Tag Archief van: 8WEEKLY

Boeken / Fictie

De wereld in scherven

recensie: Robert Musil - De man zonder eigenschappen

Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.

Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Monomane schrijver

Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.

In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.

Simpele vraag, ingewikkeld antwoord

Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.

Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.

Boeken / Fictie

De wereld in scherven

recensie: Robert Musil - De man zonder eigenschappen

Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.

Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Monomane schrijver

Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.

In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.

Simpele vraag, ingewikkeld antwoord

Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.

Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.

Theater / Theater / Theater / Voorstelling
recensie: De Theatertroep – Zonder Toestemming

Een ouderwets avondje goed vermaak

In Zonder Toestemming wordt er met taarten gesmeten, met messen geworpen en het servies klettert op de grond. De Theatertroep maakt er een feestelijke puinhoop van.

Zonder Toestemming is een ouderwets avondje goed vermaak. In de stijl van het vaudeville theater volgen verschillende sketches elkaar willekeurig op die vervolgens worden afgesloten met een kort toneelstuk. Het publiek wordt op het hart gedrukt de drang tot enige logica los te laten. Toch is er wel degelijk structuur: ‘In het eerste deel doen wij veel en zeggen wij niets, in het tweede deel zeggen wij veel en doen wij niets.’

Het publiek moet vooral niet de ‘waarom’ vraag stellen. De Theatertroep maakt het ons makkelijk: In traditie van Maatschappij Discordia wordt er drank uitgedeeld. Daarin ligt een gedeelde verantwoordelijkheid bij het publiek. ‘We gaan door tot de tap leeg is.’ De sfeer zit er dan in Nijmegen ook onmiddellijk goed in.

Een vol toneel

De Theatertroep is een collectief van tien performers uit allerhande disciplines. Met de aanwezigheid van negen daarvan op het toneel, ligt het gevaar van rommeligheid op de loer. Het is dan ook knap hoe De Theatertroep de focus van het publiek weet te houden. Nummers volgen elkaar in strak geregisseerde chaos op. Hoogtepunt is een steeds terugkerende scène, waarin performer Kyrian Esser met precisie een tafel kapot servies opdekt. De gebroken scherven van een kom worden nog net bij elkaar gehouden door het gewicht van de deksel, daar wordt voorzichtig het knopje boven opgelegd. Ik moet mijn hoofd haast afwenden als Esser met grof kabaal keer op keer het tafelkleed met servies en al van de tafel trekt.

De sketches zijn op het flauwe af: Jantje zag voor eens niet de pruimen hangen en Giuseppe Verdi wordt in het Theatertroepiaans ‘Jozef Groen’. De Theatertroep neemt zichzelf niet te serieus en zoekt graag de flauwte op. Hun Monty Python-achtige droogheid werkt echter aanstekelijk – en vooruit: het biertje helpt ook mee.

Gastvrouw Rosa Asbreuk bezit een natuurlijk gespeelde naïviteit en krijgt al snel de lachers op de hand. Zij vormt een goede match met Patrick Duijtshoff die haar brommerig tegenkleurt. Niet elke speler is even sterk, de gevatte teksten vallen daardoor soms net niet. Maar het plezier dat constant door het spel heen straalt, doet je ze dat vergeven.

Het deel na de pauze vormt een totaal contrast met het eerste deel. De acteurs spelen Magne van den Berg’s hilarische Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt. De acteurs staan op een rij, er is vrijwel geen mise en scène. Weer kiest de Theatertroep voor een duidelijke focus. Daar klinkt de kracht van de tekst van Magne van den Berg’s slappe komedie, want de aandacht verslapt geen moment.

De Theatertroep doet je in Zonder Toestemming voor even geen waarom vragen en laat je ouderwets genieten. En dat alles met een biertje in je hand. Heerlijk.

 

Theater / Voorstelling

Show yourself, baby!

recensie: NB Projects/Dox Theater – Role Model (12+)

Role Model is een swingend dance concert, waarin zes jonge vrouwen met dans, zang en (zelfgeschreven) teksten vieren wie ze zijn. Niet alleen meisjes, ook jongens (en misschien volwassen mannen en vrouwen) van alle soorten, kleuren en maten zien hoe mooi het is om trots te zijn op jezelf en je uniciteit. Al zijn er vermoedelijk kinderen die ook in deze diverse groep meiden geen herkenning vinden.

Voordat de voorstelling in De Krakeling begint wordt er in de foyer een hoop plezier gemaakt. De aanwezige kinderen en tieners hebben een formulier ingevuld met vragen als: denk je dat mensen kunnen zien waar je geboren bent? Van welk gedeelte van jezelf houd je? Durf je andere mensen een compliment te geven? Daarna worden ze door een enthousiaste host aangemoedigd zichzelf op een catwalk te tonen. Niet alleen wat heen en weer lopen, maar zo extreem mogelijk laten zien wat ze allemaal in huis hebben. Het is erg leuk om de deelnemers zo uit hun dak te zien gaan, jammer genoeg zijn er een paar kinderen die uit schaamte of verlegenheid niet durven.

Martial arts

Als we in de zaal zitten en het dance concert begint is dat in eerste instantie, zeker in vergelijking met de eerdere uitgelatenheid, nogal tam. De zes vrouwen bewegen synchroon en maken strakke martial arts moves. Ze zijn sterk en dragen mooie kleren, weliswaar verschillend van snit maar allemaal lichtgrijs van kleur.  Uiterlijke vorm en eenheid zijn het belangrijkst en als één van de vrouwen door de microfoon iets zegt als: ‘you and me, we are the same’ denk ik: wat? Hoe zit het dan met die eigenheid?

Gelukkig stopt het uniforme na enige tijd: er komt plaats voor rap en hiphop, er wordt prachtig gezongen, iemand beatboxt en langzamerhand laat iedereen het masker vallen en komt de individuele persoonlijkheid boven. Iedereen vertelt wat ze aan eigen uiterlijk niet mooi vinden, al vind je als publiek alle meiden, ieder op hun eigen manier, prachtig. Een paar zijn lang en superdun, sommigen hebben kleur, eentje is kaalgeschoren. Iemand heeft, naar eigen zeggen, dijen zo groot als Afrika en een kont die gemaakt is om mee te strippen. Een paar hebben Aziatische roots en een zwart meisje zegt: ‘ik zie mezelf als bruin’ en yes, ze heeft gelijk. Haar haar is zwart maar haar huid is bruin.

Kleurrijk

Nadat er een stapel kleurige kleding naar beneden is komen vallen krijgen we les in modieuze vindingrijkheid. T-shirts worden als broek gebruikt en rokken als hoofdbedekking. Het dunne verlegen meisje is met vooruitstekend bekken een ware mannequin, een paar anderen veranderen in jongens en het meisje met de forse dijen is een curvy topmodel. De grijze uniformiteit is weg, de vrouwen laten zien hoe veel verschillende gezichten ze hebben.  Als tot slot zowel kinderen als volwassenen worden uitgenodigd het podium op te komen en mee te dansen, is het feest compleet.

In een nagesprek wordt gevraagd wie de dansers zelf als hun rolmodel zien, iets wat ik mezelf ook heb gevraagd. Bij deze vrouwen hoeft een rolmodel niet per se een andere vrouw te zijn of zelfs een mens – Bruce Lee vond dat we ons moeten spiegelen aan water – het kan van dag tot dag verschillen.

Role Model is een verschrikkelijk leuke voorstelling waar ik enthousiast en opgeladen uitkom. In de hoop dat ook de kinderen die zich vandaag liever terugtrokken de nodige inspiratie en kracht hebben opgedaan voor de toekomst.

