Tag Archief van: landscape

Muziek / Album

Hand in hand rocken

recensie: Open Hand - You and Me

“An epic guitar rock masterpiece,” zo luidt de omschrijving. Weliswaar afkomstig van de band zelf, maar voor het gemak zien we dat even door de vingers. Met You and Me verkent het uit Los Angeles afkomstige Open Hand volgens eigen zeggen de grenzen tussen indie, metal, stoner, hardcore, progrock en garage. ‘Het mag daarbij een wonder heten dat de band anno 2005 nog bestaat nadat in de zomer van 2003 de toenmalige bassist en gitarist er de brui aan gaven. Het zal ons eerlijk gezegd een zorg zijn. Hoe de plaat klinkt is veel belangrijker. En dan vooral of ie inderdaad zo lekker is als ze zelf beweren.

~

Qua sound doet You and Me vooral denken aan een mix van Black Sabbath, Kyuss (doch minder log), Queens of The Stone Age, Smashing Pumpkins en de latere Life of Agony, terwijl dichterbij huis de liefhebbers van het Nederlandse Lawn en Woost beslist aan hun trekken zullen komen. Noem het logge spacerock of zoiets. Grensverleggend is het niet, maar een ouderwetse portie psychedelische rock op zijn tijd doet wonderen dus daar malen we in dit geval niet om. Opener Pure Concentrated Evil hakt er meteen stevig in, waarbij de gelijkenis opvalt tussen de stem van zanger/gitarist Justin Isham en die van Life of Agony-voorman Keith Caputo. Ishams vocalen werden door Kerrang eerder omschreven als “a voice of pure velvet”. Isham merkte zelf op beïnvloed te zijn door iemand als Peter Gabriel, en die invloed is in Trench Warfare duidelijk te horen.

Weloverwogen keuzes

Het album bevat drie duetten, een weloverwogen keus zo blijkt. Isham: “I’ve always wanted to have other people sing on our records – especially strong, empowered women. It’s so boring to just hear a dude singing all the time about the kind of stuff that dudes sing about.” Het moet hem nageven worden: in dit geval pakt het goed uit. De kritiek van andere media dat de tweede helft van You and Me vooral slaapverwekkend zou zijn, wordt door ons zeker niet gedeeld!

Een ‘episch meesterwerk’ is het niet en de metal is ver te zoeken, maar desondanks is You and Me zeer zeker de moeite waard. Tot aan de release van de nieuwe Queens of The Stone Age is Open Hand verzekerd van een plaatsje in de stereo. Een verdomd lekker schijfje als je het ons vraagt! Erg pakkend bovendien. Aan de hitpotentie gaan we ons niet wagen. Suit yourself.

Muziek / Album

Hand in hand rocken

recensie: Open Hand - You and Me

“An epic guitar rock masterpiece,” zo luidt de omschrijving. Weliswaar afkomstig van de band zelf, maar voor het gemak zien we dat even door de vingers. Met You and Me verkent het uit Los Angeles afkomstige Open Hand volgens eigen zeggen de grenzen tussen indie, metal, stoner, hardcore, progrock en garage. ‘Het mag daarbij een wonder heten dat de band anno 2005 nog bestaat nadat in de zomer van 2003 de toenmalige bassist en gitarist er de brui aan gaven. Het zal ons eerlijk gezegd een zorg zijn. Hoe de plaat klinkt is veel belangrijker. En dan vooral of ie inderdaad zo lekker is als ze zelf beweren.

~

Qua sound doet You and Me vooral denken aan een mix van Black Sabbath, Kyuss (doch minder log), Queens of The Stone Age, Smashing Pumpkins en de latere Life of Agony, terwijl dichterbij huis de liefhebbers van het Nederlandse Lawn en Woost beslist aan hun trekken zullen komen. Noem het logge spacerock of zoiets. Grensverleggend is het niet, maar een ouderwetse portie psychedelische rock op zijn tijd doet wonderen dus daar malen we in dit geval niet om. Opener Pure Concentrated Evil hakt er meteen stevig in, waarbij de gelijkenis opvalt tussen de stem van zanger/gitarist Justin Isham en die van Life of Agony-voorman Keith Caputo. Ishams vocalen werden door Kerrang eerder omschreven als “a voice of pure velvet”. Isham merkte zelf op beïnvloed te zijn door iemand als Peter Gabriel, en die invloed is in Trench Warfare duidelijk te horen.

Weloverwogen keuzes

Het album bevat drie duetten, een weloverwogen keus zo blijkt. Isham: “I’ve always wanted to have other people sing on our records – especially strong, empowered women. It’s so boring to just hear a dude singing all the time about the kind of stuff that dudes sing about.” Het moet hem nageven worden: in dit geval pakt het goed uit. De kritiek van andere media dat de tweede helft van You and Me vooral slaapverwekkend zou zijn, wordt door ons zeker niet gedeeld!

Een ‘episch meesterwerk’ is het niet en de metal is ver te zoeken, maar desondanks is You and Me zeer zeker de moeite waard. Tot aan de release van de nieuwe Queens of The Stone Age is Open Hand verzekerd van een plaatsje in de stereo. Een verdomd lekker schijfje als je het ons vraagt! Erg pakkend bovendien. Aan de hitpotentie gaan we ons niet wagen. Suit yourself.

