Boeken / Fictie

Hartverwelkomende roman

recensie: Welkom bij hotel Flanagans - Åsa Hellberg

Oh, wat een zaligheid. Dat moment dat je een heerlijk boek uit hebt en erachter komt dat het pas het eerste deel is van een trilogie. Dat gevoel ervaar je met Welkom bij hotel Flanagans van de Zweedse auteur Åsa Hellberg. Deze naar de (eveneens Zweedse) serie Vår tid är, beter bekend onder de naam The Restaurant, riekende roman is een welkom boek voor alle liefhebbers van Lucina Riley en Anne Jacobs.

Eerlijk is eerlijk: je wordt niet meteen weggeblazen door de fantastische schrijfstijl van Hellberg. Het verhaal is er niet minder om: de charmante Zweeds-Engelse Linda Lansing wordt op haar 21ste levensjaar eigenares van het fameuze hotel Flanagans. Slechts luttele minuten nadat haar vader zijn laatste adem heeft uitgeblazen, krijgt ze (tot groot ongenoegen van haar neven Laurence en Sebastian) het grootste Londense hotel Flanagans in handen. Vanaf dat moment wedijvert ze zozeer met haar neven, dat ze geen tijd heeft voor de liefde. Of wel?

Wanneer ze tegen de rijzige gestalte met de naam Robert Winfrey aanloopt, wordt haar lichaam aangewakkerd zoals nooit tevoren. Lansing is een innemende figuur, een van het meer zorgzame type die de mensen om haar heen door dik en dun steunt én een bazin die het beste wil voor haar medewerkers. Zo lees je gedeeltelijk vanuit het perspectief van werknemers Elinor, Emma en Alexander en zeer gedeeltelijk vanuit dat van Robert Winfrey. Elinor krijgt te maken met het ene na het andere vooroordeel, vanwege haar getinte huidskleur. Zo wordt zij hoogstpersoonlijk door de manager van het populaire restaurant Mozart naar buiten gegooid. Tekenend voor de tijdsperiode waarin dit verhaal zich afspeelt: Elinor, Emma en Alexander zijn jongvolwassenen rond de 18 jaar in het jaar 1959/1960. Niet het gehele boek draait om de start van de sixties. Het verhaal kent namelijk geen chronologisch verloop: door middel van flashbacks worden we meegenomen naar een eerder decennium, naar 1949, als Linda Londen accepteert als haar nieuwe woonplaats en daarbij ondersteund wordt door haar grootmoeder en haar nieuwe, stinkend rijke BF Mary.

‘Wegleesroman’

Dit verhaal is een heerlijke ‘wegleesroman’ à la de serie over Het weesmeisje van Anne Jacobs en De zeven zussen-serie van Lucinda Riley. Ieder pakkend element lijkt aanwezig: een beminnelijke hoofdpersoon, het klassieke thema ‘liefde’ wordt afgewisseld met passages over dood en verderf, de moeizame relatie tussen familieleden, de innige vriendschappen, het herwinnen van het geloof in jezelf en ga zo maar door. De grootste parallel betreft de hoofdpersonages: ook Hellberg laat een heldin optreden als de belangrijkste figuur in het boek. Linda Lansing is een workaholic, die naar eigen zeggen op haar eenendertigste ‘doodmoe’ is van het harde hotelleven. Ze staat zichzelf toe om twee keer per jaar nieuwe kleren aan te schaffen voor haar ranke gestalte.

Shoppen, maar ook een man liefhebben: het is niet aan haar besteed. Dat is voornamelijk de verdienste van een vervelende ervaring in haar leven. Een van de mannen met wie ze in het jaar 1949 rollebolt in een van haar eigen hotelkamers, blijkt onder één hoedje te spelen met haar neef. En niet alleen de liefde stelt haar teleur. Op een gegeven moment wordt duidelijk wat voor smerig spelletje haar neven en tante spelen. Zij besluiten haar in 1959 volledig te dwarsbomen door hun aandelen van Flanagans te verkopen en zelf een Nieuw Flanagans te bouwen. Met lede ogen ziet Linda dat haar hotelgasten vroegtijdig uitchecken, omdat er verderop in de straat hard geklust wordt aan het nieuwe hotel van haar neven. De grote vraag is: ‘Lukt het hoteleigenaresse om haar o zo geliefde Flanagans in leven te houden?’

Back to the roots?

Aangezien Linda zo sympathiek overkomt, wens je haar het beste toe. Ook de herinneringen aan de Zweedse plaats Fjällbacka, gelegen boven Göteborg, doen sprookjesachtig aan. Bij de beschrijvingen van het huisje van Linda’s grootmoeder, krijg je spontaan zin om je koffers in te pakken en naar Zweden te vliegen om door fjorden te varen. Of Linda de Engelse hoofdstad zal verlaten voor de plek waar haar roots liggen, is een vraag die mogelijk beantwoord zal worden in deel 2 van deze trilogie. Het einde van dit boek komt ook ‘onaf’ over. Het is zelfs abrupt te noemen. Net als het licht aan het einde van de tunnel begint te schijnen, krijg je als lezer nog één laatste gebeurtenis te verduren die als een mokerslag aankomt. Wees gerust: deze Hotel Flanagans-reeks is nog lang niet ten einde en er zijn nog genoeg feelgoodromans van Hellbergs hand verschenen. Kleine en laatste dikke spoiler: in deel 2 lezen we meer over Emma´s en Elinors leven in 1985 en in deel 3 blijken hun dochters het hotel te runnen (omstreeks het jaar 2005).

Wie op zoek is naar een fijne roman, die je onder een dekentje en met een warme kop thee in de hand kunt lezen, komt bij deze reeks zeker niet bedrogen uit. Het is een toegankelijke stijl geschreven. Het leestempo ligt verrassend hoog – hetzij in het begin iets minder (noem het gerust een tikkeltje ‘langdradig’ – en de personages nemen een plekje in je hart in. Daarbij is het interessant hoe vlot de perspectiefwisseling gaat; juist die kleine ogenblikken uit het leven van het personeel (een beetje zoals in Downtown Abbey) geeft het boek een verfrissende gelaagdheid. Hopelijk laat Hellberg in de vervolgdelen nog meer van dit soort bijfiguren uit haar pen klimmen.