Theater / Voorstelling

Een verraderlijk spannende uitvoering

recensie: Judas - Senf Theaterpartners
Bob Bronshoff

Hij ontnam Astrid haar dromen, haar toekomst en haar leven met zijn criminele activiteiten en terreur. De herinneringen die Astrid Holleeder over haar broer Willem noteerde in Judas, een familiekroniek (2016), worden nu op de toneelvloer leven in geblazen door Renée Fokker (Astrid), Margo Dames (zus Sonja), Trudy de Jong (moeder Stien) en Eva van de Wijdeven (dochter Sam, gefingeerde naam voor Astrids echte dochter Miljuschka Lola Witzenhausen). Het heftige relaas van Astrid wordt op beklemmende wijze neergezet en angst maakt zich meester van de toeschouwer.

De Amsterdamse crimineel Willem Holleeder stak al op vroege leeftijd zijn Neus in andermans criminele zaken. Hij werd beroemd door de ontvoering van biermagnaat Freddy Heineken en diens chauffeur Ab Doderer, waarvoor hij elf jaar de cel in ging. In de gevangenis kwam Holleeder niet tot bezinning. Na zijn vrijlating in 1992 werkte hij zich op naar de criminele top van Amsterdam, kocht een deel van de Wallen en werd gelinkt aan drugshandel en afpersingspraktijken. In 2006 werd Holleeder opnieuw gearresteerd, ditmaal voor afpersing, en begon men te vermoeden dat hij iets te maken zou hebben met talloze liquidaties in de onderwereld. Het gewroet van buitenstaanders, zoals van die van de onderzoeksjournalist Peter R. de Vries, leverde hen herhaaldelijk doodsbedreigingen op. Na korte periodes van gevangenisstraffen, schreef Holleeder omstreeks 2012 wekelijks een column voor de Nieuwe Revu, was hij te gast bij Radio 538 en College Tour en bezongen door rapper Lange Frans. Dit leverde hem de naam ‘knuffelcrimineel’ op.

Knuffelcrimineel ontmaskerd

Een bijnaam die doet vermoeden dat er een zachtaardige kant schuilt in de man met de kwaadaardige bedoelingen. Dat wordt echter ontkracht door Astrid. Zo zegt haar vertolkster Renée Fokker in de voorstelling dat er in de buurt van zijn moeder Stien zo goed over hem wordt gesproken, omdat hij niet te beroerd is om de buurtbewoners een handje te helpen. Achter dat masker van ogenschijnlijke vriendelijkheid gaat volgens Astrid een ‘klootzak’ schuil die het leven van zijn resterende familieleden verziekt. Dag en nacht moeten zijn moeder en zussen paraat staan om hem telefonisch te woord te staan en hem naar afgelegen plekken te vervoeren, terwijl hij hen verkapte doodsbedreigingen stuurt. Zo ontvangt Sonja een geheimzinnig pakketje waarin een kogelvest zit. Al vanaf de eerste seconde dat Willem weer op vrije voeten is, is de angst en spanning zichtbaar onder de zussen. Astrid is het tevredenstellen van haar broer helemaal zat en zint op wraak. Ze zal én moet haar broer voor eens en altijd uit haar leven hebben. Levend, maar liever dood…

Symbolische doodskisten

In deze op waarheid beruste voorstelling – geënt op de twee boeken Judas en Dagboek van een getuige van Astrid Holleeder – is er niet alleen veel ruimte voor spanning, maar is er ook ruimte overgelaten voor humor. De grapjes komen vanuit de kant van de grofgebekte (over)grootmoeder Stien Holleeder. Gehuld in een panterprintje, staat ze met Amsterdamse tongval schunnige opmerkingen te scanderen. Dat stelt de lachspieren van het publiek gerust, die zichtbaar te lijden hebben onder een donderend geluidseffect dat steeds terugkeert. Dit betreft een onaangekondigde knal als van een pistoolschot, die op zo’n luid volume door de zaal heen dreunt dat het lijkt alsof het decor explodeert. Het moet het publiek duidelijk afschrikken, net als de doodskisten die als decorstukken over de vloer worden gerold. Bij de start van een nieuwe scene worden de kisten op (tafels met) wielen op het podium gereden. De toegevoegde waarde van de doodskisten kan op vele manieren geïnterpreteerd worden: staat iedere dood voor een liquidatie? Of staan ze symbool voor de zware ballast die op de schouders van Astrid drukt? Het maakt echter zichtbaar indruk; bij iedere geplaatste doodskist gaat er een huivering door de zaal.

Onzichtbaar aanwezig

Het gezelschap van deze voorstelling is klein doch krachtig. De vier actrices die deze voorstelling dragen, doen dat met bakken energie. Toch lijkt er iets te missen. Ja, de spil van het verhaal, de man waar het allemaal om draait, zal nooit de bühne betreden, maar dat is juist het mooie. Dat zonder de werkelijke, fysieke gestalte van Willem, toch voelbaar is hoeveel angst alleen al zijn stem – zijn telefonische aanwezigheid – creëert. Het ligt er waarschijnlijk aan dat er te veel geschiedenis aan deze voorstelling voorafgaat en dat leidt tot vele vragen en overpeinzingen aan de kant van de toeschouwers. We zien de psychologische worsteling van de moeder, de zussen en het nichtje van de crimineel, maar we zien te weinig van Willem – op enkele foto’s uit de oude doos na. De spelers kunnen niet de volledige betrokkenheid van de toeschouwers opeisen, omdat niet alle informatie wordt verstrekt. Er is geen duidelijk hier en nu, de gebeurtenissen uit het verleden, de acties van Willem worden niet in chronologische wijze benoemd in de scenes. De vraag is of dat ertoe doet, het lijkt echter meer te gaan om de impact die Willem heeft gehad op het leven van zijn zussen. Toch zou de zaal door de spelers iets meer door de voorstelling heen geleid mogen worden.

Leed krijgt gezicht

Bovenstaande neemt niet weg dat er in deze voorstelling zoveel kracht van de gesproken tekst uitgaat. De teksten alleen al, zonder de krachtige oratie van de actrices, bevatten zoveel diepgang. De herinneringen van Astrid, zo puur en helder na al die jaren, de paar woorden richting haar broer en de overpeinzingen van de vier actrices – allen raken je en laten inzien dat zij ook maar gewoon een familie zijn. ‘Sommige mensen krijgen kanker, wij hebben een leuke broer’, klinkt een ferme uitspraak van Astrid, wiens aandacht helemaal wordt opgeslokt door haar broer die constant belt. Dit tot grote ergernis van Sam: ‘”Jij redt je wel!” Gaat het daarom in het leven? Dat je het allemaal zelf moet redden?’. Door zulke uitspraken ontstijgt het toneelstuk af en toe zijn zeer specifieke context en verwordt het een meer algemene voorstelling over angst en leed. Het leed dat zoveel jaren achter gesloten deuren heeft gezeten, krijgt nu eindelijk zijn podium.