Tag Archief van: 8WEEKLY

Interview

Ilja Nieuwland

special: Interview

8WEEKLY heeft zijn zilveren jubileum mogen vieren. Een van de medewerkers, actief van 2002-2007, was Ilja Nieuwland. Reden voor een gesprek met en over hem. Over toen en een beetje over nu. Hij behoorde – zoals hij zelf zegt – ‘gewoon tot een zootje studenten dat met veel plezier een magazine volschreef’.

Ilja Nieuwland schreef zo’n kleine zeventig recensies. Voornamelijk over muziek, maar ook enkele over boeken en een paar over films. Dat is de periode na zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en voor zijn promotietraject. In 2017 promoveerde hij op dinosaurus-diplomatie in de vroege 20ste eeuw (American Dinosaur Abroad). Momenteel werkt hij als onderzoeker bij het Huygens Instituut (KNAW) en houdt hij zich bezig met geschiedenis van de natuurlijke historie in de moderne tijd en museumgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij publiceert onder meer in het gerenommeerde tijdschrift Science en legt de laatste hand aan een boek over Berlijnse stations.

Hoe ben je bij 8WEEKLY terecht gekomen?

Via via leerde ik Mark Hospers kennen, met wie ik geregeld discussies had over culturele en dan vooral muzikale kwesties. Onze belangstelling lag ver uiteen, vaak waren we het eens, soms overtuigend oneens. Maar het was altijd een interessant gesprek. Op een bepaald moment vroeg Mark me eens iets op te schrijven; in het begin was dat nog over van alles, maar na een tijdje legde ik me toe op het recenseren van klassieke muziek.

Je schreef onder meer over Nederlandse muziek en Nationale Scholen. Ligt daar ook je belangstelling en hoe komt dat?

Kijk, ik ben toch primair historicus en dat reflecteren mijn recensies ook wel. Eigenlijk ben ik minder in de uitvoering geïnteresseerd dan in de breedheid van het repertoire, dat zeker in het begin van de jaren 2000 heel smal aan het worden was. Een belangrijke motivatie was daarom om vergeten orkestmuziek, waarvan ik dacht dat die een kans verdiende, onder de aandacht te brengen. In de recensies bespreek ik daarom naast de muziek zelf ook biografie en geschiedenis. Nederlandse klassieke muziek neemt daarbij een bijzondere plaats in; we zijn als land altijd geneigd om dingen van over de grens boven onze eigen productie te plaatsen, en ik denk dat dat niet altijd terecht is. Bovendien zitten er vaak goede verhalen achter, en dat interesseert me altijd nog het meest. Gelukkig is het repertoire nu weer wat aan het verbreden dankzij de roep om meer diversiteit. Dat heeft een vrij brede herevaluatie in gang gezet van wat er in concertzalen wordt gespeeld en dat is heel positief, naar mijn idee.

Tussen de boekrecensies treffen we een recensie aan over een boek over dinosauriërs: Robert Mash’s Een dinosauriër. Je schreef zelf een dik boek over American Dinosaur Abroad (2019). Vanwaar deze belangstelling voor dinosauriërs?

Dat begon toen ik een jaar of acht was. De meeste kinderen groeien daar weer uit, ik helaas niet. Ook daar heb ik mijn belangstelling trouwens vooral historisch uitgebuit, dus dat is wel een overlap.

Je stopte in 2007 met schrijven voor 8WEEKLY. Is daar een specifieke reden voor?

Tijd, vooral, maar ook het idee dat mijn toenmalige baan bij Concertgebouw De Doelen tot een belangenconflict kon leiden. Daar was ik bezig met het promoten van klassieke muziekuitvoeringen; die kon ik moeilijk achteraf gaan afkraken op 8WEEKLY. Terwijl daar zeker met dirigent Valeri Gergiev aan het roer wel aanleiding toe zou zijn geweest. Daarnaast begon ik me te bemoeien met de productie van eigen opnameprojecten van muziek en ook dat maakte het lastig om op beide stoelen te blijven zitten.

Er komt binnenkort bij uitgeverij De Gruyter in Berlijn een boek van je uit over de stations van Berlijn. Kun je daar iets meer over vertellen?

Da’s een geschiedenis over het Berlijn dat na de Tweede Wereldoorlog is verdwenen, gezien vanuit de treinstations waarop mensen aankwamen en vertrokken. Toentertijd had de stad een systeem dat nog leek op dat van Londen en Parijs, met allerlei kopstations om het centrum. Dat bepaalde ook de manier waarop mensen haar ervaarden en de verandering in die situatie betekent dat dit sindsdien dus is veranderd. Het is vooral een boek over mensen en architectuur, minder over treinen. Het boek (The Lost Termini of Berlin) zou in de herfst moeten uitkomen. Het is echt een publieksboek.

Daarnaast ben ik bezig met een biografie over de Duitse paleontoloog, relkikker en alleskunner Otto Jaekel. Dat is meer een academisch werk en ik hoop dat het volgend jaar verschijnt.

Kijk je nog wel eens op de website van 8WEEKLY en hoe vind je dat de inhoud daarvan zich ontwikkelt?

Eerlijk gezegd niet zo vaak meer. Ik zie het toch echt wel als een afgesloten deel van mijn eigen verleden, temeer omdat er op het gebied van klassieke muziek eigenlijk lange tijd niets meer gebeurde (nu zie ik weer meer). Maar afgezien daarvan: ik beschouw mezelf met 53 toch niet echt meer als deel van het doelpubliek, en dat is ook goed.

Wil je nog iets kwijt dat nog niet aan de orde is gekomen en leuk om te lezen?

Tijdens het Prinsjesdagconcert van 2004 of 2005, Balkenende-periode, was ik in de – sindsdien gesloopte – Anton Philipszaal in Den Haag om het concert te recenseren; mijn partner was mee. Na afloop sloegen we ergens rechtsaf waar we links hadden moeten gaan en voordat we het wisten stonden we op de receptie van dirigent Neeme Järvi, in aanwezigheid van ongeveer het gezamenlijke Kabinet. Mevrouw Balkenende heeft nog tot laat in de avond onze glazen van extra bubbels voorzien en we hebben leuk met haar gekeuveld (ze had duidelijk weinig zin om zich met haar mans collega’s bezig te houden). Toen we tegen middernacht enigszins aangeschoten het gebouw verlieten stond daar een hele rij met dienstauto’s. Heel even hebben we erover gedacht om gewoon in een exemplaar te springen om ons naar huis in Amsterdam te laten brengen, maar dat hebben we niet aangedurfd; mogelijk de grootste bron van spijt uit mijn 8WEEKLY-verleden.

