Tag Archief van: boeken

Boeken / Non-fictie

Volk en verbeelding

recensie: René ten Bos - Het volk in de grot

Denker des Vaderlands René ten Bos schrijft met Het volk in de grot een actueel boek dat klassiek filosofische thema’s aansnijdt.

Ten Bos gebruikt graag metaforen om zijn denken uiteen te zetten. De grot blijkt een metafoor die vaker voorkomt in de geschiedenis van het denken. De metafoor van de grot duikt veelvuldig op, vanaf de eerste mensen die op haar muren tekenden tot de moderne ‘bubbels’ waarin wij nu schijnen te leven.

Verlichting

De bekendste grot uit de geschiedeis is natuurlijk die van Plato. In zijn grot-allegorie wordt duidelijk hoe de mens die denkt dat de schaduwen die hij ziet werkelijkheid zijn, zich vergist. Het blijken afspiegelingen van ‘echtere’ voorwerpen. De enkeling die naar de bron van het licht op zoek gaat en daar – na een pijnlijke verblinding – de werkelijkheid onder ogen komt, ziet hoe hij altijd in een schijnwereld heeft geleefd. Hier zou het verhaal kunnen stoppen. Maar dat doet het niet. Deze ‘wijze’ besluit om terug de grot in te gaan, om zijn medemensen te ‘verlichten’. Precies dit laatste staat centraal in Het volk in de grot.

Vormeloos geheel

Maar wie is dat volk waar zo vaak over gesproken wordt? Ten Bos begint zijn boek met een poging antwoord te geven op deze vraag. Aan de hand van bekende denkers als Judith Butler en Giorgio Agamben komt hij tot een benadering. Dit zou al snel een langdradige verhandeling kunnen worden, maar de Denker des Vaderlands neemt je in fijne bewoordingen en heldere taal mee. Het volk zweeft tussen ‘insluiting en uitsluiting’ en is vormloos. Het is niet een tegenovergestelde van ‘elite’ maar veeleer een niet afgebakende ruimte waar iedereen toe kan behoren. Ten Bos komt dus niet met een definitie, want als die er al is, dan is die wel dat het volk nooit gedefinieerd kan worden. Toch wordt voortdurend en van alle kanten gepoogd het volk wél af te bakenen. Het volk is dom, het volk, dat zijn de arbeiders, het volk wordt niet gehoord en zo verder.

Hoogmoed van de wetenschap

Sinds Plato is er eigenlijk niet veel veranderd in de manier waarop geleerden, denkers en wetenschappers zich geroepen voelen om het volk te verlichten. Maar zit dat volk daar eigenlijk wel op te wachten? Waarom mag het niet in de grot blijven, waar het zich zo prettig voelt? Ten Bos laat zien dat dit een terechte vraag is, en nog altijd actueel. In tijden van nepnieuws – waarin iedereen in zijn eigen ‘grot’ zit – is de waarheid weer een felbevochten recht dat door politici van links tot rechts geclaimd wordt. Maar die ene vraag blijft prangend. Waarom moeten we zo nodig die grot uit? Waarom moet het volk opgevoed worden, onderwezen, uit de schaduw komen en verlicht worden? Ten bos neemt ook de niet filosofisch ingewijde lezer mee in het denken over deze kwestie. Hij schrijft toegankelijk, persoonlijk, scherp en bij vlagen op een vermakelijke manier cynisch.

Geborgenheid

Ook Nietzsche, een door Ten Bos geliefde denker, bekritiseerde eind 19e eeuw al deze drang naar ratio en kennis. ‘Ook de verstandigste mens heeft van tijd tot tijd de natuur weer nodig, dat wil zeggen zijn onlogische grondhouding tegenover alle dingen.’ Zo bezien is het misschien wel menseigen om de schaduwrijke grot te verkiezen boven het kille licht van de werkelijkheid. Volgens de Duitse filosoof Peter Sloterdijk verlangen wij allemaal terug naar de geborgenheid van de baarmoeder. Wie heeft gegronde redenen om ons daaruit los te trekken? Ten Bos kiest geen kant, maar geeft een sterk pleidooi voor het stellen van deze vraag.

Het volk in de grot bevraagt juist die aanname die nooit aan een kritische overweging wordt blootgesteld. Wil het volk niet liever warmte, veiligheid en gezelschap in plaats van alleen die waarheid. De grondbeginselen van intellectuelen, wetenschappers en journalisten worden in een ander licht bekeken. Dat maakt Het volk in de grot als een spiegel voor al zijn lezers, want het zijn toch vooral de geleerden en intellectuelen die een filosofisch boek openslaan. Daarmee heeft Ten Bos meteen de aandacht van het juiste publiek te pakken.

Boeken / Non-fictie

Volk en verbeelding

recensie: René ten Bos - Het volk in de grot

Denker des Vaderlands René ten Bos schrijft met Het volk in de grot een actueel boek dat klassiek filosofische thema’s aansnijdt.

Ten Bos gebruikt graag metaforen om zijn denken uiteen te zetten. De grot blijkt een metafoor die vaker voorkomt in de geschiedenis van het denken. De metafoor van de grot duikt veelvuldig op, vanaf de eerste mensen die op haar muren tekenden tot de moderne ‘bubbels’ waarin wij nu schijnen te leven.

Verlichting

De bekendste grot uit de geschiedeis is natuurlijk die van Plato. In zijn grot-allegorie wordt duidelijk hoe de mens die denkt dat de schaduwen die hij ziet werkelijkheid zijn, zich vergist. Het blijken afspiegelingen van ‘echtere’ voorwerpen. De enkeling die naar de bron van het licht op zoek gaat en daar – na een pijnlijke verblinding – de werkelijkheid onder ogen komt, ziet hoe hij altijd in een schijnwereld heeft geleefd. Hier zou het verhaal kunnen stoppen. Maar dat doet het niet. Deze ‘wijze’ besluit om terug de grot in te gaan, om zijn medemensen te ‘verlichten’. Precies dit laatste staat centraal in Het volk in de grot.

Vormeloos geheel

Maar wie is dat volk waar zo vaak over gesproken wordt? Ten Bos begint zijn boek met een poging antwoord te geven op deze vraag. Aan de hand van bekende denkers als Judith Butler en Giorgio Agamben komt hij tot een benadering. Dit zou al snel een langdradige verhandeling kunnen worden, maar de Denker des Vaderlands neemt je in fijne bewoordingen en heldere taal mee. Het volk zweeft tussen ‘insluiting en uitsluiting’ en is vormloos. Het is niet een tegenovergestelde van ‘elite’ maar veeleer een niet afgebakende ruimte waar iedereen toe kan behoren. Ten Bos komt dus niet met een definitie, want als die er al is, dan is die wel dat het volk nooit gedefinieerd kan worden. Toch wordt voortdurend en van alle kanten gepoogd het volk wél af te bakenen. Het volk is dom, het volk, dat zijn de arbeiders, het volk wordt niet gehoord en zo verder.

Hoogmoed van de wetenschap

Sinds Plato is er eigenlijk niet veel veranderd in de manier waarop geleerden, denkers en wetenschappers zich geroepen voelen om het volk te verlichten. Maar zit dat volk daar eigenlijk wel op te wachten? Waarom mag het niet in de grot blijven, waar het zich zo prettig voelt? Ten Bos laat zien dat dit een terechte vraag is, en nog altijd actueel. In tijden van nepnieuws – waarin iedereen in zijn eigen ‘grot’ zit – is de waarheid weer een felbevochten recht dat door politici van links tot rechts geclaimd wordt. Maar die ene vraag blijft prangend. Waarom moeten we zo nodig die grot uit? Waarom moet het volk opgevoed worden, onderwezen, uit de schaduw komen en verlicht worden? Ten bos neemt ook de niet filosofisch ingewijde lezer mee in het denken over deze kwestie. Hij schrijft toegankelijk, persoonlijk, scherp en bij vlagen op een vermakelijke manier cynisch.

Geborgenheid

Ook Nietzsche, een door Ten Bos geliefde denker, bekritiseerde eind 19e eeuw al deze drang naar ratio en kennis. ‘Ook de verstandigste mens heeft van tijd tot tijd de natuur weer nodig, dat wil zeggen zijn onlogische grondhouding tegenover alle dingen.’ Zo bezien is het misschien wel menseigen om de schaduwrijke grot te verkiezen boven het kille licht van de werkelijkheid. Volgens de Duitse filosoof Peter Sloterdijk verlangen wij allemaal terug naar de geborgenheid van de baarmoeder. Wie heeft gegronde redenen om ons daaruit los te trekken? Ten Bos kiest geen kant, maar geeft een sterk pleidooi voor het stellen van deze vraag.

Het volk in de grot bevraagt juist die aanname die nooit aan een kritische overweging wordt blootgesteld. Wil het volk niet liever warmte, veiligheid en gezelschap in plaats van alleen die waarheid. De grondbeginselen van intellectuelen, wetenschappers en journalisten worden in een ander licht bekeken. Dat maakt Het volk in de grot als een spiegel voor al zijn lezers, want het zijn toch vooral de geleerden en intellectuelen die een filosofisch boek openslaan. Daarmee heeft Ten Bos meteen de aandacht van het juiste publiek te pakken.

