Theater / Voorstelling

Jonge Harten Festival

recensie: Twee keer Growing up in Public

.

~

Als Faithless is uitgeraasd, storten de vijf jongeren (a, b, c, d en e) zich op de te krappe bank. “Daar zitten we dan. Mooi kut”, zijn de eerste woorden. Het publiek wordt direct geconfronteerd met de leegte in het leven van ‘de hedendaagse jongere’. Of in ieder geval met de leegte die de volwassenen van Growing up in public in die levens zien. Onder leiding van Jeroen Kriek tourt de Utrechtse theaterfirma momenteel met twee jongerenvoorstellingen. Bovenstaand festijn is het begin van On the Road. In Coming out, het andere stuk, worstelen zeven jongeren met hun seksualiteit.

Onwerkelijke teksten

Geforceerd komen de openingswoorden uit de mond van a, zoals de hele verdere tekst geforceerd is. Waarom vinden de vijf het kut om daar te zitten? Omdat het feest voorbij is? Dat lijkt niet reëel: bier is er nog in overvloed en de stereo werkt nog: het feest kan doorgaan. Maar in de komende anderhalf uur feesten de jongeren nog maar weinig. De sfeer is gespannen, er wordt meer gesproken dan gedanst. Niets wijst er meer op dat dit het einde van een feest is; het schijnt veeleer een feestje dat moeilijk op gang komt.
Het weinig geloofwaardige uitgangspunt van On the Road krijgt een vervolg in onwerkelijke teksten en evenzo weinig realistisch spel, waardoor het stuk meteen al verzandt in te grote woorden en te overtrokken gebaren, waar geen jongere zich aan het eind van een feest in herkent.

Sukkelig meelopend

~

Coming Out, dat in, voor, achter en op de kleedhokjes van een zwembad speelt, is tekstueel natuurlijker, maar ook hier is het spel weer te gemaakt, overtrokken. Drie jongens en vier meisjes ontmoeten elkaar een zomer lang in het zwembad. Het begint met twee gescheiden clubs: drie meisjes en drie jongens. Maar dan komt er een meisje bij; ze is nieuw. De verhoudingen veranderen: de groepjes mengen. De nieuwe wordt gepest, maar één sukkelig meelopend meisje stapt uit haar rol: ze vindt de nieuwe mooi, en ze zegt het ronduit.

Pesten

In de loop van het zwembaddrama wordt steeds duidelijker dat verschillende van de jongeren bezig zijn hun seksualiteit te ontdekken. De oudste heeft gesolliciteerd naar de functie van badmeester. Motivatie: ‘je kunt altijd een kleedhokje binnenlopen. Beetje vegen, ondertussen lekker naar tietjes kijken.’ Zijn daadwerkelijke geaardheid wordt door zijn constante homo-erotische Reve-citaten gedurende het stuk echter onduidelijker. Anderen durven hun homoseksualiteit daadwerkelijk uit te spreken. Het gebeurt in vertrouwen, maar alles wordt doorverteld. Dan blijkt hoe medogenloos jongeren zijn: pesten, pesten en nog eens pesten, ook al prefereer je zelf ook de mannen- of vrouwenliefde.

Zieltjes

De overeenkomsten tussen Coming Out en On the Road zijn groot. Sterker nog: je kunt zeggen dat het twee dezelfde verhalen in een andere setting zijn. Al dan niet verholen homoseksuele liefde, pesten, erbij willen horen, seks: de problemen waar de jongeren mee worstelen, komen in beide stukken naar voren. Wat dat betreft sluiten de stukken aan bij de belevingswereld van de gemiddelde jongere, maar beide voorstellingen lijden onder de overdreven acteerstijl van de gedeeltelijk overeenkomende cast, waardoor het publiek nergens daadwerkelijk meeleeft of tot nadenken wordt gedwongen. Daarnaast speelt met name On the Road in een dusdanig onwerkelijke setting, dat het hele verhaal niet geloofwaardig over komt. Met deze twee stukken wint Growing up in public weinig jonge zieltjes voor het theater, vrees ik.

Links

Growing Up In Public
Mozes de Musical (8WEEKLY review)
De Buddha Family (8WEEKLY review)

Film / Films

Toch maar het boek

recensie: The Human Stain

Een boek verfilmen blijft lastig. Bij een bekend boek moet je hoofdpersonen waar iedereen wel ‘een beeld bij had’ een gezicht geven, zoals bij Lord of the Rings. Vaak zit je met thema’s, symbolen en dubbele bodems. Het eendimensionale Bridget Jones’ Diary lijkt dan gemakkelijk. En zelfs dan heb je nog zeikerds die blijven beweren dat ze ‘het boek toch beter vonden’.