Interview

Ilja Nieuwland

special: Interview

8WEEKLY heeft zijn zilveren jubileum mogen vieren. Een van de medewerkers, actief van 2002-2007, was Ilja Nieuwland. Reden voor een gesprek met en over hem. Over toen en een beetje over nu. Hij behoorde – zoals hij zelf zegt – ‘gewoon tot een zootje studenten dat met veel plezier een magazine volschreef’.

Ilja Nieuwland schreef zo’n kleine zeventig recensies. Voornamelijk over muziek, maar ook enkele over boeken en een paar over films. Dat is de periode na zijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en voor zijn promotietraject. In 2017 promoveerde hij op dinosaurus-diplomatie in de vroege 20ste eeuw (American Dinosaur Abroad). Momenteel werkt hij als onderzoeker bij het Huygens Instituut (KNAW) en houdt hij zich bezig met geschiedenis van de natuurlijke historie in de moderne tijd en museumgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij publiceert onder meer in het gerenommeerde tijdschrift Science en legt de laatste hand aan een boek over Berlijnse stations.

Hoe ben je bij 8WEEKLY terecht gekomen?

Via via leerde ik Mark Hospers kennen, met wie ik geregeld discussies had over culturele en dan vooral muzikale kwesties. Onze belangstelling lag ver uiteen, vaak waren we het eens, soms overtuigend oneens. Maar het was altijd een interessant gesprek. Op een bepaald moment vroeg Mark me eens iets op te schrijven; in het begin was dat nog over van alles, maar na een tijdje legde ik me toe op het recenseren van klassieke muziek.

Je schreef onder meer over Nederlandse muziek en Nationale Scholen. Ligt daar ook je belangstelling en hoe komt dat?

Kijk, ik ben toch primair historicus en dat reflecteren mijn recensies ook wel. Eigenlijk ben ik minder in de uitvoering geïnteresseerd dan in de breedheid van het repertoire, dat zeker in het begin van de jaren 2000 heel smal aan het worden was. Een belangrijke motivatie was daarom om vergeten orkestmuziek, waarvan ik dacht dat die een kans verdiende, onder de aandacht te brengen. In de recensies bespreek ik daarom naast de muziek zelf ook biografie en geschiedenis. Nederlandse klassieke muziek neemt daarbij een bijzondere plaats in; we zijn als land altijd geneigd om dingen van over de grens boven onze eigen productie te plaatsen, en ik denk dat dat niet altijd terecht is. Bovendien zitten er vaak goede verhalen achter, en dat interesseert me altijd nog het meest. Gelukkig is het repertoire nu weer wat aan het verbreden dankzij de roep om meer diversiteit. Dat heeft een vrij brede herevaluatie in gang gezet van wat er in concertzalen wordt gespeeld en dat is heel positief, naar mijn idee.

Tussen de boekrecensies treffen we een recensie aan over een boek over dinosauriërs: Robert Mash’s Een dinosauriër. Je schreef zelf een dik boek over American Dinosaur Abroad (2019). Vanwaar deze belangstelling voor dinosauriërs?

Dat begon toen ik een jaar of acht was. De meeste kinderen groeien daar weer uit, ik helaas niet. Ook daar heb ik mijn belangstelling trouwens vooral historisch uitgebuit, dus dat is wel een overlap.

Je stopte in 2007 met schrijven voor 8WEEKLY. Is daar een specifieke reden voor?

Tijd, vooral, maar ook het idee dat mijn toenmalige baan bij Concertgebouw De Doelen tot een belangenconflict kon leiden. Daar was ik bezig met het promoten van klassieke muziekuitvoeringen; die kon ik moeilijk achteraf gaan afkraken op 8WEEKLY. Terwijl daar zeker met dirigent Valeri Gergiev aan het roer wel aanleiding toe zou zijn geweest. Daarnaast begon ik me te bemoeien met de productie van eigen opnameprojecten van muziek en ook dat maakte het lastig om op beide stoelen te blijven zitten.

Er komt binnenkort bij uitgeverij De Gruyter in Berlijn een boek van je uit over de stations van Berlijn. Kun je daar iets meer over vertellen?

Da’s een geschiedenis over het Berlijn dat na de Tweede Wereldoorlog is verdwenen, gezien vanuit de treinstations waarop mensen aankwamen en vertrokken. Toentertijd had de stad een systeem dat nog leek op dat van Londen en Parijs, met allerlei kopstations om het centrum. Dat bepaalde ook de manier waarop mensen haar ervaarden en de verandering in die situatie betekent dat dit sindsdien dus is veranderd. Het is vooral een boek over mensen en architectuur, minder over treinen. Het boek (The Lost Termini of Berlin) zou in de herfst moeten uitkomen. Het is echt een publieksboek.

Daarnaast ben ik bezig met een biografie over de Duitse paleontoloog, relkikker en alleskunner Otto Jaekel. Dat is meer een academisch werk en ik hoop dat het volgend jaar verschijnt.

Kijk je nog wel eens op de website van 8WEEKLY en hoe vind je dat de inhoud daarvan zich ontwikkelt?

Eerlijk gezegd niet zo vaak meer. Ik zie het toch echt wel als een afgesloten deel van mijn eigen verleden, temeer omdat er op het gebied van klassieke muziek eigenlijk lange tijd niets meer gebeurde (nu zie ik weer meer). Maar afgezien daarvan: ik beschouw mezelf met 53 toch niet echt meer als deel van het doelpubliek, en dat is ook goed.

Wil je nog iets kwijt dat nog niet aan de orde is gekomen en leuk om te lezen?

Tijdens het Prinsjesdagconcert van 2004 of 2005, Balkenende-periode, was ik in de – sindsdien gesloopte – Anton Philipszaal in Den Haag om het concert te recenseren; mijn partner was mee. Na afloop sloegen we ergens rechtsaf waar we links hadden moeten gaan en voordat we het wisten stonden we op de receptie van dirigent Neeme Järvi, in aanwezigheid van ongeveer het gezamenlijke Kabinet. Mevrouw Balkenende heeft nog tot laat in de avond onze glazen van extra bubbels voorzien en we hebben leuk met haar gekeuveld (ze had duidelijk weinig zin om zich met haar mans collega’s bezig te houden). Toen we tegen middernacht enigszins aangeschoten het gebouw verlieten stond daar een hele rij met dienstauto’s. Heel even hebben we erover gedacht om gewoon in een exemplaar te springen om ons naar huis in Amsterdam te laten brengen, maar dat hebben we niet aangedurfd; mogelijk de grootste bron van spijt uit mijn 8WEEKLY-verleden.

