Theater / Voorstelling

Godot komt niet!

recensie: Nationale Toneel - Wachten op Godot

Je kan wachten totdat je een ons weegt, maar Godot komt nooit. Ook niet in deze bewerking met Mini (Karel de Rooij) en Maxi (Peter de Jong) in de hoofdrollen. Een landweg, een boom en twee zwervers (met bolhoed) die wachten op een zekere meneer Godot. En maar wachten, praten en hopen. Gelukkig krijgen ze nog bezoek van Pozzo (Peter Tuinman) en diens huppende knecht Lucky (Stefan de Walle) die er een eigenaardige manier van leven op na houden.

~

Dat de keuze op Mini en Maxi is gevallen is niet zo gek als je weet dat de schrijver van het script, Samuel Beckett, zijn tekst onder meer heeft geïnspireerd op het werk van variété-komieken uit de eerste helft van de vorige eeuw en de helden van de stomme film zoals Buster Keaton, Charlie Chaplin en de Marx Brothers. En als de regie dan ook nog eens in handen komt van Jos Thie, de man die jaren lang nauw heeft samengewerkt met dit olijke duo, dan is een optelsommetje snel gemaakt. Het maakt dit toneelstuk met De Rooij en De Jong in ieder geval iets toegankelijker, want al met al blijft Wachten op Godot redelijk zware kost.

Stoppen en doorgaan

~

De zwervers blijven dag in dag uit hopen op hun verlosser uit de dagelijkse sleur, Godot. Het hele stuk draait om hoop en leven. En hier en daar laat het stuk genoeg vragen open om je eigen gedachten te laten gaan. Het mooie van deze bewerking is eigenlijk nog dat je het gevoel hebt dat er een dubbel verhaal in zit. Zo nu en dan lijkt het ook over De Rooij en De Jong zelf te gaan; over het niet zonder elkaar te kunnen, stoppen en doorgaan. Het is natuurlijk je eigen interpretatie die je aan dit stuk geeft, maar dit voegt zeker wel iets toe aan deze langdradige voorstelling.

Spreektaal

Klassieker of niet, regisseur Jos Thie besloot wel dit stuk eens flink onder handen te nemen en teksten opnieuw tegen het licht te houden. En hoor daar een nieuwe vertaling (van Jacoba van de Velde): “Kom, we gaan.” Waarop de andere zwerver antwoordt: “Aaaah.” De passage die je op een gegeven moment de neus uitkomt, maar die toch perfect in dit stuk past. Het geeft het wachten aan, het anders willen doen, maar het is niet actief genoeg om de woorden kracht bij te zetten en weg te gaan. Want wat moet je anders? Opvallend is dat er vooral gekozen is voor heel veel simpele spreektaal met veel herhalingen. Een geluk voor Mini en Maxi, want dit is hun eerste echte toneelstuk met tekst. Een hele uitdaging en dat gaat hen redelijk af.

Bij de les

Sterker nog: ze zijn een perfect team! Zo goed als zij elkaar aanvullen en aanvoelen is een lust om naar te kijken. Ze hebben er duidelijk plezier in om weer in de spotlight te staan en het is ze gegund. Gelukkig hebben ze ook een goede balans gevonden tussen het serieuze spel en het rollen met de ogen en grappige bewegingen. Tevens veel lof voor Peter Tuinman en Stefan de Walle (Cyrano) die ook een geweldig stel neerzetten, waarbij je als kijker weer even bij de les wordt gehouden.

De koek is op

Want hoe mooi en goed ze ook allemaal spelen, het is een lange zit. Een paar geeuwen in het publiek kunnen op den duur maar moeilijk onderdrukt worden. Het is steeds een herhaling van zetten en niet al je vragen zullen beantwoord worden. Bij deze moderne bewerking had Thie er misschien nog meer uit kunnen halen dan erin zat, al heeft hij De Jong en De Rooij prima onder controle. Maar misschien is de koek ook wel gewoon op voor deze klassieker. Veel andere toneelgroepen gingen het Nationaal Toneel voor met hun eigen bewerkingen, maar nu moet het maar eens stoppen. Hoe je het ook wendt of keert: Godot komt niet en zal nooit komen!

Wachten op Godot is nog tot en met 26 juli te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.