Theater / Voorstelling

Aquarium is niet Vechts beste stuk

recensie: Hummelinck Stuurman – Aquarium

Het bericht dat er een nieuw stuk van Nathan Vecht komt waarin Pierre Bokma speelt, samen met onder anderen Guy Clemens, maakt dat je je verheugt op iets moois. Aquarium valt echter, ondanks een aantal geestige en interessante momenten, behoorlijk tegen.

Het begin is veelbelovend: op een met houten dozen volgepakt toneel zijn Birgit (Jacqueline Blom) en Walter (Clemens, Vechts vaste acteur) bezig zich in hun nieuwe huis te installeren. Dan krijgen ze onverwacht bezoek van buren Rudi en Doris, die koffie komen drinken en onmiddellijk nogal overheersend zijn. Rudi wordt gespeeld door Bokma die hier aanvankelijk enigszins aan Dustin Hoffman uit Rain Man doet denken, alleen ouder en iets minder neurotisch. Hij is constant weetjes en adviezen rond aan het strooien en helpt Walter, zeer tegen diens zin, een probleem met het aquarium op te lossen.

Inlichtingendienst

Birgit is een televisie-presentatrice die haar beste tijd heeft gehad en gevleid raakt omdat Doris (Annick Boer) zo van haar onder de indruk is. Als dan blijkt dat Rudi iets geheimzinnigs doet bij de inlichtingendienst, raakt zij op haar beurt geïntrigeerd. Als Doris zich laat ontvallen dat er bij die dienst een dossier over Walter bestaat, schrikt Birgit aanvankelijk en wordt vervolgens kwaad. Over Walter, haar jongere vriend, die iets saais doet bij een uitgeverij bestaat een dossier en over haar met haar interessante leven en kennissenkring niet? Dat kan niet kloppen!

Aquarium is absurdistisch, kluchtig en thrillerachtig met af en toe momenten, zoals bovenstaande, die doen denken: worden hier nou belangrijke statements gemaakt over ons verlies aan privacy en hoe we daar mee omgaan? De tekst is vaak geestig maar vooral in het begin is het tempo te traag, waardoor grappen niet aankomen. Bokma is natuurlijk erg goed – een éénregelige welkomstspeech die hij ten beste geeft is briljant – maar ook hij is afhankelijk van regie en materiaal.

Ondervragingsscène

De verhouding tussen Doris en Rudi roept vragen op: wie is er eigenlijk de baas? Een spannende ondervragingsscène toont Bokma op zijn best, maar duurt te kort om echt te beklijven.

Van alle personages is Walter het meest uitgewerkt. De andere drie zijn meer eendimensionaal. Het gegeven dat alles wat Rudi doet geheim is, is aanvankelijk intrigerend, maar als Doris steeds dezelfde antwoorden blijft geven op de vragen van Birgit en Walter wordt het wel erg flauw. Birgit is zo doorzichtig als glas, wat gezien de plot noodzakelijk is en wat Blom heel goed doet, maar ze is ook erg voorspelbaar en irritant.

Helemaal aan het, uiteindelijk toch verrassende, einde snap je dat het stuk qua tekst best knap in elkaar zit, maar dat komt tijdens de voorstelling niet over. Het tempo is te laag, het toneelbeeld is te benauwend en te saai en de personages zijn te weinig interessant.

Het kan je niets schelen wat er met ze gebeurt. Dat is, als je met zulke goede acteurs werkt en een belangrijk actueel onderwerp te pakken hebt, erg jammer.

Boeken / Fictie

Een klein ogenblik in een groots oeuvre

recensie: Hella S. Haasse - Ogenblikken in Valois

In Ogenblikken in Valois, heruitgegeven ter ere van Hella S. Haasses honderdste geboortedag, schrijft de auteur over het Franse dorp waar ze bijna een decennium gewoond heeft. Het is een mooi, kleiner werk in haar imposante oeuvre.

In januari 1979 bezochten Haasse en haar man Jan van Lelyveld voor het eerst het huisje waar ze tweeënhalf jaar later permanent gingen wonen, tot ze zich in augustus 1990 weer in Nederland vestigden. Al vrij snel nadat ze naar Valois verhuisden, in 1982, verscheen Ogenblikken in Valois, een serie met hoofdzakelijk historische schetsen van het gebied dat Haasse zo goed kende: haar eerste grote roman Het woud der verwachting (1949) speelt zich deels ook in deze streek af.

De verpietering verbeelden

Valois, net boven Parijs gelegen, is in de twintigste eeuw een arm, wat verpieterd gebied: het kreeg een flinke tik tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is een lange tijd geleden dat Senlis, de belangrijkste stad in het gebied, haar hoogtijdagen kende. Haasse woont er in een saai prefabhuis. Haasse-biograaf Aleid Truijens schrijft in haar nawoord over de teleurstelling die haar overviel toen ze voor het huis stond: ‘Wat had ik dan verwacht? Toch een iets romantischer, sfeervoller behuizing. […] Dit standaardhuis paste niet bij haar.’

Haasses huis mocht dan niet passen bij haar oeuvre, dat zo vol van geheimen en verleden is, de streek Valois past er wel perfect bij. ‘Laat het maar aan Haasse over om een half verlaten en verarmde Franse streek met haar verbeelding opnieuw te bezielen,’ beweert Truijens. Daar slaagt de schrijfster inderdaad in. Vanaf de eerste pagina’s bevinden we ons in Haasse-gebied: mysterieus, eeuwenoud, met ondergrondse gewelven, oude kastelen en markante personages.

Miniatuur-Haasse

Ogenblikken in Valois is niet alleen qua thematiek een miniatuurversie van de typische Haasse-roman. Ook wat betreft stijl blijft dit boekje dicht bij de rest van haar werk: de beschrijvingen zijn geraffineerd, de taal verzorgd, het verhaal leerzaam. De Middeleeuwen staan centraal en ook voor de achttiende eeuw heeft Haasse veel aandacht. Opvallend genoeg blijft de twintigste eeuw, zeker de jaren na de Tweede Wereldoorlog en haar eigen heden, grotendeels buiten beeld, alsof de stad Senlis en de streek eromheen vastzitten in een vergaan verleden.

Hierdoor kennen de schetsen minder een spanningsboog, wat jammer is. Er is geen duidelijke tocht door de geschiedenis noch wordt er thematisch een helder pad gebaand. Het boekje gaat uiteindelijk niet echt ergens heen. Dat maakt van Ogenblikken in Valois een mooi, maar uiteindelijk ook klein werk in het zo indrukwekkende oeuvre van een van de grootste schrijvers van de moderne Nederlandse letteren.

Theater / Voorstelling

Liefde met de Franse slag, heerlijk!

recensie: Het Nationale Theater – De hereniging van de twee Korea’s

We zijn van van Eric de Vroedt gewend dat hij (meestal zelf geschreven) toneelstukken regisseert, die gaan over maatschappelijke kwesties. De hereniging van de twee Korea’s klinkt politiek, maar is dat verre van. De Vroedt brengt een stuk van de Franse schrijver en regisseur Joël Pommerat dat gaat over de LIEFDE. l’Amour! Om met Maurice Chevalier te spreken met een Frans accent: ‘Heaven, I’m in heaven’.

Want zowel Frankrijk als Franse muziek spelen een grote rol. Dat begint al in de foyer van de Koninklijke Schouwburg Den Haag waar we beelden van Parijs, de stad van de liefde, zien en flarden van liefdes- en scheidingsscènes uit (niet alleen Franse) films. Want liefde gaat ook over liefdesverdriet. Vooràl over liefdesverdriet.