Theater / Voorstelling

Spiegel voor een slecht huwelijk

recensie: Wie is er bang voor Virginia Woolf? – Kobra Theaterproducties

Het is nacht. Dat is de bepalende factor in Wie is er bang voor Virginia Woolf? van Kobra Theaterproducties. De nacht is het schemergebied waarin mensen zich bezatten, elkaar ongeremd de waarheid zeggen, seks hebben. In deze intieme, kolderieke en tamelijke naturalistische versie van de klassieker van Edward Albee is dit het moment waarop mensen geheimen delen die ze beter voor zich hadden kunnen houden.

Van alle schurende toneelteksten van de Amerikaanse schrijver Edward Albee (1928-2016) is Wie is er bang voor Virginia Woolf? (1962) – in elk geval op papier – wel de wreedste, lompste, schrijnendste. Vooral vanwege de hooglopende ruzies tussen de twee belangrijkste personages: het oudere echtpaar Martha en George.

Frustratie

Het koppel heeft na afloop van een feestje aan de universiteit een jonger echtpaar uitgenodigd om thuis nog een afzakkertje te komen drinken. Martha’s vader is rector magnificus van de universiteit, waaraan George sinds jaar en dag werkt als docent. Beroepsintellectueel George heeft nooit de vroegere verwachting kunnen waarmaken in de machtige voetsporen te treden van zijn schoonvader.

De pas getrouwde Nick en Honey staan nog aan het begin van hun carrière. Wat begint als een wat ongemakkelijke afterparty, ontaardt in een steeds lompere slemp- en scheldpartij.

Dader en slachtoffer

Waar in de meeste interpretaties van Wie is er bang voor Virginia Woolf? Martha de belangrijkste aanstichter van het kwaad is, plaatst regisseur Hanneke Braam bij Kobra Theaterpoducties de angel meer bij George. De George van Bas Hoeflaak verwordt gedurende de voorstelling van een amicale, vriendelijk babbelende man in een vileine, gekwetste echtgenoot die anderen hun geluk niet gunt.

Martha (Sanne Wallis de Vries) loopt aanvankelijk op zeer hoge hakken waardoor ze boven haar man uittorent. Maar de machtsverhoudingen draaien om. De hakken gaan uit en Martha verwordt van dader tot slachtoffer. Niet aardig, grof in de bek, maar ook best zielig.

Overtuigend

foto: Annemieke van der Togt

George en Martha komen kijvend en afstandelijk binnen, maar groeien in de loop van het stuk naar elkaar toe. De chemie tussen de twee is overtuigend, je gelooft dat ze een stel zijn en dat dit al decennia lang zo gaat tussen hen.

Regisseur Braam kiest ervoor de jongere generatie de spiegel te laten zijn van de oudere. Nick en Honey zijn pas kort getrouwd, Martha en George al 23 jaar. De jongeren kijken met bewondering, maar ook met schrik naar de ouderen. Als toeschouwer denk je: dit is jullie voorland, op deze ellende stevenen jullie ook af, tenzij je nú het roer omgooit. De veelbelovende bioloog is getrouwd met een drankzuchtige vrouw die geld heeft. Voor beiden ligt de desillusie op de loer.

Gevaarlijk

Bas Hoeflaak is sterk als George. Hoewel aanvankelijk hartelijk en beminnelijk, slijpt Hoeflaak zijn personage gaandeweg aan tot een gevaarlijke man. Misschien is het onvermijdelijk als je cabaretier Sanne Wallis de Vries de rol geeft van Martha: Braam speelt met haar keuze voor Wallis de Vries op de lach. Daardoor krijgt Albee’s vileine stuk komedie-achtige trekken. De tierende Wallis de Vries is eerder meelijwekkend dan een rotwijf.

Claire Bender als Honey versterkt het komedie-effect, haar personage is vooral geestig; het mist de tragiek die van Albee’s Honey zo’n tragische vrouw maakt. Benders wanhopige mimiek en schutterige lichaamstaal redden het personage. Alex Ploeg is zeer op dreef als de jonge, corpsballerige Nick. Zijn timing en intonatie zijn sterk. Deze man gaat door roeien en ruiten om zijn ambities waar te maken. Het duurt een hele nacht voordat hij beseft dat hij daartoe met Martha en George op het verkeerde paard wedt.

Bacchanaal

Het decor (ontwerp: Calle de Hoog) is even eenvoudig als effectief. Een extreem lange bank biedt de acteurs de ruimte om zonder veel moeite afstandelijkheid, vijandigheid, toenadering, vertrouwelijkheid of intimiteit neer te zetten, eenvoudigweg door zich erop te verplaatsen.  De achterwand bestaat uit 198 gevulde watercontainers met een kraantje eraan, van die dingen die je gebruikt op de camping. Er wordt voortdurend uit getapt om het bacchanaal te onderstrepen.

Hier staan vier interessante acteurs in een welgemikt decor, in een originele interpretatie van een stuk dat elke zoveel jaar in Nederland op het program staat. Het levert een zeer vermakelijke avond toneel op

 

Tekst: Edward Albee
Regie: Hanneke Braam
Spel: Claire Bender, Bas Hoeflaak, Alex Ploeg, Sanne Wallis de Vries
Decor: Calle de Hoog
Kostuums: Dorien de Jonge
Licht: Stefan Dijkman
Techniek: Arnold Schut, Marcel Sman, Dorus van Leeuwen
Fotografie: Annemieke van der Togt

 

 

 

 

Kunst / Expo binnenland

Honderdvijftig dagen Rembrandt in De Lakenhal

recensie: Rembrandts vier zintuigen – zijn eerste schilderijen

Hoe hebben we het nu: vier zintuigen? Het zijn er toch vijf? Dat klopt: zicht, gevoel, gehoor, reuk en smaak. Museum De Lakenhal in Leiden toont er vier. Van stadgenoot Rembrandt. De eerste vier, want de ‘smaak’ is spoorloos.

Rembrandt maakt ze rond zijn achttiende levensjaar (1624-’25) wanneer hij in Leiden woont en werkt. De brillenverkoper (zicht), wordt in 2012 door De Lakenhal aangekocht. De andere drie bevinden zich in The Leiden Collection (New York), de privéverzameling van het echtpaar Kaplan: De operatie (gevoel), De drie zangers (gehoor) en De flauwgevallen patiënt (reuk) dat het als laatste koopt, in 2015. Het is het eerste schilderij met Rembrandts signatuur: RHF (Rembrandt Harmenszoon Fecit).

De vier kleine schilderijen zijn eerder te zien geweest in het Rembrandthuis in Amsterdam (2016-’17). Nu vormen ze de opmaat voor de viering van het honderdvijftig-jarig bestaan van De Lakenhal en zijn er honderdvijftig dagen te zien. In één zaal in het hart van het museum, bij de vaste collectie in de buurt.

