Humor wint van saaie horror
Na veertig jaar is Barnabas Collins terug. Tim Burton stopt de gestalte van de vampier in een nieuw jasje en Johnny Depp geeft de finishing touch. Dark Shadows is qua verhaal niet altijd even sterk, maar is dankzij de humor en de excentrieke personages een lust voor ogen en oren.
Depp speelt het hoofdpersonage Barnabas Collins, een jonge rijke vrouwenversierder die als kind in de 18e eeuw samen met zijn ouders Engeland heeft verlaten om een familievloek te omzeilen. Wanneer Barnabas het hart van Angeliqe (Eva Green) breekt, verandert zij hem in een vampier en begraaft ze hem levend. Twee eeuwen later wordt hij bij toeval uit zijn tombe bevrijd en probeert hij zijn weg te vinden in het moderne 1972. Zijn landhuis is veranderd in een ruïne en wordt bewoond door zijn eigenaardige nakomelingen, waaronder Elizabeth (Michelle Pfeiffer), de psychiater dr. Julia Hoffman (Helena Bonham Carter) en de jonge mysterieuze gouvernante Victoria. Barnabas neemt zijn intrek in het huis en helpt de familie haar fortuin te heropbouwen. Maar de heks Angelique, die nog steeds leeft en even jong is gebleven, heerst nu over het stadje Collinwood.
Verhaal ondergeschikt aan uiterlijk vertoon
Tijdens deze ervaring mag Burtons muze niet ontbreken. Depp gaat helemaal op in zijn karakter en zegt de ene gevatte oneliner na de andere gortdroog op. De cultuurshock en de manier waarop Barnabas zich probeert aan te passen, werken geregeld op de lachspieren. Naast Depp blinkt de française Eva Green uit als de vileine heks die in tweestrijd is met zichzelf. Maar hoewel alle andere personages net zo excentriek zijn als deze twee, komt dit niet ten goede van de film. Het hoofdverhaal krijgt meerdere verhaallijnen, waardoor het geheel naar het einde toe lijkt te zijn afgeraffeld. Ten opzichte van de cinematografie blijft het verhaal dun en ondermaats en zodoende onbelangrijk. Aan het einde van de dag zullen alleen de humor en de subtiele verwijzingen de kijker bijblijven. En natuurlijk Barnabas.