Theater / Voorstelling

Kinderlijke speelsheid

recensie: Klam (Schudden)

Een wasserette. Een muur van acht gestapelde wasmachines en een droger. Dit vormt het decor van theaterprogramma Klam. Het wordt door het duo Schudden, ofwel Noël van Santen en Emiel de Jong, inventief gebruikt bij het visualiseren van hun amusante verhaaltjes. Klam bestaat uit meerdere korte scènes die elkaar in een rap tempo opvolgen. Schudden maakt geen stand-up comedy of maatschappijkritisch en op actualiteiten gebaseerd cabaret. De mannen vertellen daarentegen leuke, komische en soms ontroerende beeldende verhalen. Het is meer theater dan cabaret.

~

In oktober 1994 won Schudden de jury- en publieksprijs op het Groninger Studenten Cabaret Festival en behaalde de tweede plaats op het Camerettenfestival. Nu tien jaar en vijf shows verder is het duo, ondanks hun succesvolle programma’s, nog redelijk onbekend. Ze zijn dan ook niet zo mediageil als een hoop andere cabaretiers en dus niet in ieder televisieprogramma te zien. Het is jammer dat veel mensen niet bekend zijn met dit duo, want Schudden zorgt voor een leuke en aparte theateravond. De twee mannen blinken uit in leuke en knappe vondsten met behulp van allerhande attributen, decor en rijke expressieve lichaamstaal. Het minimale gebruik van teksten wordt gecompenseerd door een verscheidenheid aan fysieke uitbeeldingen. De verbeeldingskracht van Schudden is zo groot dat je dankzij hun inlevingsvermogen direct in hun fantasiewereld gelooft.

Lullo en het baasje

De twee mannen verschillen qua karakters duidelijk van elkaar. De één, Emiel, is duidelijk de lullo, de zwakkere van de twee, de loser die steeds aan het kortste eind trekt. Noël is sluwer en beter gebekt, de meest overheersende van de twee. Emiel delft dan ook steeds het onderspit. Zo wordt hij als hond flink aangepakt door baasje Noël en al bij de eerste scène krijgt hij er hard met een mattenklopper van langs. Qua spel en timing gaan de twee samen op. Het is een hecht duo. De mannen zijn uitstekend op elkaar ingespeeld. Alhoewel dit wel allemaal van te voren ingestudeerd is, want improvisatie komt er niet bij kijken. Sterker nog, als er aan het eind van de show een oortje zoek is en Noël alleen op het podium achterblijft, staat hij zoals hij zelf zegt “met een bek vol tanden”.

Niet klam van het lachen

Hoe amusant of grappig en bovenal knap het ook allemaal gevonden is, ik was nooit echt klam van het schudden van het lachen zeg maar. Een aantal mensen in het publiek lachte wel uitbundig, maar zo erg kreeg ik het niet te pakken. Wel heb ik mij ontzettend vermaakt en ben erg onder de indruk van alle vondsten. Want lachen of ontroeren, wat ze brengen is altijd bijzonder clever. De voorstelling heeft ook een flinke vaart met veel decor- en kostuumwisselingen. De show vliegt echt voorbij.

Geniale ideeën

Ik vraag me soms echt af hoe ze op de vaak geniale ideeën komen. Met behulp van het simpele decor en wat attributen bevind ik mij steeds op een andere plek met steeds een andere sfeer. Een wasmand wordt bijvoorbeeld een vogelnest of hondenmand, een droogrek wordt een spinnenweb, de wasmachines worden een onderzeeër of een peepshowcabine waarin een paaldansshow afspeelt. Een strakgespannen laken wordt het decor voor een spookspel met gezichtsafdrukken. In wastobbes wordt aan wakvissen gedaan en ga zo maar door.

Schudden is niet pretentieus en komt prettig en ontwapend over. Je wilt dit avontuur met ze delen en meegaan in hun kinderlijke speelsheid. De mannen bezitten een enorme dosis fantasie en aanstekelijke energie om dit te kunnen klaarspelen. Een leuke verrassende avond. Ik ben benieuwd wat Schudden de volgende keer weer verzint.

Klam is nog te zien tot en met 3 juni 2005.

Theater / Voorstelling

Versteende literatuur wordt vrolijk en imposant prentenboek

recensie: Gilgamesj (De Theatercompagnie)

Al is de mens nog zo groots en sterk, in feite stuitert hij machteloos in het rond, als een marionettepop bestuurd door een caroussel vol goden. Dat is de les die we leren uit Gilgamesj. Koning Gilgamesj sticht de eerste stad op aarde en speelt er hardhandig de baas. Maar vanaf hun hoge uitkijkpost houden de goden hem in bedwang. Gilgamesj is een brok op kleitabletten bewaarde stokoude literatuur uit het huidige Iran. De Theatercompagnie heeft het verhaal getransformeerd tot een boeiende, oogstrelende, maar vooral vrolijke vertelling.

~

Het theater in Amsterdam waar Gilgamesj speelt, ruikt doordringend naar gras. Echte zoden liggen van de toegangsdeuren tot aan de coulissen. Een oerlandschap op de zevende dag van de schepping. Dat echte gras ademt een sfeer van woestheid, geaardheid, onopgesmuktheid. In deze vlakte woont Gilgamesj. Hij bouwde met zijn eigen handen de stad Uruk (spreek uit: Oeroek), hier vormgegeven als een glazen broeikasje dat in voorkomende gevallen dienst doet als graftombe, omgewaaide ruïne of zelfs als transparante zee. Op het glazen huisje zien zes goden neer, wier gezichten met behulp van projecties dreigend en onmenselijk groot op de achterwand verschijnen.