Alledaagse scènes in eenzelfde opzet

Het zijn alledaagse scènes in felle kleuren, onder andere opvallend roze. Vernieuwend ook, weg van de beeldtradities en personificaties uit die tijd, pasteus (dik) en voor een jonge kunstenaar trefzeker geschilderd. Rembrandt experimenteert al met licht-donkereffecten (clair-obscur), realisme en dramatische emoties, de barokschilderkunst eigen. Waar hij dat allemaal vandaan heeft, is ook te zien in werk van zijn leermeesters en collega’s dat in dezelfde zaal hangt. En waar het toe leidde ook, in enkele schilderijen van leerlingen.

Het clair-obscur bijvoorbeeld vinden we terug op De Onderwereld met de boot van Charon (ca. 1620) van Rembrandts eerste leraar, Jacob van Swanenburgh. Die roze kleur op Lezende oude vrouw (ca. 1625-’26) van Rembrandts vriend en collega Jan Lievens, die waarschijnlijk ook is afgebeeld op de Drie zangers en Musicerend gezelschap. De kleur roze is trouwens ook gekozen voor de ondergrond waarop de schilderijtjes hangen.

De vier schilderijen hebben allemaal eenzelfde opzet: drie figuren in – voor die tijd – ouderwetse kleding met elementen waarvan men dan meent dat het oriëntaals is. Vergelijkbaar met de uitdossing van Rembrandts Musicerende gezelschap (1626) dat in de nabijheid van de vier is opgehangen.

Vorm versus inhoud

Maar het gaat verder dan alleen de invloed van Rembrandts leermeester. Ook de invloed ervan op weer zijn leerlingen komt aan bod. En hoe ze met die invloed omgaan, ervan afwijken. Zoals Gerrit Dou in een zelfportret (ca. 1632). Dou schildert immers niet zozeer pasteus; hij was een Leidse fijnschilder.
De roze kleur komen we ook weer tegen op een doek van Harmen Steenwijk, een Vanitas stilleven (ca. 1650).

De nadruk ligt vooral op de vormelijke aspecten van de werken die worden getoond. Op zich een beperking die voor zo’n kleine, door conservator oude kunst Janneke van Asperen samengestelde expositie in slechts één zaal begrijpelijk is. Maar het maakt wél nieuwsgierig naar een meer inhoudelijke insteek.

Rembrandt Harmensz. van Rijn, Brillenverkoper (het Gezicht), ca.1624-1625, Museum De Lakenhal

Een voorbeeld. Op De brillenverkoper staat de verkoper (Rembrandts vader?) afgebeeld met een opvallende (oriëntaalse) muts, een soort sjtreimel of shtreimel zoals getrouwde joodse mannen die nog wel dragen. Een mooi en vergelijkbaar voorbeeld schildert een andere leerling van Rembrandt, Samuel van Hoogstraten op zijn Man achter een raam (1653, Kunsthistorisches Museum, Wenen). Lang denkt men dat dit rabbijn Lipmann Heller is, een jaar na diens dood geschilderd, hoewel daar nu aan wordt getwijfeld. Dat is link één.

Een andere link is het gegeven dat joden in de tijd van Rembrandt, met zijn gilden, brillen mogen verkopen. Zo komen ze aan de niet antisemitisch bedoelde bijnaam ‘brillenjood’, die later een negatieve bijklank krijgt. Zo zou Rembrandt al jong, nog voor hij in Amsterdam in de Jodenbuurt woont, aandacht voor zo’n joods attribuut tonen.

Het is een beetje jammer dat De Lakenhal zo’n context als deze niet meeneemt en de nadruk legt op formele kenmerken van de getoonde schilderijen. Misschien bij een volgende keer, of tijdens een college op de eerste zondag van de maand wel? Dat maakt een reisje naar Leiden voor sommige mensen vast nog waardevoller.

 

 

Film / Films

Psychologische thriller zet je aan het denken

recensie: Leave The World Behind - Sam Esmail
Leave The World BehindNetflix

In de film Leave The World Behind van regisseur Sam Esmail maken we kennis met de familie Sandford die een rustig weekendje weg wil beleven in een afgelegen landhuis op Long Island. Hun uitje neemt echter een angstaanjagende wending wanneer de wereld om hen heen begint te ontsporen.

De film begint met Amanda (Julia Roberts) die een verrassingsweekend heeft gepland voor haar gezin. Samen met haar man Clay (Ethan Hawke) en hun twee kinderen Archie en Rose vertrekken ze naar een afgelegen vakantiehuis op Long Island. Ze beginnen hun uitje met een middagje strand. Al snel gebeurt er iets geks.

Staatsgreep of hallucinatie?

Het familie-uitje van de Sandfords wordt verstoord door een olietanker die recht het strand opvaart zonder te remmen. Geschrokken keert het gezin terug naar het vakantiehuis. Wanneer ze op het nieuws willen kijken wat er is gebeurd, blijkt het tv-signaal afgesloten te zijn. Ook het internet werkt niet meer. De personages worden ‘s nachts ook nog eens geconfronteerd met onverwachte gasten: George (Mahershala Ali) en Ruth (Myha’la Herrold), die de spanningen binnen het verhaal vergroten. Zij zijn namelijk de eigenaren van het vakantiehuis.

Leave The World Behind

© Netflix 2023

Veel van de personages delen herkenbare angsten die voortkomen uit het beklemmende gevoel afgesneden te zijn van communicatie. Zonder nabije buren hebben ze geen idee of de stroomstoring meer is dan een eenvoudige stroomuitval. De spanning neemt bij iedereen snel toe. Vooral bij Rose, die gefascineerd is door de tv-serie Friends, die eindigde voor haar geboorte. Met haar niet-functionerende iPad nog in haar handen ziet ze buiten een hert, gevolgd door tientallen bijna doorschijnende exemplaren. Is het een hallucinatie of is de natuur ontspoord? Bij iedere gebeurtenis wordt het verhaal spannender, maar ook ingewikkelder. Je wilt als kijker weten wat er aan de hand is.

Contrast tussen personages zorgt voor diepgang

De dynamiek tussen de personages, met name de contrasten tussen Amanda en George en Archie en Rose, voegt diepgang toe aan het verhaal. Roberts vermogen om de innerlijke strijd van het personage over te brengen, voegt een extra emotionele laag toe aan het verhaal. Ali weet de mysterieuze kant van George te belichten met krachtige emotionele expressies. Zijn acteertalent voegt intrige toe aan de interacties tussen de personages en versterkt de algehele spanning in het verhaal. Archie en Rose belichamen generatieverschillen en brengen een interessante dynamiek in het verhaal; Archie’s nuchtere benadering botst op boeiende wijze met Rose’s jeugdige nieuwsgierigheid en onbevangenheid.