~

Dat ik het boek beter vind dan de film kan ik van The Human Stain niet beweren. Ik heb het gelijknamige boek van Philip Roth namelijk niet gelezen. In de film zien we hoe hoogleraar klassieke talen Coleman Silk (Anthony Hopkins) zijn baan verliest vanwege vermeend racisme, bevriend raakt met een eenzame schrijver (Gary Sinise) en een relatie krijgt met de 32-jarige schoonmaakster van de universiteit (Nicole Kidman).

Abrupte omslag

~

De betoverende omgeving kan de aandacht nog even afleiden, maar dan dringt de vraag zich steeds hardnekkiger op: waar gaat dit heen? Is dit alleen een verhaal over eenzame zielen die elkaar gevonden hebben? Dan blijkt dat Silk bijna zijn leven lang al een geheim heeft: hij is eigenlijk van Afro-Amerikaanse afkomst, maar verbergt dat om betere kansen te krijgen. Een fascinerend gegeven eigenlijk. Helaas is de omslag zo abrupt dat je je met dingen bezig gaat houden die er niet toe doen. Kun je een bekend gezicht als Hopkins wel gebruiken voor zo’n verhaal? Vooral omdat zijn jongere alter-ego in de flashbacks (Wentworth Miller) wel overtuigt, wordt het pijnlijk duidelijk dat het antwoord ‘nee’ is.

Trailer trash

De plotselinge wending maakt de karakters bovendien eendimensionaal. Wat eerst mysterieus en ondoorgrondelijk leek, blijkt nu simpel. Silk is een man met geheim, verleidster Kidman is trailer trash met een trauma en de interessantste man, de eenzame schrijver, verdwijnt vrijwel van het toneel tot vlak voor het einde.

Tamme kraai

Ook het verhaal zelf verliest aan diepte. Eerdere elementen uit de film lijken vergeten. Waarom het verhaal zich bijvoorbeeld afspeelt tijdens de Monica Lewinsky-affaire blijft een raadsel. Andere symbolen die de nieuwe richting kracht bij moeten zetten, zoals een tamme kraai, zijn zo duidelijk en voor de hand liggend dat het tenenkrommend is.

Nachtkastje

Dit alles maakt The Human Stain een vooral frustrerende ervaring. Ik ben ervan overtuigd dat er meer achter de karakters zit, dat de boodschap achter de film kan ontroeren. Als de regisseur maar dieper zou durven gaan, en wat meer elementen had durven schrappen. Deze film is daardoor alleen geslaagd als een reclamespot voor het boek. Een goede, dat wel: bij mij ligt Roths bestseller inmiddels op het nachtkastje.

Film / Films

Duivelse disks

recensie: The Exorcist II & III

Een jaar of vier geleden, toen het tweede millennium na Christus op zijn einde liep, was het gebruikelijk lijstjes te maken. Je kon het zo gek niet bedenken of er werd wel een lijst van opgesteld. Bij de vele filmpolls die ik tegenkwam vulde ik steevast drie titels in: JFK, Oliver Stones onbetwiste meesterwerk en nog steeds mijn favoriete film aller tijden, Kundun, het visuele gedicht van Martin Scorsese over de Dalai Lama en The Exorcist, omdat het “de eerste en enige film is die me ooit nachtmerries heeft bezorgd”. Het was 1990 toen ik de film voor het eerst zag, in de eerste paar weken van het nieuwe RTL Veronique (het station programmeerde in die periode alleen klassiekers als Jaws, Platoon en The Exorcist om kijkers te trekken – iets dat ze aardig is gelukt), een evaring die ik nooit meer ben vergeten.

~

Nooit eerder was angst zo tastbaar in een film aanwezig als bij The Exorcist. Het is met recht een mijlpaal in de filmgeschiedenis, met zijn documentaire-achtige cameravoering, de verbluffende make-up en de naadloze speciale effecten. Regisseur William Friedkin vond het vorig jaar nodig zijn meesterwerk op te poetsen met enkele in 1974 verwijderde scènes en wat digitale effecten. Deze “version you’ve never seen” (een vreemde ondertitel, die al niet meer klopt zodra je de film een keer hebt bekeken) was geen groot succes, omdat een briljante film als The Exorcist geen nieuwerwetse fratsen nodig heeft om te hoeven boeien.

