Theater / Voorstelling

Versteende literatuur wordt vrolijk en imposant prentenboek

recensie: Gilgamesj (De Theatercompagnie)

Al is de mens nog zo groots en sterk, in feite stuitert hij machteloos in het rond, als een marionettepop bestuurd door een caroussel vol goden. Dat is de les die we leren uit Gilgamesj. Koning Gilgamesj sticht de eerste stad op aarde en speelt er hardhandig de baas. Maar vanaf hun hoge uitkijkpost houden de goden hem in bedwang. Gilgamesj is een brok op kleitabletten bewaarde stokoude literatuur uit het huidige Iran. De Theatercompagnie heeft het verhaal getransformeerd tot een boeiende, oogstrelende, maar vooral vrolijke vertelling.

~

Het theater in Amsterdam waar Gilgamesj speelt, ruikt doordringend naar gras. Echte zoden liggen van de toegangsdeuren tot aan de coulissen. Een oerlandschap op de zevende dag van de schepping. Dat echte gras ademt een sfeer van woestheid, geaardheid, onopgesmuktheid. In deze vlakte woont Gilgamesj. Hij bouwde met zijn eigen handen de stad Uruk (spreek uit: Oeroek), hier vormgegeven als een glazen broeikasje dat in voorkomende gevallen dienst doet als graftombe, omgewaaide ruïne of zelfs als transparante zee. Op het glazen huisje zien zes goden neer, wier gezichten met behulp van projecties dreigend en onmenselijk groot op de achterwand verschijnen.

Lomp

~

Het is nogal een ongelikte beer, die Gilgamesj. Om te beginnen laat hij maar eens even zien wie hier de baas is door een vrouw zijn huisje in te commanderen en haar zonder verdere plichtplegingen lomp van achter te nemen. Het ontbreekt hem aan een warm kloppend hart. De enige bij wie hij als een angstig hondje bedelt om een aai, is zijn nuchter-bezorgde moeder. Fedja van Huet speelt Gilgamesj met verve. Zijn kracht als acteur is het zijn hele lijf zonder terughouden in de strijd te werpen, wat van deze mythische figuur een mens van vlees en bloed maakt.

Bloedbroeder

Om in evenwicht te komen, heeft Gilgamesj een gelijke nodig. Van de steppe wordt de woeste holenmens Enkidu geplukt. Naakt en besmeurd met modder, meer dier dan mens, ontdooit Enkidu tot homo sapiens nadat de vrouw Sjamath haar warme lendenen aan hem ter beschikking stelt. Hij komt naar Uruk en wordt de bloedbroeder van Gilgamesj, totdat hij van de goden moet sterven. Wat volgt is een meeslepende vertelling die raakpunten heeft met onder andere de Griekse mythologie en de Bijbel. Gilgamesj onderneemt een wereldreis, een odyssee op zoek naar de zin van het leven. Daarbij ontmoet hij een man die als Noach een ark bouwt om een zondvloed te overleven.

Prentenboek

Al te veel respect voor het eeuwenoude verhaal maakte van Gilgamesj bij het Ro Theater eerder dit seizoen nogal een saaie zit. Daar bracht acteur Joop Keesmaat hetzelfde epos als monoloog, met als groot nadeel dat de toeschouwer verstrikt raakte in de wirwar van godennamen, en te zeer moest varen op de eigen fantasie bij de omzwervingen van Gilgamesj. Zonder het verhaal tekort te doen, heeft de Theatercompagnie hetzelfde gegeven heel anders aangepakt. Namen horen bij gezichten, goden zijn evenzeer egoïstische vlerken als mensen. Natuurverschijnselen worden met veel technische toeters en bellen verbeeld. Resultaat is een voorstelling die oogt als een imposant prentenboek.

Humor

Maar de grootste kracht van deze Gilgamesj is de combinatie van humor en emotie bij de acteurs. Holenmens Enkidu wordt gespeeld door Stefaan Degand, slim gecast als buitenstaander in de mensenwereld doordat hij zich met zijn Vlaamse tongval automatisch onderscheidt van de Hollanders. Anneke Blok is een prachtige, droogkomische, maar ook dodelijk bezorgde moeder. En Gilgamesj is een mooie revanche voor regisseur Theu Boermans. Die speelde vanwege persoonlijke en financiële perikelen onderhand nauwelijks meer een rol van betekenis in het Nederlandse theater. Met deze voorstelling geeft Boermans weer een herkenbare oerschreeuw als toonaangevend theatermaker.

Gilgamesj staat tot en met 26 maart 2005 in het Compagnietheater in Amsterdam.