek. Het zéér betrokken personeel van het hotel zorgt ervoor dat de twee elkaar niet hoeven te luchten en zien. In het restaurant krijgen ze elk een tafeltje aan de andere kant van de zaal en op het strand krijgen ze de strandhuisjes die het verst van elkaar af liggen. Helaas moeten de twee het uitgestorven strand wél met elkaar delen. Het lukt ze niet om elkaar voor lange tijd uit de weg te gaan, want op het strand worden mysterieuze boodschappen achtergelaten die betrekking op hen lijken te hebben en op een geheim uit hun verleden …

Complete chaos

Eigenlijk weet je het al meteen vanaf het moment dat de sexy man geïntroduceerd wordt. De goed uitziende man met een aureool van donkere krullen is er maar om één reden: hij wakkert het (liefdes-)vuur in Sasha meteen weer aan. Dat er uiteindelijk meer achter deze ongrijpbare man zit, wordt aan het einde van het verhaal pas echt duidelijk. Wie Kinsella’s boeken kent, weet dat ze romantische verhaallijnen goed uitwerkt. En dat niet alleen: ieder personage is een leuk verzinsel op zichzelf. Zo heeft het hotel een uitgerangeerde oude werknemer die – uitgerekend hij natuurlijk – alle fysieke klusjes, zoals de koffers tillen, op zich moet nemen. Er is een praatgrage receptioniste, Cassidy, die een zakcentje verdient met het borduren van strings (denk aan de meest foute lingerie die je je maar kunt voorstellen). En naast een Poolse bediende, Nikolai, is er ook nog een manager, Sean, die er een hoge standaard op na wil houden en bij ieder klein probleempje dat zich voordoet, meteen bloemen naar de gasten toe stuurt. Geen wonder dat het hotel langzaamaan failliet gaat en dat al het meubilair dat te zien is, een prijskaartje bevat…

De personages zijn zo divers, stuk voor stuk zó uniek, dat het uiteraard alleen maar chaos kan opleveren als je hen in dezelfde ruimte bij elkaar zet. En dat is vaak ook het startpunt voor de hilarische dialogen die elkaar in een vlot tempo opvolgen. Af en toe zijn de reacties van enkele personages echter érg overtrokken. Wat deze roman ook kenmerkt, is een zekere flauwe humor, die je bij haar vorige boeken nog niet waarnam. Het ligt er soms gewoon net iets té dik bovenop en op sommige momenten in het boek had ze iets ingetogener kunnen zijn. Hopelijk doet ze er – wat betreft platte humor – geen schepje bovenop in haar volgende roman, maar weet ze de humor weer goed te doseren.

Toch blijft het onvoorstelbaar knap hoe Kinsella het voor elkaar krijgt dat iedere pagina boeiend en leuk blijft om te lezen. Het enige wat er tijdens het lezen van haar boeken toedoet, is dat je vermaakt wordt. En Kinsella levert met iedere bladzijde. Hoewel je zou kunnen stellen dat Kinsella teert op de welbekende elementen – een single vrouw, een zoektocht naar zichzelf, een probleem, een knappe man en een happy end – is dit boek méér dan dat. Het draagt namelijk ook een positieve boodschap in zich over hoe je een burn-out de baas wordt. Over het nemen van allesbepalende beslissingen en opkomen voor jezelf en de positieve uitwerking die dat tot gevolg heeft. En oké, als je gewoon hoopt op een ‘standaard’ boek van Kinsella, is één ding al zeker: je leest met een grote grijns van oor tot oor dit boek uit.

Film / Films

Kabbelende treurigheid

recensie: Only the River Flows - Wei Shujun

Wanneer detective Ma Zhe een moord onderzoekt in Banpo, een boerendorpje in China, lijkt de dader snel te zijn gevonden. De politie spoort hem aan om de klus snel af te ronden, maar Banpo en haar rivier houden Ma Zhe in hun greep. De zaak kan niet zo simpel zijn, toch?