Lessen in liefde

Het toneelbeeld maakt een zowel Franse als filmische indruk: een trappenhuis met een aantal deuren, een lift en een raam waar mooie lichteffecten mee gecreëerd worden. Er wordt af en toe gezongen en wel op oude Franse hits zoals natuurlijk ‘Je t’aime, moi non plus’, maar ook ‘Non non rien a changé’ van Les Poppys. De kleding is vijftiger/zestigerjaren-achtig en, vooral bij de vrouwen, buitengewoon elegant.

Er zijn twintig scènes over de liefde, volgens De Vroedt zijn dat lessen in liefde want zelf vindt hij wel degelijk overeenkomsten tussen zijn vorige werk en dit liefdesstuk. Want net als in The Nation en Race worden de personages belemmerd door de beelden die ze van de (onbekende) ander hebben.

De negen acteurs dragen ontelbare pruiken, we herkennen constant mensen die we al eerder hebben gezien maar ontdekken ook steeds nieuwe. Terugkerende personages zijn onder anderen een autoverkoper, een hilarische Mark Rietman met een kaalmaakpruik en zijn vrouw Muriël, een even hilarische Betty Schuurman die tot haar schrik, verwarring en verrukking geconfronteerd wordt met liefdes uit haar verleden. Schuurman is in een andere scène ook de zus van alle andere vrouwen die allemaal met dezelfde man hebben gezoend, een op dat moment enigszins creepy Hein van der Heijden.

Het is fijn om Esther Scheldwacht weer terug te zien bij De Vroedt, onder andere met een Amy Winehouse hairdo, maar eigenlijk zijn alle acteurs om van te smullen. Op het begin na dat een beetje stroef en houterig gaat – het is première, misschien is dat de reden? – wordt er door het ensemble gretig en met heel veel plezier gespeeld.

Vindingrijk

Scènes vloeien naadloos en uiterst vindingrijk, soms zelfs in het kleurgebruik, in elkaar over. De lift speelt een belangrijke rol. Eén van de hoogtepunten is een  lied dat de kwade zussen in de deuropening staan te zingen.

Het stuk gaat over hartstochtelijke liefde, onbeantwoorde liefde, voorbije liefde, zinnelijke liefde, betaalde liefde, liefde voor kinderen, tragische liefde en onmogelijke liefde. Erg geestig is een scène waarbij Keja Klaasje Kwestro verlekkerd fantaseert over een verkrachting, zich snel verontschuldigt tegenover de #metoo beweging maar met een kokette zwaai van haar been toch bij haar standpunt blijft.

Eén van Scheldwachts personages is een oudere dame die een woedend betoog tegen de liefde houdt: liefde bestaat niet, het is een illusie, het is een neurofysieke ervaring, op een dag ontdek je dat de man van wie je denkt te houden een klootzak is die stinkt. Een erg geestige scène die op precies de juiste manier eindigt.

De hereniging van de  twee Korea’s is een werkelijk heerlijke voorstelling, waarin je veel herkent, waardoor je geraakt wordt, waarom je moet lachen en die uiteindelijk ook ontroert. En na het applaus wanneer de spelers op liefdevolle wijze van ons afscheid nemen, is onze liefde voor hen en voor de liefde gegroeid.

Theater / Voorstelling

Metropolis #1: een trip in een technocratische nachtmerrie

recensie: Trouble Man & Het Nationale Theater - Metropolis #1

Het was zo’n mooi idee: de iconische tv-serie The Wire als inspiratie voor een theatervierluik. Met Code 010 zou Sadettin Kirmiziyüz de haven, het onderwijs, de media en de politiek van Rotterdam verkennen. Het project dreigde een vroege dood te sterven met Kirmiziyüz’s vertrek bij het RO Theater, maar nu is het –onder de nieuwe naam Metropolis – herrezen in Den Haag. Metropolis #1 duikt in het Haagse onderwijs en laat een heuse technocratische nachtmerrie zien.

Excellentie-utopie

Het Oranjecollege verkeert in slecht weer. De helft van de leerlingen haalt de eindstreep niet, twintig van hen zijn jihadisten geworden. Nieuwe rectrix Erica Kromhout  (Antoinette Jelgersma) gooit radicaal het stuur om. Haar school moet en zal het predicaat “excellent” halen, en daar is een genadeloos beleid voor nodig. Probleemgevallen worden aan hun lot overgelaten, terwijl de uitblinkers op handen worden gedragen. Geslaagde leerlingen zijn immers niet alleen goed voor het imago, maar leveren ook een smak geld op. Herrieschoppers dienen volgens Kromhout “normaal te doen” of kunnen vertrekken. Het doet denken aan een ongelukkige uitspraak van een niet nader te noemen politicus. De racistische ondertoon is ook hier volop aanwezig: want wie is dan precies normaal? Niet Mo, die volgens Kromhout precies in het profiel past van een potentiële moslimterrorist. Dat zijn witte, hoogbegaafde klasgenoot Bram volgens zijn geschiedenisdocent een veel groter probleem is, is aan dovemansoren besteed. In de excellentie-utopie van Erica Kromhout past geen weerwoord: leerlingen en zelfs docenten die tegengas geven, krijgen te maken met een wel erg dubieuze ‘sfeerbewaker’.

Selectieve sympathie

Conciërge Otto Blom (Stefan de Walle) is een Hagenees van de oude stempel en moet niets hebben van Kromhouts regime. Met een goed gesprek en een broodje pindakaas probeert hij door te dringen tot Bram (Kaspar Schellinghout), die na de zelfmoord van zijn vader langzaam dreigt te ontsporen. We lijken hier af te stevenen op een bekend high school filmnarratief, waarin een getroebleerde jongere wordt gered door een leraar die zijn of haar potentie ziet. Zo simpel is het echter niet. Uiteindelijk staat ook Otto machteloos voor de problemen waar Bram mee kampt: het trauma van een verlies, en een schuld van 15.000 euro bij een louche drugsdealer. Bovendien zet de idealistische nieuwkomer Sophia Papastaatlaatopolous (Mariana Aparicio Torres) kanttekeningen bij zijn – en ook onze – sympathie. Is die niet nogal selectief? Zou Otto zich niet ook moeten bekommeren om de leerlingen van kleur die zo gemakkelijk door Kromhout worden weggezet? En worden wij als publiek niet ook gestuurd in onze sympathie? We zien hoe een leerplichtambtenaar bij verschillende leerlingen op bezoek gaat, maar echt dichtbij komen we niet. We voelen toch het meest voor een jongen die door Kromhout als ‘normaal’ wordt gezien. Een bewuste zet, lijkt me: één die ons doet nadenken over wat wijzelf als normatief accepteren.

Archetypes

Wat voor beeld schetst Metropolis #1 nu precies over de Haagse onderwijswereld? We zien een wereld waarin rendement hoogtij viert en scholen zijn verworden tot diploma-producerende bedrijven. In die wereld verdrinken de leerlingen, met name diegenen die niet aan het stereotype van de witte Hollander voldoen. Als bijlesgever stap ik zo nu en dan in deze wereld, en heb alle archetypes waar Kirmiziyüz mee speelt wel voorbij zien komen: de nice-nasty managerdocent, de alom geliefde conciërges, de hippe nieuwkomers die alles anders gaan doen. Heerlijke types om te spelen, natuurlijk, maar het zorgt er hier en daar ook voor dat er een wel erg grimmige schets van het Haagse onderwijs wordt gegeven. Of er echt docenten als Kromhout zijn die zwangere meisjes van havo naar vmbo sturen als ze geen abortus plegen, lijkt me sterk. Het doet tekort aan het oprechte streven van de meeste docenten die ik ben tegengekomen – zelfs de meest verschrikkelijke – om hun leerlingen een beter leven te bieden. Desondanks kaart Metropolis #1 misstanden in het onderwijs aan die wel degelijk spelen: de transformatie van scholen in grote bedrijven, en de ontheemding van leerlingen die zich niet gehoord voelen.

