Tag Archief van: 8WEEKLY

Muziek / Reportage
special: Voorbeschouwing Eurovisiesongfestival 2024
justin-clark-1cZQR6mB2lE-unsplashUnsplash

Kindsterren, airfryers en toxische relaties

Na de winst van Loreen op het Eurovisie Songfestival met het nummer ‘Tattoo’, is het de beurt aan Zweden om de 68ste editie van de muziekwedstrijd te organiseren. Zweden en Ierland zijn met elk maar liefst zeven overwinningen de meest succesvolle landen in de geschiedenis van Eurovisie, met natuurlijk ‘Waterloo’ van ABBA als absolute uitblinker. Naast het voortbrengen van uitmuntende muziekproducers, meubelmakers en gehaktballenchefs, toont Zweden zich ook zeer bedreven in het neerzetten van een gelikte Eurovisie-uitzending, ditmaal vanuit Malmö.

Het belooft weer een enorm spektakel te worden op 7, 9 en 11 mei 2024 tijdens de twee halve finales en de grote finale. Met 37 acts uit Europa en Australië zijn er weer een hoop opties om op te stemmen voor de luisteraar. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er nog geen gedoodverfde winnaar en lijkt de vaak wat saaie puntentelling aan het einde van de lange zaterdagavond toch nog spannend te worden. 8WEEKLY heeft zich in het extravagante schouwspel verdiept en heeft enkele opvallende inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.

Airfryend en mediterend naar de winst

Nederland: ‘Europapa’ – Joost Klein

Over ‘onze’ Joost is natuurlijk al veel geschreven, maar in het rijtje opvallende acts hoort de breedgeschouderde Fries natuurlijk ook thuis. Afgelopen zomer had Joost over de grens een nummer 1-hit met ‘Friesenjung’, dat ook een groot succes werd op sociale media. Zijn inzending ‘Europapa’ volgt grotendeels dezelfde route: op sociale media, streamingdiensten en radiozenders is het nummer in binnen- en buitenland al succesvol. Bij de bookmakers stond Joost steeds in de top 3, hoewel die soms net uitwijkt naar plek 4. Joost heeft zin in het Songfestival, maar in een eerder interview zei hij: ‘Ik heb vooral zin in mezelf!’. Hoe hij zich overal op voorbereid? Er is veel geairfryed en gemediteerd. Of al deze inspanningen en al het (online) succes in de aanloop naar het evenement tot een goed resultaat gaan leiden, dat zullen we zien tijdens de tweede halve finale op 9 mei 2024. En, hopelijk, de finale op 11 mei 2024!

Een epische zoektocht naar een broek

Finland: No Rules! – Windows95Man

Finland had vorig jaar bijna de winst te pakken met publiekslieveling Käärijä’s ‘Cha Cha Cha’. Zijn opvolger, Teemu Keisteri alias Windows95man, behaalde ook grote successen dankzij de publieksstem tijdens de Finse voorronde. Met zijn nummer ‘No Rules!’ werd hij laatste bij de jury, maar won toch dankzij televoting. De Finse inzending is misschien wel de meest bizarre van dit jaar. Keisteri wil met ’No Rules!’ de boodschap verspreiden dat het leven niet al te serieus moet worden genomen, De performance is een visueel spektakel. Windows95man breekt uit een enorm ei gemaakt van spijkerbroeken. Hij wordt onder andere vergezeld door zanger Henri Piispanen en de Nederlandse danser Jesse Wijnans, die vorig jaar ook danste op ‘Cha Cha Cha’. Windows95man heeft echter zelf geen broek aan. Gelukkig wordt hij aan het einde van het optreden beloond met een eigen paar miniscule jeansshorts voorzien van vuurwerk. Microsoft heeft overigens aan computerblog Tweakers laten weten dat het geen problemen heeft met het gebruik van de merknaam Windows door de artiest. Aangezien Eurovision een niet-commercieel evenement is moest echter wel het Windows95 logo op Keisteri’s shirt geblurd worden in de officiële clip van het optreden.

Het succes van absurdisme

Kroatië: ‘Rim Tim Tagi Dim’ – Baby Lasagna

Kroatië stond met het nummer ‘Rim Tim Tagi Dim’ vanaf de aankondiging hoog in de peilingen. Baby Lasagna is het soloproject van singer-songwriter Marko Purišić waarmee hij humoristische teksten wil combineren met rockmuziek. Dit betekent niet dat alle onderwerpen ook luchtig zijn, hij probeert wel in zijn teksten een boodschap over te brengen over de zorgen en het lijden van deze hedendaagse tijd. Zo gaat ‘Rim Tim Tagi Dim’ over dat veel jongeren hun woonplaats of land moeten verlaten op zoek naar een baan. Dit wordt vergezeld van een stevige rockmelodie, teksten als ‘Meow cat, please meow back’ en het de aanstekelijke catchphrase ‘rim tim tagi dim’. Het eindresultaat is een licht absurd, maar aanstekelijk nummer. Zo lijkt Baby Lasagna mee te liften op een waar Käärijä-effect: de Finse inzending ‘Cha Cha Cha’ van 2023 bevat nagenoeg dezelfde ingrediënten en de twee nummers worden dan ook vaak met elkaar vergeleken. Aanstekelijk is het nummer zeker, maar de vraag blijft of dit live net zo sterk overkomt als op opname.

Geen kindsterretjes meer

Zweden: ‘Unforgettable” – Marcus & Martinus

Het popduo Marcus & Martinus is geen onbekende voor het Songfestival. De tweeling won als 10-jarige de Noorse variant van het Junior Songfestival met het nummer ‘To dråper vann’ (‘Twee druppels water’). Inmiddels zijn de schattige kindsterretjes van weleer volwassen en timmeren hard aan de weg om succesvol te worden in de Scandinavische muziekindustrie. Vorig jaar werden ze tweede bij de Zweedse voorronde van het Songfestival, Melodifestivalen, maar moesten het afleggen tegen Loreen. Dit jaar wisten Marcus & Martinus de populaire voorronde wel te winnen. ‘Unforgettable’ is wederom een typisch Zweedse inzending: een gelikt popnummer met dito enscenering. Het optreden lijkt haast een videoclip dankzij het creatieve camerawerk en het flitsende decor, wat overigens erg doet denken aan ‘Dance you off’ van Benjamin Ingrosso (de Zweedse inzending van 2018). Marcus & Martinus bezingen in ‘Unforgettable’ een intense relatie met een ‘giftige’ vrouw, waar de mannen geen controle over lijken te hebben. Helaas lijkt dit nummer geen grote kanshebber, tot nu toe voorspellen de bookies dat ‘Unforgettable’ een middenmoter zal worden.

De terugkeer van EuroDance

Oostenrijk: ‘We Will Rave’ – Kaleen

Oostenrijk stuurt dit jaar Eurovisie Songfestival veteraan Kaleen naar het evenement. In voorgaande jaren was zij betrokken als stand-in danseres en zangeres tijdens de repetities van diverse acts, waaronder de Cypriotische inzending ‘Fuego’ in 2018. Daarnaast was zij als choreograaf en creatief directeur verantwoordelijk voor diverse (interval)acts tijdens zowel het Eurovisie Songfestival als het Junior Eurovisie Songfestival. Nu staat ze solo in de spotlights met een nummer dat de luisteraar meevoert naar de jaren 90. Met ‘We Will Rave’ geeft Kaleen het publiek een ware EuroDance hit, die doet denken aan andere EuroDance klassiekers als Dr. Alban, Snap! en Alice Deejay. Een dansbare melodie met pakkende hooks, voorzien van goed meezingbare, maar niet al te diepzinnige, tekst is in ieder geval een succesformule voor tijdens het uitgaan. De vraag is alleen of dit nummer, met name haar zang, ook overeind blijft tijdens de live shows. Eén ding is zeker: aan haar danstalent en de hoeveelheid betrokken dansers gaat het in ieder geval niet liggen.

Een langverwachte terugkeer

Luxemburg: Fighter – Tali Golergant

Na jaren van afwezigheid is Luxemburg weer terug op het songfestivalpodium. Sinds de laatste deelname in 1993 werd er vele jaren gespeculeerd over een eventuele terugkeer, maar het kleine landje durfde het niet aan door de hoge kosten voor deelname en de dreiging van de kostbare organisatie bij winst. Dit jaar durfde omroep RTL het eindelijk weer aan. De in Israël geboren Tali Golergant won de nationale voorrondes met haar nummer ‘Fighter’. Het lied, deels in het Frans en deels in het Engels gezongen, gaat over het overkomen van tegenslagen. Het heeft een poppy sound die prettig in het gehoor ligt en zeer geschikt is voor op de grote radiostations, maar zou mogelijk in een volledig Franstalige versie meer authentiek voelen voor het Eurovisie publiek. De overgang van het Frans naar Engels voelt wat geforceerd. Tali is een goede zangeres en de eerste repetities zien er voor wat betreft zang en staging veelbelovend uit. Helaas lijkt de kans niet groot dat Luxemburg terugkeert in de grote finale op basis van de inschattingen van de bookmakers.

Politie-invallen, recreatieve middelen en TikTokdansjes

Estland: ‘(Nendest) narkootikumidest ei tea me (küll) midagi’ – 5MIINUST ft. Puuluup

Voor de Estse inzending zijn het hiphop-kwartet 5MIINUST en nu-folk duo Puuluup de samenwerking aangegaan. Voor het eerst in jaren stuurt Estland weer een inzending in eigen taal naar het evenement. De titel van het lied betekent ‘We weten niets van (deze) drugs’ en dat is gelijk de kernboodschap van het nummer. In het lied bezingen ze dat ze geen drugs hebben en gebruiken, omdat ze arm zijn. In de videoclip wordt de indruk gewekt dat ze dit tegen de politie zingen, als ze staande zijn gehouden. De haakjes uit de titel vormen echter een terechte knipoog, want de mannen dragen tegelijk zonnebrillen om hun pupillen te verbergen en drinken wel IPA’s. De online community is er dan ook niet écht over uit of het nummer nou voornamelijk humoristisch bedoeld is, of dat er een diepere boodschap achter schuilt over dat de politie vooroordelen heeft over arme mensen. Hoe dan ook valt de inzending op, mede door de aanstekelijke melodie, de outfits van de mannen, en de onverwachte TikTok-achtige dansjes die tijdens het refrein synchroon worden uitgevoerd door beide bands. Het geheel doet denken aan de Kroatische inzending Let 3 met ‘Mama ŠČ’ uit 2023, die in de finale 10x zoveel publieksstemmen kreeg in vergelijking met hun jurystemmen. Estland heeft in ieder geval alle ingrediënten in huis om net zo’n publiekslieveling te worden.