Lomp

~

Het is nogal een ongelikte beer, die Gilgamesj. Om te beginnen laat hij maar eens even zien wie hier de baas is door een vrouw zijn huisje in te commanderen en haar zonder verdere plichtplegingen lomp van achter te nemen. Het ontbreekt hem aan een warm kloppend hart. De enige bij wie hij als een angstig hondje bedelt om een aai, is zijn nuchter-bezorgde moeder. Fedja van Huet speelt Gilgamesj met verve. Zijn kracht als acteur is het zijn hele lijf zonder terughouden in de strijd te werpen, wat van deze mythische figuur een mens van vlees en bloed maakt.

Bloedbroeder

Om in evenwicht te komen, heeft Gilgamesj een gelijke nodig. Van de steppe wordt de woeste holenmens Enkidu geplukt. Naakt en besmeurd met modder, meer dier dan mens, ontdooit Enkidu tot homo sapiens nadat de vrouw Sjamath haar warme lendenen aan hem ter beschikking stelt. Hij komt naar Uruk en wordt de bloedbroeder van Gilgamesj, totdat hij van de goden moet sterven. Wat volgt is een meeslepende vertelling die raakpunten heeft met onder andere de Griekse mythologie en de Bijbel. Gilgamesj onderneemt een wereldreis, een odyssee op zoek naar de zin van het leven. Daarbij ontmoet hij een man die als Noach een ark bouwt om een zondvloed te overleven.

Prentenboek

Al te veel respect voor het eeuwenoude verhaal maakte van Gilgamesj bij het Ro Theater eerder dit seizoen nogal een saaie zit. Daar bracht acteur Joop Keesmaat hetzelfde epos als monoloog, met als groot nadeel dat de toeschouwer verstrikt raakte in de wirwar van godennamen, en te zeer moest varen op de eigen fantasie bij de omzwervingen van Gilgamesj. Zonder het verhaal tekort te doen, heeft de Theatercompagnie hetzelfde gegeven heel anders aangepakt. Namen horen bij gezichten, goden zijn evenzeer egoïstische vlerken als mensen. Natuurverschijnselen worden met veel technische toeters en bellen verbeeld. Resultaat is een voorstelling die oogt als een imposant prentenboek.

Humor

Maar de grootste kracht van deze Gilgamesj is de combinatie van humor en emotie bij de acteurs. Holenmens Enkidu wordt gespeeld door Stefaan Degand, slim gecast als buitenstaander in de mensenwereld doordat hij zich met zijn Vlaamse tongval automatisch onderscheidt van de Hollanders. Anneke Blok is een prachtige, droogkomische, maar ook dodelijk bezorgde moeder. En Gilgamesj is een mooie revanche voor regisseur Theu Boermans. Die speelde vanwege persoonlijke en financiële perikelen onderhand nauwelijks meer een rol van betekenis in het Nederlandse theater. Met deze voorstelling geeft Boermans weer een herkenbare oerschreeuw als toonaangevend theatermaker.

Gilgamesj staat tot en met 26 maart 2005 in het Compagnietheater in Amsterdam.

Boeken / Fictie

Schokken om het schokken

recensie: Helen Walsh - Millie

Het debuut van de jonge Engelse schrijfster Helen Walsh is overal goed ontvangen. Het verhaal over de mooie Millie is naar eigen zeggen deels autobiografisch en aangezien het bij tijd en wijlen een, vooral seksueel, erg schokkend verhaal is, is dat voor de soms wel wat ingedutte literaire wereld reden voor veel media-aandacht. Maar of dat helemaal gerechtvaardigd is, is de vraag.

Millie is een 19-jarige studente, die na de scheiding van haar ouders bij haar vader, een populaire hoogleraar, woont. Ze stort zich met haar zeven jaar oudere beste vriend Jamie, diens broer en vrienden – jongens uit de arbeidersklasse – regelmatig in het nachtleven van Liverpool. Omdat ze haar lesbische verlangens niet goed kwijt kan, gaat ze naar hoeren om haar geilheid te blussen. Als Jamie vertelt dat hij gaat trouwen verslechtert zeer gestaag zijn goede relatie met Millie. Tijdens een enorm destructieve nacht stappen raakt Millie het spoor compleet bijster. Ze verkracht een 14-jarig meisje, neukt met de drugsdealer Sean en komt er als klap op de vuurpijl achter dat haar moeder weg is gegaan omdat haar vader met tientallen studentes – en zelfs haar tante – vreemd is gegaan. Dit laatste verwart Millie zodanig dat ze aan het zwerven slaat, maar ‘alles’ komt uiteindelijk toch nog goed.