Lachwekkend

~

Ironisch genoeg gaat dat ook op voor de twee vervolgen die The Exorcist tot nu toe opleverde (op dit moment wordt nog hard gewerkt aan een vierde deel, dat zich vóór de gebeurtenissen uit de eerste film zal gaan afspelen). Exorcist II: The Heretic werd drie jaar na het succes van deel één gemaakt door regisseur John Boorman, en vormt de meest directe sequel: Regan, het bezeten meisje uit het origineel, staat nog steeds onder psychiatrisch toezicht, terwijl een twijfelende priester (Richard Burton) de dood van pater Merrin onderzoekt. Het begin van de film is nog wel aardig, maar al na een half uur leiden dubieuze hypnosemethoden en langdurige visioenen (met James Earl Jones als Afrikaanse sjamaan) zozeer af van de magere plot dat de film voornamelijk lachwekkend wordt.

Liever het orgineel

Omdat schrijver William Peter Blatty teleurgesteld was in het tweede deel, net als veel filmliefhebbers en Exorcist-fans, besloot hij in ruim tien jaar later zijn eigen vervolg, het boek Legion, te verfilmen onder de titel The Exorcist III. Had hij zijn boektitel voor de film gebruikt, dan was het eindresultaat een hele bevredigende en mysterieuze film geworden; hoewel enkele personages uit de originele film terugkeren, had Exorcist III net zo goed over een paar hele andere mensen kunnen gaan. De verwachtingen die de titel opwekt, worden echter niet ingelost, ondanks een paar hele spannende scènes en enkele sfeervol griezelige beelden. Blatty heeft zijn personages een paar mooie dialogen gegeven, waarmee hun persoonlijkheden knap worden neergezet. Helaas bezwijkt Exorcist III tegen het einde onder de vele mysterieuze (lees: onbegrijpelijke) beelden en gebeurtenissen. Wellicht worden ze begrijpelijker na een tweede kijkbeurt, maar ik bekijk liever het origineel nog een keer.

Belabberd

De beide Exorcist-sequels stellen niet alleen teleur als film, maar ook als dvd. Behalve een alternatieve openingsscène van Exorcist II en wat trailers bevatten beide schijfjes geen extra’s. Vooral een goede documentaire wordt gemist, omdat het mij een raadsel is waarom een getalenteerde filmmaker als John Boorman een zulk belabberd werkstukje heeft afgeleverd, of wat Blatty er toe bracht twaalf jaar later een tweede vervolg te maken. Wellicht een idee voor de uitgebreide boxset die ongetwijfeld zal volgen op de bioscooprelease van The Exorcist IV: The Beginning, ergens in 2004?

Film / Films

Grimmig

recensie: Grimm

Alex van Warmerdam. Tja, wat moet je er precies mee. Is hij een geniale cineast of een pretentieuze gek? Eind jaren tachtig/begin jaren negentig wist hij met films als Abel en De Noordelingen een naam te vestigen. Met Kleine Teun en De Jurk bevestigde hij zijn reputatie als lieveling van het filmhuisminnende publiek. Maar waar velen van zijn films houden, is daar ook het grote publiek. En dat weet minder waardering voor zijn films op te brengen. Met zijn nieuwste film Grimm zal dit niet anders zijn.

~

Maria en Jacob worden tijdens een koude winter door hun ouders achtergelaten in een donker bos. In zijn jaszak vindt Jacob een briefje van zijn moeder met de boodschap dat ze maar naar hun oom en tante in Spanje moeten gaan. De weg naar Spanje is echter geen gewone. Het toch al rare duo komt de meest vreemde types tegen, en neemt in enkele bizarre situaties al even weinig rationele beslissingen. Als ze uiteindelijk in Spanje komen, blijken oom en tante dood te zijn. Een plaatselijke rijke stinkerd wordt echter verliefd op Maria, en de twee verblijven voor onbepaalde tijd in diens landhuis. Daar blijkt het leven al evenmin normaal.

