Film / Films

South Park: Bigger, Longer & Uncut

recensie: South Park: Bigger, Longer & Uncut

.

kenny.gifDe TV-serie South Park is in korte tijd uitgegroeid tot een fenomeen. Overal zie je Kenny-sleutelhangers, Cartman-rugzakken en South Park-lunchboxen in de winkels liggen. De serie neemt met veel succes (en onder een stroom protesten) de heilige huisjes van de moderne maatschappij op de hak en laat er vaak geen spaander van heel.

Is de serie al weinig subtiel, nu is er dan de speelfilm Bigger, Longer & Uncut, waarin alle registers op South Park-gebied worden opengetrokken.
De film is een briljante satire op de Amerikaanse maatschappij, de filmkeuring en de meningen van bepaalde mensen over South Park zelf. Dit laatste gebeurt door middel van de film-in-de-film Asses On Fire, een Canadese productie van het duo Terrence en Philip die het begrip “poep-en-pies-humor” nieuwe inhoud geven. Omdat ze vinden dat de film een slechte invloed op hun kinderen heeft, trekken de moeders van South Park samen ten strijde tegen Canada: Terrence en Philip worden gearresteerd en veroordeeld tot de electrische stoel, de CD’s van Bryan Adams en Alanis Morissette gaan op de brandstapel en Amerika verklaart de oorlog aan zijn noorderburen, tot grote vreugde van Satan en zijn geliefde Saddam Hoessein, die een mooie kans zien om de heerschappij van de wereld over te nemen.

Dit absurde verhaal is gegoten in één van Hollywood’s traditionele en meest geliefde genres: de musical. Met behulp van mooie liedjes en geweldige grappen (één van de beste gaat over vrouwen: “I don’t trust anything that bleeds for five days and doesn’t die”) worden de zogenaamde hoekstenen van de Amerikaanse samenleving onderuit gehaald en wordt het publiek (in ieder geval het deel dat verder kijkt dan de grappen of de four-letter-words) gedwongen om na te denken over hun eigen normen en waarden. Dat dit moet gebeuren met een film die zo over the top grof is, geeft alleen maar aan hoe diep wij al in slaap zijn gesukkeld.

Film / Films

Songs From The Second Floor

recensie: Songs From The Second Floor

In deze lege dagen van hebberigheid lijkt eenzaamheid weggekocht te kunnen worden, onze dromen kunnen met de gewenste accessoires afgehaald worden op iedere hoek van de straat en alle overige onzekerheden laten we verbannen door alle mogelijke verzekeringen. Zolang je ambities maar financieel gericht zijn lijkt eenzaamheid op een uitgestorven ziekte waar slechts melancholische idioten ergens lang geleden last van hadden.

~

Maar wanneer het niet meer lukt om die extra nul achter het banksaldo te plaatsen, blijkt die mooie vrouw toch niet meer te zijn dan een gefinancierde kut. En dan, alleen zittend op de pot met je eigen stanklucht om je heen, komt het besef dat er niets te winnen of te verliezen valt in het leven; we wachten, schijten en janken tot er een dag komt dat het allemaal niet meer hoeft. Een permanente ruis van eenzaamheid om ons heen en een gratis abonnement op de degeneratie van het lichaam moet toch voldoende zijn om een heel leven mee te vullen. Wat wil een mens nog meer?

Voor de goede observator valt er desalniettemin heel wat te lachen om het vermeende verdriet van al die zich verzettende mensen. Roy Andersson is zo’n observator. Vier jaar lang werkte hij aan Songs From The Second Floor, een film over eenzaamheid van de moderne mens in een geürbaniseerde omgeving. De film is ontleend aan het gedicht “Beloved is the man who sits down” van de Peruaanse dichter César Vallejo.

~

De kunst van het toekijken, zo kan de film ook omschreven worden. De camera staat stil en registreert al het doen en laten van de wanhopige maar toch doorploegende groep mensen. Ze zien niet in dat ze er beter bij kunnen gaan zitten en betreden door hun onwetendheid het doolhof van frustratie, vernedering, wanhoop en mislukking. Doorgaan, zwoegen, zichzelf alles ontzeggen alsof dat verlichting brengt. De mens zit vast in haar eigen gecreëerde web vol religie en andere pogingen het leven te begrijpen en doorgronden, om nog maar te zwijgen over zinledige termen als zingeving, ambitie en mogelijkheden.