Overschreeuwende thema’s

Bovenstaande weergave van Millies verhaal is misschien complex, maar nog altijd helderder dan het werkelijke boek, dat eigenlijk nogal verwarrend is. Millie probeert een groot aantal thema’s bij de kop te nemen die dwars door elkaar heen lopen. Terwijl ze lang niet allemaal even belangrijk zijn voor het plot van Millie, schreeuwen sommige minder belangrijke thema’s enorm om aandacht.
Het belangrijkste thema is de vriendschap tussen Jamie en Millie, die door Jamie’s huwelijksplannen wordt verstoord. Walsh vertelt de spanningen tussen de twee vrienden door gedurende het boek steeds van perspectief te wisselen. Om en om lees je mee vanuit het oogpunt van Millie danwel Jamie.
De gescheiden ouders en het van zijn voetstuk vallen van de vader van Millie vormen samen een tweede belangrijk thema en het slot van het boek is hier ook op gestoeld. Dit thema komt echter maar matig uit de verf. Wat alles vooral overschaduwt is de tomeloze seksuele drift van Millie: De schrijfster gaat zich te buiten aan gedetailleerde beschrijvingen van de seksuele ervaringen die lang niet altijd even lekker te pruimen zijn. Het nut van deze beschrijvingen is niet echt duidelijk en lijken er alleen maar te zijn om de lezer te schokken en sensatie te veroorzaken.

Sensationeel, of zo…

~

Want sensatie is er om dit boek. Helen Walsh wordt wel de opvolgster van bijna-naamgenoot Irvine Welsh genoemd, en was onder andere in RAM te zien. Ze maakt duidelijk gebruik van haar knappe verschijning en beweert bovendien dat een deel van het boek op waarheid berust. De hele commotie rond het boek begrijp ik toch niet helemaal. Het is namelijk eigenlijk wel rommelig geschreven en de ontknoping valt helemaal uit de lucht. De Nederlandse vertaling is wel goed. Het lijkt goed bij het origineel te zijn gebleven en verwoordt de platte straattaal op een mooie manier. Toch is het boek nét iets te Engels om het heel goed te begrijpen, zeker als je niet heel goed op hoogte bent van Engelse culturele zaken als bonfire night.

De stijl van Millie is wel grijpend. Het lezen van het boek, met name de uitgebreide beschrijving van de beruchte ‘stapavond’, is als het zien van de clip van Smack Your Bitch Up van The Prodigy. Het lijkt zelfs bijna dat dit het script is geweest voor dit deel van het boek. Veel critici vinden Millie op Trainspotting van Irvine Welsh lijken, maar er zijn twee grote verschillen. Ten eerste is het boek van Welsh voor de meeste personages zelfs in het eind erg uitzichtloos, terwijl Millie verschillende min of meer happy endings suggereert.
Verder hoop je bij Irvine Welsh steeds weer dat er een beter boek dan Trainspotting komt, maar je weet dat na drie matige werken de kans hierop vrij klein is. Bij de met Millie debuterende Helen Walsh is de toekomst nog onzeker en zou er best een echt geniaal werk in kunnen zitten.

Film / Films

Met zijn drieën tegen Dracula

recensie: Blade: Trinity

Hoewel vampiers al eeuwenlang gefigureerd hebben in legenden en verhalen, is het toch vooral sinds de publicatie van Bram Stokers Dracula in 1897 dat het verschijnsel niet meer weg te denken is uit onze populaire cultuur. De filmwereld kent talrijke varianten, vanaf Bela Lugosi’s klassieke performance in de jaren ’30 en de films met Christopher Lee voor de Engelse Hammerstudio’s tot aan de versie van Francis Ford Coppola met Gary Oldman, of een recente film als Van Helsing waarin hij gecombineerd wordt met andere notoire horrorfenomenen als het monster van Frankenstein en de weerwolf.

~

Het is een mooie vondst geweest om de vampiers in een moderne grotestadssetting te plaatsen, waar zij opgejaagd worden door een jager die zelf ook wat vampierachtigs in de genen heeft. Dat kan avonturenverhalen opleveren met spectaculaire mogelijkheden door de combinatie van diverse genres (horror en moderne actie). Het is gedaan in Blade, een Amerikaanse Marvel-comic die inmiddels aan zijn derde verfilming toe is. Scenarioschrijver David Goyer heeft dit keer ook de regie op zich genomen en uiteraard is de hoofdrol weer voor Wesley Snipes die zeer het bekijken waard is als de immer met leren jas, zonnebril en tatoeages getooide vampierjager.

Drie-eenheid

~

Juist het duistere van het personage, in voortdurende strijd met niet alleen de vampiers maar ook zichzelf, wordt door Snipes mooi neergezet. Normaal gesproken is Blade een eenzame strijder, een samoerai die met zijn zwaard op de rug door de straten van de metropool doolt op zoek naar vampiers. In zijn wereld vertegenwoordigen zij het ultieme kwaad en vormen een uitermate ernstige bedreiging voor de mensheid. Deze keer krijgt hij steun van twee kompanen (gedrieën vormen zij de drie-eenheid uit de titel) en dat is hard nodig, want zijn tegenstander is niemand minder dan graaf Dracula zelf.

Epische dimensie

De introductie van Blades aantrekkelijke medestrijders Abigail (Jessica Biel) en Hannibal (Ryan Reynolds) maakt het verhaal er interessanter op en geeft de film wat meer humor en luchtigheid. De wisecracks die dat oplevert vormen een goed tegenwicht voor Blades cynische zwijgzaamheid. Terwijl het teruggrijpen op de meest klassieke vampierlegende aller tijden een welhaast epische dimensie inbrengt. De film begint indrukwekkend met beelden uit de Syrische woestijn waar een groep vampiers Zijn eeuwenlange rust verstoren en het graf openen om zijn hulp te vragen bij het verkrijgen van de wereldheerschappij. Die hulp krijgen zij dubbel en dwars en de film loopt uiteindelijk uit op een gigantenstrijd tussen twee matadoren die allebei, aanhangers van een oude erecode als zij zijn, het zwaard hanteren.

