Boeken / Fictie

Nog immer verderfelijke waanzin

recensie: Bret Easton Ellis - American Psycho

.

De roman vormt een groteske en satirische aanklacht tegen de doorgedraaide consumptiemaatschappij, gepersonificeerd door de beurshandelaars op Wall Street. Onder die nieuwe rijken bevindt zich Patrick Bateman. Hij is jong, succesvol en hij beschikt -zoals hij niet nalaat vele malen te benadrukken – over uiterst goedgevormde gelaatstrekken. Zijn omgeving omschrijft hem als een ingetogen en timide man, maar zoals de titel van de roman al verraadt is hiermee de kous niet af. Bateman blijkt tevens een psychopaat te zijn. 

Vervagende grenzen
Wanneer hij niet bezig is met het maken van plannen om zijn videobanden terug te brengen of het uitkafferen van de Chinezen die zijn lakens maar niet bloedvrij kunnen krijgen, leeft de zakenman zich graag uit op prostituees, daklozen en anderen die hij simpelweg als afval beschouwt. Bateman is een sadist van de bovenste plank. ‘Met bloed besmeurde Kleenex-zakdoekjes zullen opgefrommeld naast het bed liggen samen met een leeg pak Italiaans kruidenzout dat ik bij Dean & Deluca vandaan heb.’

American Psycho is geschreven vanuit de eerste persoon. Hierdoor is de lezer volledig afhankelijk van het perspectief van Bateman, dat al snel niet zo betrouwbaar blijkt. Het is vreemd hoe Bateman wegkomt met de grofheden die hij spuit en het is ronduit onwaarschijnlijk dat hij wegkomt met het vermoorden van voorbijgangers op klaarlichte dag. Dit roept de vraag op of Bateman niet enkel fantaseert over martelpraktijken zonder deze daadwerkelijk uit te voeren. Aan de andere kant is zijn omgeving zo gepreoccupeerd dat het hen waarschijnlijk niet veel kan schelen.

Consumpiemaatschappij
Batemans obsessie met dure producten en merknamen vormt een belangrijke leidraad van de roman. Het boek is doorspekt met omschrijvingen van dure goederen. Voor Bateman vormen producten niet slechts statussymbolen. Hij maakt zich ook schuldig aan het fetisjeren van zaken als ongekreukt geld, dure merkpakken en luxe bedrukte visitekaartjes. De woede die Bateman dan ook ervaart wanneer één van zijn collega’s een mooier visitekaartje heeft, is sneu, lachwekkend en aandoenlijk tegelijk.

Doordat het personage van Bateman (hopelijk) ver van de lezer afstaat, zal deze zich er niet snel mee identificeren. Dit neemt niet weg dat Ellis er een gevoelige snaar mee raakt. Kijk bijvoorbeeld naar Apple, een schoolvoorbeeld van productfetisjering. Natuurlijk zweren aanhangers bij de kwaliteit van het product, maar alleen al het appeltje op de achterkant doet begeren. In die zin houdt Ellis ons een spiegel voor, zij het een vervormende.

Verborgen schoonheid
American Psycho is een klassieker die zijn schoonheid niet al te gemakkelijk prijsgeeft; Ellis verwacht namelijk het een en ander van zijn lezer. Ten eerste een sterke maag. Naarmate het verhaal vordert worden Batemans martelscenes – voor zover ze dat al niet waren – nóg krankzinniger. Wat dat betreft steekt de film karig af bij het buitenissige geweld in het boek. Ten tweede is ook engelengeduld onontbeerlijk. Er lijkt geen einde te komen aan de beschrijvingen die Bateman geeft van de dure kleding die iedereen draagt. De verleiding kan groot zijn om hier en daar een alinea over Trussardi-pakken over te slaan.

Toch is het juist deze herhaling waarin de kracht schuilt van American Psycho. Grappen over videobanden die teruggebracht moeten worden komen pas tot hun recht wanneer de roman ermee doordrengt is. Bovendien moet de lezer alert blijven omdat de verteller onbetrouwbaar is. Op deze wijze beloont Ellis de oplettende lezer, die de vrijheid heeft om zijn eigen conclusies te trekken.  Is Bateman een medogenloze slechterik, of verschilt hij nauwelijks van zijn verderfelijke omgeving?