In tientallen verschillende scènes die hier en daar met elkaar verbonden zijn worden alle mogelijke facetten van de mens en zijn plaats in de cultuur op een absurdistische manier niet zo zeer te kijk gezet, alswel filmisch onderzocht. Dit maakt Songs From The Second Floor tot een ontzettende innovatieve en komische film, die doet denken aan het werk van Samuel Beckett. De kracht van de implicatie en de schijnbaar oneindig gelaagde structuur van de film sleurt je mee in een droomwereld die bij nadere inspectie de essentie van het leven blijkt te zijn. Alle pogingen die we in ons leven gaan ondernemen zullen tevergeefs zijn. Als dank voor ons dwaas verzet zullen we gegeseld worden met existentiële angsten die ons uiteindelijk door onze eigen stupiditeit het graf zullen injagen. Maar laten we toch de rust vinden en lachen om onszelf; zo erg is het allemaal niet zolang we maar rustig gaan zitten en toekijken, vooral toekijken en dankbaar zijn dat Andersson ons deze wonderschone spiegel heeft voorgehouden.

Film / Films

Sleepy Hollow

recensie: Sleepy Hollow

Een film van Tim Burton bevat vrijwel altijd een aantal vaste elementen: een geïsoleerde hoofdpersoon, prachtige decors en kostuums en de sprookjesachtige muziek van Danny Elfman. Ook Sleepy Hollow, Burtons nieuwste film bevat weer alle vertrouwde ingrediënten, tot en met hoofdrolspeler Johnny Depp, die hier voor de derde keer in een film van Burton meespeelt.

~

Sleepy Hollow is gebaseerd op het klassieke boekje van Washington Irving over Sleepy Hollow, een Nederlandse nederzetting in het New York aan het eind van de achttiende eeuw waar op onverklaarbare wijze mensen worden onthoofd. Al gauw wordt er een oude legende opgeduikeld over de “Headless Horseman”, een bloeddorstige Duitser die door woedende dorpelingen werd onthoofd en sindsdien de bossen rond het dorpje onvelig maakt.
Politieagent Ichabod Crane (Depp) wordt vanuit New York op de zaak gezet. Hij is een progressief denker, die de misdaad met de wetenschap te lijf wil gaan. Zijn superieuren zijn hem liever kwijt dan rijk en dus mag hij de Headless Horseman gaan vangen.

~

Zoals altijd is de art direction tot in de puntjes verzorgd: het dorpje en de omringende bossen werden in een Engelse studio nagebouwd en zien er fantastisch uit: alles ademt een spookachtige sfeer, mede omdat de film in sterk onverzadigde blauw/groentinten is opgenomen. Er lijkt overal een constante laag mist te hangen, wat de sfeer alleen maar benadrukt. Ook de verschillende onthoofdingen zijn mooi uitgevoerd, met extra hulp van de computers van Industrial Light & Magic.

~

Johnny Depp speelt Ichabod Crane echter als een nerveuze speurneus en zijn veelvuldige flauwtes zijn aan het begin nog leuk, maar worden al snel irritant. Ook het verhaal heeft weinig om het lijf (het script werd geschreven door Andrew Kevin Walker, die eerder Se7en schreef) en wordt nergens echt spannend.
Sleepy Hollow is ondanks het griezelige onderwerp dan ook geen horror, maar vooral een echte sprookjesfilm.

Film / Films

The Sixth Sense

recensie: The Sixth Sense

.

sixthsense3.jpgHet lijkt wel of Hollywood eindelijk intelligent is geworden. 1999 wordt door velen gezien als het beste filmjaar van het afgelopen decennium, misschien wel van de hele eeuw. Het begon al met The Matrix, een film die niet alleen spectaculaire actiescènes bevatte, maar gebaseerd was op een complete filosofie over de werkelijkheid en wat wij als mensen daarin betekenen. eXistenZ van David Cronenberg draaide om hetzelfde thema.

Maar in 1999 kwam er nog een aantal persoonlijke, duidelijk buiten de mainstream vallende, films uit bij verschillende grote studio’s die vijf jaar geleden waarschijnlijk nooit – of alleen met onafhankelijk geld – gemaakt hadden kunnen worden. Zo was er David Finchers Fight Club en zo zijn er films als American Beauty (die donderdag uitkwam en waarover volgende week meer) en The Sixth Sense.