Endlösung

Drake/Dracula heeft in de Australische acteur Dominic Purcell een vertolker gekregen die zijn tegenstander meer dan waardig is. We hebben dan inmiddels een flinke portie actie achter de rug waarin deze keer ook de FBI achter Blade aanzit en Blades oude mentor Whistler (Kris Kristofferson) het onderspit delft, waarin menig vampier als een hoopje smeulende as wordt achtergelaten en veel van bloed druipende hoektanden uit vrouwenvlees worden getrokken, en waarin tenslotte gezocht wordt naar een Endlösung voor het gehele vampiergeslacht.

Overdonderend

Veel van de actiescènes hebben, zoals dat ook het geval is bij de Matrix-trilogie, duidelijk hun wortels in het martial arts genre en zien er fraai uit. Veel subtiliteit hoef je verder niet te verwachten bij Blade: Trinity. Wat wil je ook? Het is een vampierfilm, een stripverfilming en het derde deel in een succesvolle serie. De fans weten genoeg. Naar míjn smaak kent de film te weinig rustpunten en is hij in zijn geheel wat al te overdonderend volgestopt met geweld en explosies, maar ik moet zeggen: het slot is mooi. Een gedragen einde na een bloedstollende tweestrijd. Tenslotte gaat Blade weer zijn eigen weg, op zoek naar nieuwe uitdagingen en wellicht een nieuwe sequel.

Muziek / DVD

Meeslepende hardrock, niet meer en niet minder

recensie: Ill Niño - Live From The Eye Of The Storm

Mensen van Zuid-Amerikaanse afkomst beginnen de komende jaren steeds meer invloed te krijgen binnen het Amerikaanse samenleving. Ondanks verwoede pogingen van de VS om alle grenzen met het zuiden potdicht te houden, neemt de groep Latino’s snel toe en zal binnen een aantal jaren meer dan de helft van de Amerikanen van origine Spaanstalig zijn. Ill Niño is een rockband die ontstaan is uit deze Latino-cultuur en daar ook zichtbaar trots op is. Na vier studio-albums komen ze nu met een dvd met een concert en aantal videoclips. Ze geven hoog op over hun afkomst, maar de vraag is hoeveel invloed dit op de muziek heeft.

~

De nu-metal van Ill Niño doet erg denken aan St. Anger, de laatste plaat van Metallica die door velen verketterd is, maar wel degelijk een album is waarin lekkere dynamische muziek wordt neergezet die je geen moment met rust laat. Ditzelfde geldt eigenlijk voor de muziek van Ill Niño. Het is toegankelijke hardrock waarin ook nog de ruimte wordt genomen om in rustige delen de stem van Cristian Machado tot zijn recht te laten komen. Machado is ook op het podium een charismatische zanger die in staat is met zijn persoonlijkheid een song neer te zetten.

Geen cross-over

~

Het sextet dat grotendeels geboren is in Zuid-Amerika wil dit graag laten horen. Hun grotendeels Engelstalige muziek is echter niet echt anders dan dat van hun Amerikaanse collega’s. Je ziet op het podium wel een aantal Latino percussie-instrumenten staan, maar die verdwijnen volledig in het gitaargeweld van de band. Voor de duidelijkheid, de band maakt goede muziek, maar het is zeker niet anders omdat de bandleden Latino’s zijn. Hun naam doet vermoeden dat de band speciale muziek maakt die een interessante cross-over is tussen Zuid- en Noord Amerika. Dit is dus helaas niet het geval.

Balans tussen gepraat en muziek

De dvd geeft een compleet beeld van de carrière van de band tot nu toe. Het concert zelf duurt helaas maar een kleine drie kwartier. Naast een vijftal videoclips is ook een aantal interviews opgenomen, waaronder de special The real world of Ill Niño die even lang is als het concert. Ook hebben alle bandleden een bekentenis op de dvd gezet, maar dit wil helaas het niveau niet overstijgen van “ik heb het wel eens met twee/drie vrouwen tegelijk gedaan.” Dit grote aantal extra’s is natuurlijk leuk, maar op zich is de balans tussen gepraat en de daadwerkelijke muziek nu wel een beetje zoek. Ik had liever nog een uurtje langer naar het concert zitten kijken, dan te horen op welke wijze de bandleden het andere geslacht genomen hebben.

Goede

Ill Niño heeft met Live From The Eye Of The Storm een aardige dvd afgeleverd die vooral opvalt door de grote hoeveelheid extra’s. Meer live-opnames hadden echter geen kwaad gekund. Algemeen valt over hun muziek te zeggen dat deze minder speciaal is dat de bandnaam doet vermoeden. Het is gewoon lekker meeslepende hardrock met veel dynamiek. Niet meer en niet minder.

Boeken / Non-fictie

Dagboek van een staatsgevaarlijke puber

recensie: Nina Loegovskaja - Ik wil leven

In de voortdurende paranoia die Rusland ten tijde van het communisme in zijn greep hield, werden de mensen bij bosjes opgepakt. De ene omdat hij zich in een dronken bui negatief over Stalin had uitgelaten, de ander omdat hij een vreemde familienaam had. Liever honderd onschuldigen in de cel dan één schuldige op straat, dicteerde het wantrouwen aan de partijbonzen.