Banpo lijkt bijna de ideale plek voor moord. Het hoogstaande riet, de brede rivier en de gesloten bewoners kunnen de stappen van de moordenaar gemakkelijk verhullen. De beperkte informatie die in het onderzoek wordt vergaard, zorgt ervoor dat Ma Zhe (Zhu Yilong) langdurig blijft malen over hoe de zaak in elkaar steekt. De film is gebaseerd op het boek Mistakes by the River (Yu Hua, 2023) waarin de lezer wellicht meer inzicht krijgt in de gedachten van Ma Zhe. De film laat de kijker helaas in het donker tasten en kabbelt, net als de rivier, rustig voort.

Beelden uit een andere tijd

Bij het kijken van Only the River Flows zal je niet snel zeggen dat dit een film uit 2023 is. Regisseur Wei Shujun weet prima de tijdgeest van de jaren 90, waarin het verhaal zich afspeelt, te vatten. Het beperkte gebruik van muziek, de grauwe straten, leren jassen en een hoop sigaretten zorgen voor een sfeer die we herkennen van het eind van de vorige eeuw. Doordat er gefilmd is in het format van 16 millimeter, een format dat tekenend is voor die periode en de stijl films die toen zijn uitgebracht, lijkt de film echt uit een andere tijd te stammen.

Neerslachtigheid

Er zijn veel shots van regen die op de rivier valt. Het druilerige effect dat dit veroorzaakt versterkt de neerslachtigheid van Ma Zhe. Behalve dat hij gedwongen wordt de moordzaak vroegtijdig af te handelen, heeft hij ook zorgen over het grootbrengen van een aankomend kind. Wanneer hij thuis is bij zijn vrouw is hij met zijn hoofd bij het politiebureau. Op het plaats delict blijft hij tobben over de vraag of zijn toekomstige kind, dat mogelijk met een beperking zal moeten leven, gelukkig zal zijn in het huidige China.

De dood van een medium

Meerdere malen wordt er in de film geïmpliceerd dat het medium film stervende is. Het nieuwe politiebureau wordt opgezet in een failliet filmtheater en in zijn droom ziet Ma Zhe een klassieke camera vlam vatten. Toch houdt hij vertrouwen in film. Hij baseert zijn onderzoek puur op bewijs dat is vastgelegd en negeert zelfs een bekentenis van een verdachte omdat deze niet in lijn is met het opgenomen bewijs. Shujun betoont hiermee zijn liefde voor het medium binnen een noir film, een genre dat verre van romantisch is.

Veel kalmte, geen storm

De verplaatsing naar een andere tijd lijkt uiteindelijk niets toe te voegen aan Only the River Flows. Wat het meeste opvalt, is dat de film zijn tijd neemt voor het verhaal en zijn hoofdpersoon veelal in stilte laat mijmeren, maar hij heeft niet genoeg intrige om de kijker in al die rust en kalmte te blijven boeien. De moraal blijft oppervlakkig en de conclusie laat te wensen over. De innerlijke strijd van de hoofdpersoon is niet pakkend door de – opzettelijk – kille performance. De droomsequentie en prachtige natuurshots zijn genoeg om de aandacht van de kijker vast te kunnen houden, maar memorabel wordt de film daarmee jammer genoeg niet.

 

Film / Films

Puur jazz-escapisme

recensie: Blue Giant - Yuzuru Tachikawa

Blue Giant is een anime over een jonge, enthousiaste saxofonist die naar Tokyo reist met als droom de grootste jazzmuzikant ooit te worden. Hoewel dit geen grensverleggende, nieuwe ideeën zijn, blijkt het gebrek aan aandacht voor de ondergesneeuwde film geheel onterecht. Blue Giant verdient met zijn sublieme blend van hoogstaande muziek, betoverende animatiestijl en bezielende karakterontwikkeling een groter publiek.

Muziek en film combineren kan een lastige opgave zijn. Het afstemmen van de juiste muziek op de juiste beelden is al een vak apart, waarbij de muzieksupervisie en/of soundtrack een film kunnen maken en breken. Bij de juiste mengeling halen de twee het beste bij elkaar naar boven. De film kan voor passend beeldmateriaal zorgen en de muziek een pakkend moment geven in het verhaal. De muziek kan op haar beurt de film extra bezieling en sfeer geven. Dit kan al een uitdaging zijn op kleine schaal. Om muziek ook echt een thema te maken in de film is een kunst op zich, waarbij de risico’s groot zijn. Het kan perfect samensmelten tot iets iconisch als La La Land, Baby Driver, of Guardians of the Galaxy. Het kan ook een grote blamage worden, zoals te zien was bij de remake van Mean Girls. Bij Blue Giant is de samensmelting van muziek en animatie perfect.

