Boeken / Fictie

‘Een krachtcentrale van wrok’

recensie: J.G. Ballard - High-Rise
Ballard - High-Rise - Lebowski

Een torenflat met duizenden bewoners valt ten prooi aan achteloosheid, anarchie, moordzucht en totale vernietiging. En niemand die het tij lijkt te kunnen of willen keren. J.G. Ballard maakt er in High-Rise een absurde en tegelijkertijd angstaanjagende vertoning van.

‘Later, toen hij op zijn balkon van de hond zat te eten (…)’. Met deze woorden begint de roman, waarmee blijk gegeven wordt van een vervreemding die in de rest van het eerste hoofdstuk nog niet wordt prijsgegeven. Robert Laing, een van de hoofdpersonen, is dan al afgezakt naar het dieptepunt van zijn bestaan en kijkt terug op hoe het allemaal zover heeft kunnen komen. De lezer is direct op het verkeerde been gezet en leest behoedzaam verder.

In High-Rise (1975, nu opnieuw vertaald door Irving Pardoen) speelt een luxe appartementengebouw de hoofdrol. De bewoners, onder te verdelen in een drietal sociale klassen, vervallen collectief in een staat van wetteloosheid die tot totale chaos leidt. Voor een veelzijdig schrijver als J.G. Ballard, bekend van The empire of the sun (1984) en de cultklassieker Crash (1973), is het gesneden koek om een bizarre situatie te creëren in een ogenschijnlijk normale samenleving. Zijn verbeelding is grenzeloos als het gaat om het oprekken van de menselijke omgangsvormen, zoals zijn werk in het fantasy- en sciencefiction-genre al volop heeft bewezen.

Champagnefles

Waar Ballard minder goed mee uit de voeten kan is de aanloop naar zo’n omstandigheid. Hij excelleert in de losgeslagen gekte maar heeft moeite met het aannemelijk maken van de oorzaken. Op pagina dertien gaat het plotseling mis als de volstrekt normaal functionerende Robert Laing een lege champagnefles over de balustrade kiepert. ‘Hardop lachend om deze dwaze inval keek hij omhoog’, staat er dan en vervolgens dendert het verhaal richting de wanorde die de schrijver zo snel mogelijk lijkt te willen bereiken.

Het ontbreken van een psychologische opmaat naar deze extreme situatie is een gemis aan kracht in een verder goed geschreven roman. Ballard laat de bevolking van het gebouw te snel afzakken naar volledige krankzinnigheid, terwijl de lezer hem probeert bij te houden, maar blijft denken: hoe heeft het zover kunnen komen? De insteek van dit verhaal is duidelijk: wij mensen zijn uiteindelijk de diersoort die alle vormen van beschaving van zich afwerpt als de directe leefomgeving wordt bedreigd door een overheersende klasse. In de ‘krachtcentrale van wrok’ leidt dat tot een vorm van guerilla-oorlog die begint met pesterijtjes en verborgen afgunst en eindigt in moordpartijen en mensonterende omstandigheden.

Psychopathologie

Het doel van de schrijver, de beschrijving van de ondergang van een compacte menselijke samenleving, is al binnen enkele pagina’s bereikt door het vermengen van de normaliteit met een flinke dosis absurdisme. Het perspectief verschuift naar de totale ontluistering, of zoals Ballard het schrijft: ‘de torenflat als het model om de uitdrukking van een werkelijk ‘vrije’ psychopathologie mogelijk te maken (…) een domein waarin de meest abnormale impulsen de vrijheid krijgen om zich naar believen te uiten’.

Hij maakt er een bizarre geschiedenis van, die natuurlijk door de ogen van de tijd gezien moet worden, en leeft zich uit in verbeeldingen die zich gemakkelijk laten vertalen in fantasy-achtige sferen. High-Rise lijkt vooral te zijn geschreven om abnormale impulsen de vrijheid te geven zich op papier te manifesteren. Een boeiend en leesbaar experiment, waarbij de nodige verfijning nog ontbreekt.