Geen vermaak

Hoewel Alex van Warmerdam niet bekend staat als een conventionele filmmaker en schrijver, weet hij zich met Grimm te overtreffen qua vaagheid. De Noordelingen was absurd, maar had een redelijk goed te volgen verhaal. Dat lijkt hier volledig irrelevant. Alles lijkt voortdurend maar te gebeuren zonder dat er enige logica aan vast zit. Aanvankelijk valt er nog wel wat te lachen met Grimm, maar gedurende de film werd het zuchten van het publiek in de zaal steeds duidelijker. Waarom Van Warmerdam deze film heeft gemaakt is niet duidelijk, maar het was niet bedoeld waar bioscoopfilms in essentie voor bedoeld zijn: vermaak van het publiek.

Malherbe

~

De acteurs zullen vast wel hun best hebben gedaan, maar helpen de film niet veel verder. Jacob Derwig acteert de hele film alsof hij per blije bioscoopbezoeker betaald zal worden. In dat geval zal hij inderdaad weinig verdienen. Halina Reijn is een rijzende ster in de Nederlandse filmwereld, maar ook haar aanwezigheid kan de gemiddelde kijker weinig boeien. De enige leuke aanwezigheid is Annet Malherbe, die als geile boerin een behoorlijke seksuele bedreiging lijkt te vormen voor Derwig. Het korte gedeelte waarin Malherbe te zien is, is verreweg het leukste van de hele film.

Conclusie

Is er niets goed aan Grimm? Op enkele prachtig geschoten plaatjes, en leuke bijrollen van Kees Prins en Malherbe na, is er inderdaad weinig goed. Van Warmerdam-fans zullen me misschien verwijten dat ik op een erg kortzichtige en weinig open manier naar deze film heb zitten kijken. Ik moet eerlijk toegeven dat ik na een half uurtje kijken alle hoop op een verder leuke film heb laten varen. Het kijken van Grimm was een ware straf, en ik zou niemand willen dwingen hier naar toe te gaan. 2003 was een jaar waarin een hoop goede Nederlandse producties het grote publiek wisten te bereiken. Het stigma dat Nederlandse films meestal pretentieuze pseudo-kunstwerkjes waren vol kneuterige huis-, tuin- en keukenseks leek eindelijk verworpen. Van Warmerdam breekt de stijgende lijn ruw af, en geeft het grote publiek weer een reden om een Nederlandse productie op voorhand te wantrouwen.

8WEEKLY

Kijk ons eens: Kill Bill

Artikel:

.

~

De vorige keer kreeg ik van Jan Auke de opdracht om naar The Making of Kill Bill te kijken. Diezelfde avond moest ons vaderlands voetbalelftal zijn hachje zien te redden tegenover een aantal stoere Schotten, en dus belande Kill Bill op het tweede plan: de videorecorder. Nadat we allemaal hadden vastgesteld dat de Nederlandse vedetten alleen de handen uit de mouwen steken als het echt niet anders kan, was het tijd voor al het fraais dat mijn videootje had vastgelegd. Veronica zendt de laatste tijd wel vaker van dat soort ‘specials’ uit. En allemaal komen ze op hetzelfde neer: een paar saaie interviewtjes met de filmposter op de achtergrond, wat beelden die je eigenlijk ook al in de trailer hebt gezien en tenslotte nog even een teleurstellend kijkje achter de schermen. Meer valt er over die Kill Bill-special niet te zeggen.

De extra huiswerkopdracht die ik van Jan Auke meekreeg was echter een stuk interessanter. Wat is nou de beste film van Quentin Tarantino? Om de keuze wat te vergroten heb ik besloten te kijken naar alles wat hij geschreven heeft, in plaats van alles wat hij heeft geregisseerd. Net als mijn mening over bovengenoemde special was ik daar eigenlijk ook snel uit. Het allerbeste van Tarantino is gewoon Pulp Fiction. Ik hoor nu alle filmfreaks verwijten maken dat ik wel voor een heel veilige keuze ga, maar dat is pretentieus gezeur. Pulp Fiction is gewoon qua stijl, dialogen, muziek en constructie superieur aan alle andere films met het Tarantino-stempel. Reservoir Dogs was naar mijn mening meer een soort vingeroefening, maar dan wel een erg goede. Alles wat Tarantino in Dogs laat zien doet hij in Pulp Fiction over, maar dan veel en veel beter. Als je de twee films naast elkaar legt, kun je niet anders dan concluderen dat Pulp Fiction gewoon de beste is.