Thema

De film gaat over passie en bevlogenheid in het maken van muziek, op sommige plekken vergelijkbaar met Pixar’s Soul. In het verhaal zijn er genoeg lange scenes waarin de hoofdrolspelers op het podium staan en in alle overgave mogen spelen. De animatie die daarbij wordt gebruikt spat van de creativiteit en zorgt voor een pure, bijna psychedelische stroom van escapisme. Het is het niveau dat je zou verwachten bij Across the Spider-verse.

Meeslepend verhaal

Hoewel de concerten de hoogtepunten van de film vormen, wil dat nog niet zeggen dat de stukken tussen de optredens niet boeiend zijn. Integendeel, het verhaal heeft een pakkende boodschap over de wisselwerking tussen vakmanschap en passie. Over het waarmaken van je dromen. In combinatie met de prachtige animatie zijn ook de wat meer ingetogen, karakter-gedreven scènes een genot om te beleven. In het verhaal zijn er drie hoofdpersonages, ieder met hun eigen manier en beleving van muziek maken. In de ontwikkeling die zij doormaken, is het maken van muziek een essentieel onderdeel, waarin de muziek die ze spelen onlosmakelijk verbonden is met hun karakter. Het enige wat zo nu en dan stoort, zijn de misplaatste stukjes dialoog. Her en der wordt er een flauwe grap gemaakt die totaal niet in de sfeer van de film past. Meer dan een kleine ergernis is het gelukkig niet.

Conclusie

Met visuele pracht, sublieme jazz en inspirerende karakterontwikkelingen slaagt Blue Giant er in een ware ode aan muzikale bevlogenheid te brengen. Het is een film die muziek- en filmliefhebbers samen kan brengen. Een meeslepend verhaal, schitterende animatie en het hart op de juiste plek. Waarom deze film niet genomineerd is voor beste animatiefilm bij de afgelopen Oscars, is een groot raadsel.

Boeken / Fictie

Kleren maken de vrouw

recensie: De kleermaakster van Parijs - Georgia Kaufmann

Soms heb je van die boeken waarvan je baalt dat je ze uit hebt. Dat is ook het geval met de debuutroman van Georgia Kaufmann: De kleermaakster van Parijs. Deze prachtige roman verhaalt over een dappere vrouw die, ondanks alle tegenslagen in haar leven, uitgroeit tot een barmhartige zakenvrouw met een eigen mode-imperium. Het verhaal is zowel een figuurlijke reis door haar verleden als een letterlijke reis door verscheidene werelddelen. Wij lezers zijn de gelukkige ‘lifters’ die meemogen op dit avontuur.

Moedig, krachtig en rechtdoorzee. De hoofdpersoon van het boek, Rosa Kusstatcher, is al vanaf pagina één een innemend karakter. Als ik-verteller spreekt ze vanuit het heden, 1991, tot ons en deelt ons mee dat de zenuwen hoog oplopen. Die dag zal ze een heel belangrijk persoon ontmoeten, iemand die ze liefkozend aanspreekt met ‘Ma chère’. Op het einde van het boek zal duidelijk worden wie zijn of haar opwachting maakt. Wat volgt, is een lange kennismaking met een vrouw die getekend is door haar verleden. Het boek leest als één lange flashback die zijn aanvang neemt in de Tweede Wereldoorlog, als Rosa nog slechts zestien jaar oud is en met haar ouders en zus woont in de Italiaanse Alpen. Een gebied dat in handen komt van de Duitsers.

Een ellendige start

Waar de ene familie probeert om in het gevlei te komen van de sergeant, de verachtelijke en zwaarlijvige herr Schleiss, houden Rosa, haar zus en moeder de bezetter liever ver van zich vandaan. Maar door toedoen van haar bloedeigen drankorgel van een vader belandt Rosa toch in handen van de vreselijke Schleiss en raakt ze zwanger.