Het verhaal gaat over psychiater Malcolm Crowe (mooi gespeeld door Bruce Willis, die nogmaals bewijst dat hij meer is dan alleen maar een action hero) die de zaak van de jonge Cole Sear

~

in handen krijgt, een jongetje dat geplaagd wordt door geesten en in een voortdurende staat van angst leeft. Cole wordt gespeeld door Haley Joel Osment, die eerder een paar minuten te zien was als het zoontje van Forrest Gump en hier een topprestatie neerzet: we zien een jongetje dat continu bang is en we geloven hem.

The Sixth Sense is een griezelfilm, maar heeft geen overdadig geweld, bloed of speciale effecten nodig om te overtuigen; de spanning kruipt onder je huid door middel van de muziek en de hele mooie beelden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over het verrassende einde, waardoor de hele film – net als Fight Club – in een ander daglicht komt te staan.

Regisseur Shyamalan heeft inmiddels het recordbedrag van $10 miljoen gekregen voor het schrijven en verfilmen van zijn volgende script.

Film / Films

Shrek

recensie: Shrek

.

Het is groen, het trekt kaarsen van oorsmeer uit zijn twee horentjes en vindt zijn persoonlijkheid ‘een ui’. Geen stinkende bol, maar een geheel van meerdere lagen. Shrek is de groene boeman van dit verhaal en onder die enge buitenkant zit een klein hartje. Meerdere lagen ook in het verhaal, want er is voor elk wat wils. Slapstickhumor voor de kleintjes, sappige one-liners voor papa en mama. Maar onder al dat verbale en visueel geweld schuilt ook hier een klein hartje: hoe hard Shrek zich ook probeert af te zetten van Disney-zoetsappigheid, aan het einde komt toch de moraal om de hoek kijken.

Shrek is duidelijk een verhaal voor twee verschillende doelgroepen. Voor de kleintjes, die hier een groene variant van De Zwanenprinses zien, en voor de volwassenen, die zich een bult lachen om de meesterlijk getimede uitspraken van Shrek (Mike Myers), zijn sidekick Donkey (Eddie Murphy), Prinses Fiona (Cameron Diaz) en de gemene Lord Farquaad (John Lithgow – 3rd Rock From the Sun). En toegegeven; Shrek is een enorm leuke en goede film. De grote mensenmassa’s in de film zijn vaak nog vrijwel identiek in beweging en aankleding, maar de belangrijkste figuren zijn met veel gevoel voor detail tot leven gekomen. De figuren zijn tot in de puntjes met hun achtergrond samengevoegd, zodat in los zand voetsporen verschijnen en in hoog gras een gebaand pad. Petje af voor de animatie.

Petje af ook voor de humor in deze film. De talloze verwijzingen naar andere films (Silence of the Lambs, The Matrix, Babe) maken de film een feest van herkenning en het grappentempo is hoog. Eddie Murphy doet het hier net iets beter dan in Disney’s Mulan, waar hij een vergelijkbaar drukke sidekick was. Mike Myers overdrijft zijn schotse accent gelukkig niet te erg, en John Lithgow is altijd goed, met of zonder gezicht erbij. Goede animatie, humor om van dubbel te liggen, wat wil je nog meer?

Wat ik wil, is dat Dreamworks ophoudt Disney af te maken in elke animatie die ze produceren. Iedereen weet dat Dreamworks-baas Katzenberg onder niet al te fijne omstandigheden weggestuurd is als hoofd animatie bij Disney. Vervolgens probeerde hij zijn vorige werkgever eerst het gras voor de voeten weg te maaien met Antz (Disney bracht A Bug’s Life net wat later) en nu is de baas van Disney gekarikaturiseerd als Lord Farquaad. Zijn land, Du Loc, is een weerspiegeling van Disney Land.
Ja het is grappig, en ja, je moet erom lachen omdat het ridiculiseren goed gebeurt. Maar het blijft beneden alle peil. Dreamworks schiet Disney af, maar stopt in Shrek eenzelfde moralistische toontje. Disney wordt naar de slachtbank gevoerd als de boodschap er te dik bovenop ligt. Van mij mag Dreamworks nu ook. Shrek is een alleszins geslaagde film, maar de pot moet de ketel niet gaat verwijten dat die zwart ziet.

Film / Films

Shaft

recensie: Shaft

.

shaft2.jpg

De naam “Shaft” zal de gemiddelde Nederlandse bioscoopganger weinig
zeggen, maar de gemiddelde Amerikaan associeert deze zwarte detective
met veel vrouwen en vooral veel geweld. Al vanaf 1971 jaagt Shaft in
series en films iedereen tegen zich in het harnas, of het nu witte mafiosi
of zwarte gansgters zijn. Het gevolg is vooral veel geweld.