Boeken / Non-fictie

Oranjes als speelbal van de grote mogendheden

recensie: Jeroen Koch - Oranje in revolutie & oorlog. Een Europese geschiedenis.

Op 18 januari 1795 ontsnapte Willem V als een dief in de nacht aan de Franse revolutionaire legers. Zijn aftocht vanuit Scheveningen naar Engeland markeert de  roemloze afsluiting van twee eeuwen Oranjestadhouderschap.

Historicus Jeroen Koch beschrijft in zijn fantastisch geïllustreerde boek Oranje in revolutie & oorlog. Een Europese geschiedenis 1772-1890, dat de ‘onverbrekelijke band’ tussen Oranje en Nederland allerminst vanzelfsprekend was. Na de set Koningsbiografieën van Willem I (1772-1843), Willem II (1792-1849) en Willem III (1817-1890), komt Koch in zijn nieuwste boek met een toetje. Hierin ligt de nadruk op de belevenissen van de Oranjedynastie in Europees perspectief. Koch beschrijft helder hoezeer steeds wisselende coalities invloed hadden op hun pogingen tot rehabilitatie. Ook heeft hij dankbaar en handig gebruik gemaakt van de onderlinge correspondentie van de Oranjes, waardoor hij laat zien hoezeer ze speelbal waren van de grote mogendheden.

Compensatie

In de herfst van 1799 viel een Oranjeleger de Bataafse Republiek binnen. Onder leiding van erfprins Willem Frederik, hielden 40.000 Britse en Russische troepen zes weken lang een drassige landstrook tussen Texel en Alkmaar bezet. Dit bevrijdingsleger werd smadelijk door het Franse en Bataafse leger in de pan gehakt. Bovendien bleef de gehoopte orangistische revolte uit.

Vanaf dat moment zocht Willem Frederik naarstig naar territoriale compensatie. Aanvankelijk kregen de Oranjes die van Napoleon, die in 1799 aan de macht was gekomen. Frederik’s weigering om in 1806 toe te treden tot de Rijnbond (tegen Pruisen) werd door Napoleon zwaar bestraft. Hij pakte alle bezittingen weer af. Willem Frederik stuurde daarop een slijmerige brief waarin hij schaamteloos smeekte: ‘Van Uwe Keizerlijke Majesteit alleen hangt de positie van mijn Huis af.’ Napoleon antwoordde niet eens meer.

Oorlogsheld

Beroofd van hun landgoederen waren de Oranjes nu volledig afhankelijk van de grote mogendheden. Wat restte was het ‘project Willem’. Willem Frederik zette zijn zoon Willem in als potentiële huwelijkspartner voor de Britse erfprinses Charlotte. Willem veroorzaakte tijdens zijn verblijf in Engeland echter al snel een schandaal door een prostituée zwanger te maken.

In het leger zocht Willem naar eerherstel. Vanaf juni 1811 diende hij in Portugal en Spanje onder generaal Wellington. Op het slagveld bleek Willem over talent en heldenmoed te beschikken. Zijn finest hour beleefde hij bij Quatre-Bras. Daar hield Willem op 16 juni 1815 een Franse overmacht van Napoleon tegen. Napoleon noemde Willem achteraf een ‘génie de la guerre.’ Terecht zo meent Koch.

NapoleonRehabilitatie

Na Napoleon’s Waterloo nam het volk de Oranjes weer in genade aan. Door de inauguratie van Willem Frederik op 30 maart 1814 telden de Oranjes weer mee op het Europese toneel. De vorsten van de restauratie probeerden het koningschap anders in te vullen, zo betoogd Koch.

In West-Europa raakte het burgerkoningschap in zwang. Koningen streefden naar een betere band tussen vorst en natie. De nalatenschap van Willem I is echter ambivalent. Als koning-koopman was zijn welvaartspolitiek zeer modern. Maar zijn ideeën over de invloed van het parlement waren zeer conservatief. Verblind door zijn wens om de staatsschuld terug te dringen, luisterde Willem I onvoldoende naar zijn volk. Op basis van de kerkpolitiek, de taalstrijd en de omgang met de Zuidelijke Nederlanden, oordeelt Koch dan ook hard: ‘Willem I regeerde wel, maar reageerde niet.’ Daarnaast zagen de Oranjes niet in dat voor de grote mogendheden machtsevenwicht veel belangrijker was dan nationalisme.

Populair koningschap

Na het verlies van België hechtte Willem II juist veel waarde aan de verbondenheid met het volk. De vorst moest de massa bespelen. De door Koch gememoreerde passage, waarin Willem II midden in de nacht van 12 november 1840 in pyjama helpt een brand te blussen, is hier een mooi voorbeeld van.  Het is alleen jammer dat deze passage rechtstreeks is overgenomen uit de biografie van Van Zanten.

De ontkenning van de mythe, dat Willem II in de nacht van 14 op 15 maart 1848 onder invloed van revoluties elders in Europa ‘in 24 uur van zeer conservatief zeer liberaal’, zou zijn geworden, komt beter uit de verf. Willem II was nooit enkel reactionair en behoudzuchtig. Bovendien besefte hij in de zomer van 1847 al dat de ministeriële verantwoordelijkheid en dus de inperking van zijn macht onvermijdelijk was.

Familie op de troon

Willem III kon zich allerminst bij de grondwet van 1848 neerleggen. Koch schetst een ontluisterend beeld van een man, die in de loop van de jaren 1860 het politiek zwaartepunt zag verschuiven naar de Tweede Kamer. Volgens zijn echtgenote Sophie van Wurtemburg, hield hij slechts van eten, drinken en moorden (jagen). In de zomer van 1875 sloopte Willem III het interieur van een villa in Montreaux. Ook zijn verhouding met de courtisane Madame Musard berokkende de monarchie veel schade.

Na de dood van Sophie in 1877 wist Willem III toch aan zijn dynastieke verplichtingen te voldoen. Met zijn tweede vrouw Emma kreeg hij in 1880 Wilhelmina. Voortaan zat er in Nederland, net als in de rest van West-Europa,  een ‘familie op de troon.’ De voorloper van Koningsdag, Prinsessedag werd geïntroduceerd. Emma’s mateloze populariteit deed de rest. Zo bleef de onverbrekelijke mythe van Oranje en vaderland in tact.

8WEEKLY

Vacature Chef Boeken

Artikel:

Chef Boeken (vrijwillig)


8WEEKLY is een van de grootste digitale cultuurmagazines met gemiddeld 15.000 bezoekers per maand. Een team van enthousiaste redacteuren schrijft artikelen en recensies over muziek, kunst, boeken, film en theater. Wij zijn op zoek naar een Chef Boeken! Heb jij een passie voor taal en boeken? Ben jij een verbinder? En wil je mensen graag begeleiden in hun ontwikkeling als redacteur? Dan zoeken we jou!

Wat ga je doen?

  • Als Chef Boeken ben je verantwoordelijk voor het aansturen van je redactie. Je houdt een overzicht bij van de recensies die geproduceerd worden en je bent ervoor (mede) verantwoordelijk dat de recensies binnen afzienbare tijd worden gepubliceerd;
  • Je onderhoudt contact met uitgeverijen en doet boekaanvragen;
  • Je post de recensies van de boekenredactie op Instagram en Facebook;
  • Je denkt na over nieuwe initiatieven om 8WEEKLY onder de aandacht te brengen van een breed publiek, bijvoorbeeld door in samenwerking met je redactie interviews af te nemen met auteurs;
  • Je redigeert eventueel ook zelf en let daarbij op taal, spelling, structuur en zinsopbouw en dat artikelen goed leesbaar zijn voor een algemeen publiek;
  • Vind je het zelf ook leuk om te schrijven? Dan is het natuurlijk mogelijk om zelf recensies en artikelen te schrijven over boeken. De boeken die je recenseert voor 8WEEKLY worden gratis naar jouw huis opgestuurd.

Je werkt als chef boeken nauw samen met redacteuren, eindredacteuren en de hoofdredactie. Ook zal je op termijn mogelijkerwijs gaan samenwerken met een co-chef, met hetzelfde takenpakket. Jullie kunnen in dat geval onderling de chef-taken verdelen.

Wat vragen we?

  • Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse taal;
  • Een achtergrond in literatuurwetenschappen, cultuurwetenschappen, journalistiek of Nederlandse taal en cultuur is een pre;
  • Je hebt oog voor detail en kan goed structuur aanbrengen in teksten;
  • Je bent initiatiefrijk is en vindt het leuk om te werken in een team;
  • Je bent leergierig en vindt het leuk om anderen te helpen met het ontwikkelen van redactionele vaardigheden.

Wat bieden we?