Klaar met toxische relaties

Tsjechië: ‘Pedestal’ – Aiko

De Tsjechische zangeres Aiko bezingt in haar inzending ‘Pedestal’ over zelfliefde, onafhankelijk zijn en het afkappen van toxische relaties. Haar inzending wordt beschreven als een ruig lied en de zangeres zegt haar inspiratie te halen uit rockmetalbands als Bring Me The Horizon. Echter, de eerste associatie die het nummer oproept is pop(-rock) koningin Olivia Rodrigo. En met alle goede bedoelingen, Rodrigo wordt vaak omschreven als de stem van Gen Z en maakt aanstekelijke nummers, die zowel op de radio als live goed overkomen. Geen verkeerde artiest om mee geassocieerd te worden. De studioversie van ‘Pedestal’ klinkt goed, maar de eerste live opnames die naar buiten kwamen beloven weinig goeds voor de uiteindelijke liveshows van het Eurovisie Songfestival. Een (zuivere) zangkwaliteit blijft toch een van de eerste voorwaarden voor succes, en of Tsjechië aan deze voorwaarde voldoet is twijfelachtig.

Al deze hoogtepunten worden aan elkaar gepraat door songfestivalveteraan Petra Mede, die de presentatie voor een derde keer op zich mag nemen. Dit keer wordt ze bijgestaan door actrice Malin Åkerman. Mede staat bekend om haar extravagante intervalacts, wat een opvallend hoogtepunt an sich is. Hoe al deze acts live uit zullen pakken? Dat zien we vanaf 7 mei 2024!

Muziek / Reportage
special: Voorbeschouwing Eurovisiesongfestival 2024
justin-clark-1cZQR6mB2lE-unsplashUnsplash

Kindsterren, airfryers en toxische relaties

Na de winst van Loreen op het Eurovisie Songfestival met het nummer ‘Tattoo’, is het de beurt aan Zweden om de 68ste editie van de muziekwedstrijd te organiseren. Zweden en Ierland zijn met elk maar liefst zeven overwinningen de meest succesvolle landen in de geschiedenis van Eurovisie, met natuurlijk ‘Waterloo’ van ABBA als absolute uitblinker. Naast het voortbrengen van uitmuntende muziekproducers, meubelmakers en gehaktballenchefs, toont Zweden zich ook zeer bedreven in het neerzetten van een gelikte Eurovisie-uitzending, ditmaal vanuit Malmö.

Het belooft weer een enorm spektakel te worden op 7, 9 en 11 mei 2024 tijdens de twee halve finales en de grote finale. Met 37 acts uit Europa en Australië zijn er weer een hoop opties om op te stemmen voor de luisteraar. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er nog geen gedoodverfde winnaar en lijkt de vaak wat saaie puntentelling aan het einde van de lange zaterdagavond toch nog spannend te worden. 8WEEKLY heeft zich in het extravagante schouwspel verdiept en heeft enkele opvallende inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.

Airfryend en mediterend naar de winst

Nederland: ‘Europapa’ – Joost Klein

Over ‘onze’ Joost is natuurlijk al veel geschreven, maar in het rijtje opvallende acts hoort de breedgeschouderde Fries natuurlijk ook thuis. Afgelopen zomer had Joost over de grens een nummer 1-hit met ‘Friesenjung’, dat ook een groot succes werd op sociale media. Zijn inzending ‘Europapa’ volgt grotendeels dezelfde route: op sociale media, streamingdiensten en radiozenders is het nummer in binnen- en buitenland al succesvol. Bij de bookmakers stond Joost steeds in de top 3, hoewel die soms net uitwijkt naar plek 4. Joost heeft zin in het Songfestival, maar in een eerder interview zei hij: ‘Ik heb vooral zin in mezelf!’. Hoe hij zich overal op voorbereid? Er is veel geairfryed en gemediteerd. Of al deze inspanningen en al het (online) succes in de aanloop naar het evenement tot een goed resultaat gaan leiden, dat zullen we zien tijdens de tweede halve finale op 9 mei 2024. En, hopelijk, de finale op 11 mei 2024!

Een epische zoektocht naar een broek

Finland: No Rules! – Windows95Man

Finland had vorig jaar bijna de winst te pakken met publiekslieveling Käärijä’s ‘Cha Cha Cha’. Zijn opvolger, Teemu Keisteri alias Windows95man, behaalde ook grote successen dankzij de publieksstem tijdens de Finse voorronde. Met zijn nummer ‘No Rules!’ werd hij laatste bij de jury, maar won toch dankzij televoting. De Finse inzending is misschien wel de meest bizarre van dit jaar. Keisteri wil met ’No Rules!’ de boodschap verspreiden dat het leven niet al te serieus moet worden genomen, De performance is een visueel spektakel. Windows95man breekt uit een enorm ei gemaakt van spijkerbroeken. Hij wordt onder andere vergezeld door zanger Henri Piispanen en de Nederlandse danser Jesse Wijnans, die vorig jaar ook danste op ‘Cha Cha Cha’. Windows95man heeft echter zelf geen broek aan. Gelukkig wordt hij aan het einde van het optreden beloond met een eigen paar miniscule jeansshorts voorzien van vuurwerk. Microsoft heeft overigens aan computerblog Tweakers laten weten dat het geen problemen heeft met het gebruik van de merknaam Windows door de artiest. Aangezien Eurovision een niet-commercieel evenement is moest echter wel het Windows95 logo op Keisteri’s shirt geblurd worden in de officiële clip van het optreden.

Het succes van absurdisme

Kroatië: ‘Rim Tim Tagi Dim’ – Baby Lasagna

Kroatië stond met het nummer ‘Rim Tim Tagi Dim’ vanaf de aankondiging hoog in de peilingen. Baby Lasagna is het soloproject van singer-songwriter Marko Purišić waarmee hij humoristische teksten wil combineren met rockmuziek. Dit betekent niet dat alle onderwerpen ook luchtig zijn, hij probeert wel in zijn teksten een boodschap over te brengen over de zorgen en het lijden van deze hedendaagse tijd. Zo gaat ‘Rim Tim Tagi Dim’ over dat veel jongeren hun woonplaats of land moeten verlaten op zoek naar een baan. Dit wordt vergezeld van een stevige rockmelodie, teksten als ‘Meow cat, please meow back’ en het de aanstekelijke catchphrase ‘rim tim tagi dim’. Het eindresultaat is een licht absurd, maar aanstekelijk nummer. Zo lijkt Baby Lasagna mee te liften op een waar Käärijä-effect: de Finse inzending ‘Cha Cha Cha’ van 2023 bevat nagenoeg dezelfde ingrediënten en de twee nummers worden dan ook vaak met elkaar vergeleken. Aanstekelijk is het nummer zeker, maar de vraag blijft of dit live net zo sterk overkomt als op opname.

Geen kindsterretjes meer

Zweden: ‘Unforgettable” – Marcus & Martinus

Het popduo Marcus & Martinus is geen onbekende voor het Songfestival. De tweeling won als 10-jarige de Noorse variant van het Junior Songfestival met het nummer ‘To dråper vann’ (‘Twee druppels water’). Inmiddels zijn de schattige kindsterretjes van weleer volwassen en timmeren hard aan de weg om succesvol te worden in de Scandinavische muziekindustrie. Vorig jaar werden ze tweede bij de Zweedse voorronde van het Songfestival, Melodifestivalen, maar moesten het afleggen tegen Loreen. Dit jaar wisten Marcus & Martinus de populaire voorronde wel te winnen. ‘Unforgettable’ is wederom een typisch Zweedse inzending: een gelikt popnummer met dito enscenering. Het optreden lijkt haast een videoclip dankzij het creatieve camerawerk en het flitsende decor, wat overigens erg doet denken aan ‘Dance you off’ van Benjamin Ingrosso (de Zweedse inzending van 2018). Marcus & Martinus bezingen in ‘Unforgettable’ een intense relatie met een ‘giftige’ vrouw, waar de mannen geen controle over lijken te hebben. Helaas lijkt dit nummer geen grote kanshebber, tot nu toe voorspellen de bookies dat ‘Unforgettable’ een middenmoter zal worden.

De terugkeer van EuroDance

Oostenrijk: ‘We Will Rave’ – Kaleen

Oostenrijk stuurt dit jaar Eurovisie Songfestival veteraan Kaleen naar het evenement. In voorgaande jaren was zij betrokken als stand-in danseres en zangeres tijdens de repetities van diverse acts, waaronder de Cypriotische inzending ‘Fuego’ in 2018. Daarnaast was zij als choreograaf en creatief directeur verantwoordelijk voor diverse (interval)acts tijdens zowel het Eurovisie Songfestival als het Junior Eurovisie Songfestival. Nu staat ze solo in de spotlights met een nummer dat de luisteraar meevoert naar de jaren 90. Met ‘We Will Rave’ geeft Kaleen het publiek een ware EuroDance hit, die doet denken aan andere EuroDance klassiekers als Dr. Alban, Snap! en Alice Deejay. Een dansbare melodie met pakkende hooks, voorzien van goed meezingbare, maar niet al te diepzinnige, tekst is in ieder geval een succesformule voor tijdens het uitgaan. De vraag is alleen of dit nummer, met name haar zang, ook overeind blijft tijdens de live shows. Eén ding is zeker: aan haar danstalent en de hoeveelheid betrokken dansers gaat het in ieder geval niet liggen.

Een langverwachte terugkeer

Luxemburg: Fighter – Tali Golergant

Na jaren van afwezigheid is Luxemburg weer terug op het songfestivalpodium. Sinds de laatste deelname in 1993 werd er vele jaren gespeculeerd over een eventuele terugkeer, maar het kleine landje durfde het niet aan door de hoge kosten voor deelname en de dreiging van de kostbare organisatie bij winst. Dit jaar durfde omroep RTL het eindelijk weer aan. De in Israël geboren Tali Golergant won de nationale voorrondes met haar nummer ‘Fighter’. Het lied, deels in het Frans en deels in het Engels gezongen, gaat over het overkomen van tegenslagen. Het heeft een poppy sound die prettig in het gehoor ligt en zeer geschikt is voor op de grote radiostations, maar zou mogelijk in een volledig Franstalige versie meer authentiek voelen voor het Eurovisie publiek. De overgang van het Frans naar Engels voelt wat geforceerd. Tali is een goede zangeres en de eerste repetities zien er voor wat betreft zang en staging veelbelovend uit. Helaas lijkt de kans niet groot dat Luxemburg terugkeert in de grote finale op basis van de inschattingen van de bookmakers.