In Samuel L. Jackson vond regisseur Singleton de perfecte Shaft: tough,
smart and cool. De NYPD-detective komt in actie als de zoon van een
steenrijke magnaat een jonge zwarte student doodslaat. Hij arresteert de
jongeman (voortreffelijk gespeeld door Christian Bale [ook: American
Psycho
], halverwege de film begin je hem echt te haten), doch deze wordt
al snel weer vrijgekocht. Gerechtigheid is ver te zoeken, en dus spant
Shaft zich in om deze zaak recht te zetten. Hij wordt geholpen door zijn
partner Vanessa Williams en zijn chauffeur en vriend – een idiote rol van
Busta Rhymes.

~

Zo op het eerste gezicht lijkt het verhaal standaard, maar het script
heeft
vele originele zijtakken: onderhuidse deals tussen Shafts vijanden en zijn
voormalige vrienden, flink wat verraad en een onverwachte climax. Ook
actieliefhebbers komen ruimschoots aan hun trekken,al zit er teveel
geweld in de film. Iedereen die onze held tegenspreekt wordt namelijk
steevast achterover geslagen.

Al met al is Shaft een geslaagde mix van actie en letterlijk zwarte humor.
Het ‘yo brother’ – gehalte is erg hoog – gelukkig steekt de film daar ook
flink de draak mee. Liefhebbers van actiefilms, Samuel L. Jackson en de
oude Shaft komen prima aan hun trekken!

Film / Films

Save The Last Dance

recensie: Save The Last Dance

.

Save the Last Dance is de nieuwste poging van de filmmaatschappij van MTV om een goede geloofwaardige film te maken over jongeren. Onder anderen Varsity Blues, Dead Man on Campus en 200 Cigarettes gingen deze film voor. Eigenlijk allemaal films die het slecht deden in de bioscoop, en snel op video verschenen.

Save the Last Dance gaat over Sarah (Julia Stiles, 10 Things I Hate About You). Zij was gek van ballet tot de dag dat haar moeder omkwam in een auto-ongeluk (op weg naar haar toelatingsexamen voor een grote dansuniversiteit). Sarah denkt dat dit allemaal haar schuld is, en besluit om het ballet voorgoed achter zich te laten.

Nu dat deze basis is gelegd, begint de film. Sarah gaat bij haar vader wonen, en laat alles uit haar vorige leven achter. Ze gaat studeren aan een highschool die bijna volledig bezet wordt met zwarte studenten. Dus erg makkelijk is het niet voor Sarah om zich aan te passen. Toch lukt dit haar vrij snel doordat ze slim en ad rem is. Ze heeft altijd wel een antwoord klaar.

Save the Last Dance is de titel van deze film, en dus moet er gedanst worden. Geen ballet, dat zou te saai zijn voor de MTV generatie, maar op Hip Hop en R&B.
Sarah leert al gauw Derek (Sean Patrick Thomas, Cruel Intentions) kennen die erg van deze muziek houdt (samen met 99.9% van de gehele schoolpopulatie). En Sarah vindt deze muziekstijl natuurlijk ook meteen leuk. Het dansen op de muziek gaat haar aanvankelijk niet goed af, maar na oefenen en oefenen (in ruimtes die spontaan leeg en beschikbaar worden) wordt ze steeds beter in het dansen en, belangrijker voor het verhaal, ze wordt verliefd op Derek. Die op zijn beurt hetzelfde gaat voelen, en hoppakee! je hebt een dilemma. Een zwarte jongen met een blank meisje. Dit gaat niet samen volgens velen. Maar Derek zet zijn liefde voor Sarah voorop, wat hem door velen niet in dank wordt afgenomen.

~

Sarah wordt mede door deze kritiek een beetje gek. Ze weet niet of ze wel de juiste dingen aan het doen is, en haar leven is een beetje zinloos aan het worden zonder het ballet, vindt ze zelf.
Hierdoor besluit ze, na lange emotionele gesprekken met haar nieuwe vriendje (en vader), het ballet weer op te pakken, en wederom te gaan voor toelating tot de dansuniversiteit.

Save the Last Dance is een erg standaard liefdesverhaal, met een zeer cliché einde. Eigenlijk is het hele verhaal al tweehonderd keer eerder verteld.
Desondanks is Save the Last Dance geen slechte film. Het mag dan wel cliché en standaard zijn, maar de film herbergt goede acteerprestaties, (Julia Stiles, onthoud deze naam!) personages die goed worden uitgediept en een verhaal wat het tempo erin houdt.
Lang niet slecht voor een MTV-film. Ik vermoed dat deze film nog wel een tijdje in de bioscopen zal blijven draaien.