8WEEKLY

Chef Film & TV

Artikel:

Vacatures


Vacature Chef Film & TV (vrijwillig)

8WEEKLY is een van de grootste digitale cultuurmagazines met gemiddeld 15.000 bezoekers per maand. Een team van enthousiaste redacteuren schrijft artikelen en recensies over muziek, kunst, boeken, film en theater. Wij zoeken een Chef Film & TV die met veel enthousiasme een team van redacteuren aan kan sturen. Vind je het leuk om mensen met elkaar in contact te brengen? Werk je graag vanuit huis? Heb je een passie voor film en televisie en kun je mensen enthousiasmeren? Dan zoeken we jou!

Wat ga je doen?

  • Als Chef Film & TV ben je verantwoordelijk voor het aansturen van je redactie. Via onze kanalen ontvang je persberichten en uitnodigingen voor screenings en nieuwe releases. Je bent het doorgeefluik van deze berichten naar de filmredactie.
  • Jij (en je redacteuren) hebben via onze kanalen gratis toegang tot persopeningen en filmpremières.
  • Recensies en artikelen worden voor publicatie altijd geredigeerd door een van onze eindredacteuren. Jij leidt dit proces in goede banen door recensies en artikelen zelf te redigeren of eindredacteuren in je team aan te sturen.
  • Je enthousiasmeert je redacteuren door ze te laten schrijven over hun passies op het gebied van films en series en stuurt geregeld relevante persberichten naar ze door
  • Je schrijft eventueel zelf recensies en artikelen over de nieuwste films en series die te zien zijn in bioscopen en op streamingplatforms.

Wat vragen we?

  • Een brede interesse in films en tv series
  • Een achtergrond in filmwetenschappen, cultuurwetenschappen, journalistiek of de filmacademie is een pre
  • Je bent goed op de hoogte wat er speelt in de film- en televisiesector.
  • Je bent initiatiefrijk is en vindt het leuk om te werken in een team
  • Je bent leergierig en vindt het leuk om anderen te helpen met het ontwikkelen van schrijfvaardigheden

Wat bieden we?

8WEEKLY werkt uitsluitend met vrijwilligers, dus er is geen vergoeding verbonden aan de werkzaamheden. Iedereen, ook het bestuur, werkt vrijwillig. Redacteuren schrijven en redigeren voor 8WEEKLY, omdat ze het leuk vinden of om hun passie voor cultuur te delen.
We bieden je een platform om op te publiceren met redactionele begeleiding. Het is dus de ideale plek om je schrijfvaardigheden en redactionele kwaliteiten te ontwikkelen! Daarnaast leg je contacten binnen de culturele sector en werk je in een enthousiast team van redacteuren. Er is binnen 8WEEKLY ook veel ruimte voor eigen inbreng en initiatief, dus je krijgt alle vrijheid om jezelf te ontwikkelen op de punten waarop je wil groeien.

Hebben we je interesse gewekt?

Stuur dan je cv en (korte) motivatie naar redactie@8weekly.nl ter attentie van de hoofdredactie, met vermelding van ‘Vacature Chef Film & TV’.

Boeken / Fictie

Aan deze novelle klopt alles

recensie: Yasushi Inoue - Het jachtgeweer

Het schijnt niet zo goed te gaan met de in 2016 opgerichte uitgeverij Bananafish. Maar dankzij boeken als de recentelijk vertaalde novelle Het jachtgeweer van de Japanner Yasushi Inoue (1907-1991) zou het tij weleens kunnen keren.

De Japanse prijswinnende novelle verscheen in 1949 als het debuut van de toen 42-jarige journalist en literair recensent Yasushi Inoue. De schrijver had hierna de smaak te pakken en ontpopte zich als veelschrijver. Vijftig romans, waaronder menig historische, en 150 korte verhalen verschenen van zijn hand. Of hij het niveau van zijn eersteling min of meer heeft kunnen handhaven, is voor het Nederlandse taalgebied nog de vraag.

Bedrog van de liefde

Het jachtgeweer speelt zich halverwege de vorige eeuw af. De novelle bestaat hoofdzakelijk uit drie brieven van verschillende vrouwen aan één geadresseerde en wordt opgebouwd volgens de vernuftige verteltechniek van de raamvertelling. In het begin is het even goed opletten wie aan wie schrijft, maar daarmee begint eigenlijk al de sterk oplopende spanning die door de drie perspectieven wordt opgebouwd. Een dochter schrijft aan haar oom, haar moeder aan diezelfde man en ook de man zijn echtgenote schrijft hem een brief.

Het thema is het bedrog van de liefde, maar dan wel op een beschroomd Japanse wijze in beeld gebracht en niet op een expliciet Hollywoodse manier. Dit niet geheel onbekende thema heeft de auteur in de vaste greep van de toegepaste constructie en zijn verbazend geoefende stijl. Elk van de drie brieven is geschreven in de stijl en met het karakter van iedere brievenschrijfster. Inoue laat hier een sterk staaltje van vermogen tot inleving zien. Hoe kan een debuut toch zo door en door rijp zijn?

Vijf sterren en meer

Is de liefde zelf bedrieglijk of bedriegen zij die liefhebben? Wordt impulsief aan lust toegegeven of kan bedrog door de mechanismes van het verschijnsel liefde ongeveer voor de hand liggen? Die vragen werpen zich op, omdat het bedrog in dit verhaal niet gepaard gaat met banaliteiten. Alsof er op een integere manier liefdesbedrog gepleegd kan worden wanneer er menselijk gesproken goede redenen voor zijn. Inoue theoretiseert hier niet over, maar hij laat zien. Door deze praktische insteek ontkomt de lezer er niet aan zijn eigen relationele ervaringen aan het thema te spiegelen. Maar een slotsom zal niet voor het grijpen liggen.

Gezien de Engelse, Duitse en Franse vertalingen is het een raadsel waarom Het jachtgeweer nu pas in het Nederlands vertaald is. Wel beleefde de novelle een toneelversie in 1999 dankzij Ger Thijs. Als er geen zuinig maximum van vijf waarderingssterren was geweest, hadden we er zeker zes of zeven toegekend. Binnenkort verschijnt Stierensumo, waarmee Inoue de prestigieuze Akutagawa-prijs won. Om naar uit te kijken!

Theater / Voorstelling

Vergeetachtige Marx

recensie: Het Zuidelijk Toneel & Stefaan Van Brabandt – MARX

Na de succesvolle voorstelling Socrates, waagden Het Zuidelijk Toneel en de Vlaamse theatermaker en filosoof Stefaan Van Brabandt zich aan een nieuwe filosofische theatermonoloog. Ditmaal met Frank Lammers als Karl Marx in de hoofdrol. Frank Lammers – ook wel bekend als jolige vader in de Jumbo-reclames en Michiel de Ruyter in de gelijknamige film – kroop in de huid van de Duitse filosoof die in zijn tijd vooral werd gehekeld. Hij zet een sterke monoloog neer, op enkele vergeetachtige momenten na.

‘Ik ben het spook dat al eeuwen door Europa waart’, zegt Lammers, opkomend in een chique zwart/rood pak. Vanavond is híj voor even Marx, de filosoof die opkwam voor de arbeiders en streefde naar een klassenstrijd. In een introductie legt Marx uit dat het nooit zijn bedoeling is geweest om zoveel ellende op aarde teweeg te brengen. Dat zijn leer is uitgemond in het socialisme en communisme. Het communisme dat de Russen en Chinezen kennen, heeft niets te maken met zijn theorieën. Evenmin heeft het ‘marxisme’ te maken met hemzelf, Marx.