De film verkent thema’s van rassen-, generatie- en klassenconflicten, waardoor de kijker gedwongen wordt na te denken over deze maatschappelijke kwesties buiten het doek om.

Archie en Rose in Leave The World Behind

© Netflix 2023

Verrassend camerawerk

Een opvallend aspect van de film is het camerawerk. De camera doorkruist muren en vloeren, wat een unieke cinematografische ervaring oplevert. Dit draagt bij aan de beklemmende sfeer van de film en plaatst de kijker midden in de gebeurtenissen. Regisseur Esmail weet als geen ander hoe hij het publiek aan het scherm gekluisterd moet houden. Elke scène wordt doordrenkt met een gevoel van onheil en paranoia.

Psychologische thriller zonder hoogtepunt

Wanneer aan het eind van de film meer duidelijkheid komt over de oorzaak van de vreemde gebeurtenissen, houdt het verhaal plots op. De aftiteling verschijnt en het nummer I’ll be there for you (de soundtrack van Friends) speelt af. Er wordt hierdoor veel ruimte overgelaten voor eigen interpretatie. Het zet je als kijker aan het denken over onze afhankelijkheid van technologie en de kwetsbaarheid van onze moderne samenleving. Desalniettemin voelde het einde als een anticlimax, terwijl de film erg sterk begon.

Boeken / Fictie

Schemerzone: een verhaal tussen weemoed en lichtheid

recensie: Baumgartner - Paul Auster

De gelaagdheid van de onlangs bij de Bezige Bij verschenen roman Baumgartner van Paul Auster in de vertaling van Ronald Vlek laat zich niet in een paar zinnen duiden. Pijn, rouw en weemoed mengen zich met het ironische besef over de absurditeit van het leven en de nietigheid van het individu wiens leven uiteindelijk geregeerd wordt door de grillen van het toeval.

In de roman wordt het rumoer van de huidige maatschappij, die in handen geraakt van steeds meer en steeds gevaarlijker machtswellustelingen, gemengd met de tragedie van een generatie die niet in staat is geweest een ander kader te creëren. Een generatie die hoogstwaarschijnlijk gefaald heeft en zich uiteindelijk heeft teruggetrokken in haar intellectuele ivoren toren. Kan er nog iets gered worden uit de welhaast failliete erfenis van de babyboomers?

Het leven is slapstick

Professor Seymour Baumgartner heeft zijn vrouw verloren. Na negen jaar heeft hij zijn leven weer enigszins opgepakt maar ergens in zijn voelen en beleven is hij dood en niet in staat geweest de rouwfase af te sluiten.

We maken kennis met de hoogleraar Fenomenologie aan het begin van een gewone werkdag in zijn studeerkamer als hij even naar beneden loopt om een boek te halen en met zijn zus te bellen. Dit blijkt het begin van een reeks bizarre en komische slapstick-situaties die hem uiteindelijk zullen confronteren met een existentiële ervaring die leidt tot het herzien van zijn toekomst en zijn leven. Hij neemt het besluit met pensioen te gaan, een nieuw satirisch boek te schrijven en een huwelijksaanzoek aan zijn vriendin Judith te doen.

Judith Feuer is in veel opzichten het tegenovergestelde van zijn overleden vrouw Anna Blume. Ondanks hetzelfde geprivilegieerde milieu waarin beiden zijn opgegroeid, koos Anna voor een leven in ‘gedreven eenzaamheid’; afgesneden van de burgerlijke welvaart uit de wereld van haar ouders, vrijwillig geïsoleerd van de luidruchtige, gedigitaliseerde consumptiemaatschappij. Anna was auteur van prachtige poëzie maar weigerde deze uit te geven. Zij vertaalde liever werk van anderen en was niet geïnteresseerd in persoonlijk succes. Judith daarentegen is een jonge vrouw van de wereld, werkzaam in de filmindustrie. Zij ziet niet af van de privileges van de telg uit een welgestelde gezin en eist haar rol op in de samenleving. Vernedering valt Baumgartner ten deel als Judith zijn aanzoek afwijst.

Melancholische maanden later bemerkt Seymour dat de beschamende en verwarrende fase van fysieke en mentale aftakeling is aangebroken. Het is tijd voor zijn laatste hoofdstuk. In de vorm van Beatrix Coen keert het geluk nog eenmaal terug in het leven van professor Baumgartner. Seymour blijkt in staat een vaderlijke liefde te ontwikkelen voor deze jonge vrouw die – groot bewonderaar van zijn vrouw Anna – zich wil wijden aan een proefschrift dat de literaire nalatenschap van zijn vrouw eindelijk de eer zal geven die haar toekomt.

Weerkaatsingen

De caleidoscopische vertelstructuur in Baumgartner is een oneindig – en briljant – spiegelspel waarin het ene verhaal het andere reflecteert om telkens weer vernieuwde en veranderde betekenis te creëren. Auster maakt veelvuldig gebruik van de verhaal-in-het-verhaal techniek en de roman is verfijnd en rijk doorweven met verwijzingen naar de wereldliteratuur. Verbeelding, taal en lichaam dragen bij aan onze perceptie van de wereld zoals hij werkelijk is in het universum van Paul Auster. Alles wat er gezegd, geschreven, verbeeld, gevoeld en gedacht wordt, vormt – oneindig wederkerig – ons ervaren. Dit spiegelspel in onderlinge verbondenheid creëert de auteur niet alleen binnen de kaders van zijn roman maar ook met namen, begrippen en verhalen van de realiteiten daarbuiten. De dissonante factor toeval die Auster – zoals in veel van zijn werk – hieraan toevoegt, creëert naast dit alles een effect van destabiliserende ongrijpbaarheid van de realiteit.

Homo homini lupus

Eén van de vele verhaal-in-het-verhaal verhalen heeft plaats tijdens een reis van de protagonist door Oekraïne – het land  van herkomst van zijn familie aan moederskant. Als hij zich naar Stanislav – stad met de vele namen – begeeft, wordt hem daar door de plaatselijke rabbijn een verhaal verteld dat hem raakt. Nadat de door het Duitse leger verwoeste stad was verlaten door de bevolking ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, werd deze plotseling bevolkt door enorme roedels wolven.

Sy beseft dat het belang van dit verhaal niet ligt in het feit of het daadwerkelijk zo gebeurd is of dat het ontstaan is in de verbeelding van de bewoners. Tragisch is in zijn beleving niet slechts dat wolven de oorlog symboliseren maar dat zij tevens een product daarvan zijn. Het rampzalige gevolg van oorlogen is dat deze – als een boemerang – wederom op macht en oorlog beluste individuen creëren. Een duidelijke verwijzing naar de Leviathan van Hobbes en naar antidemocratische en oorlogszuchtige tendensen op het actuele politieke wereldtoneel.