Film / Films

Rush Hour 2

recensie: Rush Hour 2

.

rushhour2-1.jpgEen belangrijk fenomeen in het zogenaamde ‘buddy movie’ genre is dat er (bijna) altijd een vervolg komt. Denk bijvoorbeeld maar aan Lethal Weapon 1 t/m 4 en Another 48 hours. In een buddy movie krijgen we meestal te maken met 2 tegengestelde karakters die gedurende een film door de omstandigheden naar elkaar toe groeien. Ironisch genoeg slaat het genre meestal op politie agenten die een bijna onmogelijke zaak moeten oplossen. Ook Rush Hour 2 doet wat er verwacht word, en zo zat ik dus zaterdagavond in Pathé naar een voorpremière te kijken.

En ik moet zeggen, ik heb meer dan prima vermaakt. De film komt een beetje raar op gang, maar als het verhaaltje eenmaal duidelijk is blijft er een hoop te genieten van de eeuwige piepende en krijsende Chris Tucker en de mallotige stunts van Jackie Chan. Het verhaal in

~

een notendop: een oosterse triade leider blaast 2 Amerikaanse geheim agenten op in Hong Kong, en inspecteur Lee (Chan) wordt op de zaak gezet. Zijn vriend Carter (Tucker) is toevallig bij hem op vakantie en wordt zo meegezogen in de zaak. Al snel blijkt de verdachte een oude bekende te zijn van Lee, en krijgen we het uitgemolken verhaaltje van vermoorde vaders en onverwerkte trauma-tjes voorgeschoteld. Gelukkig raffelt regisseur Ratner dat allemaal snel af zodat we kunnen genieten van waar het werkelijk in deze film om gaat: de fantastische speeches van Tucker, en de rare vechtstijl van Chan.

De film zal voor menig kritisch film kijker te stom voor woorden zijn, maar ik heb me prima vermaakt bij Rush Hour 2. Liefhebbers van de eerste film komen sowieso aan hun trekken omdat dialogen en oneliners uit de eerste film op grappige wijze weer in het verhaal zijn gehusseld, maar nu door de andere speler worden uitgesproken. En dat geeft een behoorlijk komisch effect. Daarom kan ik hem voor de liefhebbers van Tucker, Chan en Rush Hour 1 zeer aanraden. En voor degene die deel 1 niet gezien heeft, maar wel van actie houdt: gewoon gaan, je zult niet worden teleurgesteld.

Film / Films

Book Of Shadows: Blair Witch 2

recensie: Book Of Shadows: Blair Witch 2

.

Eind 1999. De film The Blair Witch Project heeft Burkittsville, Maryland, op de kaart gezet: duizenden filmfans trekken naar het dorpje waar drie studenten vijf jaar eerder de dood vonden. Sommige dorpsbewoners spelen slim in op de hype en verkopen T-shirts, zakjes aarde, de beroemde stickmen, zelfs keien vinden aftrek bij de fans.

Het duurt niet lang of de eerste rondleidingen worden opgezet. In Book of Shadows volgen we de vier mensen die meegaan met een “Blair Witch Hunt” onder leiding van ene Jeff. We zien hoe ze aankomen bij het huisje waar twee van de drie studenten uit de eerste film hun dood vonden en hoe ze dronken en stoned de nacht ingaan, op zoek naar de kick van het onbekende.

De volgende ochtend hebben ze allemaal een blackout van een uur of vijf gehad. De apparatuur is vernield, papaieren waaien overal in het rond en de vijf kampeerders weten nergens meer van.
Teruggekomen in het huis van Jeff blijkt de nacht zijn sporen – letterlijk – te hebben achtergelaten: vreemde heidense tekens lijken in hun lichamen gekerfd te zijn en ze hebben allemaal last van hallucinaties: vermoorde mensen komen weer tot leven en levende mensen worden vermoord.