Naast deze kwestie, komt ook het levensverhaal van Marx aan bod: zijn huwelijk met Jenny, hun kinderen en het tragische lot dat hen ten deel viel. Met de nodige humor vertelt Marx over het trammelant dat hij veroorzaakte in Duitsland, Frankrijk én Engeland. Haast in ieder land wist Marx de regering tegen hem te keren, door de politieke toestand in deze landen te bekritiseren. Marx moést schrijven, het was een natuurlijke aandrang van hem. De keerzijde hiervan was dat hij zijn eigen gezin, zijn hooggeboren vrouw Jenny von Westphalen en zeven kinderen, in armoedige leefomstandigheden bracht. Met gebroken stem vertelt Marx hoe de gehele familie Marx in London het huis uit werd gezet en hoe zijn bezittingen werden afgenomen. De familie was uitgeleverd aan honger en armoede. Dit eiste zijn tol: vier van de zeven kinderen van Karl en Jenny kwamen te overlijden. Hun huwelijk kwam op losse schroeven te staan, al helemaal door de komst van het buitenechtelijke kind Frederick. De intimiteit met zijn dienstmeid Helene Demuth, was Marx duur komen te staan.

Pauzemomenten

Het jammere aan de voorstelling is dat er zoveel ruimte is opengelaten voor de biografische details ten opzichte van ruimte voor het gedachtegoed van Marx. Richting het einde, is er steeds meer aandacht voor de statements die Marx maakte in o.a. Het communistich manifest en Das Kapital. Het spel wordt dan ook veel krachtiger en zinniger. Lammers begint namelijk erg vertwijfeld aan de monoloog en ijsbeert in gedachten verzonken over het toneel. De biografische details brengt hij met de nodige dramatiek aan het publiek en het wordt soms net iets té dramatisch. De bezoekers moeten lang wachten voordat Lammers de echte filosofische kwesties aansnijdt.

Opvallend is dat Lammers middenin de monoloog tot twee keer toe het podium verlaat met zinnen als ‘Denk daar maar even over na’ en ‘Ik moet even weg’. Of Lammers zijn tekst is vergeten of dat dit bij de ‘warrigheid’ van Marx past, wordt in het midden gelaten. Toch kunnen die twee onderbrekingen worden gereduceerd tot ‘begrijpelijke pauzes’. Lammers weet zich na die twee ‘pauzemomenten’ heel goed te herpakken en verwoordt ijzersterk Marx’ gedachtegoed. Dit gedachtegoed kan overigens ook toegeschreven aan een andere filosoof: Marx’ goede vriend Friedrich Engels en medeauteur van Het communistisch manifest. Engels was keer op keer een helpende hand in barre omstandigheden, door de familie Marx geld te lenen en huisvesting voor hen te zoeken. Bovendien was Engels één van de zeven bezoekers op de begrafenis van Marx, die zijn vrouw Jenny overleefde.

Bezinning

Wie de zaal verlaat, heeft zijn hoofd vol met wijze spreuken. Daarvoor is filosoof Stefaan Van Brabandt verantwoordelijk. Hij wist Marx’ gedachtegoed te reduceren tot enkele prachtige, diepzinnige filosofische uitspraken. Niet alleen krijgen we een aaneenschakeling van filosofische overpeinzingen te horen; ze worden ook gekoppeld aan vraagstukken uit de actualiteit. Lammers neemt onze consumptieverslaving door het slijk en wijst met beschuldigende vinger naar het publiek dat nooit haar verlangens in vervulling ziet opgaan. Deze theatermonoloog heeft daarmee een hoge actuele waarde.

De waarde van Marx’ werken, werden dan eerder ook uitgedrukt in het boek Het Kapitaal van de Franse econoom Thomas Piketty. Deze theatermonoloog maakt de toehoorder nieuwsgierig naar de Vlaamse variant: in België staat niet Lammers, maar Johan Weldenbergh op het podium als Marx. In welke taal of in welk accent dan ook: dit toneelstuk zet toe tot nadenken over de huidige maatschappij.

Tag Archief van: 8WEEKLY

Boeken / Fictie

De wereld in scherven

recensie: Robert Musil - De man zonder eigenschappen

Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.

Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Monomane schrijver

Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.

In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.

Simpele vraag, ingewikkeld antwoord

Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.

Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.

Boeken / Fictie

De wereld in scherven

recensie: Robert Musil - De man zonder eigenschappen

Een hoogtepunt in de wereldliteratuur: Robert Musils De man zonder eigenschappen, een vuistdik verslag van de ondergang van een keizerrijk en een vooroorlogse wereld. Nu opnieuw uitgegeven bij Meulenhoff.

Robert Musil had zijn tijd nodig: de laatste twintig jaar van zijn leven werkte hij aan De man zonder eigenschappen, schreef hij ruim dertienhonderd pagina’s vol en nog was de roman niet klaar. Tegen de tijd van zijn overlijden, in 1942, leefde Musil in armoede en was hij relatief onbekend. Wat een verschil met tegenwoordig: nu staat hij bekend als de auteur van misschien wel de beste roman over de ondergang van het Oostenrijks-Hongaarse rijk tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Monomane schrijver

Musil heeft stevige concurrentie voor die titel, van onder meer Joseph Roths Radetzkymars, Stefan Zweigs De wereld van gisteren vanuit het Duitstalige deel van het oude keizerrijk, en Sándor Márais Gloed en Miklós Bánffy’s Transsylvanische trilogie vanuit het Hongaarse smaldeel. Musil is van deze auteurs ongetwijfeld de meest monomane. Zowel uit het schrijfproces als uit de roman zelf blijkt hij zich helemaal in de materie te hebben vastgebeten en dan vooral in de ideeën en de leefwereld van intellectuele mannen in de keizerlijke hoofdstad Wenen.

In de zomer van 1913 besluit Ulrich, de man zonder eigenschappen, zijn leven om te gooien. Hij neemt zitting in het comité dat het zeventigjarige jubileum van keizer Frans Jozef, in 1918, moet voorbereiden – een jubileum dat de keizer ook zonder de Eerste Wereldoorlog niet zou bereiken: hij overleed in 1916. Om Ulrich heen heeft Musil een grote verzameling aan opvallende personages geschapen, bijvoorbeeld de steenrijke en excentrieke magnaat Paul Arnheim. Daarnaast komt ook een keur aan echte figuren voorbij, zoals denkers, wetenschappers en filosofen.

Simpele vraag, ingewikkeld antwoord

Toch doet de plot er niet zozeer toe in De man zonder eigenschappen. Het is voornamelijk een roman vol ideeën, een filosofische roman. Hoewel er personages in voorkomen uit alle lagen van de bevolking, die het verhaal levendigheid geven, gaat het vooral om de discussies, de theorieën, de gesprekken. Wat is het leven? Dat is in feite de vraag waarop alles is terug te voeren.

Een simpele vraag, maar een ongelooflijk ingewikkeld antwoord. Of misschien is er niet eens een antwoord mogelijk. Musil kon zijn roman niet afmaken, en ergens klopt dat: Ulrich wikt en weegt, is niet het soort man dat snel een knoop doorhakt. Ook de modernistische inslag van de roman, die zich uit in dat fragmentarische, het onaffe, de scherpe randen, sluit mooi aan bij het onvoltooide karakter van de roman. Misschien is dat een erfenis van de Eerste Wereldoorlog: Europa lag in scherven, de literatuur volgde. Daarmee geeft De man zonder eigenschappen een prachtige blik op een verloren tijd.