Politie-invallen, recreatieve middelen en TikTokdansjes

Estland: ‘(Nendest) narkootikumidest ei tea me (küll) midagi’ – 5MIINUST ft. Puuluup

Voor de Estse inzending zijn het hiphop-kwartet 5MIINUST en nu-folk duo Puuluup de samenwerking aangegaan. Voor het eerst in jaren stuurt Estland weer een inzending in eigen taal naar het evenement. De titel van het lied betekent ‘We weten niets van (deze) drugs’ en dat is gelijk de kernboodschap van het nummer. In het lied bezingen ze dat ze geen drugs hebben en gebruiken, omdat ze arm zijn. In de videoclip wordt de indruk gewekt dat ze dit tegen de politie zingen, als ze staande zijn gehouden. De haakjes uit de titel vormen echter een terechte knipoog, want de mannen dragen tegelijk zonnebrillen om hun pupillen te verbergen en drinken wel IPA’s. De online community is er dan ook niet écht over uit of het nummer nou voornamelijk humoristisch bedoeld is, of dat er een diepere boodschap achter schuilt over dat de politie vooroordelen heeft over arme mensen. Hoe dan ook valt de inzending op, mede door de aanstekelijke melodie, de outfits van de mannen, en de onverwachte TikTok-achtige dansjes die tijdens het refrein synchroon worden uitgevoerd door beide bands. Het geheel doet denken aan de Kroatische inzending Let 3 met ‘Mama ŠČ’ uit 2023, die in de finale 10x zoveel publieksstemmen kreeg in vergelijking met hun jurystemmen. Estland heeft in ieder geval alle ingrediënten in huis om net zo’n publiekslieveling te worden.

Klaar met toxische relaties

Tsjechië: ‘Pedestal’ – Aiko

De Tsjechische zangeres Aiko bezingt in haar inzending ‘Pedestal’ over zelfliefde, onafhankelijk zijn en het afkappen van toxische relaties. Haar inzending wordt beschreven als een ruig lied en de zangeres zegt haar inspiratie te halen uit rockmetalbands als Bring Me The Horizon. Echter, de eerste associatie die het nummer oproept is pop(-rock) koningin Olivia Rodrigo. En met alle goede bedoelingen, Rodrigo wordt vaak omschreven als de stem van Gen Z en maakt aanstekelijke nummers, die zowel op de radio als live goed overkomen. Geen verkeerde artiest om mee geassocieerd te worden. De studioversie van ‘Pedestal’ klinkt goed, maar de eerste live opnames die naar buiten kwamen beloven weinig goeds voor de uiteindelijke liveshows van het Eurovisie Songfestival. Een (zuivere) zangkwaliteit blijft toch een van de eerste voorwaarden voor succes, en of Tsjechië aan deze voorwaarde voldoet is twijfelachtig.

Al deze hoogtepunten worden aan elkaar gepraat door songfestivalveteraan Petra Mede, die de presentatie voor een derde keer op zich mag nemen. Dit keer wordt ze bijgestaan door actrice Malin Åkerman. Mede staat bekend om haar extravagante intervalacts, wat een opvallend hoogtepunt an sich is. Hoe al deze acts live uit zullen pakken? Dat zien we vanaf 7 mei 2024!

Theater / Voorstelling

Intieme voorstelling over de zoektocht naar liefde

recensie: A night with Queen Angelito - Orkater

De afgezakte kraag van haar zwarte bontjas is om haar naakte schouders geslagen. Kin op de linkerschouder, gezicht in de richting van de zaal. Zo flirt Queen Angelito met haar publiek. Liefde, alles draait bij haar om de liefde, ratelt ze in rap Amerikaans-Engels.

Maar haar act is bluf. Onder die bontjas gaat een kwetsbare en gekwetste vrouw schuil in A night with Queen Angelito van Orkater, een intieme kleinezaalvoorstelling.

Vrouwen laten zich veel te veel door mannen in de luren leggen. Eerst zijn ze het schatje van hun daddy, en wanneer die van hen is weggedreven, komt er altijd wel een nieuwe ‘daddy’, en dan weer een, en dan nog een…

Nachtclub

Angelito (‘Ntianu Stuger) vertelt over haar geboortegrond: een katoenplantage in South Carolina, in het racistische zuiden van de VS. Daar eenmaal weg, schopte ze het tot de diva die ze nu is: de koningin van ‘the divine community’, zingend in een soort burleske nachtclub. ‘Many people tálk about love, but I have líved love’; in werkelijkheid wordt Angelito door geliefde na geliefde afgedankt. En daar is ze helemaal klaar mee. Vanaf hier is zij de baas, houdt ze in de eerste plaats van zichzelf. En als een relatie moet worden verbroken, dan doet zij dat zelf wel.

Het levensverhaal van Queen Angelito is volgens Stuger heel losjes gebaseerd op dat van de Amerikaanse jazzlegende Eartha Kitt (1927-2008).

Loepzuiver

foto: Bas de Brouwer

Op een bescheiden rond zwart podium met daarop een boogconstructie met zes lichtbanen zingt en speelt ‘Ntianu Stuger het verhaal van een vrouw die worstelt met haar houding ten aanzien van liefde. Ze wisselt het vertellen af met zang, lardeert de act met liedjes zoals ‘Fever’ van Peggy Lee en ‘Bang Bang (My Baby shot me down) van Nancy Sinatra. Alles wat Stuger doet is strak en loepzuiver: haar timing en mimiek maken van Queen Angelito een geloofwaardig personage. De nachtclubzangeres overschreeuwt zichzelf om haar gebroken hart te verhullen. Stuger laat de gekwetste vrouw haar zwarte cocktailjurkje verruilen voor een grote trui. De ringen gaan af. Het Engels maakt plaats voor Nederlands.

Multitalent

‘Ntianu Stuger (1998) is een duizendpoot, een sterk multitalent. Ze speelde de afgelopen jaren bij Oostpool, HNTJong, Orkater, Toneelgroep Maastricht, Theater Utrecht en Toneelschuur Producties. Vanaf 2024-2025 wordt ze vast lid van ITA Ensemble.
Dit seizoen dook ze overal in het theater op. Stuger speelde afgelopen zomer in het bostheater in Wildfire van Orkater en het Amsterdamse Bostheater. Ze bracht met Vincent van Valk Versus bij Theater Utrecht. Ter afronding van dit seizoen komt ze nu bij Orkater met een bijzondere en delicate onewomanshow waarin ze zowel zingt, vertelt als acteert. A night with Queen Angelito is een solovoorstelling die Stuger zelf bedacht en waarvoor ze de tekst schreef. De eindregie is in handen van Edison-winnaar Izaline Calister.

Zijspoor

Het is jammer dat de tekst niet heel helder is, maar vooral suggestief. Zo frommelt Stuger er een hele filosofische verhandeling tussen over het gedachtegoed van de zwarte Amerikaanse schrijver Bell Hooks (1952-2021). Hooks was feminist en activist, en sprak zich uit over thema’s zoals ras, kapitalisme en genderidentiteit. Dat zijspoor in de tekst gaat over de hoofden van het publiek heen. Tenzij je Hooks’ werk al kent, reikt dit uitstapje veel te ver voor deze kleine vertelling.
En dat deze voorstelling is geïnspireerd door het levensverhaal van Eartha Kitt, komt niet heel strak uit de verf.
Zo hinkt de tekst op te veel gedachten tegelijk.

Dat laat onverlet dat dit een fijne performance is. ‘If you go away’ – zingt Queen Angelito: de Engelse versie van Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’: de vrouw is opnieuw alleen. Goed in de gaten blijven houden, die ‘Ntianu Stuger, want het is een fascinerende acteur/performer/zanger die haar publiek alle hoeken van het podium laat zien.

 

Concept, tekst, spel: ‘Ntianu Stuger, Dietrich Pott
Eindregie: Izaline Calister
Tekstbegeleiding: Esther Duysker
Muziek: Rui Reis Maia
Scenografie: Ruben Wijnstok
Kostuum: Valérie Pos
Lichtontwerp: Varja Klosse
Dramaturgie: Liesbeth Colthof
Foto’s: Bas de Brouwer

 

Film / Films

Iets-te-dicht-bij-je-bedshow

recensie: Civil War - Alex Garland

Alex Garland heeft een interessant oeuvre. Ex Machina staat bekend als een van de sterkste films over AI, Annihilation is een spannende sciencefictionfilm, en met Men buigt de regisseur meer naar het horrorgenre. Hoewel het recent verschenen Civil War uiteraard een oorlogsfilm is, laat Garland zien dat hij het inboezemen van angst nog niet verleerd is.

Roadtrip to D.C.

Het verhaal gaat als volgt: een burgeroorlog heeft de Verenigde Staten verscheurd en er heerst overal chaos. Iedereen lijkt voor eigen rechter (en beul) te spelen terwijl de verschillende legers met elkaar de strijd aangaan. De pers heeft haar onafhankelijke rol weten te behouden en we volgen een kleine groep fotografen die een interview met de president wil bemachtigen voordat de zuidelijke legers de Amerikaanse hoofdstad bereiken. Daarvoor moeten ze alleen wel een lange reis maken, en in Washington D.C. zitten ze niet bepaald te wachten op hun komst.

Gruwelijk relevant

De reis is bloedstollend spannend. Hoewel het land in nationale crisis verkeert, komt de dreiging deze keer niet van buitenaf; de strijd is niet tegen kwaadaardige aliens of tegen monsterlijke mutaties, zoals bij The Last of Us. De strijd is niet eens tegen een andere bevolking. De vijand is slechts ‘de ander’, onafhankelijk van afkomst, geloof of zelfs allianties. Wie bij wie hoort is onduidelijk, en dus wordt iedereen onder vuur genomen. Zelfs bij het groepje onafhankelijke journalisten groeit naargelang de reis vordert de angst dat elke Amerikaan die ze tegenkomen ineens kan omslaan in een monster, hoe vredelievend ze in de eerste instantie ook lijken. De scène met Jesse Plemons in de hoofdrol is met stip de beklemmendste uit de hele film. Laat het gezegd zijn: deze film is niet voor iedereen geschikt. Zeker met het oog op de recente gebeurtenissen op 6 januari 2022 komen de gruwelijkheden maar al te dicht bij de werkelijkheid. En deze gruwelijkheden worden niet geschuwd.