8WEEKLY werkt uitsluitend met vrijwilligers, dus er is geen vergoeding verbonden aan de werkzaamheden. Iedereen, ook het bestuur, werkt vrijwillig. Redacteuren schrijven en redigeren voor 8WEEKLY om hun passie voor cultuur te delen. We bieden je een platform om op te publiceren met redactionele begeleiding en je krijgt boeken die je recenseert voor 8WEEKLY gratis thuisgestuurd. Het is dus de ideale plek om je schrijfvaardigheden en redactionele kwaliteiten te ontwikkelen! Daarnaast leg je contacten binnen de culturele sector en werk je in een enthousiast team van redacteuren. Er is binnen 8WEEKLY ook veel ruimte voor eigen inbreng en initiatief, dus je krijgt alle vrijheid om jezelf te ontwikkelen op de punten waarop je wil groeien.

Hebben we je interesse gewekt?

Stuur dan je cv en (korte) motivatie naar redactie@8weekly.nl ter attentie van de hoofdredactie, met vermelding van ‘Vacature Chef Boeken’.

© Pixabay.com
Boeken / Non-fictie

Een tijdje zoet met dit boek

recensie: Simon Garfield – Tijdwachters
© Pixabay.com

Wat een boeiend fenomeen is tijd toch: voor de Oerknal bestond het niet eens, iets wat wij ons onmogelijk kunnen voorstellen. Hoog in de lucht en op de top van de Mount Everest loopt die iets trager dan op aarde. En in de Middeleeuwen stond men er niet bij stil – men leefde op het ritme van dag en nacht, klaar. Over het fenomeen ’tijd’ heeft Simon Garfield nu het bijzonder vermakelijke Tijdwachters geschreven.

Simon Garfield heeft een handje weg van boeiende onderwerpen. Hij schreef eerder al boeken over de verschillende lettertypes, over de kunst van het brieven schrijven en over de manier waarop de wereld door de geschiedenis heen in kaart werd gebracht. En nu gaat hij dus aan de slag met tijd: letterlijk een ongrijpbaar onderwerp, maar waar zoveel over te vertellen valt. Het feit dat Simon Garfield dat doet in de heerlijke traditie van vertellers als Bill Bryson en Tom Holland – luchtig, speels, maar nooit minder dan informatief – is een ongelooflijke troef. Dit boek speelt letterlijk met tijd.

Fastfood

Garfield vertrekt vanuit een intrigerende vaststelling: het feit dat wij moderne mensen mateloos gefascineerd zijn door tijd. Daar waar vroeger een akker moest worden gerooid (een vastomlijnde opdracht) denken we nu enkel in deadlines en tijdsdruk: voeding wordt in termen van tijd gelabeld (fastfood versus slow food), we checken constant het internet om te kijken of onze trein of ons vliegtuig vertraging zal hebben, we winden ons op wanneer onze sms na één minuut nog niet wordt beantwoord.
Kortom, ons leven staat in elk opzicht in functie van de tijd. Gelukkig trapt Garfield niet in de val om ons een – komt-ie – chronologisch overzicht te geven van hoe onze obsessie met tijd ontstond en evolueerde, maar serveert hij ons een amalgaam van persoonlijke herinneringen, historische anekdotes en merkwaardige vaststellingen. Zoals het feit dat uitvindingen als de trein en de lopende band onze kijk op tijd fundamenteel hebben gewijzigd, omdat het opeens iets tastbaars werd. Of dat een iets snellere uitvoering van de Negende van Beethoven een volstrekt ander effect heeft dan een iets tragere versie. En dat we niet weten hoe snel Beethoven ze precies heeft bedoeld.

Napalm

Heel frappant is de passage waarbij Garfield uitgebreid stilstaat bij de wereldberoemde foto van het napalm-meisje. Hoe één fractie van een seconde een tijdloos beeld opleverde. Hoe het inzenden van het beeld naar de kranten een race tegen de tijd was, aangezien het via radiogolven verzenden van foto’s in de jaren zestig een proces was dat urenlang kon duren.
Dat geeft het boek zijn grote meerwaarde: het draait niet alleen om tijd, aangezien het fenomeen wordt verweven met grotere verhalen. Bijvoorbeeld over sporters die een wereldrecord neerzetten, of hoe het horloge een product van massaconsumptie werd – iedereen draagt vandaag een horloge, maar waarom precies, daar staat niemand nog bij stil.

1 biljoen dollar

Met veel humor en anekdotiek leidt Garfield ons door de ongemeen boeiende wereld van de tijd. En net als in zoveel andere boeken die eindigen met een blik op de toekomst, oogt die weinig rooskleurig. Heel terecht stipt Garfield aan dat de uitspraak ‘tijd is geld’ van Benjamin Franklin nooit méér waar was, waarbij hij het voorbeeld aanhaalt van het beursmoment 14u40 (6 mei 2010), toen in één ogenblik 1 biljoen dollar verdampte. En omdat het niet anders kan, geeft hij de boodschap mee om toch af en toe uit die ellendige rat race te stappen en ons niet meer op te jagen over een trein met vertraging. We zijn hier maar een ogenblik, dus moeten we die tijd ten volle benutten. Bijvoorbeeld door Tijdwachters te lezen.

Van der Graaff_Atlas Contact
Boeken / Fictie

Zoeken naar houvast

recensie: Maarten van der Graaff - Wormen en engelen
Van der Graaff_Atlas Contact

Schrijver/dichter Maarten van der Graaff weet als geen ander hoe het is om op te groeien in een strenge, religieuze gemeenschap. Zijn vertrek daaruit betekent geen afscheid, maar juist een nieuwe en grondige zoektocht naar de betekenis van die achtergrond.

Een bijzonder fenomeen in religieuze sferen is het feit dat als een gelovige zich afkeert van het geloof, de toewijding om ermee bezig te zijn vele malen groter lijkt te worden. Het vertrek uit de vertrouwde wereld zorgt voor een dynamische gedachtenstroom over dat wat achtergelaten wordt. Er wordt diepgravender nagedacht over de geloofsbeleving dan toen er nog onderdeel van uitgemaakt werd. Los komt men nooit, er zijn telkens weer nieuwe vragen met zo nu en dan een nieuw antwoord. En niet te vergeten: het gemis aan geborgenheid dat het geloof in een hogere macht te bieden heeft.

Hoofdpersoon Bram Korteweg heeft in Wormen en engelen het Zeeuwse eiland Goeree-Overflakkee verlaten en studeert Kunstgeschiedenis in Utrecht. De blik op zijn religieuze herkomst is op zijn minst verwarrend: hij koestert het contact met zijn moeder die haar traditionele geloof belijdt alsof het een vanzelfsprekendheid is. Het samenzijn met zijn vader, gescheiden van zijn moeder, is moeilijker. Die heeft zijn heil gezocht bij een evangelische ‘happy-clappy’ beweging die het einde der tijden vol vertrouwen tegemoet ziet.

Archaïsche gereformeerdheid

Van der Graaff schrijft geen klassieke bekentenisroman: Brams verwijdering van het gelovige leven is niet ingegeven door verzet of protest en lijkt ook niet te zijn ontstaan door twijfel aan het concept. Het is juist het brede vogelperspectief, dat is gekomen met zijn vertrek naar Utrecht, dat hem een onbegrensd panorama biedt. Een scala aan nieuwe ontdekkingen, waarbij hij zijn religieuze bagage aanvult met een persoonlijke expeditie naar liefdesrelaties, drugsgebruik en uiteindelijke volwassenheid. In Utrecht sluit hij zich aan bij een theologisch werkgezelschap:

Dit was anders, anders dan het eiland. Ik wilde dicht bij dat andere komen, zodat ik nieuwer, beter werd.

Gek genoeg lijkt Bram tegelijkertijd zo dicht mogelijk bij zijn roots te willen blijven, in een sfeer van religiositeit met bijbehorende vriendschappen en intellectuele gesprekken, maar juist zónder de archaïsche gereformeerdheid. Het gemeenschappelijke is voor hem van groot belang, zowel in zijn overtuiging als in zijn omgang met familie en vrienden. In zijn prille relatie met Lena levert dat al snel problemen op: zij vindt de zoektocht van Bram in het begin aandoenlijk, maar knapt later toch af op de ‘navelstaarderigheid’ ervan.

Intellectuele uitwisseling

Bram probeert vergeefs het gesprek aan te gaan met studievriend Paul, die na zijn theologische opleiding predikant is geworden op Goeree-Overflakkee. Die ontwikkeling brengt het verleden wel erg dichtbij en hun afspraak verzandt in een aftastend e-mailverkeer. Met de franciscaan Wilfried lukt het beter; de katholieke wereld is voor Bram een bron van nieuwe indrukken. De symboliek, de verhalen, alles is anders dan de calvinistische omgeving van vroeger. Ook hier telt de gemeenschapszin en er volgt een warme, intellectuele uitwisseling van ervaringen en opvattingen.