Theater / Theater / Theater / Voorstelling
recensie: De Theatertroep – Zonder Toestemming

Een ouderwets avondje goed vermaak

In Zonder Toestemming wordt er met taarten gesmeten, met messen geworpen en het servies klettert op de grond. De Theatertroep maakt er een feestelijke puinhoop van.

Zonder Toestemming is een ouderwets avondje goed vermaak. In de stijl van het vaudeville theater volgen verschillende sketches elkaar willekeurig op die vervolgens worden afgesloten met een kort toneelstuk. Het publiek wordt op het hart gedrukt de drang tot enige logica los te laten. Toch is er wel degelijk structuur: ‘In het eerste deel doen wij veel en zeggen wij niets, in het tweede deel zeggen wij veel en doen wij niets.’

Het publiek moet vooral niet de ‘waarom’ vraag stellen. De Theatertroep maakt het ons makkelijk: In traditie van Maatschappij Discordia wordt er drank uitgedeeld. Daarin ligt een gedeelde verantwoordelijkheid bij het publiek. ‘We gaan door tot de tap leeg is.’ De sfeer zit er dan in Nijmegen ook onmiddellijk goed in.

Een vol toneel

De Theatertroep is een collectief van tien performers uit allerhande disciplines. Met de aanwezigheid van negen daarvan op het toneel, ligt het gevaar van rommeligheid op de loer. Het is dan ook knap hoe De Theatertroep de focus van het publiek weet te houden. Nummers volgen elkaar in strak geregisseerde chaos op. Hoogtepunt is een steeds terugkerende scène, waarin performer Kyrian Esser met precisie een tafel kapot servies opdekt. De gebroken scherven van een kom worden nog net bij elkaar gehouden door het gewicht van de deksel, daar wordt voorzichtig het knopje boven opgelegd. Ik moet mijn hoofd haast afwenden als Esser met grof kabaal keer op keer het tafelkleed met servies en al van de tafel trekt.

De sketches zijn op het flauwe af: Jantje zag voor eens niet de pruimen hangen en Giuseppe Verdi wordt in het Theatertroepiaans ‘Jozef Groen’. De Theatertroep neemt zichzelf niet te serieus en zoekt graag de flauwte op. Hun Monty Python-achtige droogheid werkt echter aanstekelijk – en vooruit: het biertje helpt ook mee.

Gastvrouw Rosa Asbreuk bezit een natuurlijk gespeelde naïviteit en krijgt al snel de lachers op de hand. Zij vormt een goede match met Patrick Duijtshoff die haar brommerig tegenkleurt. Niet elke speler is even sterk, de gevatte teksten vallen daardoor soms net niet. Maar het plezier dat constant door het spel heen straalt, doet je ze dat vergeven.

Het deel na de pauze vormt een totaal contrast met het eerste deel. De acteurs spelen Magne van den Berg’s hilarische Mijn slappe komedie voor vier mensen, een handjevol personeel en een tafel die niet vrijkomt. De acteurs staan op een rij, er is vrijwel geen mise en scène. Weer kiest de Theatertroep voor een duidelijke focus. Daar klinkt de kracht van de tekst van Magne van den Berg’s slappe komedie, want de aandacht verslapt geen moment.

De Theatertroep doet je in Zonder Toestemming voor even geen waarom vragen en laat je ouderwets genieten. En dat alles met een biertje in je hand. Heerlijk.

 

Theater / Voorstelling

Show yourself, baby!

recensie: NB Projects/Dox Theater – Role Model (12+)

Role Model is een swingend dance concert, waarin zes jonge vrouwen met dans, zang en (zelfgeschreven) teksten vieren wie ze zijn. Niet alleen meisjes, ook jongens (en misschien volwassen mannen en vrouwen) van alle soorten, kleuren en maten zien hoe mooi het is om trots te zijn op jezelf en je uniciteit. Al zijn er vermoedelijk kinderen die ook in deze diverse groep meiden geen herkenning vinden.

Voordat de voorstelling in De Krakeling begint wordt er in de foyer een hoop plezier gemaakt. De aanwezige kinderen en tieners hebben een formulier ingevuld met vragen als: denk je dat mensen kunnen zien waar je geboren bent? Van welk gedeelte van jezelf houd je? Durf je andere mensen een compliment te geven? Daarna worden ze door een enthousiaste host aangemoedigd zichzelf op een catwalk te tonen. Niet alleen wat heen en weer lopen, maar zo extreem mogelijk laten zien wat ze allemaal in huis hebben. Het is erg leuk om de deelnemers zo uit hun dak te zien gaan, jammer genoeg zijn er een paar kinderen die uit schaamte of verlegenheid niet durven.

Martial arts

Als we in de zaal zitten en het dance concert begint is dat in eerste instantie, zeker in vergelijking met de eerdere uitgelatenheid, nogal tam. De zes vrouwen bewegen synchroon en maken strakke martial arts moves. Ze zijn sterk en dragen mooie kleren, weliswaar verschillend van snit maar allemaal lichtgrijs van kleur.  Uiterlijke vorm en eenheid zijn het belangrijkst en als één van de vrouwen door de microfoon iets zegt als: ‘you and me, we are the same’ denk ik: wat? Hoe zit het dan met die eigenheid?

Gelukkig stopt het uniforme na enige tijd: er komt plaats voor rap en hiphop, er wordt prachtig gezongen, iemand beatboxt en langzamerhand laat iedereen het masker vallen en komt de individuele persoonlijkheid boven. Iedereen vertelt wat ze aan eigen uiterlijk niet mooi vinden, al vind je als publiek alle meiden, ieder op hun eigen manier, prachtig. Een paar zijn lang en superdun, sommigen hebben kleur, eentje is kaalgeschoren. Iemand heeft, naar eigen zeggen, dijen zo groot als Afrika en een kont die gemaakt is om mee te strippen. Een paar hebben Aziatische roots en een zwart meisje zegt: ‘ik zie mezelf als bruin’ en yes, ze heeft gelijk. Haar haar is zwart maar haar huid is bruin.

Kleurrijk

Nadat er een stapel kleurige kleding naar beneden is komen vallen krijgen we les in modieuze vindingrijkheid. T-shirts worden als broek gebruikt en rokken als hoofdbedekking. Het dunne verlegen meisje is met vooruitstekend bekken een ware mannequin, een paar anderen veranderen in jongens en het meisje met de forse dijen is een curvy topmodel. De grijze uniformiteit is weg, de vrouwen laten zien hoe veel verschillende gezichten ze hebben.  Als tot slot zowel kinderen als volwassenen worden uitgenodigd het podium op te komen en mee te dansen, is het feest compleet.

In een nagesprek wordt gevraagd wie de dansers zelf als hun rolmodel zien, iets wat ik mezelf ook heb gevraagd. Bij deze vrouwen hoeft een rolmodel niet per se een andere vrouw te zijn of zelfs een mens – Bruce Lee vond dat we ons moeten spiegelen aan water – het kan van dag tot dag verschillen.

Role Model is een verschrikkelijk leuke voorstelling waar ik enthousiast en opgeladen uitkom. In de hoop dat ook de kinderen die zich vandaag liever terugtrokken de nodige inspiratie en kracht hebben opgedaan voor de toekomst.

Theater / Voorstelling

Aquarium is niet Vechts beste stuk

recensie: Hummelinck Stuurman – Aquarium

Het bericht dat er een nieuw stuk van Nathan Vecht komt waarin Pierre Bokma speelt, samen met onder anderen Guy Clemens, maakt dat je je verheugt op iets moois. Aquarium valt echter, ondanks een aantal geestige en interessante momenten, behoorlijk tegen.