Technisch vakmanschap

De film is vakkundig gemaakt, de cinematografie is indrukwekkend, de cast is uitmuntend – met name Cailee Spaeney en Wagner Moura leveren een topprestatie – en de oorlogsfotografie wordt op een sterke manier verweven met de filmbeelden. Daarnaast wordt de film goed opgebouwd en ontstaat het verhaal uit een reële angst. Het is daarom des te jammer dat een centrale boodschap ontbreekt en er te weinig aandacht besteed is aan een stevige op- en afbouw van het verhaal. Hierdoor komt Civil War in zijn geheel als een relevante, maar lege huls uit de verf. Want wat is nu het hele punt? Zelfs een boodschap als: ‘er is geen punt’ of ‘oorlog is slecht’ mist. Hoe bloedstollend de scènes ook zijn, het gebrek aan echte inhoud zorgt ervoor dat deze film niet zo lang zal blijven hangen.

Conclusie

Civil War is een bijzonder relevante en spannende film, maar niet voor iedereen geschikt. De beelden zijn heftig en realistisch. Hoe kwalitatief sterk de film ook is, het gebrek aan een duidelijke boodschap zorgt dat de film uiteindelijk niet zo scherp of memorabel blijkt als verwacht.

Film / Films

Het sciencefictionhoogtepunt van het jaar

recensie: Dune: Part Two - Denis Villeneuve

De Dune-reeks van Frank Herbert is een van de klassiekers in het sciencefictiongenre. Er is lang beweerd dat deze boeken nooit op een goede manier vertaald zouden kunnen worden naar film. De Dune-film uit 1984 lijkt dit te bevestigen, ondanks de cultstatus die deze inmiddels heeft gekregen. Regisseur Denis Villeneuve liet in 2021 zien dat het verhaal over Paul Atreides wel degelijk te verfilmen is, en doet er dit jaar met Dune: Part Two nog een schepje bovenop.

Dune: Part Two gaat door met de reis van Paul Atreides op de vreemde zandplaneet genaamd Arrakis. De uitgebreide wereldbouw, politieke intriges en religieuze thema’s worden in dit deel nog dieper uitgewerkt. Daarmee teert de film duidelijk op de voorkennis van de kijker; het is immers een direct vervolg. Paul heeft zich aangesloten bij de Fremen en helpt hen de planeet te bevrijden van de Harkonnen. Tegelijkertijd wordt hij geplaagd door visioenen en profetieën over zijn rol in deze wereld. Het eerste boek in de boekenreeks, Dune, is met dit tweede deel volledig verfilmd. Nu is het nog wachten op de verfilming van het vervolg, Dune: Messiah, die de karakterboog en verhaallijn van Paul pas echt afmaakt.

Verdieping en expansie

Dat neemt niet weg dat Dune: Part Two een van de grootste en meest meeslepende sciencefictionfilms is van het afgelopen decennium, alsmede een van de beste sequels in tijden. Dune: Part Two borduurt op meesterlijke wijze voort op de prikkelende wereld die is neergezet in het vorige deel. Hierdoor is er veel ruimte voor verdieping en expansie. De mysterieuze vrouwenorde van de Bene Gesserit, de identiteitscrisis van Paul, de zandwormen, het volk van de Fremen, alles krijgt meer aandacht. Het is een vervolgdeel dat zich kan meten met iconische sequels als The Lord of the Rings: The Two Towers en Star Wars: The Empire Strikes Back.

Pure kwaliteit

Niet alleen qua inhoud is de film indrukwekkend, ook op technisch vlak weet de film het vorige deel te overtreffen. Cinematograaf Greig Fraser heeft uitzonderlijk hoge kwaliteit geleverd. Elk shot ziet kan ingelijst worden en laat elke scène groots en episch uit de verf komen. In principe zouden hier alle departementen van deze productie apart uitgelicht moeten worden, want alles sluit naadloos op elkaar aan. Het plot heeft een soepel vloeiend tempo, de actiescènes zijn vlot en minder houterig dan in het eerste deel, het geluid maakt dat de hele wereld heerlijk buitenaards aanvoelt, de kostuums zijn ongekend creatief, Austin Butler is perfect gecast als Feyd-Rautha, de lijst is eindeloos.

Te veel hooi op de vork?

Het enige waar wat onenigheid over kan bestaan, is over de verschillen met het boek. Niet iedereen zal het eens zijn over de keuzes die gemaakt zijn. Zo lijkt Paul in de boeken aanzienlijk meer tijd te spenderen met de Fremen, en ook zijn motivatie lijkt anders vormgegeven. Het is ook gezegd dat er te veel verhaal in een film van ‘slechts’ twee uur en drie kwartier is gepropt. Maar dit is eerder een kleine voetnoot dan een zwaarwegend kritiekpunt.

Al met al is Dune: Part Two alles wat een vervolg moet zijn. Het is nu al een van de grootste films van het jaar en zal ongetwijfeld in deze top tien blijven staan. Met name sciencefictionliefhebbers kunnen deze film absoluut niet missen. En een film van dit kaliber dient gekeken te worden op het grootst mogelijke scherm. Uiteraard.

Muziek / Album

Vastberadenheid in tijden van tegenspoed

recensie: Undefeated – Frank Turner

Undefeated, de titel van Frank Turners nieuwste album en meteen de belangrijkste boodschap die hij de luisteraar mee wil geven: hoewel ieder mens zich soms verslagen voelt … dit is een tijdelijk gevoel. Uiteindelijk overkom je alle obstakels en ben je, jawel, onverslagen. Een woord dat hij zo belangrijk vond, dat hij het zelfs op zijn rug heeft laten tatoeëren. Twee vliegen in één klap, want dit werd gelijk de albumcover.

Op 3 mei komt rasechte troubadour en singer-songwriter Frank Turner met alweer zijn tiende studioalbum als soloartiest. Undefeated is een plaat die zowel emotioneel meeslepende onderwerpen verkent als lichtere overpeinzingen over de problemen die uiteindelijk allen van ons te wachten staan, van levensveranderende liefde en vervagende vriendschappen tot aanhoudende rugpijn. Geheel zoals zijn fans van hem gewend zijn, bestrijkt dit album een variëteit aan genres, van kleine gitaarliedjes tot grootse punk-stampers.

Identiteitscrisissen en aanhoudende rugproblemen

Zo verkent Turners eigen favoriete nummer ‘Somewhere In Between’ de discrepantie tussen wie je bent versus wie je in je jeugd wilde zijn; het energieke  ‘Letters’ de emoties rondom vervagende vriendschappen; en het pakkende ‘Pandemic PTSD’ de aanhoudende schaduwen die op de maatschappij zijn geworpen door de onrust tijdens de coronaperiode. Er is gelukkig ook ruimte voor iets minder zware onderwerpen, zo gaat het humoristische, Flogging Molly-achtige nummer ‘Nevermind The Back Problems’ over de meer luchtige kwestie van aanhoudende rugpijn als punkfan en brengt het liefdesnummer ‘Girl From The Recordshop’ de luisteraar terug naar punkrock uit de jaren 90.

Met deze variëteit aan onderwerpen en melodieën laat Turner weer zien dat hij ‘genre-fluid’ is: zowel de rustige ballads, als de energieke punknummers en folk meezingers gaan hem goed af. Hoewel energieke meezingers als ‘Do One’ en ‘No Thank You For The Music’ het live waarschijnlijk beter gaan doen, weet Turner juist in de gevoelige nummers als ‘Somewhere in Between’ en ‘Undefeated’ de luisteraar te emotioneren en te raken met zijn beschrijvingen van soms maar al te herkenbare emoties.

Aanvoerder van het album

Met een Engelse en Duitse variant, en een Franse, Spaanse en Italiaanse in de maak, lijkt ‘Do One’ de zelfgekozen aanvoerder van het album. Het eerste nummer op de tracklist, maar het laatste nummer dat geschreven werd, vat de kernboodschap van het album samen. Het geeft woorden aan de onwrikbare vastberadenheid van Turner in tijden van tegenspoed en laat zien hoe geleerde levenslessen hem veerkrachtig hebben gemaakt. Een mooie boodschap, vergezeld van een hoog meezinggehalte en een pakkende en upbeat melodie. Als je het nummer thuis luistert, klinken de terugkerende ‘do do do’s uit het refrein wat cliché, maar live zal dit ongetwijfeld een gezellige meezinger blijken.

Verstoppertje op hoog niveau

Met zoveel upbeat nummers en meezingers is het lastig om te voorspellen welk nummer van Undefeated zich zal ontpoppen als publieksfavoriet. Maar het nummer ‘International Hide And Seek Champions’ is zeker een grote kanshebber. Een puur pop punk lied met pakkende hooks, zonder ingewikkelde boodschap. Gewoon een energiek liefdeslied. Wie de drums op dit nummer hoort, zal lastig stil kunnen blijven staan. Dat zelfs zijn kat nog voorbijkomt in de tekst, maakt het positieve gevoel helemaal af.

Waar Turner met zijn vorige album FTHC terugkeerde naar zijn hardcore roots, voert in Undefeated zijn liefde en talent voor folkmuziek de boventoon. Hoewel de afwisseling tussen hevige punknummers en rustige ballads er soms voor zorgt dat juist die rustige nummers wegvallen in al het gedruis, zijn alle nummers stuk voor stuk van vertrouwde Frank Turner kwaliteit. Hiermee vestigt Undefeated zich als een goede introductie tot Turners muziek, en een fijne voortzetting voor de trouwe fans!

 

Eerder deze maand sprak 8WEEKLY met Turner over ‘Undefeated’. Benieuwd wat de zanger zelf hierover te vertellen heeft? Klik dan hier.

 

Film / Serie

Een wervelwind van leugens en verlangen

recensie: Tell Me Lies - Meaghan Oppenheimer
Tell me LiesJosh Stringer/ HULU - © 2022 Hulu

In de schaduw van een kleurrijke universiteitscampus ontvouwt zich een verhaal vol bedrog en verlangen. De serie Tell Me Lies trekt je mee in een beklemmende draaikolk van emoties. We zien de levens van Lucy Albright (Grace Van Patten) en Stephen DeMarco (Jackson White) verstrikt raken in een destructieve relatie.

Leugens en manipulatie bepalen het gedrag van twee jonge zielen die tot elkaar worden aangetrokken als motten tot een vlam. Achter hun charmante façades schuilen namelijk duistere geheimen. De serie heeft er wel een handje van om wat dingen te kopiëren van andere series. Gooi flashbacks, ‘toxic love’ en een tragische dood in een glas en je hebt een mooie cocktail van Pretty Little Liars en Riverdale. Lukt het Tell Me Lies om toch verfrissend te blijven?