Een eervolle vermelding is er voor True Romance, omdat die film een aantal prachtige dialogen bezit, en net als Reservoir Dogs een soort voorproefje biedt voor Pulp Fiction. Ook erg leuk is de toneelversie TROE ROMANS, een jaar of drie geleden opgevoerd door het NNT. Om alle Tarantino-dialogen in het Nederlands te horen is zeker een zeer aparte ervaring. Een minder eervolle vermelding krijgt de film Four Rooms. Deze film is een vierluik, en Tarantino heeft één van de verhalen geschreven en geregisseerd. Zelden heb ik zo’n saaie, suffe en totaal laveloze film gezien. Absoluut dieptepunt.

En dan nu de hamvraag: waar laten we Jan Auke naar kijken? Aanvankelijk wilde ik hem het prachtige programma Time Commanders van de BBC laten zien, waarin kandidaten via computersimulatie historische veldslagen naspelen. De bedoeling is dat zij het er beter van af brengen dan bijvoorbeeld de Galliërs tegen de Romeinen. Helaas is die show afgelopen, en moet ik dus met een alternatief komen. En toen ik toch op de site van BBC aan het kijken was, viel mijn oog op Film 2003 with Jonathan Ross. Ross presenteert al jaren geweldige programma’s op de BBC, en heeft een prachtig Brits gevoel voor humor. Filmprogramma’s redden het in Nederland zelden. De huiswerkopdracht voor Jan Auke: Waarom falen tv-programma’s in ons Land, en zou het format van Film 2003 het misschien wel kunnen redden?

Film 2003

Elke dinsdag op BBC1, 0:25 uur

Boeken / Strip

Stijn Gisquière – Paradijs op aarde

recensie: Paradijs op aarde

Insiders kennen het werk van Stijn Gisquière al langer. De in dit album gebundelde verhalen waren reeds eerder te bewonderen in het door Vlaamse tekenaars bevolkte Ink. Wat direct opvalt in het werk van Gisquière is de merkwaardige karikaturale tekenstijl. De personages en de omgeving zijn met enkele trefzekere penseelstreken tot leven gewekt. Gestileerd maar toch levendig. Ook de kleuren spelen een voorname rol in de verschillende cursiefjes. Ze versterken de sfeer en zorgen op hetzelfde moment voor een vervreemdend effect. Het lijkt of elke scène door een ander filter wordt gereflecteerd. Dit alles zorgt er voor dat er sprake is van een zeer herkenbare stijl.

~

Maar niet alleen de tekeningen spreken tot de verbeelding. De taferelen die Stijn Gisquière de lezer voorschotelt, beroeren vaak de juiste snaar. Veel van de personages die ten tonele worden gevoerd zijn naarstig op zoek naar liefde, geborgenheid en zingeving. Velen zoeken wanhopig steun bij elkaar, schuilend voor het schemerduister dat ieder leven vroeg of laat overschaduwt. Ze laten ons kennismaken met alle aspecten van de menselijke psyche. Het is boeiend om te zien wat het leven voor elk van de karakters in petto heeft en hoe hier vervolgens mee wordt omgegaan. De boodschap van de auteur is duidelijk: vraag niet wat het leven voor jou kan doen, maar wat jij voor het leven kan doen. Kortom, de zin van het leven ben je zelf.

Worstelen met ons menszijn

~

En zo gaan we elk ons weegs. Rapen liefde van de straat, worstelen met ons menszijn, doorstaan lijdzaam de pijn die gepaard gaat met het volwassen worden en laten ons verrassen door de Goddelijke wispelturigheid. De kracht van de verhalen zit hem in de herkenbaarheid. Iedere lezer zal zich moeiteloos kunnen inleven in één of meer van de personages. Tevens is het bewonderenswaardig dat de auteur de kunst van de relativering als geen ander beheerst. Stijn Gisquière houdt het klein. Geen groot leed of dramatische liefde. En juist hierdoor grijpen de passages de lezer direct bij de strot. Haast op fluistertoon lokt de auteur de lezer zijn wereld binnen.

Ongrijpbaar

Een wereld die in eerste aanleg bevolkt lijkt te zijn door gemankeerde stervelingen, wanhopig op zoek naar een stukje paradijs op aarde. Allengs wordt het de lezer echter duidelijk dat hij zelf niet anders is dan al deze kwetsbare zielen. Met elke bladzij die hij omslaat, ontvouwt zich een deel van zijn eigen leefwereld. Ongrijpbaar en verstild.

Paradijs op aarde is een juweeltje dat zelfs na veelvuldig herlezen nauwelijks iets van zijn glans verliest.