In een essay-achtige opzet weet Maarten van der Graaff een boeiende roman neer te zetten. De bespiegelingen van Bram over de religieuze ommezwaai van Simone Weil en de wederwaardigheden van de heiligen Franciscus en Augustinus zijn goed gevonden aanvullingen op zijn eigen ontdekkingsreis. Zijn persoonlijke houding ten opzichte van leven en liefde wordt mooi geïllustreerd door een artikel over de Amerikaanse kunstenaar Lee Lozano en het lezen van de roman I love Dick van Chris Kraus, waarin de liefde tot scheppend kunstwerk wordt verheven.

Met een frisse blik en een brede oriëntatie, maar helaas nog niet met een directe opbrengst, lijkt Maarten/Bram de toekomst wel aan te kunnen. Zonder de weerstand die Treur, Siebelink, Wolkers en ’t Hart in hun werk hebben gestopt, komt hij zijn kritische houding onder ogen en weet die om te vormen tot een oorspronkelijk zelfonderzoek:

Nu ik me heb afgekeerd van God, wil ik weten waarnaar ik me toekeer.

capote_alle_verhalen
Boeken / Fictie

Ambitieuze storyteller

recensie: Truman Capote - Alle verhalen
capote_alle_verhalen

Het was zijn meest geliefde genre. Meer nog dan van de roman (Breakfast at Tiffany’s) of van de journalistieke fictie (In Cold Blood) hield Truman Capote van het schrijven van korte verhalen. Deze verzamelde hoogstandjes zijn nu gebundeld in Alle verhalen.

Een jonge man ligt op bed in een warme hotelkamer en kijkt naar de draaiende ventilator aan het plafond. ‘Luister, de ventilator, draaiende raderen van gefluister, hij zei dat jij hebt gezegd dat zij hebben gezegd dat wij hebben gezegd, almaar in het rond, traag en snel (…)’. De man is op de vlucht geslagen, weg uit het door roddel en achterklap beheerste New York, naar het oververhitte New Orleans. In NYC heeft hij veel mensen tegen zich in het harnas gejaagd en door zijn ongegeneerde egocentrisme is hij in korte tijd alles kwijtgeraakt.

Het lijkt alsof Truman Capote (1924-1984) een blik in de toekomst wierp bij het schrijven van het verhaal ‘Sluit een laatste deur’ (1947). Zijn latere leven in de New Yorkse jetset bestond voornamelijk uit cocktailparty’s en vileine onderonsjes met beroemdheden, terwijl zijn jeugd in het diepe Zuiden van de Verenigde Staten altijd is blijven sluimeren in zijn gedreven pen en zijn weggestopte verlangens. Twee aspecten die in deze verhalen tevoorschijn komen: de schurende relaties tussen uiteenlopende types mensen én de zinderende, haast surreële atmosfeer van downsouth Alabama.

Miss Bobbit wordt overreden

Het grootste genoegen van deze eenentwintig verhalen is telkens aan het begin te beleven. De manier waarop Capote een verhaal aanvangt, hoe hij de lezer op directe of indirecte wijze een nieuwe situatie binnenloodst, is ongeëvenaard. Hij valt midden in een dialoog, opent met een gedachtenstroom of beschrijft een fraaie scène als: ‘Een wolk op weg naar het zuiden schoof voor de zon en een donkere vlek, een eiland van schaduw, kroop over het land, en gleed over de heuvelrug’. Dan volgt een ontmoeting met personages die meestal voortkomt uit een vreemde wending in het verloop van de beschrijving. Het is prikkelend, het verhaal dringt zich op en de lezer is volledig ingepakt.

In ‘Kinderen op hun verjaardag’ wordt de tienjarige Miss Bobbit opgevoerd met de openingsregel: ‘Gistermiddag heeft de bus van zes uur Miss Bobbit overreden’. Een glasheldere introductie voor een verhaal dat niet ingaat op het ongeluk, maar verder slingert als een jeugdherinnering vol grotemensendingen als verliefdheid, verantwoordelijkheid, betovering en bedrog. De broeierige sferen, waardoor de lezer de opening allang vergeten is, worden op ruwe wijze ongedaan gemaakt door de afsluitende regel: ‘Toen werd ze door de bus van zes uur overreden’. Een verhaal als een meeslepend avontuur, terwijl het drama vanaf het begin aanwezig is.

Nicht Sook is de spil

Een aantal verhalen verwijst letterlijk naar Capotes jeugd in Alabama. Door zijn gescheiden ouders ondergebracht bij familie, groeit hij op in de bekrompen wereld van het nog altijd gesegregeerde Zuiden. In het al eerder gepubliceerde ‘Een kerstherinnering’ schrijft hij over de kerstviering die hij (als hoofdpersonage ‘Buddy’) met zijn oude achternicht Sook beleeft. Sook is zijn opvoeder, steun en toeverlaat en de spil in zijn jonge leven. Ook in het hartverscheurende ‘Kerst in New Orleans’ treedt ze op als veilige thuishaven voor de ontredderde Buddy. Als hij de feestdagen verplicht doorbrengt bij zijn vader is hij diep ongelukkig en wordt tot overmaat van ramp beroofd van zijn kerstman-illusie. Terug naar Sook, dat is het enige wat rust brengt in zijn verwarde hoofd.

Alle verhalen is chronologisch samengesteld – een gouden greep van de uitgever – zodat de lezer ruim zicht krijgt op de ontwikkeling van de schrijver. Voor Capote waren deze verhalen beslist geen vingeroefening voor het grotere werk; hij hield van het genre en probeerde telkens weer nieuwe ideeën uit. Die ambitie is voelbaar op iedere bladzijde in deze bundel: de zoekende blik vol experimenteerdrift en gewaagde uitstapjes, de bijzondere detailbeschrijvingen en ijzersterke dialogen. Eenentwintig verhalen als mijlpaal in de wereldliteratuur.

8WEEKLY

boeken

Artikel:

Boekrecensies

Boekspecials

zaterdag 12 augustus 20174 Sterren

Zit stil. Doe niets.

David van Reybrouck en Thomas D’Ansembourg - Vrede kun je leren
/door Vera Martens/door Vera Martens
donderdag 10 augustus 20173 Sterren

Gered uit een schipbreuk

Koen Hilberdink - J.B.W.P. Het leven van Johan Polak
/door Inge Cohen Rohleder/door Inge Cohen Rohleder
woensdag 09 augustus 20173 Sterren

Leuke klaagzang

Michael Foley - Leuk hè?
/door Ralph Evers/door Ralph Evers
zaterdag 05 augustus 20174 Sterren

Spannend verpakte muziekles

Leendert van der Valk - Voudou
/door Joost Festen/door Joost Festen
maandag 31 juli 20175 Sterren

Literaire science fiction

Matt Haig – De wezens
/door Dorien Pool/door Dorien Pool
zondag 30 juli 20174 Sterren

Hoe een muur en een politiestaat miljoenen mensen uit elkaar dreef

Nina Willner - Veertig herfsten
/door Marlijn Stege/door Marlijn Stege
dinsdag 25 juli 20172 Sterren

Een bulderende roman

Maria Stahlie - De middelste dag van het jaar
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
dinsdag 25 juli 20173 Sterren

Dichterlijke vriendschap

Anna Enquist - Een tuin in de winter
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20173 Sterren

Taart bij het verdriet

Marjolijn van Heemstra - En we noemen hem
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20173 Sterren

Meer thuis zonder huis

Arnon Grunberg - Thuis ben je, berichten van een hotelmens
/door Gerard Bes/door Gerard Bes
vrijdag 21 juli 20172 Sterren

Een uitputtende roman vol ellende

Benedict Wells - Het einde van de eenzaamheid
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20174 Sterren

Twee vriendinnen in de greep van het verleden

Yolanda Entius - Abdoel en Akil
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
woensdag 19 juli 20173 Sterren

Onthullende brief aan gestorven vriendin

Jens Christian Grøndahl - Vaak ben ik gelukkig
/door Inge Cohen Rohleder/door Inge Cohen Rohleder
woensdag 19 juli 20174 Sterren

Botsende generaties

Truus Rozemond - Tussenruimte
/door Michelle da Rocha/door Michelle da Rocha
maandag 17 juli 20173 Sterren

Geschiedschrijving met de Franse slag?

Henk Wesseling - Scheffer – Renan – Psichari: Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis
/door Paul Casamento/door Paul Casamento
maandag 17 juli 20175 Sterren

Denken over het kwaad

Bettina Stangneth – Het kwade denken
/door Fenna Kortooms/door Fenna Kortooms
zaterdag 15 juli 20174 Sterren

Wachten op de toekomst

Johan Harstad - Max, Mischa & het Tet-offensief
/door André van Dijk/door André van Dijk
dinsdag 11 juli 20174 Sterren

Nzume schrijft menselijk, relativerend en toegankelijk

Anousha Nzume - Hallo witte mensen
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
dinsdag 11 juli 20174 Sterren

Broeierig historisch drama

Gustave Flaubert - Salammbô
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
Toon meer


Tag Archief van: boeken

Boeken / Non-fictie

Volk en verbeelding

recensie: René ten Bos - Het volk in de grot

Denker des Vaderlands René ten Bos schrijft met Het volk in de grot een actueel boek dat klassiek filosofische thema’s aansnijdt.