De altijd vriendelijke postbode herr Maier en de innemende soldaat Thomas bedenken een plan om Rosa weg te sluizen uit de bergen, zodat ze een nieuw bestaan kan opbouwen bij een hoogleraar van Thomas in Zwitserland: professor doctor Goldfarb. De getraumatiseerde Joodse professor biedt haar en haar buitenechtelijke kind, een hoogblond jongetje met de naam Laurin (vernoemd naar de postbode), alles wat ze maar nodig heeft. Toch is het niet genoeg voor de jonge Rosa: ze wil namelijk een eigen naaiatelier beginnen en heeft haar zinnen op Parijs gezet.

Noodlot als reisgezelschap

In Parijs komt Rosa terecht bij de grote modeontwerper Christian Dior, in wiens atelier ze de prachtigste creaties ontwerpt. Ze blijft niet onopgemerkt. Niet alleen is ze de lieveling van Dior, ‘le grand maître de la mode’, ook menig andere man verpoost graag in haar gezelschap. Eén man in het bijzonder, de charmante Charles, dingt al heel vlug naar haar hand. Hij is een man die getroebleerd en gebroken blijkt te zijn door de verschrikkingen van de oorlog. Zijn vrouw en kinderen zijn hem ontnomen en hij wil niet meer wonen op een plek die hem herinnert aan de gruwelen van de Holocaust.

Een nieuw bestaan wacht het liefdeskoppel in Rio de Janeiro in Brazilië. De tijd die Rosa doorbrengt in Parijs is dus helaas van korte duur. Het was interessant geweest als de lezer had kunnen smullen van nog meer – zij het zeer onwaarschijnlijke – ontmoetingen met de groten der mode, zoals Chanel (die tussen neus en lippen door genoemd wordt). De meeste hoofdstukken zijn gewijd aan de tijd in Brazilië, wat ook de vraag oproept waarom in de titel wordt verwezen naar dé kleermaakster van Parijs …

Ondanks het feit dat Rosa’s reputatie uitgroeit tot wereldfaam, reist het noodlot haar achterna. Al is er ook zeker één groot lichtpunt in haar leven: haar huishoudster Graça is een grote steun voor Rosa in zware tijden. Een onverwachte vriendschap ontvouwt zich als Rosa zich meer en meer begint te ontfermen over haar hulp in huis. Alles bij elkaar bestrijkt het boek veel grote thema’s: liefde, oorlog, verraad, trauma, en dus ook vriendschap.

Verkeerde vent

Door omstandigheden belandt Rosa uiteindelijk in New York en valt ze in de handen van regelrechte klootzakken. Niet al haar keuzes zijn even logisch en soms ronduit ergerlijk. Hoe sterk ze ook is, de aanwezigheid van één enkele verkeerde vent kan haar status en zelfbeeld behoorlijk doen wankelen. Haar gedienstigheid en nederigheid richting enkele kerels laten duidelijk zien dat haar verhouding tot mannen in haar tienerjaren behoorlijk is verstoord. Sommige figuren in het boek halen het bloed onder je nagels vandaan en de wijze waarop Rosa handelt, stelt je vaak uitermate teleur. Zeker als ze een wel erg opmerkelijk contract aangaat met een man die zijn eigen zaakjes op orde wil stellen en haar als middel ziet om zijn doelen te bereiken.

Door het verhaal heen zie je dat Rosa met iedere aangrijpende gebeurtenis die zich in haar leven voordoet, steeds zakelijker wordt. Haar intuïtie maakt plaats voor de ratio, het verstand. Gedreven door haar intense verdriet schakelt ze haar gevoelens één voor één uit, totdat ze haast als een robot beslissingen neemt. Iets wat zelfs haar naasten haar in het boek aanrekenen. Een onverwachte confrontatie met haar verleden laat zien dat ze haar gevoel slechts in zekere mate kan uitschakelen. Alle opgekropte emoties komen er in één keer uit als ze in de Alpen wordt geconfronteerd met geheimen uit haar verleden.

