Theater / Voorstelling

Over de vitale en soms fatale liefde

recensie: Het Nationale Theater / Toneelgroep Oostpool - Ondine

Ondine, de feestelijke zomerproductie van Het Nationale Theater in samenwerking met Toneelgroep Oostpool, ziet er prachtig uit en spettert letterlijk het theater uit, maar stroomt qua inhoud een stuk minder vloeiend. Na een langdradig begin komt er gelukkig een flitsend en erg geestig middengedeelte. Het laatste bedrijf is dan weer, op een paar grappige momenten na, nogal vlak maar het einde van het stuk is bloedmooi en erg ontroerend.

Het toneelstuk Ondine van Jean Giraudoux gaat over de waternimf Ondine die verliefd wordt op een mens – Ridder Hans, een leuke Joris Smit – met hem meegaat naar het hof maar het uiteindelijk niet redt in de mensenwereld. Ze is te puur en te eerlijk én ze is geen mens.

Orkestbak vol water

Ondine is de eerste grote zaal productie van Jeroen De Man. Hij heeft voor dit stuk werkelijk alles uit de kast getrokken qua aankleding en vormgeving. De orkestbak van de Koninklijke Schouwburg is gevuld met water, er zijn schitterende achterdoeken, een storm woedt, er is een majestueus paleis en de normaal zo plechtige voorgevel van de schouwburg is getransformeerd tot een terras met allerlei trappen, doorkijkjes en intieme zitjes.

Qua inhoud is de voorstelling een stuk minder indrukwekkend. Het is nauwelijks te geloven als je te maken hebt met acteurs als Jaap Spijkers en Sylvia Poorta, maar het begin is houterig en saai. Dat komt  vooral door de van clichés en flauwe grappen bol staande tekst. Dat Ridder Hans een makkelijk beïnvloedbare ijdeltuit is en Ondine wel heel erg naïef helpt ook niet. Maar gelukkig komt Mark Rietman, in een glinsterend schubbenkostuum, uit het water kruipen om de voorstelling te redden. Hij is Ondines gemene oom, de Koning der Watergeesten.

Het tweede bedrijf is totaal over de top en buitengewoon leuk. We zijn aan het hof, de kostuums inclusief overdadige pruiken zijn schitterend, het barst van de gemeneriken en er zijn veel grappen, soms alleen leuk voor theaterinsiders, maar meestal voor iedereen te vatten en erg geestig. Ook nu heeft Rietman een fijne rol: hij doet zich voor als illusionist met als doel de liefde tussen Hans en Ondine te torpederen.

Sprookje

Evgenia Brendes heeft het perfecte gezicht om een waternimf te spelen. Haar Ondine is kinderlijk, gaat haar eigen gang en is af en toe behoorlijk irritant. (Mij doet ze een beetje denken aan Saga uit The Bridge, zij het jonger en veel vrolijker.) Gedurende de loop van het stuk verandert haar houding, ze groeit als het ware op. Ze past zich niet aan, ze blijft haar eigen weg gaan, maar ze zoekt manieren om te redden wat er te redden valt. Haar grote moment komt aan het einde als ze laat zien hoe diep haar liefde voor Hans is en hoe ze zich zonder meer op wil offeren om hem te redden. Op dat moment kun je niet anders dan van haar houden.

Ondine is soms een feest om mee te maken, soms een bezoeking maar met drie uur absoluut minstens drie kwartier te lang. Geweldig dat De Man zoveel lef en fantasie heeft, maar voor de genietbaarheid van het stuk zou het hebben geholpen als hij wat darlings had gekilld, zoals het bijna een verplichting lijkende item over de plastic troep in onze oceanen dat in de hier gevonden vorm geen enkele impact heeft, integendeel. En wat meer diepgang zou ook fijn zijn geweest. After all, het gaat hier om een sprookje, het soort verhaal dat door psychoanalytici wordt gebruikt om hun cliënten het een en ander bij te brengen.

Desalniettemin maakt het ontroerende zeer sprookjesachtige einde heel veel goed.