Ten Bos gebruikt graag metaforen om zijn denken uiteen te zetten. De grot blijkt een metafoor die vaker voorkomt in de geschiedenis van het denken. De metafoor van de grot duikt veelvuldig op, vanaf de eerste mensen die op haar muren tekenden tot de moderne ‘bubbels’ waarin wij nu schijnen te leven.

Verlichting

De bekendste grot uit de geschiedeis is natuurlijk die van Plato. In zijn grot-allegorie wordt duidelijk hoe de mens die denkt dat de schaduwen die hij ziet werkelijkheid zijn, zich vergist. Het blijken afspiegelingen van ‘echtere’ voorwerpen. De enkeling die naar de bron van het licht op zoek gaat en daar – na een pijnlijke verblinding – de werkelijkheid onder ogen komt, ziet hoe hij altijd in een schijnwereld heeft geleefd. Hier zou het verhaal kunnen stoppen. Maar dat doet het niet. Deze ‘wijze’ besluit om terug de grot in te gaan, om zijn medemensen te ‘verlichten’. Precies dit laatste staat centraal in Het volk in de grot.

Vormeloos geheel

Maar wie is dat volk waar zo vaak over gesproken wordt? Ten Bos begint zijn boek met een poging antwoord te geven op deze vraag. Aan de hand van bekende denkers als Judith Butler en Giorgio Agamben komt hij tot een benadering. Dit zou al snel een langdradige verhandeling kunnen worden, maar de Denker des Vaderlands neemt je in fijne bewoordingen en heldere taal mee. Het volk zweeft tussen ‘insluiting en uitsluiting’ en is vormloos. Het is niet een tegenovergestelde van ‘elite’ maar veeleer een niet afgebakende ruimte waar iedereen toe kan behoren. Ten Bos komt dus niet met een definitie, want als die er al is, dan is die wel dat het volk nooit gedefinieerd kan worden. Toch wordt voortdurend en van alle kanten gepoogd het volk wél af te bakenen. Het volk is dom, het volk, dat zijn de arbeiders, het volk wordt niet gehoord en zo verder.

Hoogmoed van de wetenschap

Sinds Plato is er eigenlijk niet veel veranderd in de manier waarop geleerden, denkers en wetenschappers zich geroepen voelen om het volk te verlichten. Maar zit dat volk daar eigenlijk wel op te wachten? Waarom mag het niet in de grot blijven, waar het zich zo prettig voelt? Ten Bos laat zien dat dit een terechte vraag is, en nog altijd actueel. In tijden van nepnieuws – waarin iedereen in zijn eigen ‘grot’ zit – is de waarheid weer een felbevochten recht dat door politici van links tot rechts geclaimd wordt. Maar die ene vraag blijft prangend. Waarom moeten we zo nodig die grot uit? Waarom moet het volk opgevoed worden, onderwezen, uit de schaduw komen en verlicht worden? Ten bos neemt ook de niet filosofisch ingewijde lezer mee in het denken over deze kwestie. Hij schrijft toegankelijk, persoonlijk, scherp en bij vlagen op een vermakelijke manier cynisch.

Geborgenheid

Ook Nietzsche, een door Ten Bos geliefde denker, bekritiseerde eind 19e eeuw al deze drang naar ratio en kennis. ‘Ook de verstandigste mens heeft van tijd tot tijd de natuur weer nodig, dat wil zeggen zijn onlogische grondhouding tegenover alle dingen.’ Zo bezien is het misschien wel menseigen om de schaduwrijke grot te verkiezen boven het kille licht van de werkelijkheid. Volgens de Duitse filosoof Peter Sloterdijk verlangen wij allemaal terug naar de geborgenheid van de baarmoeder. Wie heeft gegronde redenen om ons daaruit los te trekken? Ten Bos kiest geen kant, maar geeft een sterk pleidooi voor het stellen van deze vraag.

Het volk in de grot bevraagt juist die aanname die nooit aan een kritische overweging wordt blootgesteld. Wil het volk niet liever warmte, veiligheid en gezelschap in plaats van alleen die waarheid. De grondbeginselen van intellectuelen, wetenschappers en journalisten worden in een ander licht bekeken. Dat maakt Het volk in de grot als een spiegel voor al zijn lezers, want het zijn toch vooral de geleerden en intellectuelen die een filosofisch boek openslaan. Daarmee heeft Ten Bos meteen de aandacht van het juiste publiek te pakken.

Boeken / Non-fictie

Volk en verbeelding

recensie: René ten Bos - Het volk in de grot

Denker des Vaderlands René ten Bos schrijft met Het volk in de grot een actueel boek dat klassiek filosofische thema’s aansnijdt.

Ten Bos gebruikt graag metaforen om zijn denken uiteen te zetten. De grot blijkt een metafoor die vaker voorkomt in de geschiedenis van het denken. De metafoor van de grot duikt veelvuldig op, vanaf de eerste mensen die op haar muren tekenden tot de moderne ‘bubbels’ waarin wij nu schijnen te leven.

Verlichting

De bekendste grot uit de geschiedeis is natuurlijk die van Plato. In zijn grot-allegorie wordt duidelijk hoe de mens die denkt dat de schaduwen die hij ziet werkelijkheid zijn, zich vergist. Het blijken afspiegelingen van ‘echtere’ voorwerpen. De enkeling die naar de bron van het licht op zoek gaat en daar – na een pijnlijke verblinding – de werkelijkheid onder ogen komt, ziet hoe hij altijd in een schijnwereld heeft geleefd. Hier zou het verhaal kunnen stoppen. Maar dat doet het niet. Deze ‘wijze’ besluit om terug de grot in te gaan, om zijn medemensen te ‘verlichten’. Precies dit laatste staat centraal in Het volk in de grot.

Vormeloos geheel

Maar wie is dat volk waar zo vaak over gesproken wordt? Ten Bos begint zijn boek met een poging antwoord te geven op deze vraag. Aan de hand van bekende denkers als Judith Butler en Giorgio Agamben komt hij tot een benadering. Dit zou al snel een langdradige verhandeling kunnen worden, maar de Denker des Vaderlands neemt je in fijne bewoordingen en heldere taal mee. Het volk zweeft tussen ‘insluiting en uitsluiting’ en is vormloos. Het is niet een tegenovergestelde van ‘elite’ maar veeleer een niet afgebakende ruimte waar iedereen toe kan behoren. Ten Bos komt dus niet met een definitie, want als die er al is, dan is die wel dat het volk nooit gedefinieerd kan worden. Toch wordt voortdurend en van alle kanten gepoogd het volk wél af te bakenen. Het volk is dom, het volk, dat zijn de arbeiders, het volk wordt niet gehoord en zo verder.

Hoogmoed van de wetenschap

Sinds Plato is er eigenlijk niet veel veranderd in de manier waarop geleerden, denkers en wetenschappers zich geroepen voelen om het volk te verlichten. Maar zit dat volk daar eigenlijk wel op te wachten? Waarom mag het niet in de grot blijven, waar het zich zo prettig voelt? Ten Bos laat zien dat dit een terechte vraag is, en nog altijd actueel. In tijden van nepnieuws – waarin iedereen in zijn eigen ‘grot’ zit – is de waarheid weer een felbevochten recht dat door politici van links tot rechts geclaimd wordt. Maar die ene vraag blijft prangend. Waarom moeten we zo nodig die grot uit? Waarom moet het volk opgevoed worden, onderwezen, uit de schaduw komen en verlicht worden? Ten bos neemt ook de niet filosofisch ingewijde lezer mee in het denken over deze kwestie. Hij schrijft toegankelijk, persoonlijk, scherp en bij vlagen op een vermakelijke manier cynisch.

Geborgenheid

Ook Nietzsche, een door Ten Bos geliefde denker, bekritiseerde eind 19e eeuw al deze drang naar ratio en kennis. ‘Ook de verstandigste mens heeft van tijd tot tijd de natuur weer nodig, dat wil zeggen zijn onlogische grondhouding tegenover alle dingen.’ Zo bezien is het misschien wel menseigen om de schaduwrijke grot te verkiezen boven het kille licht van de werkelijkheid. Volgens de Duitse filosoof Peter Sloterdijk verlangen wij allemaal terug naar de geborgenheid van de baarmoeder. Wie heeft gegronde redenen om ons daaruit los te trekken? Ten Bos kiest geen kant, maar geeft een sterk pleidooi voor het stellen van deze vraag.

Het volk in de grot bevraagt juist die aanname die nooit aan een kritische overweging wordt blootgesteld. Wil het volk niet liever warmte, veiligheid en gezelschap in plaats van alleen die waarheid. De grondbeginselen van intellectuelen, wetenschappers en journalisten worden in een ander licht bekeken. Dat maakt Het volk in de grot als een spiegel voor al zijn lezers, want het zijn toch vooral de geleerden en intellectuelen die een filosofisch boek openslaan. Daarmee heeft Ten Bos meteen de aandacht van het juiste publiek te pakken.