In een dergelijk klimaat is het niet vreemd dat het achttienjarige meisje Nina Loegovskaja (1919-1993), de dochter van een revolutionair, werd opgepakt. Op grond van passages uit haar geheime dagboek werd Nina beschouwd als een staatsgevaarlijke terrorist die van plan was Stalin te vermoorden en zodoende werd ze weggestopt in een van de vele strafkampen.

Nina’s dagboek werd in 2001 teruggevonden in de archieven van de KGB. Het bleek zorgvuldig bestudeerd te zijn en is op vele plaatsen onderstreept. Daardoor is het vrij nauwkeurig na te gaan op basis van welke passages Nina veroordeeld is. Ik wil leven is vooral interessant doordat de oorspronkelijke onderstrepingen zijn overgenomen, waardoor je als het ware over de schouder van de muggenzifterige frikken van de NKVD (de voorloper van de KGB) mee kunt kijken. Het dagboek geeft zodoende niet alleen inzicht in het alledaagse leven en denken van een nuchter en intelligent jong meisje dat onder het sovjetregime leefde en zich daar fel tegen keerde, maar het biedt ook een interessant inkijkje in de humorloze gedachtekronkels van NKVD-medewerkers.

Ik vermoord hem!

Voor de hedendaagse lezer zijn de beschuldigingen van de NKVD nauwelijks serieus te nemen. De viertienjarige Nina schrijft weliswaar: “Ik vermoord hem [Stalin] zo snel mogelijk! Ik moet wraak nemen voor mezelf en voor mijn vader”, maar dit kan toch moeilijk als een moordcomplot beschouwd worden. Allereerst zal een veertienjarige die de middelen en de contacten mist om zo’n complot ten uitvoer te brengen, nauwelijks serieus hebben overwogen Stalin te vermoorden. Bovendien schrijft Nina dit op een moment dat ze woedend is over het feit dat haar vader een verblijfsvergunning is geweigerd.

~

De meeste passages die tegen het communisme gericht zijn, lijken toch vooral voort te komen uit de onvrede van Nina over haarzelf en haar omgeving en veel minder uit een principieel verzet tegen het systeem. Zoiets kun je ook nauwelijks van een veertienjarige verwachten. In de loop der tijd, als Nina beter in haar vel komt te zitten en meer vrienden krijgt, nemen de scheldpartijen tegen de communistische kliek aanzienlijk af. De passages die door de NKVD zijn onderstreept komen dan ook vooral uit het eerste deel van het dagboek.

Pessimisme verboden

Niet alleen de politiek getinte passages waarin Nina zich tegen het communisme richt werden onderstreept, maar ook allerlei andere, schijnbaar doodgewone opmerkingen. Bijvoorbeeld: “Het leven is, als je nuchter om je heen kijkt, zo’n zinloze en stomme grap.” Deze gedachte die bij elke normale puber wel eens op zal komen, werd door de communisten als verderfelijk beschouwd. In het communisme was dergelijk pessimisme verboden. Ook Nina’s negatieve opmerkingen over haar uiterlijk, zoals: “Nooit zal iemand weten wat mijn eigen lelijkheid mij gedaan heeft”, zijn uit de boze. Een goede sovjetburger behoorde zulke gedachten niet te hebben en werd geacht geen belang te hechten aan uiterlijke vertoon en lichamelijke schoonheid.

Door de selectie die de NKVD maakte, ontstond er een portret van Nina als iemand die niet alleen staatsgevaarlijke ideeën had, maar ook een negatieve, kwaadaardige persoonlijkheid vol van haat en jaloezie. De nadruk kwam te liggen op de passages waar Nina reflecteerde op de betekenisloosheid van het leven en haar suïcidale neigingen beschreef. Elk spoor van afwijkend gedrag werd door de NKVD onderstreept, zodat dit later tegen haar kon worden gebruikt.

Barbaarse martelingen

De veroordeling, die in feite niet meer dan een formaliteit was, werd uiteraard bloedserieus genomen en Nina’s moest zoals gebruikelijk een hele rij misdaden bekennen. Wat ze grif deed, aangezien ze volstrekt niet bestand was tegen de barbaarse martelingen die men haar deed ondergaan. Na ‘het proces’ werden zij en haar familie veroordeeld tot vijf jaar Goelag-archipel en zeven jaar Siberië. Nina overleefde deze zware jaren en stierf pas in 1993. Ze heeft haar in het dagboek aangekondigde plannen om schrijfster te worden echter nooit verwezenlijkt.

Film / Films

The Phantom is back and beautiful

recensie: The Phantom of the Opera

.

~

De film is losjes gebaseerd op het boek Le fantome de l’opera van Gaston Leroux uit 1910. Maar de meeste mensen zullen het liefdesverhaal al kennen van Andrew Lloyd Webbers musical, die in Londen nog steeds voor volle zalen wordt gespeeld. Het fijne van deze verfilming is dat de persoonlijke beweegredenen en achtergronden die je mist in de theateruitvoeringen nu beter aan de orde komen. Karakters zijn meer uitgediept en emoties komen beter tot zijn recht. De hele context van het verhaal zit duidelijk beter in elkaar dan de theaterversies. Dat mag ook wel, want Schumacher (Phone Booth, Batman Forever) neemt er de tijd voor met bijna twee en een half uur.