Een giftige dans

Lucy, een nieuwe universiteitsstudente, ontmoet Stephen op een feestje. Haar nieuwe studievriendinnen waarschuwen haar voor hem, maar de aantrekkingskracht is onweerstaanbaar. Hun liefdesverhaal ontvouwt zich als een giftige dans, waarin leugens en verlangen met elkaar verstrengeld raken. De complexiteit van hun relatie wordt versterkt door geheimen en een tragische dood op de campus. De liefde die ze delen is als een vuur dat hen verteert, terwijl ze zich vastklampen aan de illusie van het ‘samen gelukkig zijn’.

De verborgen complexiteit van de personages

Stephen vertoont eigenschappen van narcisme en sociopathie. Hij ziet de medemens voornamelijk als middel om zijn eigen doelen te bereiken en toont geen berouw. Zijn manipulatieve intelligentie en charmante voorkomen zet hij in om anderen te beïnvloeden. Zo ook bij Lucy. Ondanks de manipulatieve trekjes van Stephen, is het moeilijk om medelijden te hebben met Lucy. Ze is egoïstisch en haar gedrag is soms zelfs vergelijkbaar met dat van Stephen. Lucy laat weinig empathie zien, maar handelt juist heel berekenend. Hierdoor is het moeilijk om met haar mee te leven. Als kijker voel je weerzin tegen de personages, wat betekent dat de acteurs hun werk goed doen.

De serie schuwt niet om de complexiteit van de menselijke psyche te verkennen. We maken namelijk ook kennis met Stephens alleenstaande moeder Norah (Katey Sagal). Norah blijkt te kampen met een zogeheten histrionische persoonlijkheidsstoornis. Ze moet en zal altijd in het middelpunt van de aandacht staan. Tijdens aflevering vijf, waarin je de interactie tussen Stephen en Norah ziet, wordt daarom al snel duidelijk waarom Stephen is zoals hij is. Sagal, bekend van shows als Married with Children en Sons of Anarchy, zet een indrukwekkende prestatie neer als Norah. En het feit dat ze in het echte leven de moeder is van White, die Stephen speelt, voegt een extra laag van betrokkenheid toe. Als kijker voel je de emotionele klik tussen hen. Alsof je door het scherm heen hun gedeelde geschiedenis kunt aanraken.

Montage en lichtspel in harmonie

De serie wordt verteld in twee parallelle tijdlijnen, waarbij de kijker zowel de passionele opwinding van de beginnende romance tussen Lucy en Stephen ziet, als de verwoestende gevolgen van hun destructieve relatie. De montage bepaalt het ritme en de flow van de afleveringen. Snelle cuts en naadloze overgangen dragen bij aan de dynamiek van het verhaal, waardoor de kijker wordt meegenomen in een meeslepende ervaring. Ook speelt de belichting een cruciale rol bij het creëren van de sfeer. Variërend van zacht, diffuus licht voor intieme momenten tot scherpere, contrastrijke belichting voor dramatische scènes, voegt het spel met licht en schaduw diepte toe aan de visuele ervaring.

Met een boeiende vertelstructuur die heen en weer beweegt tussen hun ontluikende romance en de verwoestende nasleep, biedt Tell Me Lies een fascinerende blik op de complexiteit van menselijke relaties. Toch zal je je als kijker niet aan de indruk kunnen onttrekken dat Tell Me Lies soms voelt als een aftreksel van series als Pretty Little Liars en Riverdale. Desondanks is het voor liefhebbers van mysterie en intriges nog steeds een plezierige serie om te bingewatchen.

Theater / Interview
special: Interview met Emma Buysse over 'Brown Sugar Baby'

‘Poppie wordt veel bekeken maar nooit echt gezien’

Zes jaar geleden kruiste mijn pad dat van Emma tijdens een theateravond in de studentenbioscoop Studio/K. Destijds speelde ze voor een klein publiek, met het geroezemoes van het café als achtergrondruis. Afgelopen zaterdag zag ik haar opnieuw spelen, ditmaal op het podium van de grote zaal van De Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Als Poppie, de jongste van drie zingende zussen in een Indische jazzband, schittert ze in de nieuwe voorstelling van Het Nationale Theater, Brown Sugar Baby. Na de première spreek ik haar in De Balie, waar we er meteen achter komen dat we even oud zijn en beiden een gemberthee bestellen.

Hoe is de première gegaan?

‘Haha, heb je gezien hoe ik in het begin struikelde? Ik liep het podium op vanuit de zaal en struikelde over een blindengeleidehond die in het gangpad lag! Mijn entree was dus wat rommelig, maar gelukkig kwam ik na enkele scènes goed in mijn rol. Na de voorstelling stonden we met z’n allen te stuiteren in de coulissen en keken elkaar aan: ”Zullen we nog een keer opgaan?” Het applaus bleef maar doorgaan; dat geeft echt een kick. De première was een feestelijk moment.’

Je straalt zelfverzekerdheid uit op het podium. Ben je altijd al zelfverzekerd geweest in je werk?

‘Ik had zeker niet met deze rol moeten beginnen, dan had ik wel echt in mijn broek gescheten – haha. Mijn rollen zijn de afgelopen jaren goed opgebouwd en in wat kleinere rollen heb ik de kat uit de boom kunnen kijken. Sinds anderhalf jaar ben ik nu vast lid van het ensemble van Het Nationale Theater maar daarvoor liep ik er stage, toen vond ik het allemaal super spannend. Als ik terugdenk aan toen, realiseer ik me dat ik in die begintijd mijn mening niet altijd durfde te geven in de repetities over hoe ik mijn rollen wilde spelen. Dan dacht ik vaak, ik slik het toch maar even in. Door het vertrouwen dat ik kreeg bij Het Nationale Theater en omdat ik me meteen thuis voelde is mijn zelfverzekerdheid gegroeid. Die verandering heeft overigens vooral in mijzelf plaatsgevonden. Ik begin steeds meer te voelen dat het niet per ongeluk is dat ik hier beland ben.’

Waar gaat Brown Sugar Baby over?

‘De voorstelling, geschreven en geregisseerd door Eric De Vroedt, is geïnspireerd op de jazzbands van zijn eigen grootvader uit Nederlands-Indië in de jaren ’30. Het stuk belicht de muzikale erfenis, maar raakt ook aan thema’s als racisme en de hiërarchische verhoudingen in Nederlands-Indië. Daarnaast gaat het over hoe mannen met vrouwen omgingen – en nog steeds omgaan. Wat ik mooi vind aan de voorstelling is dat er een parallel te vinden is tussen de toe-eigening van het land en de toe-eigening van het vrouwelijk lichaam.’

De cast bestaat uit Indische acteurs en niet-Indische acteurs. Heeft dit invloed gehad op het repetitieproces?

‘Tijdens een van de eerste repetities vroeg een collega-acteur aan Eric: “Wat vind je ervan dat ik dit verhaal vertel, terwijl ik zelf niet Indisch ben?” Hij antwoordde toen dat hij dat juist als een kracht ziet, om met verschillende mensen dit verhaal te vertellen, dat het daardoor een breder draagvlak kan krijgen. Acteurs Esther Scheldwacht en Roben Mitchell, beiden met Indische achtergrond net als Eric, konden ons tijdens het maakproces vertellen over de details en dynamieken uit hun eigen families. Ik speel bijvoorbeeld een emotionele scène waarin ik mijn moeder (gespeeld door Esther) confronteer en middenin die scène komen er twee andere mensen op. Esther vroeg toen: “Hoe gaan we dat doen, want bij mij thuis zou dit emotionele gesprek nooit voortgezet worden waar andere mensen bij zijn.” Dat ik in die scène meteen wegloop en Esther mij een soort van wegduwt, komt voort uit dit soort gedachtewisselingen.’

Brown Sugar Baby is gebaseerd op de familiegeschiedenis van Eric De Vroedt. Hoe voelt het om te werken aan zo’n persoonlijk verhaal?

In het begin voelde ik  heel erg dat het een persoonlijk verhaal is. Eric deelde familiefoto’s met ons en vertelde veel waardoor we het engagement en de urgentie van het verhaal sterk voelden. Eric heeft echter zijn opa nooit gekend, daarom konden we als acteurs de personages wel deels zelf vormgeven. Dit verschilt bijvoorbeeld van het spelen van een rol waarmee de regisseur persoonlijke banden heeft en kan zeggen: “Mijn moeder zou dat nooit zo doen.”‘

Poppie zingt in de voorstelling in een band, ging het zingen je makkelijk af?

‘Eric wist al dat ik in de voorstelling zou gaan spelen. Ik verdenk hem ervan dat hij me daarom een zangeres heeft laten spelen die niet altijd zuiver zingt – haha. Maar hoe vaak krijg je de kans om op een podium met een liveband te staan? Dat is echt te gek! Ik zou mezelf niet direct aanbieden als zangeres, zeker niet voor close harmony zoals in deze voorstelling wordt gezongen. Gelukkig heb ik veel kunnen leren van onze zangcoach en ook van actrice June, door hen zit het nu wel goed met de zang. Toch is het spannend, mijn grootste angst is dat ik vals zing voor een volle zaal en voor al die professionele muzikanten …’

Wat maakt Poppie als personage interessant voor jou om te spelen?

‘Poppie is een gelaagd personage met een bepaalde grilligheid in haar doen en laten. Die grilligheid komt voort uit haar verleden waarover jarenlang werd gezwegen. De voorstelling speelt zich af gedurende één avond, die dag heeft Poppie besloten dat het genoeg is geweest en dat haar lang verzwegen geheim aan het licht moet komen. Op die grilligheid ga ik als actrice aan. Dat je om haar kan lachen, maar dat je als kijker ook voelt dat er wat donkers achter het masker schuilgaat. Heb je de serie Bodem gezien? Daar vind ik die grilligheid ook mooi zichtbaar. Eerst kan je hard om de hoofdpersoon lachen maar naderhand huil je mee met haar pijn. Ik hou van die dramaturgische lijn: hahahahaha,  au!’

Hoe uit die grilligheid zich en hoe maak jij je die grilligheid eigen?