Boeken / Non-fictie

Oranjes als speelbal van de grote mogendheden

recensie: Jeroen Koch - Oranje in revolutie & oorlog. Een Europese geschiedenis.

Op 18 januari 1795 ontsnapte Willem V als een dief in de nacht aan de Franse revolutionaire legers. Zijn aftocht vanuit Scheveningen naar Engeland markeert de  roemloze afsluiting van twee eeuwen Oranjestadhouderschap.

Historicus Jeroen Koch beschrijft in zijn fantastisch geïllustreerde boek Oranje in revolutie & oorlog. Een Europese geschiedenis 1772-1890, dat de ‘onverbrekelijke band’ tussen Oranje en Nederland allerminst vanzelfsprekend was. Na de set Koningsbiografieën van Willem I (1772-1843), Willem II (1792-1849) en Willem III (1817-1890), komt Koch in zijn nieuwste boek met een toetje. Hierin ligt de nadruk op de belevenissen van de Oranjedynastie in Europees perspectief. Koch beschrijft helder hoezeer steeds wisselende coalities invloed hadden op hun pogingen tot rehabilitatie. Ook heeft hij dankbaar en handig gebruik gemaakt van de onderlinge correspondentie van de Oranjes, waardoor hij laat zien hoezeer ze speelbal waren van de grote mogendheden.

Compensatie

In de herfst van 1799 viel een Oranjeleger de Bataafse Republiek binnen. Onder leiding van erfprins Willem Frederik, hielden 40.000 Britse en Russische troepen zes weken lang een drassige landstrook tussen Texel en Alkmaar bezet. Dit bevrijdingsleger werd smadelijk door het Franse en Bataafse leger in de pan gehakt. Bovendien bleef de gehoopte orangistische revolte uit.

Vanaf dat moment zocht Willem Frederik naarstig naar territoriale compensatie. Aanvankelijk kregen de Oranjes die van Napoleon, die in 1799 aan de macht was gekomen. Frederik’s weigering om in 1806 toe te treden tot de Rijnbond (tegen Pruisen) werd door Napoleon zwaar bestraft. Hij pakte alle bezittingen weer af. Willem Frederik stuurde daarop een slijmerige brief waarin hij schaamteloos smeekte: ‘Van Uwe Keizerlijke Majesteit alleen hangt de positie van mijn Huis af.’ Napoleon antwoordde niet eens meer.

Oorlogsheld

Beroofd van hun landgoederen waren de Oranjes nu volledig afhankelijk van de grote mogendheden. Wat restte was het ‘project Willem’. Willem Frederik zette zijn zoon Willem in als potentiële huwelijkspartner voor de Britse erfprinses Charlotte. Willem veroorzaakte tijdens zijn verblijf in Engeland echter al snel een schandaal door een prostituée zwanger te maken.

In het leger zocht Willem naar eerherstel. Vanaf juni 1811 diende hij in Portugal en Spanje onder generaal Wellington. Op het slagveld bleek Willem over talent en heldenmoed te beschikken. Zijn finest hour beleefde hij bij Quatre-Bras. Daar hield Willem op 16 juni 1815 een Franse overmacht van Napoleon tegen. Napoleon noemde Willem achteraf een ‘génie de la guerre.’ Terecht zo meent Koch.

NapoleonRehabilitatie

Na Napoleon’s Waterloo nam het volk de Oranjes weer in genade aan. Door de inauguratie van Willem Frederik op 30 maart 1814 telden de Oranjes weer mee op het Europese toneel. De vorsten van de restauratie probeerden het koningschap anders in te vullen, zo betoogd Koch.

In West-Europa raakte het burgerkoningschap in zwang. Koningen streefden naar een betere band tussen vorst en natie. De nalatenschap van Willem I is echter ambivalent. Als koning-koopman was zijn welvaartspolitiek zeer modern. Maar zijn ideeën over de invloed van het parlement waren zeer conservatief. Verblind door zijn wens om de staatsschuld terug te dringen, luisterde Willem I onvoldoende naar zijn volk. Op basis van de kerkpolitiek, de taalstrijd en de omgang met de Zuidelijke Nederlanden, oordeelt Koch dan ook hard: ‘Willem I regeerde wel, maar reageerde niet.’ Daarnaast zagen de Oranjes niet in dat voor de grote mogendheden machtsevenwicht veel belangrijker was dan nationalisme.

Populair koningschap

Na het verlies van België hechtte Willem II juist veel waarde aan de verbondenheid met het volk. De vorst moest de massa bespelen. De door Koch gememoreerde passage, waarin Willem II midden in de nacht van 12 november 1840 in pyjama helpt een brand te blussen, is hier een mooi voorbeeld van.  Het is alleen jammer dat deze passage rechtstreeks is overgenomen uit de biografie van Van Zanten.

De ontkenning van de mythe, dat Willem II in de nacht van 14 op 15 maart 1848 onder invloed van revoluties elders in Europa ‘in 24 uur van zeer conservatief zeer liberaal’, zou zijn geworden, komt beter uit de verf. Willem II was nooit enkel reactionair en behoudzuchtig. Bovendien besefte hij in de zomer van 1847 al dat de ministeriële verantwoordelijkheid en dus de inperking van zijn macht onvermijdelijk was.

Familie op de troon

Willem III kon zich allerminst bij de grondwet van 1848 neerleggen. Koch schetst een ontluisterend beeld van een man, die in de loop van de jaren 1860 het politiek zwaartepunt zag verschuiven naar de Tweede Kamer. Volgens zijn echtgenote Sophie van Wurtemburg, hield hij slechts van eten, drinken en moorden (jagen). In de zomer van 1875 sloopte Willem III het interieur van een villa in Montreaux. Ook zijn verhouding met de courtisane Madame Musard berokkende de monarchie veel schade.

Na de dood van Sophie in 1877 wist Willem III toch aan zijn dynastieke verplichtingen te voldoen. Met zijn tweede vrouw Emma kreeg hij in 1880 Wilhelmina. Voortaan zat er in Nederland, net als in de rest van West-Europa,  een ‘familie op de troon.’ De voorloper van Koningsdag, Prinsessedag werd geïntroduceerd. Emma’s mateloze populariteit deed de rest. Zo bleef de onverbrekelijke mythe van Oranje en vaderland in tact.

8WEEKLY

Vacature Chef Boeken

Artikel:

Chef Boeken (vrijwillig)


8WEEKLY is een van de grootste digitale cultuurmagazines met gemiddeld 15.000 bezoekers per maand. Een team van enthousiaste redacteuren schrijft artikelen en recensies over muziek, kunst, boeken, film en theater. Wij zijn op zoek naar een Chef Boeken! Heb jij een passie voor taal en boeken? Ben jij een verbinder? En wil je mensen graag begeleiden in hun ontwikkeling als redacteur? Dan zoeken we jou!

Wat ga je doen?

  • Als Chef Boeken ben je verantwoordelijk voor het aansturen van je redactie. Je houdt een overzicht bij van de recensies die geproduceerd worden en je bent ervoor (mede) verantwoordelijk dat de recensies binnen afzienbare tijd worden gepubliceerd;
  • Je onderhoudt contact met uitgeverijen en doet boekaanvragen;
  • Je post de recensies van de boekenredactie op Instagram en Facebook;
  • Je denkt na over nieuwe initiatieven om 8WEEKLY onder de aandacht te brengen van een breed publiek, bijvoorbeeld door in samenwerking met je redactie interviews af te nemen met auteurs;
  • Je redigeert eventueel ook zelf en let daarbij op taal, spelling, structuur en zinsopbouw en dat artikelen goed leesbaar zijn voor een algemeen publiek;
  • Vind je het zelf ook leuk om te schrijven? Dan is het natuurlijk mogelijk om zelf recensies en artikelen te schrijven over boeken. De boeken die je recenseert voor 8WEEKLY worden gratis naar jouw huis opgestuurd.

Je werkt als chef boeken nauw samen met redacteuren, eindredacteuren en de hoofdredactie. Ook zal je op termijn mogelijkerwijs gaan samenwerken met een co-chef, met hetzelfde takenpakket. Jullie kunnen in dat geval onderling de chef-taken verdelen.

Wat vragen we?

  • Je hebt een goede beheersing van de Nederlandse taal;
  • Een achtergrond in literatuurwetenschappen, cultuurwetenschappen, journalistiek of Nederlandse taal en cultuur is een pre;
  • Je hebt oog voor detail en kan goed structuur aanbrengen in teksten;
  • Je bent initiatiefrijk is en vindt het leuk om te werken in een team;
  • Je bent leergierig en vindt het leuk om anderen te helpen met het ontwikkelen van redactionele vaardigheden.

Wat bieden we?