Muziek / Album

Dave Matthews – Some Devil

recensie: Some Devil

Eén keer eerder bracht Dave Matthews een album uit zonder zijn band. Dit betrof een live-registratie uit 1995 van zijn akoestische optreden in Luther College samen met meestergitarist Tim Reynolds. Juist in deze uitgeklede vorm kwamen zijn liedjes helemaal tot hun recht. Het zeer unieke gitaarspel en het intense stemgeluid van Matthews maakten Live at Luther College tot misschien wel het beste werk uit zijn carrière naast prachtige albums als Under the Table and Dreaming en Before These Crowded Streets. Onlangs verscheen Some Devil, het eerste echte soloalbum van Dave Matthews. Wel met band, maar met een andere dan normaal.

~

De laatste echte studioplaat Everyday dateert uit 2001 en mag in retrospectief een dieptepunt uit de carrière van de Dave Matthews Band worden genoemd. De zo kenmerkende passie en gedrevenheid ontbraken voor het grootste deel. Some Devil klinkt beter, maar laat ook geen Dave Matthews in topvorm horen. Waar hij op eerdere platen zijn emoties nogal eens de vrije loop liet gaan, houdt hij zich nu in. Dus geen duivelse nummers als Halloween en Rhyme & Reason, maar vooral veel gezapige liedjes. Alleen in Gravedigger en afsluiter Too High laten Matthews en zijn muzikanten zich helemaal gaan.

Vroeger was alles beter

Ik wil niet klinken als iemand die vroeger alles beter vond en geen belangstelling meer heeft voor een artiest die een nieuwe weg inslaat. Het is echter erg jammer dat Matthews heeft besloten om zijn zo karakteristieke bandgeluid achter zich te laten en terug te komen als een standaard gitaarband. Waar zijn de prachtige saxofoonsolo’s van Leroi Moore of de opzwepende vioolpassages van Boyd Tinsley gebleven? Zelfs Matthews ziet af van zijn prominente rol als gitarist. Deze band blinkt nergens echt in uit.

Kentering

Toch kent Some Devil een aantal pareltjes, met name in de vorm van prachtige kleine liedjes als Stay Or Leave en Oh. Er staan geen dieptepunten op het album, al moet je bestand zijn tegen een nummer als Grey Blue Eyes: een wel erg trage ballad waarin Matthews klinkt als een Amerikaanse Peter Gabriel. Openers Dodo en So Damn Lucky klinken goed, maar na een paar draaibeurten zijn ook deze nummers niet meer zo interessant.

Rustig

Hetgene dat mij meest tegenstaat is de algehele staat van rust waarin Some Devil verkeert. Dave Matthews heeft op vier à vijf vroegere albums, waaronder Live At Luther College, bewezen dat hij tot de beste songwriters ter wereld behoort. Laten we hopen dat Matthews deze status weer helemaal waar gaat maken en dat deze periode van middelmatigheid snel voorbij is.

Links

Officiële site

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Editie november 2003

Het is jammer dat sommige dvd-makers nog steeds denken dat een schijfje niet veel meer is dan een platte en ronde videoband. Er worden nog steeds dvd’s op de markt gebracht waarop alleen de film staat, terwijl andere vol staan met leerzaam audiocommentaar, lachwekkende bloopers, diepzinnige documentaires en andere leuke extra’s. Een dvd met ‘niks’ erop kan haast niet meer. Langzaamaan dringt dat ook tot distributeurs door. Er duiken steeds vaker trailers, featurettes en behind the scenes op. Het gaat de goede kant op. Als nu de kwaliteit van het gebodene ook nog beter wordt, kunnen we met gerust hart een punt zetten achter deze rubriek: videotapes op een schijfje.

About Schmidt

(Alexander Payne • 2002 • Paradiso Home Entertainment)

~

Een prachtige film die in een heerlijk traag tempo wordt verteld. Jack Nicholson speelt de mislukte weduwnaar Warren Schmidt zo goed, dat je je niemand anders in de rol zou kunnen voorstellen. Prachtige, bijna onderhuidse, observaties over het leven in de Amerikaanse (voor-)steden, waarin alles burgerlijk en vooral lelijk is. Nicholsons acteerwerk in de hele film is beregoed, maar vooral de slotscène, waar hij een tekening van zijn pleegkind Ndugu bekijkt, is ongelooflijk. Deze dvd bevindt zich op het randje voor deze rubriek omdat de weinige extra’s van prima kwaliteit zijn. De gesneuvelde scènes springen er bovenuit omdat ze zo goed zijn, perfect in de film passen en van een uitgebreid tekstcommentaar worden voorzien van regisseur Payne (ook bekend van de indie-hit Election). De “Woodmen Sequences” zijn vijf korte filmpjes, gemaakt door de montage-assistenten op basis van materiaal dat voor de openingstitels van de film werd opgenomen. De kwaliteit varieert van erg slecht tot matig en de filmpjes lijken zo van VHS getrokken. Toch kun je About Schmidt zonder pardon blind aanschaffen.