‘Poppie wil gezien worden, daarom zet ze steeds maskers op, daagt uit, poseert en verleidt. Ze overschreeuwt zichzelf best wel. Het is tragisch dat ze veel wordt bekeken door haar vader en door een van de bandleden maar nooit echt wordt gezien. “Die ogen”, zegt Poppie herhaaldelijk in de voorstelling. Ze kan niet met en niet zonder de blik van anderen. Bij het repeteren van een rol start ik altijd vanuit de tekst. Heel inhoudelijk bedenk ik dan hoe de tekst uitgesproken moet worden en met welke intentie. In het begin kreeg ik echt hoofdpijn van het repeteren van Poppies teksten. Het ene woord is blij en het andere woord al niet meer. Ik moest enorm veel schakelen. Eigenlijk speelt ze de hele tijd verschillende rollen. Inmiddels zit die dynamiek in mijn lijf. Dat proces van het je eigen maken vind ik een van de coolste dingen aan mijn werk. Als het lukt om die grilligheid ook nog over te brengen, kan het echt iets teweegbrengen bij het publiek. Zo kwam er na de tweede voorstelling een vrouw naar me toe die met jonge vrouwen werkt die seksueel misbruik hebben meegemaakt. Ze was geraakt door Poppie omdat ze het gedrag van de jonge vrouwen in haar herkende. Ze herkende het contrast tussen de hunkering naar liefde en het onvermogen deze te kunnen ontvangen. Tussen bekeken worden maar niet worden gezien.’

Ben jij zelf bezig met de blikken van anderen?

‘Ik was me daar nog niet heel erg van bewust. Na een try-out kwam er toevallig iemand van de crew naar me toe en zij zei dat ze twee mannen in het publiek had horen praten. Steeds als ik opkwam hadden ze bewonderende woorden gezegd: “zo zo” en “toe maar”. Die opmerkingen zetten me wel even aan het denken. Hoe ziet het publiek mij? Hoe zien mannen mij? Poppie is naar mijn idee veel meer dan een lustobject of gek meisje dat continu met haar seksualiteit speelt. Nee dacht ik, dat moet het absoluut niet zijn! Maar ja, het is een dunne lijn. Ik kan natuurlijk niet controleren hoe anderen mij zien. Het is hoe het is.’

Stop jij iets van jezelf in Poppies emoties?

© Bart Grietens

‘Als Poppie moet ik grote emoties overbrengen dus natuurlijk heb ik uit mijn eigen gevoelens geput. Ik denk bijvoorbeeld dat iedere vrouw het gevoel van intimidatie wel kent, al is het alleen al de angst ervoor. Toch is het niet zo dat ik alles zelf doorvoel van wat ik speel. Poppie heeft bijvoorbeeld een moeilijke  band met haar moeder. In het repetitieproces vroeg Eric me: “Wat zou je tegen je eigen moeder zeggen als ze hier nu zou zitten?” Toen heb ik gezegd dat ik een hele goede band met mijn eigen moeder heb! Inspiratie zit hem voor mij dan niet in de band met mijn eigen moeder maar meer in een algemener gevoel van niet gezien worden en waar ik dat ik mijn lijf voel. Op toneel beleef ik eigenlijk grotere emoties dan in mijn eigen leven als ik er nu zo over nadenk – haha. Ik huil meer op de vloer dan in het echt.’

Zijn er dingen die je actief moet laten voor je werk?

‘Ik voel altijd grote verantwoordelijkheid moet ik zeggen, een voorbeeld daarvan is dat ik weinig alcohol drink. Je kent toch wel die kater waarin je denkt: jij kan niks? Jij bent lelijk. En met dat gevoel dan een podium op moeten, nee dank je! Ik dronk nooit echt veel hoor, ook hiervoor niet. Maar ik probeer wel echt goed voor mezelf te zorgen omdat ik wil vermijden dat ik met een kutgevoel het podium op moet. Het is echt niet fijn om in de schijnwerpers te staan als je je niet chill voelt over jezelf. Daar staan is al kwetsbaar genoeg. Ik ben mijn mentale gezondheid serieuzer gaan nemen want ik vind mijn werk echt het allerleukste wat er is.’

Kan je iets vertellen over het repetitieproces?

Wat ik cool vind aan hoe we Brown Sugar Baby hebben gemaakt, is dat Eric vaak werkt met improvisatie. Hij zegt dan bijvoorbeeld: “Stel je voor dat deze scène zich hier en nu afspeelt. Stel je voor, we zijn aan het repeteren en twee acteurs komen te laat. Hoe reageer je dan?” Uit dat soort improvisaties komen goede dingen, vooral qua toon, omdat het dan even heel actueel voelt. Aan het einde werkten we zelfs met familieopstellingen. We plaatsten Poppie en haar zussen in de ruimte om hun onderlinge dynamiek te verkennen. Op deze manier repeteren was nieuw voor mij, maar er is goed materiaal uit voortgekomen.’

Als je emotionele scènes speelt, raakt het je dan echt of is dat techniek?

‘Voor de intieme scènes werkte ik samen met een intimiteitscoach. Die zei tijdens de repetitie “Je lichaam weet niet dat je een acteur bent.” Eerst dacht ik: volgens mij heb ik geen intieme scènes die mijn lichaam danig in de war brengen. Wel heb ik scènes waarin ik sta te huilen en schreeuwen. Het liefst hoop ik dat emotie me in die scènes een beetje overkomt, omdat ik het zo waarachtig mogelijk wil overbrengen. Ik word ook vaak geraakt omdat iets plotseling binnenkomt, omdat ik het nog niet zo goed ken. Maar na zo’n repetitiedag ben ik dan wel echt kapot. Ik was bang dat ik me niet elke voorstelling kan laten raken door het verhaal. Eric zei daarover tegen me: “Je hebt genoeg techniek om die waarachtigheid over te brengen zonder dat jij het echt hoeft te voelen, avond na avond”. Dus op die techniek vertrouw ik. Bij de première ontroerde het me overigens wel echt. Daarna voel ik dat dan een tijdje nasudderen in mijn lichaam. Oh ja, dacht ik naderhand, ik snap nu wat de intimiteitscoach bedoelde met die zin: mijn lichaam weet niet dat ik een acteur ben.’

 

‘Brown Sugar Baby’ is nog te zien tot en met 4 juni 2024, zie voor meer informatie de speellijst

Trigger warnings: deze voorstelling bevat een verhaallijn over seksueel misbruik, en er wordt gebruik gemaakt van stroboscopische lichteffecten

Muziek / Interview
special: Interview met Britse singer-songwriter Frank Turner

De hervonden boosheid van Frank Turner

Voor zijn tiende studioalbum Undefeated keert de Britse singer-songwriter Frank Turner terug naar de boosheid uit zijn jeugd. In de eerste single van het album zingt Turner ‘Now I’m suprised to report that as I enter my forties, I’ve returned to being an angry man’ en zet hiermee de toon voor het hele album. Na de release van Undefeated (3 mei) volgt een tour door Amerika en Europa. Hoog tijd dus om voor een gesprek en te horen waar deze herontdekte boosheid vandaan komt.

Voor Undefeated put Turner inspiratie uit de boosheid van zijn jeugd, maar ook uit het overleven van zogeheten midlife uitdagingen. Zo zingt hij over identiteit en verloren dromen, vriendschap, en ook over de nasleep van de pandemie. Op deze manier worden menselijke emoties vanuit verschillende kanten verkend en gecombineerd met melodieën die beïnvloed zijn door een eclectische mix aan muzikale voorbeelden, van hardcorepunkband Black Flag tot (folk)rockband Counting Crows.

Terwijl Turner moet multitasken om honderden lp’s te signeren, belt 8WEEKLY met hem om de nodige vragen te stellen over dit aanstaande album.

Laat me je om te beginnen feliciteren met alweer je tiende studioalbum! Dat klinkt als een indrukwekkende mijlpaal. Aan de ander kant: na zoveel albums wordt het misschien ook lastiger om nog inspiratie voor je tekst en melodieën te vinden. Merk je dat het schrijven van dit album anders is dan bij je eerste albums?

Na een korte denkpauze reageert Turner instemmend: ‘In zekere zin, ja. Maar het concept ‘inspiratie’ is voor mij een vrij vaag begrip. Ik dwing mezelf nooit om te schrijven.’ Hij legt uit dat sommige bands een opnamestudio boeken, om vervolgens te gaan schrijven zodat ze wat hebben om op te nemen. Zo gaat hij niet te werk: ‘Ik ben eigenlijk altijd wel iets aan het schrijven. Op het moment dat er dan voldoende ligt, regel ik pas tijd in een studio.’ Hij benadrukt dat hij zichzelf nooit dwingt om te schrijven, maar: ‘Ik check wel altijd of ik niet te veel in herhaling val met mijn muziek, ik moet wel écht een goede reden te hebben om weer de studio in te gaan.’

Verder is er natuurlijk sprake van een leeftijdsverschil, hij begon als twintiger en is nu in de veertig: ‘Dat betekent ook dat ik meer oefening heb gehad als schrijver. Plus, ik probeer nu andere dingen te vertellen met mijn muziek.’ Het hele proces van schrijven en muziek maken is verder wel hetzelfde gebleven. Turner: ‘En dat is geruststellend!’

Je zegt zelf eigenlijk al dat de dingen die je wilt vertellen met je muziek verschillen per leeftijd. In de eerste single (‘No Thank You For The Music’, red.) zing je dat je teruggekeerd bent als boze man. Bij je vorige album, FTHC, gaf je juist aan een soort rust en tevredenheid te hebben gevonden. Wat is er sindsdien gebeurd?

Turner schiet in de lach en begint te vertellen: ‘Het eerste wat ik over deze tekst kan zeggen is: het klinkt gewoon cool!’ Om daarna te vervolgen: ‘Veel mensen denken in hun jongere jaren dat alles zwart-wit is. Ze zijn boos op de wereld, omdat ze zelf denken alles te weten. Maar naarmate je ouder wordt besef je dat er meer grijstinten zijn. Het ligt allemaal ingewikkelder.’ Verder reflecterend vertelt hij: ‘Ik bereikte een punt in mijn dertiger jaren dat ik zó goed werd in het snappen van het perspectief van de andere persoon dat ik mezelf overal uit kon redeneren – met als resultaat dat ik bijna geen meningen meer had. Maar in recentere jaren, of het nu gaat om persoonlijke dingen of bijvoorbeeld de muziekindustrie of grote politieke discussies, zeg ik tegen mezelf: ik kan begrijpen waarom andere mensen anders denken, maar… fuck them!  Snap je?’

Ik snap het helemaal, zeker in sommige discussies is er gewoon duidelijker een ‘goede’ of ‘slechte’ kant om te verdedigen.