8WEEKLY werkt uitsluitend met vrijwilligers, dus er is geen vergoeding verbonden aan de werkzaamheden. Iedereen, ook het bestuur, werkt vrijwillig. Redacteuren schrijven en redigeren voor 8WEEKLY om hun passie voor cultuur te delen. We bieden je een platform om op te publiceren met redactionele begeleiding en je krijgt boeken die je recenseert voor 8WEEKLY gratis thuisgestuurd. Het is dus de ideale plek om je schrijfvaardigheden en redactionele kwaliteiten te ontwikkelen! Daarnaast leg je contacten binnen de culturele sector en werk je in een enthousiast team van redacteuren. Er is binnen 8WEEKLY ook veel ruimte voor eigen inbreng en initiatief, dus je krijgt alle vrijheid om jezelf te ontwikkelen op de punten waarop je wil groeien.

Hebben we je interesse gewekt?

Stuur dan je cv en (korte) motivatie naar redactie@8weekly.nl ter attentie van de hoofdredactie, met vermelding van ‘Vacature Chef Boeken’.

© Pixabay.com
Boeken / Non-fictie

Een tijdje zoet met dit boek

recensie: Simon Garfield – Tijdwachters
© Pixabay.com

Wat een boeiend fenomeen is tijd toch: voor de Oerknal bestond het niet eens, iets wat wij ons onmogelijk kunnen voorstellen. Hoog in de lucht en op de top van de Mount Everest loopt die iets trager dan op aarde. En in de Middeleeuwen stond men er niet bij stil – men leefde op het ritme van dag en nacht, klaar. Over het fenomeen ’tijd’ heeft Simon Garfield nu het bijzonder vermakelijke Tijdwachters geschreven.

Simon Garfield heeft een handje weg van boeiende onderwerpen. Hij schreef eerder al boeken over de verschillende lettertypes, over de kunst van het brieven schrijven en over de manier waarop de wereld door de geschiedenis heen in kaart werd gebracht. En nu gaat hij dus aan de slag met tijd: letterlijk een ongrijpbaar onderwerp, maar waar zoveel over te vertellen valt. Het feit dat Simon Garfield dat doet in de heerlijke traditie van vertellers als Bill Bryson en Tom Holland – luchtig, speels, maar nooit minder dan informatief – is een ongelooflijke troef. Dit boek speelt letterlijk met tijd.

Fastfood

Garfield vertrekt vanuit een intrigerende vaststelling: het feit dat wij moderne mensen mateloos gefascineerd zijn door tijd. Daar waar vroeger een akker moest worden gerooid (een vastomlijnde opdracht) denken we nu enkel in deadlines en tijdsdruk: voeding wordt in termen van tijd gelabeld (fastfood versus slow food), we checken constant het internet om te kijken of onze trein of ons vliegtuig vertraging zal hebben, we winden ons op wanneer onze sms na één minuut nog niet wordt beantwoord.
Kortom, ons leven staat in elk opzicht in functie van de tijd. Gelukkig trapt Garfield niet in de val om ons een – komt-ie – chronologisch overzicht te geven van hoe onze obsessie met tijd ontstond en evolueerde, maar serveert hij ons een amalgaam van persoonlijke herinneringen, historische anekdotes en merkwaardige vaststellingen. Zoals het feit dat uitvindingen als de trein en de lopende band onze kijk op tijd fundamenteel hebben gewijzigd, omdat het opeens iets tastbaars werd. Of dat een iets snellere uitvoering van de Negende van Beethoven een volstrekt ander effect heeft dan een iets tragere versie. En dat we niet weten hoe snel Beethoven ze precies heeft bedoeld.

Napalm

Heel frappant is de passage waarbij Garfield uitgebreid stilstaat bij de wereldberoemde foto van het napalm-meisje. Hoe één fractie van een seconde een tijdloos beeld opleverde. Hoe het inzenden van het beeld naar de kranten een race tegen de tijd was, aangezien het via radiogolven verzenden van foto’s in de jaren zestig een proces was dat urenlang kon duren.
Dat geeft het boek zijn grote meerwaarde: het draait niet alleen om tijd, aangezien het fenomeen wordt verweven met grotere verhalen. Bijvoorbeeld over sporters die een wereldrecord neerzetten, of hoe het horloge een product van massaconsumptie werd – iedereen draagt vandaag een horloge, maar waarom precies, daar staat niemand nog bij stil.

1 biljoen dollar

Met veel humor en anekdotiek leidt Garfield ons door de ongemeen boeiende wereld van de tijd. En net als in zoveel andere boeken die eindigen met een blik op de toekomst, oogt die weinig rooskleurig. Heel terecht stipt Garfield aan dat de uitspraak ‘tijd is geld’ van Benjamin Franklin nooit méér waar was, waarbij hij het voorbeeld aanhaalt van het beursmoment 14u40 (6 mei 2010), toen in één ogenblik 1 biljoen dollar verdampte. En omdat het niet anders kan, geeft hij de boodschap mee om toch af en toe uit die ellendige rat race te stappen en ons niet meer op te jagen over een trein met vertraging. We zijn hier maar een ogenblik, dus moeten we die tijd ten volle benutten. Bijvoorbeeld door Tijdwachters te lezen.

Van der Graaff_Atlas Contact
Boeken / Fictie

Zoeken naar houvast

recensie: Maarten van der Graaff - Wormen en engelen
Van der Graaff_Atlas Contact

Schrijver/dichter Maarten van der Graaff weet als geen ander hoe het is om op te groeien in een strenge, religieuze gemeenschap. Zijn vertrek daaruit betekent geen afscheid, maar juist een nieuwe en grondige zoektocht naar de betekenis van die achtergrond.

Een bijzonder fenomeen in religieuze sferen is het feit dat als een gelovige zich afkeert van het geloof, de toewijding om ermee bezig te zijn vele malen groter lijkt te worden. Het vertrek uit de vertrouwde wereld zorgt voor een dynamische gedachtenstroom over dat wat achtergelaten wordt. Er wordt diepgravender nagedacht over de geloofsbeleving dan toen er nog onderdeel van uitgemaakt werd. Los komt men nooit, er zijn telkens weer nieuwe vragen met zo nu en dan een nieuw antwoord. En niet te vergeten: het gemis aan geborgenheid dat het geloof in een hogere macht te bieden heeft.

Hoofdpersoon Bram Korteweg heeft in Wormen en engelen het Zeeuwse eiland Goeree-Overflakkee verlaten en studeert Kunstgeschiedenis in Utrecht. De blik op zijn religieuze herkomst is op zijn minst verwarrend: hij koestert het contact met zijn moeder die haar traditionele geloof belijdt alsof het een vanzelfsprekendheid is. Het samenzijn met zijn vader, gescheiden van zijn moeder, is moeilijker. Die heeft zijn heil gezocht bij een evangelische ‘happy-clappy’ beweging die het einde der tijden vol vertrouwen tegemoet ziet.

Archaïsche gereformeerdheid

Van der Graaff schrijft geen klassieke bekentenisroman: Brams verwijdering van het gelovige leven is niet ingegeven door verzet of protest en lijkt ook niet te zijn ontstaan door twijfel aan het concept. Het is juist het brede vogelperspectief, dat is gekomen met zijn vertrek naar Utrecht, dat hem een onbegrensd panorama biedt. Een scala aan nieuwe ontdekkingen, waarbij hij zijn religieuze bagage aanvult met een persoonlijke expeditie naar liefdesrelaties, drugsgebruik en uiteindelijke volwassenheid. In Utrecht sluit hij zich aan bij een theologisch werkgezelschap:

Dit was anders, anders dan het eiland. Ik wilde dicht bij dat andere komen, zodat ik nieuwer, beter werd.

Gek genoeg lijkt Bram tegelijkertijd zo dicht mogelijk bij zijn roots te willen blijven, in een sfeer van religiositeit met bijbehorende vriendschappen en intellectuele gesprekken, maar juist zónder de archaïsche gereformeerdheid. Het gemeenschappelijke is voor hem van groot belang, zowel in zijn overtuiging als in zijn omgang met familie en vrienden. In zijn prille relatie met Lena levert dat al snel problemen op: zij vindt de zoektocht van Bram in het begin aandoenlijk, maar knapt later toch af op de ‘navelstaarderigheid’ ervan.

Intellectuele uitwisseling

Bram probeert vergeefs het gesprek aan te gaan met studievriend Paul, die na zijn theologische opleiding predikant is geworden op Goeree-Overflakkee. Die ontwikkeling brengt het verleden wel erg dichtbij en hun afspraak verzandt in een aftastend e-mailverkeer. Met de franciscaan Wilfried lukt het beter; de katholieke wereld is voor Bram een bron van nieuwe indrukken. De symboliek, de verhalen, alles is anders dan de calvinistische omgeving van vroeger. Ook hier telt de gemeenschapszin en er volgt een warme, intellectuele uitwisseling van ervaringen en opvattingen.