Frida

(Julie Taymor • 2002 • RCV)

~

Salma Hayek speelt de rol van haar leven als de Mexicaanse kunstenares Frida Kahlo, die, sinds een busongeluk in haar jeugd, wordt geplaagd door hevige pijnen. De schilderes stond bekend om haar symbolistische en zwaar emotionele werken, die in de film model staan voor een paar prachtig gestileerde sequenties. De vele prima acteurs in kleine bijrollen (waaronder Edward Norton als Rockefeller en Geoffrey Rush als Trotski) laten zien dat Kahlo veel beroemde fans heeft. Regisseur Julie Taymor werd bekend met haar Shakespeare-bewerking Titus en brengt het verbazingwekkende levensverhaal van de kunstenaar mooi in beeld, maar verliest daarbij de emoties wel eens uit het oog. Niettemin een aanrader voor iedereen die bekend is met Kahlo’s werk of gewoon houdt van mooie films.

Focus

(Neal Slavin • 2002 • Indies Home Entertainment)

~


Deze film laat op een gemoedelijke maar dwingende manier zien hoe joden tijdens de Tweede Wereldoorlog ook in de Verenigde Staten werden gedemoniseerd en gediscrimineerd, iets wat niet veel mensen zullen weten. Hoofdrolspeler William H. Macy speelt zoals zo vaak een naieveling die liever vanaf de zijkant toekijkt dan zelf actie onderneemt. Hij is de hardwerkende Lawrence Newman die van zijn baas iets aan zijn slechte ogen moet doen. Na de aanschaf van een nieuwe bril wordt hij aangezien voor jood en krijgt te maken met steeds verdergaand antisemitisme. Barokke rocker Meat Loaf laat na Fight Club nogmaals zien dat hij voortaan beter uit de geluidsstudio kan blijven en vaker moet gaan acteren, want zijn rol als racistische buurman verdient een prijs. De dvd-uitgave zal echter nooit in de prijzen vallen, want de bijgeleverde interviews en “behind the scenes”-beelden zijn van hetzelfde lage niveau dat je ook in elektronische persmappen tegenkomt. Jammer, want Focus had zeker een documentaire verdiend over de gebeurtenissen waarop de film is gebaseerd.

Clue

(Jonathan Lynn • 1985 • Paramount Home Video)

~

We kijken tegenwoordig al lang niet meer op van films die gebaseerd zijn op computerspelletjes, maar het komt veel minder vaak voor dat er bordspel wordt verfilmd. Logisch ook, want omdat computergames vaak nog wel een verhaal bevatten, draait het bij bordspellen vaak om één idee. Clue laat zien dat je op basis van een boekje met spelregels ook heel goed een film kunt maken: het gelijknamige detectivespel (bij ons bekend als Cluedo) stond model voor deze hyperactieve en zwaar gedateerde mysteriekomedie, die mysterieus noch komisch is. Zes mensen worden onder valse voorwendselen naar een afgelegen landhuis gelokt, er worden een paar moorden gepleegd, en na een dik uur worden de raadsels opgelost op niet minder dan drie verschillende manieren. Bij de bioscooprelease zag het publiek willekeurig één van de drie eindes, maar op deze dvd worden ze netjes achter elkaar vertoond (hoewel je ook kunt kiezen voor de bioscoopervaring en de film met maar één ontknoping kunt bekijken). Het enige andere extraatje is de trailer, die een stuk grappiger is dan de film zelf. Clue is alleen leuk voor spelletjesfanaten.