‘Precies! Dat is wat ik bedoel. Maar ik vind het wel belangrijk om te blijven proberen het perspectief van die ander te zien, te begrijpen waar zij vandaan komen.’ Hij illustreert zijn punt met het, naar eigen zeggen makkelijke, voorbeeld van Amerika: ‘Ik ken mensen die wat meer vergevingsgezind zijn ten opzichte van Donald Trump. Ik probeer hun perspectief te begrijpen, en daarin mee te nemen hoe en waar ze leven, hoe ze zijn opgegroeid, wat hun prioriteiten zijn. Maar tegelijk, fuck die man. Voor altijd.’

Het zijn natuurlijk ook spannende tijden met de komende verkiezingen.

Turner stemt daarmee in en vertelt dat hij ontzettend van Amerika houdt: ‘Het is heel verdrietig. En beangstigend, zoals je al zei, maar het stemt me vooral droevig voor mijn Amerikaanse vrienden. Ik ken geen mensen, van beide kanten van het politieke spectrum, die denken dat de twee beste presidentskandidaten in Amerika Joe Biden en Donald Trump zijn.’ Dat vergelijkbare politieke bewegingen terug gezien worden in andere landen is ook hem niet ontgaan: ‘Zeker, in het Verenigd Koninkrijk, in Europa… het zijn beangstigende tijden voor een nadenkend en zorgzaam persoon.’

Die ontevredenheid, of zelfs boosheid, betreffende de politiek is ook te horen in het nummer ‘Pandemic PTSD’. Ik moet hierbij een disclaimer geven dat ik zelf onderzoeker ben op het gebied van publieke gezondheid en mentale gezondheid en collega’s heb die zich bezighouden met dit onderwerp. Ik zal hen dus zeker dit nummer toesturen zodra het officieel uitgebracht is.

Turner moet lachen: ‘Het is geruststellend om te weten dat het nummer door professionals wordt opgemerkt!’

Het is dus misschien als preken voor je eigen parochie, maar wat was je motivatie om dit nummer te schrijven?

Turner vertelt dat hij zijn vorige album FTHC heeft geschreven én opgenomen tijdens verschillende lockdowns. Maar: ‘Op dat album heb ik niet direct gepraat over de pandemie. Dat leekt toen te voor de hand liggend. Net als iedereen, wilde ook ik het graag over iets anders hebben.’ Maar tegenwoordig ziet hij dat, zeker voor mensen buiten de muziekindustrie, de pandemie een onderwerp is dat voorbij en niet langer relevant lijkt. ‘De 24-uur cyclus van het nieuws houdt zich nu met andere onderwerpen bezig. Maar voor veel mensen in de onafhankelijke muziekindustrie is het zo van: hey, what the fuck, wacht even! Dat de pandemie voorbij is betekent niet dat de aangerichte schade en pijn ook weg is. Daar moeten we over praten.’

Hij legt uit dat dit natuurlijk niet alleen voor de muziekindustrie geldt, maar ook voor andere terreinen. ‘Ik weet niet hoe het in Nederland is, maar in het Verenigd Koninkrijk is er een groot probleem met jongeren die niet meer terugkeren naar school. Zij vielen tijdens de pandemie uit en zijn nooit meer teruggekomen. Dat is verschrikkelijk, en beangstigend.’ De zanger vertelt ook dat het hem nog persoonlijk raakt, zo heeft hij meer last van agorafobie (i.e. pleinvrees) dan vroeger. De gevolgen van de pandemie zijn dus nog op verschillende niveaus duidelijk terug te vinden.

Hij deelt graag nog een weetje: ‘Ik denk dat jij dit wel waardeert, maar mijn vrouw is een psychotherapeut. Toen ik het eerste couplet en het refrein had, zei ze dat ik de term PTSS niet zomaar als spreektaal, als informele term, moest gebruiken. Het heeft immers een échte definitie. Dus heb ik haar psychologiewoordenboek gelezen en daar de definitie van PTSS uitgehaald. Ik heb het voor elkaar gekregen om die definitie woord voor woord in de songtekst te verwerken!’ Turner herhaalt enthousiast, uit zijn hoofd, de woordelijke definitie en vertelt dat hij de hernieuwde versie aan zijn vrouw liet horen. Lachend voegt hij eraan toe: ‘Ze zei meteen beledigd: hey, dat is niet wat ik bedoelde!’ Op een serieuzere toon benadrukt de zanger nog: ‘Het is echt een onderwerp waar wij, de samenleving, serieus over moeten praten.’

Als je dan groot mag dromen, zijn er specifieke mensen van wie je hoopt dat ze dit nummer horen? Wie hoop je hiermee te bereiken?

Turner: ‘Ik heb een beslissing gemaakt aangaande politiek, los van alles over Donald Trump wat ik zojuist al gezegd heb. Ik praat alleen over issues die betrekking hebben op mijn eigen industrie.’ Hij legt het uit aan de hand van het liefdadigheidswerk dat hij doet, zo is hij betrokken bij een organisatie die zich bezighoudt met hoe toegankelijk concertzalen zijn voor mensen met een beperking. Turner: ‘Natuurlijk is die toegankelijkheid ook een issue buiten concertzalen, maar die zalen, dat is het deel waar ik kennis over heb.’ Hij verduidelijkt dit nog wat: ‘Ik wil niet een van die muzikanten zijn die over bijna alles wat willen zeggen, en klinken alsof ze overal expert in zijn, alleen omdat ze een aantal platen hebben verkocht.’ Hij beperkt het liever tot waar hij kennis van heeft, zoals de toegankelijkheid van concertzalen. ‘En misschien dat andere mensen daar dan het initiatief oppakken en meenemen naar buiten die zalen!’

Daarna wijdt de zanger verder uit over de situatie in het Verenigd Koninkrijk: ‘De subsidies voor de muziekindustrie, die zijn historisch laag. In 2021 was er iets van steun, maar daarna niet meer. Dat is erg problematisch voor onafhankelijke zalen en locaties.’ Hij vertelt over zijn ambassadeurschap voor het Music Venue Trust en over de moeilijkheden die juist die kleine concertzalen ervaren. ‘Maar deze plekken zijn juist het levensbloed van de muziekindustrie! We hebben ze keihard nodig.’

Als we dan kijken naar de rest van het album, valt het nummer ‘Do One’ extra op. Naast de Engelse versie heb je hier een Duitse versie van uitgebracht, en ik begreep dat je werkt aan een Spaanse en een Franse versie …

‘En een Italiaanse! En misschien op een dag ook een Nederlandse!’ Hij vertelt dat hij het, uit een oogpunt van respect, belangrijk vindt om mensen in hun eigen taal te kunnen aanspreken. Als jonge jongen woonde hij ooit een Zweedse punkrockband bij. ‘Zij spraken ons in het Engels toe. Ik weet nog dat ik dacht: wow, als ik ooit in Zweden ga optreden, moet ik leren het publiek in het Zweeds toe te spreken! De Duitse versie bleek overigens zo’n succes dat ze daar wilden dat ik het nummer live op het podium, en zelfs op televisie, ging zingen.’ Dat is wel iets anders dan een paar zinnen in een andere taal leren. Wat als dat elders ook verwacht wordt? Turner: ‘Om eerlijk te zijn, soms heb ik wel wat geheugensteuntjes op papier staan, maar vertel dat maar niet verder!’

Voor degenen die nog niet bekend zijn met het fenomeen Frank Turner is het best lastig om uit te leggen in welk genre je past.

Turner onderbreekt enthousiast: ‘Heel goed! Dat vind ik leuk om te horen, dat maakt me erg blij.’

Soms is het meer punk, dan weer meer folk. Ik heb je wel eens aan mensen omschreven als ‘genre fluid’. Hoe zou je het komende album omschrijven?

Turner: ‘Wauw, ik houd van die term! Maar er is een deel van mij dat denkt dat het concept ‘genres’ bedacht is om muziekjournalisten iets te geven om over te praten.’ Hij hoopt dat mensen, zeker met alle beschikbare streamingdiensten, zelf gaan luisteren en er hun eigen mening over vormen. Eigenlijk probeert hij de vraag expres te ontwijken. ‘Ik groeide op luisterend naar punkrock, maar ook singer-songwriter muziek, country, van alles. Het is een soort combinatie van dit alles. Maar het is een mooie gedachte dat elk lied waar ik zelf naar luister invloed kan hebben op wat ik maak. Of het nu gaat over ABBA of Black Flag, of iets totaal anders!’ De zanger zegt nog zich bewust te zijn dat hij niet bepaald avant-garde is, hij is niet bezig met het ontwikkelen van iets totaal nieuws. Maar: ‘Het is dan misschien niet origineel, het is wel uniek, het is écht ik.’

Je gaat ook touren met je nieuwe album. Zijn er specifieke nummers waar je naar uit kijkt om die live uit te voeren?

De zanger legt uit dat het altijd spannend is om nieuwe muziek uit te voeren. Immers: ‘Je ontdekt écht snel of een lied goed valt bij het publiek of niet. Een nummer als ‘Do One’ is een duidelijke meezinger. Maar de liedjes op het einde van het album… Voor mij is het belangrijkste nummer op het album bijvoorbeeld het lied ‘Somewhere In Between’. Dat is niet bepaald een meezinger maar voor mij als zanger en schrijver juist een van de belangrijkste liedjes.’ Hij legt uit dat hij dan ook enorm benieuwd is naar hoe het publiek hierop gaat reageren. Maar: ‘Uiteindelijk ben ik een enorme sucker voor meezingers. Elk lied dat zorgt dat het publiek gaat meezingen is voor mij helemaal prima!’

Nou, ik ben heel benieuwd hoe dat in oktober gaat zijn!

Turner reageert enthousiast: ‘Ja, we zijn terug in Tilburg!’ De zanger vertelt verder dat hij zijn vrienden van de bands Skinny Lister en The Meffs meeneemt op tour. ‘Je kan wel stellen dat ik plannen heb om nog voor een héél lange tijd met dit album te gaan touren!’ Hij wil net als zijn held Leonard Cohen graag zo lang mogelijk blijven optreden. En op zijn wensenlijstje staat ook dat hij nog graag naar die delen van de wereld wil waar hij nog niet heeft opgetreden. ‘Mijn witte walvis, mijn eenhoorn, dat is Zuid-Amerika. Daarover zijn, gelukkig, ook gesprekken gaande!’ Maar de tours worden niet meer zo lang als vroeger. ‘Ik heb wel eens dertien maanden getourd zonder ooit eens thuis te zijn! Tegenwoordig doen we iets van vier weken. Los van het feit dat ik en mijn bandleden een leven buiten de band hebben… we hebben allemaal echtgenotes, partners, kinderen.’