Grote aantrekkingskracht

Voor fans van Lucinda Riley, Corina Bomann en Anne Jacobs kan het misschien aanvoelen alsof je al eerder van dit verhaal hebt gehoord. Net als in de romans van deze schrijfsters volgen we een jonge vrouw die met haar dappere instelling de weg terug naar boven weet te vinden als ze ver is afgezakt in een diep dal. Daarnaast verweeft het boek romantiek met historie en krijgen we een plot voorgeschoteld waar je ‘u’ tegen zegt. Dit alles is verpakt in een zeer vlotte schrijfstijl en voorzien van een ingenieuze hoofdstukindeling, waarbij ieder hoofdstuk wordt aangeduid met een ander voorwerp: van nagellak tot sierraden en cosmetica. Allemaal benodigdheden om de 63-jarige Rosa voor te bereiden op haar ontmoeting met een zeer innig geliefd persoon.

Net als bij andere boeken uit dit segment (historische fictieve roman), kan men zich ergeren aan óf juist wegdromen bij de geromantiseerde situaties en dramatische keuzes van de hoofdpersoon. Wie een realistisch verhaal opgediend wil krijgen, is hier niet aan het juiste adres. Maar het is een boek dat de liefhebber van dit genre niet kan wegleggen; het lijkt je haast toe te roepen vanaf het nachtkastje. Tip: begin eraan op een moment dat je agenda niets van je verlangt, zodat je het in één ruk uit kan lezen.

Film / Serie

Een mysterie vol misleiding

recensie: Fool Me Once - Danny Brocklehurst
Fool Me OnceVishal Sharma/Netflix - © 2023 Netflix, Inc.

In de Netflix serie Fool Me Once ontdekt Maya dat haar overleden man Joe niet is wie hij leek te zijn. Maar al snel wordt duidelijk dat er nog veel meer aan de hand is. Hoever ga je om de waarheid te achterhalen? Wat doe je als je eigen herinneringen niet meer te vertrouwen zijn?

Een web van leugens en bedrog

Het verhaal begint bij Maya Stern (Michelle Keegan), een weduwe die rouwt om haar man, Joe Burkett (Richard Armitage). Zijn dood blijft als een schaduw over haar leven hangen. Er gebeurt namelijk iets geks: Maya ziet Joe, na zijn dood, op een beveiligingscamera verschijnen. Hij is springlevend. Verward en geschokt begint ze aan een zoektocht naar de waarheid.

Oude fotoalbums liggen verspreid op de vloer. Hun vergeelde pagina’s vol vergeten herinneringen. Maya bladert erdoorheen, haar vingers aarzelend over de verkreukelde foto’s. Elk beeld vertelt een verhaal, elk gezicht draagt een geheim. Ze zoekt naar aanwijzingen en verborgen waarheden die haar dichter bij de kern van het mysterie brengen. Wie heeft Joe vermoord? En waarom?

Terwijl Maya zich vastbijt in het mysterie, probeert ze ook de onopgeloste moord op haar zus Claire Walker (Natalie Anderson) te verwerken. De moord op Claire blijkt een sleutelrol te spelen in het web van leugens en bedrog waarin Maya verstrikt raakt.

Cinematografie

In de Engelse landschappen speelt de natuur een grote rol bij het creëren van de sfeer. Nevel, regen en mist omhullen de scènes. Hierdoor ontstaat een gevoel van mysterie en melancholie. De camera vangt de ruige schoonheid van het landschap, terwijl de ruiten beslagen zijn door zachte druppels regen. Dit geeft de serie een unieke visuele identiteit.

De toevoeging van flashbacks in de verhaallijn zorgt voor een diepere verkenning van de emoties van de personages. De verschuivingen tussen heden en verleden helpen de kijker om de innerlijke strijd van de personages beter te begrijpen.

De visuele stijl van de serie is belangrijk voor de verrassende wendingen en spannende momenten. Elke aflevering eindigt met een scène die de kijker achterlaat in volle verwachting van wat nog komen gaat.

Emoties komen tot leven

We zien het verhaal vanuit het perspectief van Maya. Veel shots versterken het gevoel van paranoia en onzekerheid dat Maya ervaart, waardoor de kijker steeds dieper wordt meegesleept in haar belevingswereld. Wat ook opvalt, is de subtiliteit waarmee de acteurs hun emoties tonen. Het zijn de kleine gebaren, de trilling in een stem en de blik in hun ogen die de diepte van hun personages onthullen.