Melancholie, ouderdom, verval en rouw, machtswellust en oprukkend corrupt en autoritair leiderschap, de verhouding van het individu tot de samenleving; dat zijn de vraagstukken die zich opdringen aan de lezer van de magistrale roman Baumgartner van Paul Auster.

Film / Films

Feelgoodfilm van het jaar

recensie: Wonka – Paul King

Willy Wonka is een bekend en geliefd personage. Met name het boek en de eerste film met Gene Wilder uit 1971 zijn erg populair. Een film over de jongere jaren van de chocolatier zal niet onopgemerkt blijven. Doet hij eer aan de magie van het oorspronkelijke verhaal zonder te veel te kopiëren? Je leest het hier.

Allereerst is het goed om te weten dat Wonka een musical is. De trailers lijken daar een beetje omheen te draaien. De film is geregisseerd door Paul King, bekend van de twee Paddington films. Met name Paddington 2 heeft louter lof gekregen. Daarnaast is de originele film Willy Wonka and the Chocolate Factory ook een geliefde klassieker. De verwachtingen voor Wonka waren daardoor op zijn zachtst gezegd hooggespannen. Gelukkig is de regie in goede handen gevallen, want Paul King heeft een pareltje neergezet. Het is een hartverwarmende musical die de magie van het oorspronkelijk werk weet te vatten met een origineel verhaal.

Zoet, maar niet té zoet

De film volgt de jonge Willy Wonka die naam voor zichzelf wil maken op de chocolademarkt. De goedgelovige jongen krijgt het alleen zwaar te verduren door de drie chocolademagnaten die als een soort maffia te werk gaan en roet in het eten gooien. Het is een verhaal met de nodige cliché-elementen, maar het staat trots naast de eerdere twee films en heeft het hart op de juiste plek. Willy Wonka wordt charmant gespeeld door Timothée Chalamet en hij wordt bijgestaan door een uitstekende cast. Met name Paterson Joseph, Olivia Colman, en Calah Lane spelen hun rol met volle overgave. Het weet op een ietwat voorspelbare manier toch de harten van veel kijkers te raken en dat blijft een grote uitdaging. Het is precies de juiste dosis zoetsappigheid, verpakt in een fris, nieuw, en buitengewoon vermakelijk jasje.

Verrassende humor

Het meest indrukwekkende en verrassende aspect van de film is misschien wel de humor. De timing van bepaalde grappen is ongekend goed. Hier is het vakmanschap van Paul King als schrijver te zien, zeker gezien het feit dat dit een film is voor de hele familie. Een script schrijven met grappen die aanslaan bij de hele familie, zonder daarbij te schelden of vloeken, maakt het scripten van de komedie lastig. Daarnaast voelt het alsof de film een extra beschermlaagje heeft. De gevaren in de film voelen nooit té dreigend en de toon wordt nergens écht luguber. In die setting pakkende grappen schrijven voor alle leeftijden is een ongelofelijke uitdaging, maar Paul King is met vlag en wimpel geslaagd.

Conclusie

Wonka is een van de meest hartverwarmende films van het afgelopen jaar. Paul King laat wederom zien dat hij ons kan meenemen in de kinderlijke magie en het ongebreidelde plezier van zijn verhalen. Een prequel over Willy Wonka klonk aanvankelijk als een makkelijke manier om meer geld te verdienen aan een bekende naam, maar we hadden dit filmische equivalent van een warme winterse knuffel voor geen goud willen missen.

Film / Films

De kunst van ongemak

recensie: Saltburn - Emerald Fennell

De badscène, de grafscène, wellicht zijn deze spraakmakende stukken uit Emerald Fennells nieuwste romantische drama al voorbijgekomen op social media. De seksuele spanning in deze film is om te snijden, wat het des te grappiger maakt dat hij in de kerstvakantie uitkwam op Prime video. Vele families hebben de film nietsvermoedend aangezet vanwege het kerstige font van de titel, maar Saltburn is misschien wel een anti-familiefilm te noemen.

Saltburn is het verhaal van de gereserveerde Oliver (Barry Keoghan) die geobsedeerd raakt door zijn charismatische klasgenoot Felix (Jacob Elordi). Hoewel het moeilijk lijkt om dichterbij Felix te komen, die altijd omringd is door vrouwen en zijn familievriend Farleigh (Archie Madekwe), weet Oliver een plekje te vinden in Felix’ grote hart. Nadat de twee meer te weten komen over elkaars thuissituatie, nodigt Felix Oliver uit om de zomer in Saltburn door te brengen. Op het landgoed van Felix’ ouders groeit Olivers liefde voor Felix en zijn families levensstijl, al lijkt niemand in het kasteel het achterste van zijn of haar tong te laten zien.

Een andere tijd

De film start in Oxford in 2006, waar regisseur Emerald Fennell zelf studeerde in dat jaar. Het houten interieur van de Britse school zorgt op zichzelf al voor een verplaatsing naar een andere tijd. Dit effect wordt versterkt doordat de film vierkant (4:3) gefilmd is, alsof je hem op een oude CRT-TV kijkt. Dat het beeld kleiner is dan we vandaag de dag gewend zijn, doet niets af aan de prachtige beelden die de film te bieden heeft. De landschappen, intense zoom-ins, mistige avonden en felverlichte feesten zorgen dat de film geen moment saai wordt.

Inzoomen of wegkijken?

Fennell vertelt dat de film vertrekt vanuit een zeer herkenbare maar ongemakkelijke emotie: lust. Waar het begin van de film vrij normaal lijkt, neemt het verhaal al snel onconventionele wendingen. De lust van Oliver blijft de rode draad in al zijn acties, maar hij weet zijn gevoelens niet altijd te bedwingen. Dit leidt tot taferelen waar je het liefst van wegkijkt, maar juist op die momenten deinst de camera niet weg en wordt de kijker geforceerd om onplezierig lang in het ongemak te blijven hangen. Het einde van de film is een meesterlijke combinatie van triomf en afschuw, die ongetwijfeld een sterke indruk op alle kijkers zal maken.

Intrigerend acteerwerk

Keoghan spat van het scherm. Zijn speech aan het begin van de film geeft de kijker al meteen het idee dat er iets niet klopt aan Oliver, al is er niet goed te duiden wat dit precies is. Elke keer dat hij onverwachts zelfvertrouwen toont in zijn interactie met andere personages vergroot dit alleen maar de spanning. Keoghans tegenspeler Elordi is verfrissend vriendelijk in zijn rol. De manier waarop Felix als lustobject in camera wordt gebracht maakt het bijna logisch dat Oliver zo geobsedeerd is. De rondleiding in Saltburn is hiervan de kers op de taart: Felix loopt door de kamers van het enorme kasteel en benoemt alle bezienswaardigheden en interessante geschiedenis, maar de camera wijkt geen moment af van deze aantrekkelijke gids.