Het begin is veelbelovend: op een met houten dozen volgepakt toneel zijn Birgit (Jacqueline Blom) en Walter (Clemens, Vechts vaste acteur) bezig zich in hun nieuwe huis te installeren. Dan krijgen ze onverwacht bezoek van buren Rudi en Doris, die koffie komen drinken en onmiddellijk nogal overheersend zijn. Rudi wordt gespeeld door Bokma die hier aanvankelijk enigszins aan Dustin Hoffman uit Rain Man doet denken, alleen ouder en iets minder neurotisch. Hij is constant weetjes en adviezen rond aan het strooien en helpt Walter, zeer tegen diens zin, een probleem met het aquarium op te lossen.

Inlichtingendienst

Birgit is een televisie-presentatrice die haar beste tijd heeft gehad en gevleid raakt omdat Doris (Annick Boer) zo van haar onder de indruk is. Als dan blijkt dat Rudi iets geheimzinnigs doet bij de inlichtingendienst, raakt zij op haar beurt geïntrigeerd. Als Doris zich laat ontvallen dat er bij die dienst een dossier over Walter bestaat, schrikt Birgit aanvankelijk en wordt vervolgens kwaad. Over Walter, haar jongere vriend, die iets saais doet bij een uitgeverij bestaat een dossier en over haar met haar interessante leven en kennissenkring niet? Dat kan niet kloppen!

Aquarium is absurdistisch, kluchtig en thrillerachtig met af en toe momenten, zoals bovenstaande, die doen denken: worden hier nou belangrijke statements gemaakt over ons verlies aan privacy en hoe we daar mee omgaan? De tekst is vaak geestig maar vooral in het begin is het tempo te traag, waardoor grappen niet aankomen. Bokma is natuurlijk erg goed – een éénregelige welkomstspeech die hij ten beste geeft is briljant – maar ook hij is afhankelijk van regie en materiaal.

Ondervragingsscène

De verhouding tussen Doris en Rudi roept vragen op: wie is er eigenlijk de baas? Een spannende ondervragingsscène toont Bokma op zijn best, maar duurt te kort om echt te beklijven.

Van alle personages is Walter het meest uitgewerkt. De andere drie zijn meer eendimensionaal. Het gegeven dat alles wat Rudi doet geheim is, is aanvankelijk intrigerend, maar als Doris steeds dezelfde antwoorden blijft geven op de vragen van Birgit en Walter wordt het wel erg flauw. Birgit is zo doorzichtig als glas, wat gezien de plot noodzakelijk is en wat Blom heel goed doet, maar ze is ook erg voorspelbaar en irritant.

Helemaal aan het, uiteindelijk toch verrassende, einde snap je dat het stuk qua tekst best knap in elkaar zit, maar dat komt tijdens de voorstelling niet over. Het tempo is te laag, het toneelbeeld is te benauwend en te saai en de personages zijn te weinig interessant.

Het kan je niets schelen wat er met ze gebeurt. Dat is, als je met zulke goede acteurs werkt en een belangrijk actueel onderwerp te pakken hebt, erg jammer.

Boeken / Fictie

Een klein ogenblik in een groots oeuvre

recensie: Hella S. Haasse - Ogenblikken in Valois

In Ogenblikken in Valois, heruitgegeven ter ere van Hella S. Haasses honderdste geboortedag, schrijft de auteur over het Franse dorp waar ze bijna een decennium gewoond heeft. Het is een mooi, kleiner werk in haar imposante oeuvre.

In januari 1979 bezochten Haasse en haar man Jan van Lelyveld voor het eerst het huisje waar ze tweeënhalf jaar later permanent gingen wonen, tot ze zich in augustus 1990 weer in Nederland vestigden. Al vrij snel nadat ze naar Valois verhuisden, in 1982, verscheen Ogenblikken in Valois, een serie met hoofdzakelijk historische schetsen van het gebied dat Haasse zo goed kende: haar eerste grote roman Het woud der verwachting (1949) speelt zich deels ook in deze streek af.

De verpietering verbeelden

Valois, net boven Parijs gelegen, is in de twintigste eeuw een arm, wat verpieterd gebied: het kreeg een flinke tik tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het is een lange tijd geleden dat Senlis, de belangrijkste stad in het gebied, haar hoogtijdagen kende. Haasse woont er in een saai prefabhuis. Haasse-biograaf Aleid Truijens schrijft in haar nawoord over de teleurstelling die haar overviel toen ze voor het huis stond: ‘Wat had ik dan verwacht? Toch een iets romantischer, sfeervoller behuizing. […] Dit standaardhuis paste niet bij haar.’

Haasses huis mocht dan niet passen bij haar oeuvre, dat zo vol van geheimen en verleden is, de streek Valois past er wel perfect bij. ‘Laat het maar aan Haasse over om een half verlaten en verarmde Franse streek met haar verbeelding opnieuw te bezielen,’ beweert Truijens. Daar slaagt de schrijfster inderdaad in. Vanaf de eerste pagina’s bevinden we ons in Haasse-gebied: mysterieus, eeuwenoud, met ondergrondse gewelven, oude kastelen en markante personages.

Miniatuur-Haasse

Ogenblikken in Valois is niet alleen qua thematiek een miniatuurversie van de typische Haasse-roman. Ook wat betreft stijl blijft dit boekje dicht bij de rest van haar werk: de beschrijvingen zijn geraffineerd, de taal verzorgd, het verhaal leerzaam. De Middeleeuwen staan centraal en ook voor de achttiende eeuw heeft Haasse veel aandacht. Opvallend genoeg blijft de twintigste eeuw, zeker de jaren na de Tweede Wereldoorlog en haar eigen heden, grotendeels buiten beeld, alsof de stad Senlis en de streek eromheen vastzitten in een vergaan verleden.

Hierdoor kennen de schetsen minder een spanningsboog, wat jammer is. Er is geen duidelijke tocht door de geschiedenis noch wordt er thematisch een helder pad gebaand. Het boekje gaat uiteindelijk niet echt ergens heen. Dat maakt van Ogenblikken in Valois een mooi, maar uiteindelijk ook klein werk in het zo indrukwekkende oeuvre van een van de grootste schrijvers van de moderne Nederlandse letteren.

Theater / Voorstelling

Liefde met de Franse slag, heerlijk!

recensie: Het Nationale Theater – De hereniging van de twee Korea’s

We zijn van van Eric de Vroedt gewend dat hij (meestal zelf geschreven) toneelstukken regisseert, die gaan over maatschappelijke kwesties. De hereniging van de twee Korea’s klinkt politiek, maar is dat verre van. De Vroedt brengt een stuk van de Franse schrijver en regisseur Joël Pommerat dat gaat over de LIEFDE. l’Amour! Om met Maurice Chevalier te spreken met een Frans accent: ‘Heaven, I’m in heaven’.

Want zowel Frankrijk als Franse muziek spelen een grote rol. Dat begint al in de foyer van de Koninklijke Schouwburg Den Haag waar we beelden van Parijs, de stad van de liefde, zien en flarden van liefdes- en scheidingsscènes uit (niet alleen Franse) films. Want liefde gaat ook over liefdesverdriet. Vooràl over liefdesverdriet.

Lessen in liefde

Het toneelbeeld maakt een zowel Franse als filmische indruk: een trappenhuis met een aantal deuren, een lift en een raam waar mooie lichteffecten mee gecreëerd worden. Er wordt af en toe gezongen en wel op oude Franse hits zoals natuurlijk ‘Je t’aime, moi non plus’, maar ook ‘Non non rien a changé’ van Les Poppys. De kleding is vijftiger/zestigerjaren-achtig en, vooral bij de vrouwen, buitengewoon elegant.