Tot slot voor onze Nederlandse en Belgische lezers; hoe kunnen we ze overtuigen om dit najaar naar je concert te komen?

Turner legt uit wat hij interessant vindt aan live shows: ‘Het wordt pas goed als het een gesprek is, in plaats van een monoloog. Het gaat over de uitwisseling van energie. Ik wil niet gaan schreeuwen in een ruimte met mensen die alleen maar stilzitten.’ Maar wat precies de magie van zijn live shows is, wil hij niet over-analyseren. ‘Ik wil het niet vermoorden door het te gaan ontleden!’ Hij voegt er nog aan toe: ‘Ik doe wel iets geks, ik ben een singer-songwriter die een optreden geeft alsof hij in Black Flag zit!’

 

Hoe dat er precies uitziet kan je meemaken in Turner’s ‘Undefeated Tour 2024’ die in oktober en november door Europa trekt. Op 28 oktober speelt hij in 013 in Tilburg en op 14 november in Trix in Antwerpen. Ben jij benieuwd wat precies de magie is van zijn live shows? De concerten zijn nóg niet uitverkocht, maar die van Tilburg bijna wel. Zorg dat je erbij bent!

Boeken / Non-fictie

Lachen om niet te huilen

recensie: Jelle Brandt Corstius - Spullen Brengen

Voor Jelle Brandt Corstius kon een publicatie over Oekraïne eigenlijk niet uitblijven. Hoewel de aanleiding een treurige is, weet de Rusland-duider des vaderlands in Spullen Brengen de roadtrip toch met de nodige humor te verslaan.

Brandt Corstius’ nieuwe tv-serie stond al even in de steigers; Generatie P, over jonge Russen die hun buik vol hebben van de machtswellustige Poetin. Door covid was de productie al twee jaar uitgesteld, maar met de inval van Rusland in Oekraïne begin 2022 ging er definitief een streep door de plannen. Ook onze Rusland-kenner had de inval niet voorzien: ‘Poetin is gek, maar ook weer niet zo gek om het grootste land van Europa, bewoond door 43 miljoen inwoners, proberen binnen te vallen.’ Helaas is de realiteit anders gebleken. Brandt Corstius voelt zich machteloos en gedesillusioneerd, zijn liefde voor Rusland is in één klap verdwenen.

Hulpkonvooi

De leegte die ontstaat door het wegvallen van Generatie P vult Brandt Corstius met het maken van podcasts over Oekraïne. Maar na een tijdje begint het te knagen dat hij enkel vanaf veilige afstand verslag doet. Veel overredingskracht heeft collega-schrijver Jaap Scholten dan ook niet nodig om Brandt Corstius te strikken voor zijn initiatief Protect Ukraine. Scholten rijdt sinds de uitbraak van de oorlog af en aan met auto’s, helmen en kogelvrije vesten. Brandt Corstius vergezelt hem op zo’n barre roadtrip en doet hiervan verslag in Spullen Brengen.

Ditmaal bestaat het team, naast Scholten en Brandt Corstius, uit een bont gezelschap: oude studievrienden van Scholten, Tommy Wieringa en een paar kennissen van hem, oud-correspondenten waarmee Corstius in Moskou heeft gezeten, de zoon van Scholten én twee hoogblonde vrienden van hem – die al snel tot ‘de drie jonge Ariërs’ worden gedoopt. Het plan is om in vier dagen met zeven auto’s naar Kiev te rijden, om vervolgens met de trein en het vliegtuig terug te keren.

Voorzichtig optimisme

Een deel van de auto’s sneuvelt al tijdens de rit of hangt aan elkaar met ijzerdraad. Ook de auto’s die het wél halen, houden het waarschijnlijk slechts enkele weken uit in het oorlogsgebied. Maar al is het een druppel op een gloeiende plaat, het is tenminste íets. Aan deze strohalm klampt Brandt Corstius zich vast.

Zijn reisverslag is hartverscheurend, maar er zijn ook lichtpuntjes. Het is alsof je naast Brandt Corstius in de auto zit, terwijl hij vertelt over de oorlogspropaganda van het Kremlin, zijn eerste reis naar Oekraïne en de Tweede Wereldoorlog. Hij voert je mee langs jagershutten en kastelen van graven, maar ook langs schuilkelders en geïmproviseerde oorlogsmusea. Brandt Corstius is dé gids voor deze plek en deze tijd.

Boeken / Fictie

De pampa: een labyrint zonder muren

recensie: De Haas – César Aira

Een boek van César Aira blijft altijd een verrassing; pas aan het einde begrijp je wat voor verhaal je hebt gelezen. Aira legt in zijn werken een bewonderenswaardige durf aan den dag, waarmee hij met verschillende genres en vertelstijlen experimenteert.

Zo bediende Aira zich in Het literatuurcongres al, nogal plotseling, van sciencefictionachtige elementen en verraste het anders tamelijk nostalgische Hoe ik een non werd de lezer met een wel erg sinistere plotwending. Op vergelijkbare wijze kronkelen in De haas dramatiek, spanning en filosofie continu om elkaar heen.

De haas vertelt het verhaal van een nogal onstuimige zoektocht naar de – overigens fictieve –legibreriaanse haas op de Argentijnse pampa’s. En die zoektocht verloopt niet zonder moeilijkheden: oorlogen, intriges en mysteries blijven elkaar in een wervelwind van gebeurtenissen opvolgen en werken samen toe naar een overrompelende ontrafeling. Al met al is De haas een koortsachtige onderzoeking van de raadsels van de Argentijnse pampa’s, van de sublieme schoonheid en verwoestende kracht van hun meteorologie en van het ruige leven van de inheemse Patagonische bevolking dat zich erop afspeelt.

Een leerling van Borges?

Zoals het werk van Aira zich niet gemakkelijk laat onderbrengen in een enkel genre, zo is ook zijn schrijfstijl niet eenvoudig te kwalificeren. De moderne Argentijnse auteur schrijft nu eens poëtisch, dan weer ironisch en af en toe opvallend informeel. Hoewel die aanpak bij wijlen wat onelegant taalgebruik oplevert, maakt het de tekst bovenal bijzonder verrassend en onnavolgbaar.

Precies vanwege die volkomen herkenbare stijl manifesteert Aira zich als een op zichzelf staande auteur met een unieke stem in het Argentijnse literaire landschap. Het feit dat Aira zich in zijn schrijven van magisch-realistische elementen bedient, is dan ook niet voldoende om hem zonder meer naast Jorge Luis Borges te plaatsen. Toch worden deze auteurs niet zelden met elkaar in verband gebracht: zo wordt Aira door de Frankfurter Allgemeine Zeitung een ‘leerling van Borges’ genoemd, en schrijft het literair platform Tzum dat de lezer in De haas ‘[net] als in het werk van … Borges’ in een magisch-realistisch verhaal terechtkomt. Maar dat Aira’s werk magisch-realistische elementen bevat, maakt alleen duidelijk dat Aira zich aansluit bij een inmiddels welbekende gewoonte van Latijns-Amerikaanse schrijvers, zoals Isabel Allende, Gabriel García Márquez en Tomás Eloy Martínez: zij mobiliseren het magisch-realistische genre om tot een uiteindelijk natuurgetrouwe weergave van de mysteries van het continent te komen.

Een geometrisch doolhof

De hoofdpersoon in De haas, Clarke, begeeft zich op de pampa’s in de hoop de zeldzame legibreriaanse haas in het echt aan te treffen. Toch laat hij zich zonder veel weerstand van zijn doel afleiden, om zich te mengen in de intriges van de indianen met wie hij meereist en om uiteindelijk een sleutelrol te spelen in de confrontaties die zich tussen de stammen ontspinnen. Gedurende dit alles probeert Clarke herhaaldelijk de wetten van de pampa te leren kennen. Op die manier raakt hij met regelmaat verstrikt in geometrische en metafysische overpeinzingen:

[…] bovendien leende de pampa met zijn gebrek aan topografie zich niet voor dat soort grappen. Het was puur terrein, geometrie […] Alles beperkte zich tot het trekken van lijnen, hoe sneller hoe beter: lijnen van aankomst en vertrek, die elkaar op magische wijze op élk punt kruisten, niet op een concreet punt. (p. 203)

De schijnbare eenvoud van de kale vlaktes is bedrieglijk; samen vormen zij een labyrint van lijnen, driehoeksmetingen en afstanden. Hoewel Aira zich loszingt van de bestaande Argentijnse literatuur en hij er zijn eigen fascinaties op nahoudt, moge het duidelijk zijn dat er in passages zoals die hierboven toch wat belangrijke inhoudelijke overeenkomsten met het werk van Borges te ontdekken zijn. Zo doen Clarke’s observaties over de pampa’s denken aan Borges’ verhaal De twee koningen en de twee labyrinten, waarin de ene koning de andere laat verdwalen in het labyrint van een woestijn. Ook een vergelijking met De dood en het kompas, waarin het labyrint bestaat uit één enkele, rechte lijn, ligt voor de hand.

De haas: feit of fictie?

Het verhaal is doorspekt met verwijzingen naar ‘de haas’, hoewel je als lezer geen grip krijgt op wat daar nou eigenlijk mee bedoeld wordt, omdat iedereen die het begrip in de mond neemt er iets anders mee lijkt aan te duiden. Gaat het om een daadwerkelijke haas, een diamant in de vorm van een haas, of is de haas een symbool voor iets veel abstracters?

Er ligt een waas van vaagheid over het Patagonische strijdtoneel in De haas. Door de taalproblemen en in elkaar overlopende mysteries voel je je als lezer bij vlagen net zo verdwaald in het verhaal als Clarke zich ontredderd voelt tussen de indianen. Maar Clarke is uiterst leerbaar: op den duur raakt hij eraan gewend dat sommige raadsels nou eenmaal onoplosbaar zijn, en probeert dan maar zijn schouders op te halen over zijn verrassende wederwaardigheden op de pampa’s.

En precies op het moment dat je denkt dat hem dat is gelukt, worden in de tamelijk bombastische ontknoping, die van zoveel plotwendingen is voorzien dat het haast parodistisch lijkt, alle losse eindjes nauwkeurig aan elkaar geknoopt. Zo nauwkeurig, dat je je als lezer niet kan voorstellen dat Clarke nog met een onopgelost mysterie blijft zitten.

Je kan dan haast niet anders dan concluderen dat hij zijn legibreriaanse haas heeft gevonden. Al is die van een totaal andere aard dan al die tijd voor de hand lag.