Tempo en muziek

~

De vaart blijft er desondanks wel in zitten. In het begin zit je nog redelijk rustig op je stoel te wachten tot het moment dat de kroonluchter naar beneden dondert, daarna wordt er harder toegewerkt naar de ontknoping van het verhaal. Kiest operazangeres Christine voor haar jeugdliefde Raoul of gaat ze voor het mismaakte, muzikale en gekwelde spook van de opera? De muziek helpt een handje door gedurende de hele film steeds weer opzwepend te worden; niet voor niets is het natuurlijk een musicalfilm.

Geen neprook

Het geheel is mooi in beeld gebracht en er wordt leuk gespeeld met heden en verleden, zoals bij Titanic. Het gevoel dat je in het theater zit, gaat niet helemaal verloren, omdat de film voor een deel op het toneel wordt gespeeld. Je ziet daarin ook nog wat verschil bij de acteurs die eerst op het toneel acteren en later weer natuurlijker spelen buiten het toneel. Uitzonderingen zijn de theaterbazen en de concurrerende operazangers, die wel enorme karikaturen neerzetten. Aan de verbeelding van het publiek wordt overigens weinig meer overgelaten: geen neprook dat water voor moet stellen, maar een echt gangenstelsel mét water, een bootje en honderden kaarsen.

Weinig verminking

Toch is de film niet geheel bevredigend, want zo’n lelijkerd is dat spook helemaal niet als zijn masker afgaat. Sowieso is Gerard Butler (Timeline, Reign Of Fire) niet onaantrekkelijk om naar te kijken met masker, en als dat witte plasticje dan afgaat is de verminking minder schokkend dan je zou verwachten of willen. Dat zorgt voor wat teleurstelling, maar zijn ziekelijk jaloerse en hatelijke gedrag maakt wel veel goed. De keuze om het spook niet al te veel toe te takelen, valt ook wel goed te praten door te stellen dat het een stuk logischer is dat de mooie Christine op hem valt. Toch blijft het jammer.

Nachtegaal

De rol van Christine wordt voortreffelijk gespeeld door de 18-jarige Emmy Rossum. Wellicht is ze je in films als The Day After Tomorrow en Mystic River niet bijgebleven, maar na het zien van deze film zul je haar verschijning en stemgeluid niet gauw meer vergeten. Ze zong op haar zevende al bij de Metropolitan Opera en heeft nog steeds het geluid van een nachtegaal. Bovendien speelt Rossum heel indringend en heeft ze nu bewezen zo’n grote rol goed aan te kunnen.

Vermaak

The Phantom of the Opera heeft wat tekortkomingen, maar dat zal de meeste liefhebbers van musicalfilms een zorg zijn. Het voornaamste is dat er goed geacteerd wordt, het verhaal goed neergezet is en dat deze film vermaakt tot het eind. Door het overdonderende effect en de invloed van de muzikale klanken is de film wel minder geschikt om thuis te zien. Het is net als met het zien van de theaterversie: daarbij wil je ook niet op het derde balkon achterin zitten.

Boeken / Fictie

Meer dan veelbelovend

recensie: Janine Hoekstein - De uitvoering

.

In De uitvoering maken we kennis met Kallista, een aan het conservatorium afgestudeerde pianolerares. Kallista is getrouwd met Mark, maar heimelijk verliefd op Filo. Dat die situatie enige spanning met zich meebrengt moge duidelijk zijn. Zeker als blijkt dat Filo haar broer is – een toch niet echt makkelijke situatie. Als dan ook nog haar jeugdvriendin Agnes, na twaalf in coma te hebben gelegen, sterft en Filo na bijna even lange tijd terugkeert uit Amerika raakt haar leven in een stroomversnelling.

Experimenteren

Waar Hoekstein zich in haar debuut voornamelijk richtte op het verhaal en in de vorm nog wel eens tekort schoot, heeft ze nu juist zwaar ingezet op die vorm. Kallista’s verhaal wordt na elk hoofdstuk onderbroken door een vertelling over één van haar leerlingen. Hierdoor krijgt de schrijfster meer mogelijkheden om met haar schrijfstijl te experimenteren. En waar haar debuutroman vrij toegankelijk was, is deze tweede roman door de vele stijlwisselingen een stuk minder toegankelijk. Hoekstein maakt uitvoerig gebruik van de mogelijkheid om van toon, stijl en expressievorm te wisselen. Dat maakt niet elk hoofdstuk meteen even makkelijk te volgen. Ook de hoofdstukken over Kallista zijn veel rommeliger opgezet dan wat we uit haar debuutroman gewend zijn. Maar ‘rommelig’ is in dit geval niet negatief bedoeld. Je merkt gewoon dat de schrijfster veel meer durft uit te proberen, veel meer expressie durft te leggen in haar schrijfstijl. Het mag dan ook wel duidelijk zijn dat Janine Hoekstein veel geleerd heeft van haar eerste roman.

Terug naar de inhoud

Door al die aandacht voor de vorm loop je nu dus wel het gevaar dat de inhoud ondergesneeuwd raakt. En inhoudelijk is het verhaal van Kallista dan ook redelijk magertjes te noemen. Het hoofdverhaal is eigenlijk in vier zinnen weer te geven. Maar eerlijk gezegd maakt dat van De uitvoering geen slecht boek. De tussenhoofdstukken zijn zo gevarieerd en bevatten zulke mooie portretten van de diverse leerlingen, dat het geheel toch de moeite waard blijft. Door de verschillende verhalen krijg je bij wijze van spreken een kijkje achter de schermen. De volgende keer dat deze leerling in de ‘Kallista-hoofdstukken’ opduikt heb je een heel ander beeld van hem of haar, en kun je als het ware haast de gedachten van de leerling volgen als Kallista een opmerking maakt of een vraag stelt. En ondanks dat het hoofdverhaal niet voldoende is uitgewerkt, heeft het toch genoeg elementen in zich om te blijven boeien. Wederom heeft de schrijfster namelijk de worsteling van een jonge vrouw met haar verleden, heden en toekomst op een pakkende wijze weten te beschrijven.