Overvloed aan zijverhalen

Terwijl complexiteit vaak een teken is van een goed verhaal, is het soms te veel. De serie heeft veel lagen, waardoor het af en toe moeilijk is om alles te volgen. Aan het eind van de serie vraag je je als kijker een beetje af waarom de serie zich zoveel bezighield met problemen van bijpersonages.

Als kijker denk je in het begin het verhaal al te hebben ontrafeld, maar niets is minder waar. Elke aflevering eindigt met een cliffhanger die de kijker weer op het verkeerde been zet. Op een paar onaangeroerde verhaallijnen en onuitgewerkte personages na, is Fool Me Once een lekkere serie om te bingewatchen voor mensen die houden van spanning en mysterie.

Theater / Voorstelling

Pia Douwes helemaal terug in Masterclass

recensie: Masterclass met oa Pia Douwes

Pia Douwes schittert weer in de Nederlandse theaters als operadiva Maria Callas (1923-1977) in het toneelstuk Masterclass. Wéér, want in 2011 stond Douwes ook al met dit stuk in de Nederlandse theaters, alleen nu maakt het meer indruk.

Masterclass, het bekroonde toneelstuk van Terrence McNally, gaat over operazangeres Maria Callas die in de nadagen van haar carrière een masterclass geeft aan operastudenten. Het publiek leert Callas kennen als een veeleisende docent, die de studenten harde kritiek geeft en weinig ruimte. De eerste studente (Michelle van de Ven) komt nauwelijks verder dan één noot. Het alsmaar onderbreken geeft een duidelijk beeld van een strenge Callas en werkt in eerste instantie ook humoristisch; naast Callas onderbreekt ook de schoonmaker (Florus van Rooijen) de masterclass regelmatig. Het is grappig, totdat het echter vertragend gaat werken en het publiek het trucje wel kent en de voorstelling vaart begint te missen.

Het verhaal komt pas echt op gang als Callas haar eerste flashback krijgt, want dan krijgt de voorstelling tempo. Als de sopraan (Amy Egbers) gaat zingen, waant Callas zich in het verleden. Ze staat op te treden, ze heeft ruzie met haar vriend en ze heeft het moeilijk.  Deze flashbacks, momenten waarin Callas onderdelen uit haar leven herleeft, maken de meeste indruk. Douwes voert dan heel overtuigend een dialoog met zichzelf, zo treffend dat je de strubbelingen in haar relaties zó voor je ziet alsof ze echt ruzie maakt met haar echtgenoot.

Een tweede Masterclass

In 2011 speelde Pia Douwes Maria Callas al in Masterclass, maar nu maakt ze meer indruk. Ze brengt meer levenservaring mee en dat voel je. We zien Callas namelijk een masterclass geven terwijl ze geen zangstem meer heeft.  Pia Douwes is haar stem ook kwijtgeraakt en heeft er de afgelopen jaren hard aan gewerkt om deze terug te krijgen. Let wel, in het toneelstuk zingt ze, op een enkele strofe na, niet. De masterclassdeelnemers zingen en af en toe horen we een opname van Callas. Jammer, want Pia Douwes zingt altijd voortreffelijk.

foto: Annemieke van der Togt

Pia Douwes draagt de voorstelling, het draait immers om Maria Callas. De schoonmaker en pianist (Kees van Zandwijk) zorgen voor een aangename afwisseling in interactie en de nodige humor in een verder vrij ernstig toneelstuk. Pia spat van het toneel af als ze de flashbacks van Callas speelt, daarvan hadden er wel meer in mogen zitten. Dit zijn namelijk de momenten die iets persoonlijks vertellen over de harde operadiva, ze geven een inkijkje in haar worsteling.

Het is fijn om Pia Douwes weer in een grote rol op het Nederlandse toneel te zien stralen, dat smaakt zeker naar meer.

 

Tekst: Terrence McNally
Regie: Frank van Laecke
Spel: Pia Douwes, Michelle van de Ven, Amy Egbers, Mark Roy Luykx, Kees van Zantwijk en Florus van Rooijen
Decor/Kostuums: Arno Bremers
Licht: Marc Heinz
Fotografie: Annemieke van der Togt