Saltburn lijkt op momenten een uit de hand gelopen stunt, een film die puur gefixeerd lijkt te zijn op provoceren. Hier zit een kern van waarheid in. Fennell beschrijft Saltburn als een experiment waarin lust de vrije loop wordt gelaten, terwijl het normaliter een gevoel is dat we liever bedekken. Mocht je het verlangen om Saltburn te kijken niet kunnen onderdrukken, de film is te zien op Prime Video.

Boeken / Fictie

Liefde als ultieme placebo

recensie: Welzijn - Nathan Hill
Recensie Nathan Hill - WelzijnUnsplash

Het nadeel van een spetterend debuut als De Nix is dat het lastig te evenaren is. Amerikaan Nathan Hill lijkt het niet te deren, hij levert met Welzijn opnieuw een baksteenvormige roman waar het schrijfplezier van afspat.

Als overburen met inkijk in elkaars appartement lijken studenten Jack en Elizabeth voorbestemd voor elkaar. De twee fantaseren al over samenzijn nog voor ze ook maar een woord met elkaar hebben gewisseld. Fast forward naar twintig jaar later en we treffen het stel met hun achtjarige zoontje Toby midden in de ontwerpfase van hun huis-voor-het-leven. Tijdens een heuse VR-rondleiding door hun nieuwe woning ontdekt Jack tot zijn verbijstering dat Elizabeth het niet op één, maar twee ouderlijke slaapkamers heeft voorzien. Die scène zet de toon voor wat volgt; ruim 500 pagina’s waarin we zowel Jacks als Elizabeths worsteling met het moderne (gezins)leven volgen.

Kindertijd

Gaandeweg komen we meer te weten (spoiler!) over de niet zo onbekommerde jeugd die de twee gehad hebben. Net als in het echte leven, legt hun jeugd de fundering voor hun gedrag naar elkaar en richting hun zoontje. Dat leidt tot even aandoenlijke als hilarische scènes, zoals wanneer Elizabeth het peuter-experiment met snoepjes (nu direct één snoepje, of een kwartier wachten voor twee snoepjes) probeert na te bootsen met een verwarde Toby.

Net als De Nix, is ook Welzijn grotendeels in Chicago gesitueerd. Hoewel Hill hier zelf nooit heeft gewoond, is het wel de stad waar hij het meest vertrouwd mee is. Ditmaal maken we kennis met de suburbs en in die zin is de setting universeel; de gentrificatie en de daarmee niet zelden gepaard gaande burgerlijkheid en saaiheid zijn helaas niet enkel aan Chicago voorbehouden.

Bingewaardig

Hill verweeft universele thema’s als liefde en ouder-kindrelaties naadloos met ogenschijnlijk willekeurige onderwerpen als placebo’s, kunst, porno, gecondenseerde melk, fotografie, complottheorieën en prairiebranden. Werkelijk alles valt op ingenieuze wijze samen; geen gebeurtenis of referentie zonder dat Hill daar een hoger plan mee heeft. Perfectionistisch misschien, maar ook satisfying, zoals dat heet.

Als geen ander weet Hill hoe hij de eenentwintigste-eeuwse lezer geboeid moet houden. Met de steeds korter wordende aandachtsspanne, die we allemaal in meer of mindere mate wel ervaren, is het een verademing om af en toe een roman tegen te komen die net zo bingebaar is als een goede HBO-serie. Grappig, intellectueel én aangrijpend tegelijk. Het is een boek als Welzijn dat je eraan herinnert waarom je ook alweer zo van lezen houdt.

Film / Films

De meester van Japanse animatie levert wederom een bijzondere film

recensie: The Boy and the Heron - Hayao Miyazaki
Recensie: The Boy and the HeronFilmdepot

Een film die zonder enige aankondiging van release twee weken lang op de eerste plaats staat in de Japanse Box-Office. Hier moet iets wel heel speciaals aan de hand zijn. Hayao Miyazaki levert op 82-jarige leeftijd een bijzonder (laatste?) werk af: The Boy and the Heron.

Miyazaki zou eigenlijk al in 2013, na zijn semi-autobiografische film The Wind Rises, met pensioen gaan. Toch lukt het hem maar niet, en dat is eigenlijk maar goed ook, want zijn nieuwste film The Boy and the Heron laat zien dat er nog veel onontdekte werelden in zijn geest zitten.

De nieuwste film werd in juli 2023 in Japan uitgebracht zonder grootschalige bekendmaking. De filmposter was een simpele tekening van een reiger. Er waren geen beelden, trailers of marketingcampagnes. Desondanks was de film een fenomenaal succes. Nu, zeven maanden later, is hij dan eindelijk te zien in Europese theaters. Het is echter moeilijk om er even blind in te gaan als bij de Japanse release: trailers draaien al weken voorafgaand aan de release en overal duiken synopsissen en beelden op van de nieuwe film. Door bewust te kiezen voor een stille release toont Miyazaki aan hoe verslaafd we eigenlijk zijn aan deze synopsissen, trailers en ook recensies. We weten al exact waar we naar gaan kijken voor de film begint, met als gevolg dat een film zijn verrassingselement verliest.

Het eerste geluid in de film, het luchtalarm, situeert direct de tijdsgeest: de Tweede Wereldoorlog. Het jonge hoofdpersonage Mahito Mako verliest zijn moeder door een brand in het ziekenhuis waar ze opgenomen is. Twee jaar na haar dood verhuist Mahito naar de woning van zijn tante, die ondertussen getrouwd is met zijn vader en in verwachting is. Mahito is een stille, teruggetrokken jongen, die niet veel praat of zijn gevoelens blootgeeft. Het wordt snel duidelijk dat de dood van zijn moeder nog altijd als groot trauma in het hoofd van de jongen huist. In de woning van zijn tante, gelegen in de prachtige natuur van Japan, wordt Mahito lastiggevallen door een pratende reiger die het op hem gemunt heeft. Deze pratende reiger is pas het begin van Mahito’s bizarre reis naar een andere wereld.