Toekomst

Na haar debuutroman gelezen te hebben gaf ik aan dat ik zeer benieuwd was naar haar tweede roman. Nu ik hem dan eindelijk gelezen heb, kan ik eigenlijk alleen maar herhalen wat ik toen ook al zei. Gezien de vorderingen van Janine Hoekstein sinds haar vorige roman kan ik alleen maar concluderen dat ik ook haar derde werk met goede moed tegemoet zie. Want als deze trend zich voortzet is het niet lang meer wachten op een waar meesterwerk van deze veelbelovende schrijfster. Veelbelovend, maar ook nu al veel presterend.

Kunst / Expo binnenland

Curry in het museum

recensie: Rirkrit Tiravanija - A Retrospective (Tomorrow Is Another Fine Day)

De van origine Thaise kunstenaar Rirkrit Tiravanija (spreek uit: Tie-ra-va-nee-dja) woont en werkt in New York, Thailand en Berlijn. Als zoon van een diplomaat leerde hij zichzelf al vroeg een nomadische levenshouding aan. Rirkrit Tiravanija verwierf begin jaren negentig bekendheid door meerdere performances. Hij ging in galeries en musea Thaise maaltijden koken, om de onleefbaarheid aan te tonen van de stereotype ‘white cube’, die sinds de hoogtijdagen van het modernisme in galeries en musea zetelt.

~

Rirkrit is een van de grootste voorvechters van het dagelijks leven in de kunst weer te geven. Hij kookte daarom ook niet zozeer als een performance (om naar te kijken), maar om het gehele publiek mee te laten doen. Op deze manier worden de bezoekers van een tentoonstelling niet alleen een participant van het kunstwerk, maar in bepaald opzicht ook een deel van het kunstwerk. Zo heeft hij verschillende installaties gemaakt waarin hij de sociale aspecten van de bezoekers op de voorgrond probeerde te brengen. Waaronder een supermarkt, een currykeuken, een oefenruimte voor bands, een exacte kopie van zijn New Yorkse appartement (24 uur per dag open, voor iedereen toegankelijk).

Verwachtingen doorbreken

~

Wat zou je dan kunnen verwachten op de eerste overzichtstentoonstelling van een kunstenaar in wiens werk de sociale aspecten de belangrijkste rol spelen? Een video of foto’s van de ‘performances’, restanten van de maaltijden die hij z’n publiek heeft voorgeschoteld, misschien zelfs wel kopieën van installaties die hij heeft gemaakt? Al deze vormen lijken toch niet geheel te kunnen omvatten waar het in zijn werken om ging: de sociale aspecten van een kunstwerk. Dus wat laat hij wel zien? Nou: bijna niets!

Fantasie

Hij laat enkel en alleen de afmetingen van de plekken zien waar de performances en installaties hebben gestaan. Verder wordt er soms op een theatrale manier een performance gehouden, zijn er rondleidingen zoals bij vrijwel elk andere expositie (soms door Rirkrit zelf), en is er een audiofoon (zo’n museumwalkman) te lenen met informatie over de voorbijgegane tentoonstellingen. Rirkrit meent dat het opnieuw opbouwen van z’n installaties geen zin heeft, omdat de installaties eenmalige gebeurtenissen zijn geweest voor enkele mensen. Het unieke karakter zou onmogelijk na te maken zijn. Wat er in het Boijmans te ‘zien’ is, vraagt dan ook wel erg veel van het inlevingsvermogen, fantasie en het geduld van de toeschouwer, want dat is wat je bent: een ‘bezoeker’ in tegenstelling tot hetgeen wat je was bij de voorgaande kunstwerken van Rirkrit: een participant, en deel van het kunstwerk.

Context

Daarom is de kwaliteit van Rirkrits overzichtstentoonstelling ook tweeledig. Als representatie van de kunstwerken van Rirkrit Tiravanija zou je het gevoel kunnen hebben dat je wat tekort komt, maar het is maar net de vraag of deze overzichtstentoonstelling beter had gekund. In de catalogus geeft hij zelf aan dat dit een van de mogelijkheden is voor een overzichtstentoonstellingen (ik neem dan aan dat hij nog verschillende versies uit zal gaan proberen). Als overzichtstentoonstelling an sich blijft er echter de vraag hangen of het überhaupt nodig was geweest om Rirkrits ‘werk’ in een museale context te plaatsten. Alle informatie zou ook enkel door de uitgave van een boek, of het verspreiden van een audio-cd tot de toeschouwer gebracht kunnen worden.
Zo zien we dat het werk van Rirkrit Tiravanija niet alleen een uitspraak doet over de museale context, maar ook dat het die museale context nodig heeft om mensen de tijd en de ruimte te geven om er over na te denken. Dit lijkt tegenstrijdig, maar zoals het lichaam de geest huisvest, huisvest de kunst zich toch nog steeds voornamelijk in musea.