In een essay-achtige opzet weet Maarten van der Graaff een boeiende roman neer te zetten. De bespiegelingen van Bram over de religieuze ommezwaai van Simone Weil en de wederwaardigheden van de heiligen Franciscus en Augustinus zijn goed gevonden aanvullingen op zijn eigen ontdekkingsreis. Zijn persoonlijke houding ten opzichte van leven en liefde wordt mooi geïllustreerd door een artikel over de Amerikaanse kunstenaar Lee Lozano en het lezen van de roman I love Dick van Chris Kraus, waarin de liefde tot scheppend kunstwerk wordt verheven.

Met een frisse blik en een brede oriëntatie, maar helaas nog niet met een directe opbrengst, lijkt Maarten/Bram de toekomst wel aan te kunnen. Zonder de weerstand die Treur, Siebelink, Wolkers en ’t Hart in hun werk hebben gestopt, komt hij zijn kritische houding onder ogen en weet die om te vormen tot een oorspronkelijk zelfonderzoek:

Nu ik me heb afgekeerd van God, wil ik weten waarnaar ik me toekeer.

capote_alle_verhalen
Boeken / Fictie

Ambitieuze storyteller

recensie: Truman Capote - Alle verhalen
capote_alle_verhalen

Het was zijn meest geliefde genre. Meer nog dan van de roman (Breakfast at Tiffany’s) of van de journalistieke fictie (In Cold Blood) hield Truman Capote van het schrijven van korte verhalen. Deze verzamelde hoogstandjes zijn nu gebundeld in Alle verhalen.

Een jonge man ligt op bed in een warme hotelkamer en kijkt naar de draaiende ventilator aan het plafond. ‘Luister, de ventilator, draaiende raderen van gefluister, hij zei dat jij hebt gezegd dat zij hebben gezegd dat wij hebben gezegd, almaar in het rond, traag en snel (…)’. De man is op de vlucht geslagen, weg uit het door roddel en achterklap beheerste New York, naar het oververhitte New Orleans. In NYC heeft hij veel mensen tegen zich in het harnas gejaagd en door zijn ongegeneerde egocentrisme is hij in korte tijd alles kwijtgeraakt.

Het lijkt alsof Truman Capote (1924-1984) een blik in de toekomst wierp bij het schrijven van het verhaal ‘Sluit een laatste deur’ (1947). Zijn latere leven in de New Yorkse jetset bestond voornamelijk uit cocktailparty’s en vileine onderonsjes met beroemdheden, terwijl zijn jeugd in het diepe Zuiden van de Verenigde Staten altijd is blijven sluimeren in zijn gedreven pen en zijn weggestopte verlangens. Twee aspecten die in deze verhalen tevoorschijn komen: de schurende relaties tussen uiteenlopende types mensen én de zinderende, haast surreële atmosfeer van downsouth Alabama.

Miss Bobbit wordt overreden

Het grootste genoegen van deze eenentwintig verhalen is telkens aan het begin te beleven. De manier waarop Capote een verhaal aanvangt, hoe hij de lezer op directe of indirecte wijze een nieuwe situatie binnenloodst, is ongeëvenaard. Hij valt midden in een dialoog, opent met een gedachtenstroom of beschrijft een fraaie scène als: ‘Een wolk op weg naar het zuiden schoof voor de zon en een donkere vlek, een eiland van schaduw, kroop over het land, en gleed over de heuvelrug’. Dan volgt een ontmoeting met personages die meestal voortkomt uit een vreemde wending in het verloop van de beschrijving. Het is prikkelend, het verhaal dringt zich op en de lezer is volledig ingepakt.

In ‘Kinderen op hun verjaardag’ wordt de tienjarige Miss Bobbit opgevoerd met de openingsregel: ‘Gistermiddag heeft de bus van zes uur Miss Bobbit overreden’. Een glasheldere introductie voor een verhaal dat niet ingaat op het ongeluk, maar verder slingert als een jeugdherinnering vol grotemensendingen als verliefdheid, verantwoordelijkheid, betovering en bedrog. De broeierige sferen, waardoor de lezer de opening allang vergeten is, worden op ruwe wijze ongedaan gemaakt door de afsluitende regel: ‘Toen werd ze door de bus van zes uur overreden’. Een verhaal als een meeslepend avontuur, terwijl het drama vanaf het begin aanwezig is.

Nicht Sook is de spil

Een aantal verhalen verwijst letterlijk naar Capotes jeugd in Alabama. Door zijn gescheiden ouders ondergebracht bij familie, groeit hij op in de bekrompen wereld van het nog altijd gesegregeerde Zuiden. In het al eerder gepubliceerde ‘Een kerstherinnering’ schrijft hij over de kerstviering die hij (als hoofdpersonage ‘Buddy’) met zijn oude achternicht Sook beleeft. Sook is zijn opvoeder, steun en toeverlaat en de spil in zijn jonge leven. Ook in het hartverscheurende ‘Kerst in New Orleans’ treedt ze op als veilige thuishaven voor de ontredderde Buddy. Als hij de feestdagen verplicht doorbrengt bij zijn vader is hij diep ongelukkig en wordt tot overmaat van ramp beroofd van zijn kerstman-illusie. Terug naar Sook, dat is het enige wat rust brengt in zijn verwarde hoofd.

Alle verhalen is chronologisch samengesteld – een gouden greep van de uitgever – zodat de lezer ruim zicht krijgt op de ontwikkeling van de schrijver. Voor Capote waren deze verhalen beslist geen vingeroefening voor het grotere werk; hij hield van het genre en probeerde telkens weer nieuwe ideeën uit. Die ambitie is voelbaar op iedere bladzijde in deze bundel: de zoekende blik vol experimenteerdrift en gewaagde uitstapjes, de bijzondere detailbeschrijvingen en ijzersterke dialogen. Eenentwintig verhalen als mijlpaal in de wereldliteratuur.

8WEEKLY

boeken

Artikel:

Boekrecensies

Boekspecials

zaterdag 12 augustus 20174 Sterren

Zit stil. Doe niets.

David van Reybrouck en Thomas D’Ansembourg - Vrede kun je leren
/door Vera Martens/door Vera Martens
donderdag 10 augustus 20173 Sterren

Gered uit een schipbreuk

Koen Hilberdink - J.B.W.P. Het leven van Johan Polak
/door Inge Cohen Rohleder/door Inge Cohen Rohleder
woensdag 09 augustus 20173 Sterren

Leuke klaagzang

Michael Foley - Leuk hè?
/door Ralph Evers/door Ralph Evers
zaterdag 05 augustus 20174 Sterren

Spannend verpakte muziekles

Leendert van der Valk - Voudou
/door Joost Festen/door Joost Festen
maandag 31 juli 20175 Sterren

Literaire science fiction

Matt Haig – De wezens
/door Dorien Pool/door Dorien Pool
zondag 30 juli 20174 Sterren

Hoe een muur en een politiestaat miljoenen mensen uit elkaar dreef

Nina Willner - Veertig herfsten
/door Marlijn Stege/door Marlijn Stege
dinsdag 25 juli 20172 Sterren

Een bulderende roman

Maria Stahlie - De middelste dag van het jaar
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
dinsdag 25 juli 20173 Sterren

Dichterlijke vriendschap

Anna Enquist - Een tuin in de winter
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20173 Sterren

Taart bij het verdriet

Marjolijn van Heemstra - En we noemen hem
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20173 Sterren

Meer thuis zonder huis

Arnon Grunberg - Thuis ben je, berichten van een hotelmens
/door Gerard Bes/door Gerard Bes
vrijdag 21 juli 20172 Sterren

Een uitputtende roman vol ellende

Benedict Wells - Het einde van de eenzaamheid
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
vrijdag 21 juli 20174 Sterren

Twee vriendinnen in de greep van het verleden

Yolanda Entius - Abdoel en Akil
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
woensdag 19 juli 20173 Sterren

Onthullende brief aan gestorven vriendin

Jens Christian Grøndahl - Vaak ben ik gelukkig
/door Inge Cohen Rohleder/door Inge Cohen Rohleder
woensdag 19 juli 20174 Sterren

Botsende generaties

Truus Rozemond - Tussenruimte
/door Michelle da Rocha/door Michelle da Rocha
maandag 17 juli 20173 Sterren

Geschiedschrijving met de Franse slag?

Henk Wesseling - Scheffer – Renan – Psichari: Een Franse cultuur- en familiegeschiedenis
/door Paul Casamento/door Paul Casamento
maandag 17 juli 20175 Sterren

Denken over het kwaad

Bettina Stangneth – Het kwade denken
/door Fenna Kortooms/door Fenna Kortooms
zaterdag 15 juli 20174 Sterren

Wachten op de toekomst

Johan Harstad - Max, Mischa & het Tet-offensief
/door André van Dijk/door André van Dijk
dinsdag 11 juli 20174 Sterren

Nzume schrijft menselijk, relativerend en toegankelijk

Anousha Nzume - Hallo witte mensen
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
dinsdag 11 juli 20174 Sterren

Broeierig historisch drama

Gustave Flaubert - Salammbô
/door Jesse van Amelsvoort/door Jesse van Amelsvoort
Toon meer