Ongelofelijk mooie animaties in een onduidelijk narratief

Dat Studio Ghibli films aflevert die een spektakel zijn voor het oog is algemeen bekend. De werelden worden gekenmerkt door een extreem gevoel voor detail, heerlijk eten, schattige wezens, parallelle werelden en ontmoetingen met vreemde en bijzondere figuren. De opening van The Boy and the Heron is echter van een heel ander kaliber. Waar Studio Ghibli zaken vaak curieus maar luchtig houdt, is het eerste gedeelte van deze film ronduit duister te noemen. Mahito’s moeder gaat letterlijk in vlammen op en terwijl hij naar het ziekenhuis rent om haar nog proberen te redden, moet hij door een zee van mensen die zelf al haast tot lijken zijn vergaan. Ook de raspende, schelle stem en de bizarre animatie van de reiger (waar een vreemd wezen in zit, die af en toe in zijn bek verschijnt en dan weer ingeslikt wordt) zorgen voor rillingen over de rug. De filmanimatie is zonder twijfel een tour de force, maar zeer macaber.

Recensie: The Boy and the Heron - Hayao Miyazaki

Bijzondere personages in een prachtig gedetailleerde animatie in The Boy and the Heron, 2023 Studio Ghibli

Zoals het meer films van Miyazaki betaamt, is een duidelijke verhaalstructuur in een evenmatig tempo jammer genoeg ver te zoeken. Zodra Mahito de andere wereld betreedt, komt de film met een noodstop tot stilstand en duurt het lang voor deze het tempo weer oppakt. We vallen van de ene wonderbaarlijke scène in de andere en hoewel deze ervaringen bijdragen aan Mahito’s emotionele volwassenwording, lijkt niks direct bij te dragen aan de reden dat hij in de andere wereld is. Met een film van iets meer dan twee uur is het dus een lange opeenvolging van gebeurtenissen die op het eerste gezicht niet direct te plaatsen zijn in de voortgang van het verhaal.

Toch hoeft de narratieve ongeregeldheid geen probleem te geven. Waar Miyazaki namelijk ongelofelijk goed in is, is het overbrengen van een bepaalde vibe in een film. Het is moeilijk deze unieke emotie die zijn films oproept exact te vertalen. Maar het is veelal het warme gevoel van geromantiseerde nostalgie naar kinderlijke verwondering, van fantasie verpakt in extreem realisme. Ook The Boy and the Heron brengt dit gevoel over. Mede hierdoor wordt Miyazaki als ware auteur gezien, naast andere legendarische auteur-regisseurs zoals Hitchcock, Godard en Pasolini.

The End?

Op het internet wordt gespeculeerd dat The Boy and the Heron een autobiografisch verhaal is over Miyazaki zelf, die zich zorgen maakt om de toekomst van Studio Ghibli. Als maker van zijn eigen animatiewereld moet hij het stokje overdragen aan een opvolger, maar hij is onzeker of er wel een geschikte opvolger zal zijn. Het is een interessante interpretatie die de film, die al bol staat van symbolisme, nog een extra laag geeft. Of Miyazaki de film ook echt zo bedoeld heeft, is maar de vraag. Het is in ieder geval een prachtig werk om een succesvolle carrière mee af te sluiten.

Film / Films

Western in ruig Iers landschap

recensie: In the Land of Saints and Sinners - Robert Lorenz
Finbar MurphyFilmdepot

In een rustig kustplaatsje in Ierland leidt Finbar Murphy een teruggetrokken bestaan. Hij wil zijn verleden achter zich laten. Voor zijn dorpsgenoten is hij een vriendelijke, behulpzame, rustige man, maar zijn verleden haalt hem in wanneer een groep IRA-terroristen zich in het dorpje schuilhoudt na een aanslag in Belfast.

Eigenlijk hoeft er niks toegevoegd te worden aan bovenstaande intro. Finbar Murphy wil zijn huurmoordenaarschap aan de wilgen hangen en wellicht een tuintje aan gaan leggen, inclusief wortels. Kortom, hij wil met pensioen. Natuurlijk komt daar niets van terecht, want als een groep IRA-terroristen zich na een aanslag in Belfast in het dorpje verschuilt, wordt Murphy gedwongen in actie te komen. Wat volgt is een westernachtige situatie waarbij beide partijen elkaar aftasten en uiteindelijk tot een shoot-out komen.

Clint Eastwood

Deze film doet in alles denken aan Clint Eastwood. Niet verrassend dus om te ontdekken dat regisseur Robert Lorenz al vele projecten samen met Eastwood heeft gedaan. De stijl van de film heeft alle kenmerken van een klassieke western: een ruwe bolster, blanke pit in de hoofdrol, weinig dialogen, gewelddadig, geen uitgesproken onderscheid tussen goed en kwaad en veel close-ups van de acteurs.

Ook Liam Neeson, die de hoofdrol van Finbar Murphy vertolkt, lijkt de troonopvolger van Eastwood te worden. Hij speelt een man die geweld achter zich wil laten, maar er niet aan ontkomt. Met weinig tekst rekent hij uiteindelijk af met de tegenstander en blijkt hij toch een groot hart te hebben.

Voorspelbaar verhaal, maar toch spannend

In The Land of Saints and Sinners zitten genoeg interessant geschoten actiescènes om alle voorspelbaarheid spannend te houden. Vooral het spel tussen Neeson en de jonge, onstuimige Kevin Lynch (voortreffelijk gespeeld door Jack Gleeson) draagt de film. De dynamiek tussen Finbar en Lynch geeft de film zijn diepgang. Als een reflecterende oudere huurmoordenaar probeert hij zijn veel jongere collega Lynch een ander pad te wijzen.

Regisseur Robert Lorenz herhaalt in zijn derde film hetzelfde stramien als in zijn tweede: The Marksman uit 2021. Het is een actiethriller die niet blaakt van originaliteit en waarbij het verhaal een vrij standaard verloop heeft. Hoewel er wat betreft diepgang veel te verbeteren valt, is het een mooie film met prachtige shots van de ruige natuur in Ierland.

Ierland als setting voor een western

Kerry CondonLorenz heeft een goede omgeving gevonden om zijn verhaal af te laten spelen. Het desolate Ierse landschap met kleine dorpjes waar de wind doorheen raast, past goed bij de sfeer die hij wil neerzetten. Ook het bos waar Murphy zijn slachtoffers doodt en waar hij naderhand een boompje op het graf plant, geeft het gevoel dat het zich ergens zeer afgelegen afspeelt. De shots van de omgeving zijn werkelijk prachtig.

Meer gelaagdheid, ook in de andere personages, had de film goedgedaan. Liam Neeson, Jack Gleeson en Kerry Condon (zij speelt de IRA-terroriste die het gemunt heeft op Finbar) spelen hun rollen echt goed, maar meer diepgang had de film naar een hoger niveau getild.

Al met al is het een mooie film van een prima lengte, met veel actie waardoor je je niet verveelt. Is hij dan geslaagd? Het antwoord is ja.