Book of Shadows is – ondanks een paar bloederige shots – echter geen horrorfilm, en is het mysterie in de film niet belangrijk: regelmatig zien we flash-forwards naar de verhoorkamer waar de overlevenden door de politie worden ondervraagd. Book of Shadows gaat in op zowel de hype over de eerste film als de thematiek van de discussies daarover. Eén citaat uit de film is: “Video is real, film is not”. Video liegt niet, video registreert de werkelijkheid, terwijl film geconstrueerd en gestileerd is. Dat is één van de redenen waarom The Blair Witch Project zo effectief was: het grootste gedeelte van die film was video, en dat verhoogde de “realiteit” (en dus de gruwelijkheid) van de beelden aanzienlijk.
In Book of Shadows wordt video gebruikt als bewijsmateriaal voor de gruwelijke gebeurtenissen die plaatsvinden en ook de (echte) nieuwsbeelden over het Blair-Witchfenomeen zijn video. De film zelf is gedraaid op 35mm, en is dus fictie.

Massahysterie is een ander fenomeen dat in de discussies rond de eerste film steeds weer naar voren kwam, en dat zien we terug in Book of Shadows in de vorm van twee schrijvers die een boek over het onderwerp schrijven (onder de titel Blair Witch: History or Hysteria?).

blairwitch03.jpg

De vijf personages zijn niet echt origineel. Alle stereotiepen zijn aanwezig: de snelle jongen die bergen geld verdient aan de hele hype, de twee onderzoekers die de zaak met rationele (de man) en emotionele (de vrouw) ogen bekijkt, het gothic-meisje dat alles wel interessant vindt en tenslotte Erica, een echte heks, die in contact probeert te komen met de historische Blair Witch uit de titel.
Dat de personages zo stereotiep zijn, maakt in dit geval niet uit: zo zijn de rollen vanaf het begin duidelijk en zijn de mysterieuze voorvallen later in de film des te mysterieuzer. Wat wel uitmaakt is het spel van de acteurs. Dit is soms behoorlijk slecht, waardoor sommige gebeurtenissen onbedoeld lachwekkend zijn.

Technisch gezien is de film uitstekend: mooi camerawerk, een flitsende montage en een paar schokeffecten verhogen de effectiviteit. Een subplot over het instabiele verleden van hoofdpersoon Jeff is dramatisch gezien niet nodig, maar zorgt wel voor een paar van de mooiste shots uit de film.

Book of Shadows is een intelligente kijk op het fenomeen Blair Witch. Verwacht geen horror of ijzingwekkende spanning, want dan kom je bedrogen uit.

Film / Films

Return To Me

recensie: Return To Me

.

Zelden zag ik een ongebalanceerder film dan Return to Me, de debuutfilm van actrice Bonnie Hunt, met David “Fox Mulder” Duchovny en Minnie Driver in de hoofdrollen.
Duchovny’s vrouw verongelukt en haar hart wordt getransplanteerd naar het lichaam van Driver. Ze komen elkaar toevallig tegen, worden verliefd op elkaar en leven nog lang en gelukkig.

Alle voorspelbaarheden en clichés worden gebruikt om de anderhalf uur die de film duurt, door te komen. Leedvermaak tijdens het eerste kwartier (“corny!”) maakt al gauw plaats voor een beklemmend gevoel van plaatsvervangende schaamte (“ze kunnen dit toch niet serieus menen?!?”), dat de hele film niet meer weggaat.
En het pijnlijke is dat sommige delen van de film niet eens zo slecht zijn: het begint al met een behoorlijk briljant shot van een paar minuten vanuit een helicopter, maar dat was waarschijnlijk een creatieve opwelling van de dienstdoende cameraman, omdat dergelijk meesterschap elders in de film niet meer voorkomt.
Sommige personages zijn ook behoorlijk leuk: vooral de vier bejaarde mannen (waaronder Drivers opa) maken soms best leuke grappen. Daarnaast speelt de regisseur zelf ook mee en uit haar spel blijkt dat ze de regiestoel voortaan maar beter voor getalenteerde mensen kan vrijhouden en zich vanaf nu weer weer bezig moet gaan houden met datgene wat ze echt goed kan, namelijk acteren.

Ik had het eerste uur nog hoop dat de film een postmoderne wending zou krijgen door zichzelf en het genre waarbinnen de film zich afspeelt volledig op de hak te nemen (zoiets wat Scream deed voor de horrorfilm), maar het verhaal bleef zich maar voortslepen tot het mierzoete einde met een wagonlading volstrekt lachwekkende maar uiterst serieus bedoelde scènes.

Dat het gevoel dat na afloop blijft hangen niet eens zo beroerd is, is te wijten aan de immuniteit die ontstaan is na meer dan anderhalf uur chemische zoetigheid. Maar misschien was het wel gewoon de opluchting van de aftiteling.
Hoe dan ook: Return to Me is absolute tijdverspilling.