Theater / Voorstelling

Pannekoeks filosofie gaat nauwelijks verder dan de uitgekauwde man-vrouwverhoudingen

recensie: Peter Pannekoek - Later was alles beter
Hans Peter van Velthoven

De tweede voorstelling van Peter Pannekoek, onder meer bekend van het tv-programma Dit was het nieuws, kenmerkt zich vooral door het imposante decor, bestaande uit de betegelde wand van een leeg zwembad. Zo groots als hij op deze wijze uitpakt, zo weinig verheffend is het materiaal.

Het begin van de voorstelling is nog verrassend: bij de opening van het doek krijgt Pannekoek de gebruikelijke bloemen van het personeel, bij wijze van dank voor de voorstelling. Hij geeft ze even later door aan een vrouw in het publiek, met alvast een excuus: ‘sorry van die opmerking’. Deze bevreemdende scène schept een aardig verwachtingspatroon. Toch lukt het hem niet helemaal om het niveau vast te houden. Dat zit ‘m onder meer in zijn ambitie om zijn theorie over circulaire tijd te verbinden met zijn visie op de (inmiddels gespannen) verhoudingen tussen mannen en vrouwen.

Eigen ervaring

Pannekoek put daarbij, zoals voor een comedian gebruikelijk is, vooral uit eigen ervaring. Zo maakt hij enkele grappen over zijn op de klippen gelopen relatie, zijn vrijgezellenbestaan en vreemdgaan. Tot zover niks nieuws. Spannender wordt het als hij stelt dat volgens de Italiaanse filosoof Antonio Gramsci tijd geen lineair verloop kent maar circulair van aard is. Er is in die zin geen sprake van een begin en een einde, maar alleen van een ’tussentijd’. Dat verklaart meteen zijn atypische opening van de voorstelling. Binnen dat interessante raamwerk vervalt hij echter te vaak in generalisaties over ‘nare mannen’ en ‘gekke vrouwen’, en lijkt daarbij  iets meer partij te kiezen voor de vrouw. Met #MeToo in het achterhoofd is dat van een haantje als Pannekoek prima te billijken.

Conflictvermijdend

Helaas komen ook de platte kanten van het onderwerp aan bod, waardoor zijn stellingname aan zeggingskracht inboet. Het is een veelgebruikte manier onder cabaretiers, waaronder Theo Maassen en Tim Fransen, om zwaardere thema’s enigszins te relativeren met wat lichtere kost. Bij Pannekoek zijn de grappen echter vaak van een net iets minder niveau, waardoor de volle lach op veel momenten uitblijft. Zijn stijl is, hoewel hij zichzelf kwalificeert als conflictvermijdend, daarbij regelmatig gericht op een schokeffect. Soms lukt dat, soms is het wel erg onder de gordel. Bijvoorbeeld wanneer hij rept over het seksleven van Stephen Hawking of het idee oppert om je dochter Adolf te noemen. Ironie of niet, echt overtuigend is het allemaal niet. Toch toont Pannekoek zich bij vlagen een echte denker met de nodige zelfspot en weet hij soms snedig uit de hoek te komen. Nu de thematiek gedurende de gehele voorstelling origineel weten te houden.