Er zijn twintig scènes over de liefde, volgens De Vroedt zijn dat lessen in liefde want zelf vindt hij wel degelijk overeenkomsten tussen zijn vorige werk en dit liefdesstuk. Want net als in The Nation en Race worden de personages belemmerd door de beelden die ze van de (onbekende) ander hebben.

De negen acteurs dragen ontelbare pruiken, we herkennen constant mensen die we al eerder hebben gezien maar ontdekken ook steeds nieuwe. Terugkerende personages zijn onder anderen een autoverkoper, een hilarische Mark Rietman met een kaalmaakpruik en zijn vrouw Muriël, een even hilarische Betty Schuurman die tot haar schrik, verwarring en verrukking geconfronteerd wordt met liefdes uit haar verleden. Schuurman is in een andere scène ook de zus van alle andere vrouwen die allemaal met dezelfde man hebben gezoend, een op dat moment enigszins creepy Hein van der Heijden.

Het is fijn om Esther Scheldwacht weer terug te zien bij De Vroedt, onder andere met een Amy Winehouse hairdo, maar eigenlijk zijn alle acteurs om van te smullen. Op het begin na dat een beetje stroef en houterig gaat – het is première, misschien is dat de reden? – wordt er door het ensemble gretig en met heel veel plezier gespeeld.

Vindingrijk

Scènes vloeien naadloos en uiterst vindingrijk, soms zelfs in het kleurgebruik, in elkaar over. De lift speelt een belangrijke rol. Eén van de hoogtepunten is een  lied dat de kwade zussen in de deuropening staan te zingen.

Het stuk gaat over hartstochtelijke liefde, onbeantwoorde liefde, voorbije liefde, zinnelijke liefde, betaalde liefde, liefde voor kinderen, tragische liefde en onmogelijke liefde. Erg geestig is een scène waarbij Keja Klaasje Kwestro verlekkerd fantaseert over een verkrachting, zich snel verontschuldigt tegenover de #metoo beweging maar met een kokette zwaai van haar been toch bij haar standpunt blijft.

Eén van Scheldwachts personages is een oudere dame die een woedend betoog tegen de liefde houdt: liefde bestaat niet, het is een illusie, het is een neurofysieke ervaring, op een dag ontdek je dat de man van wie je denkt te houden een klootzak is die stinkt. Een erg geestige scène die op precies de juiste manier eindigt.

De hereniging van de  twee Korea’s is een werkelijk heerlijke voorstelling, waarin je veel herkent, waardoor je geraakt wordt, waarom je moet lachen en die uiteindelijk ook ontroert. En na het applaus wanneer de spelers op liefdevolle wijze van ons afscheid nemen, is onze liefde voor hen en voor de liefde gegroeid.

Theater / Voorstelling

Metropolis #1: een trip in een technocratische nachtmerrie

recensie: Trouble Man & Het Nationale Theater - Metropolis #1

Het was zo’n mooi idee: de iconische tv-serie The Wire als inspiratie voor een theatervierluik. Met Code 010 zou Sadettin Kirmiziyüz de haven, het onderwijs, de media en de politiek van Rotterdam verkennen. Het project dreigde een vroege dood te sterven met Kirmiziyüz’s vertrek bij het RO Theater, maar nu is het –onder de nieuwe naam Metropolis – herrezen in Den Haag. Metropolis #1 duikt in het Haagse onderwijs en laat een heuse technocratische nachtmerrie zien.

Excellentie-utopie

Het Oranjecollege verkeert in slecht weer. De helft van de leerlingen haalt de eindstreep niet, twintig van hen zijn jihadisten geworden. Nieuwe rectrix Erica Kromhout  (Antoinette Jelgersma) gooit radicaal het stuur om. Haar school moet en zal het predicaat “excellent” halen, en daar is een genadeloos beleid voor nodig. Probleemgevallen worden aan hun lot overgelaten, terwijl de uitblinkers op handen worden gedragen. Geslaagde leerlingen zijn immers niet alleen goed voor het imago, maar leveren ook een smak geld op. Herrieschoppers dienen volgens Kromhout “normaal te doen” of kunnen vertrekken. Het doet denken aan een ongelukkige uitspraak van een niet nader te noemen politicus. De racistische ondertoon is ook hier volop aanwezig: want wie is dan precies normaal? Niet Mo, die volgens Kromhout precies in het profiel past van een potentiële moslimterrorist. Dat zijn witte, hoogbegaafde klasgenoot Bram volgens zijn geschiedenisdocent een veel groter probleem is, is aan dovemansoren besteed. In de excellentie-utopie van Erica Kromhout past geen weerwoord: leerlingen en zelfs docenten die tegengas geven, krijgen te maken met een wel erg dubieuze ‘sfeerbewaker’.

Selectieve sympathie

Conciërge Otto Blom (Stefan de Walle) is een Hagenees van de oude stempel en moet niets hebben van Kromhouts regime. Met een goed gesprek en een broodje pindakaas probeert hij door te dringen tot Bram (Kaspar Schellinghout), die na de zelfmoord van zijn vader langzaam dreigt te ontsporen. We lijken hier af te stevenen op een bekend high school filmnarratief, waarin een getroebleerde jongere wordt gered door een leraar die zijn of haar potentie ziet. Zo simpel is het echter niet. Uiteindelijk staat ook Otto machteloos voor de problemen waar Bram mee kampt: het trauma van een verlies, en een schuld van 15.000 euro bij een louche drugsdealer. Bovendien zet de idealistische nieuwkomer Sophia Papastaatlaatopolous (Mariana Aparicio Torres) kanttekeningen bij zijn – en ook onze – sympathie. Is die niet nogal selectief? Zou Otto zich niet ook moeten bekommeren om de leerlingen van kleur die zo gemakkelijk door Kromhout worden weggezet? En worden wij als publiek niet ook gestuurd in onze sympathie? We zien hoe een leerplichtambtenaar bij verschillende leerlingen op bezoek gaat, maar echt dichtbij komen we niet. We voelen toch het meest voor een jongen die door Kromhout als ‘normaal’ wordt gezien. Een bewuste zet, lijkt me: één die ons doet nadenken over wat wijzelf als normatief accepteren.

Archetypes

Wat voor beeld schetst Metropolis #1 nu precies over de Haagse onderwijswereld? We zien een wereld waarin rendement hoogtij viert en scholen zijn verworden tot diploma-producerende bedrijven. In die wereld verdrinken de leerlingen, met name diegenen die niet aan het stereotype van de witte Hollander voldoen. Als bijlesgever stap ik zo nu en dan in deze wereld, en heb alle archetypes waar Kirmiziyüz mee speelt wel voorbij zien komen: de nice-nasty managerdocent, de alom geliefde conciërges, de hippe nieuwkomers die alles anders gaan doen. Heerlijke types om te spelen, natuurlijk, maar het zorgt er hier en daar ook voor dat er een wel erg grimmige schets van het Haagse onderwijs wordt gegeven. Of er echt docenten als Kromhout zijn die zwangere meisjes van havo naar vmbo sturen als ze geen abortus plegen, lijkt me sterk. Het doet tekort aan het oprechte streven van de meeste docenten die ik ben tegengekomen – zelfs de meest verschrikkelijke – om hun leerlingen een beter leven te bieden. Desondanks kaart Metropolis #1 misstanden in het onderwijs aan die wel degelijk spelen: de transformatie van scholen in grote bedrijven, en de ontheemding van leerlingen die zich niet gehoord voelen.