Lilya 4-Ever

(Lukas Moodysson • 2002 • A-Film)

~

Dit dieptreurige verhaal is in feite een schaamteloze kopie van Lars von Triers meesterwerk Breaking the Waves, en scoort daarom een onvoldoende voor originaliteit. Maar Lilya is daarom niet minder goed; de emotionele impact van de film is te vergelijken met die van een voorhamer. We volgen de zestienjarige Lilya in de laatste drie maanden van haar leven, dat begint met het nieuws dat haar moeder zonder haar naar Amerika vertrekt en eindigt op een viaduct boven de snelweg. De gebeurtenissen daartussen vormen een regelrechte neerwaartse spiraal. Een handvol trailers (waarvan eentje van Lilya 4-Ever) vormt de enige extra op deze dvd.

Film / Films

Natuur en cultuur

recensie: Master & Commander: The Far Side of the World

.

De kapitein van dit schip, de HMS Surprise, is Jack Aubrey, gespeeld door Russel Crowe. Hij vaart ten tijde van de Napoleontische oorlogen over de grootse, lege oceanen. Dat klinkt saai, maar in die tijd vochten de Fransen en Britten ook op zee, ver van huis, hun oorlogen uit. Wanneer ‘Lucky’ Jack het Franse fregat Acheron in zicht krijgt, bijt hij zich erin vast als een pitbull in een biefstuk.

Mist

Dat levert spannende beelden en oorverdovende geluiden op, want de Surprise van Jack is een maatje kleiner dan de Acheron. Gehavend blijft de Surprise achter na een eerste ontmoeting, die prachtig geregisseerd is. In een mistbank lijken de schepen elkaar mis te lopen, maar dan komt het plotseling tot een treffen. Een aantal oorverdovende kanonsalvo’s, krakende masten en touwen en schreeuwende mannen zorgen ervoor dat je middenin de actie staat.

Natuurvorser

Maar het is niet alleen actie in Master & Commander. Nadat Jack de Acheron uit het oog heeft verloren (maar niet uit het hart, zoals later zal blijken), is er aandacht voor de verhoudingen aan boord. Jack heeft gezelschap van dr. Maturin (Paul Bettany), arts en natuurvorser. Maturin verafschuwt de oorlog, maar houdt van zijn vriend. Als Jack hem belooft dat hij aan wal mag om planten te verzamelen is hij opgetogen, maar wanneer de plannen veranderen omdat de Acheron weer opduikt, komt de vriendschap onder druk te staan.

Kiezen

Het is een bijzonder verhaal, dat van Jack en Maturin. In een veelzeggende scène ligt de Surprise voor anker in een baai. Maturin bestudeert door zijn kijker een aalscholversoort. Jack, aan de andere kant van het schip, tuurt naar de oceaan in de hoop een glimp van zijn vijand op te vangen.
De keuze die hier gemaakt moet worden is die tussen oorlog en onderzoeken. Tussen levens bestuderen en levens vernietigen. Tussen de natuur en cultuur dus. Maar als je goed kijkt, is Jack juist degene die de natuur najaagt: het ruwe van de oorlog, met alle rauwe emoties van dien. De verfijnde Maturin is degene die zijn interesses cultiveert. Maturin onderzoekt de natuur, maar ziet niet dat hij eigenlijk een prachtige ethologische studie kan maken naar de mannen op het schip. Omgekeerd ziet Jack niet welke schatten op de eilanden verborgen zijn. Oorlogen gaan al lang niet meer om brute kracht, maar om kennis en wetenschap.

Climax

De spanningsboog is misschien net wat te lang. De Acheron blijft tot aan de climax onvindbaar en regisseur Peter Weir (Witness, Dead Poets Society, The Truman Show) neemt ruim de tijd om de vriendschap tussen Jack en Maturin uit te diepen. Fans van actie en geweld zullen Master & Commander daarom wellicht ook minder waarderen. Hoewel het middenstuk van de film duidelijk anders is van toon, vind ik niet dat het geheel daar onder lijdt. Weir laat alles logisch op elkaar volgen en in de climax vinden beide verhaallijnen elkaar.

Echt

Master & Commander ziet er bijzonder echt uit. Bij de aftiteling vroeg ik me af waarom er zoveel mensen van Industrial Light & Magic op de rol stonden: de visual effects zijn nagenoeg onzichtbaar. Maar de computer heeft lang niet alles voor zijn rekening genomen. Alle lof voor de scheepsbouwers, de acteurs en, niet te vergeten, de onderzoekers. De mannen en vrouwen die ervoor hebben gezorgd dat de details kloppen (natuurstudie, meetinstrumenten, kleding, gewoonten, etc.) verdienen complimenten. Die details gaan zo ver, dat regisseur Weir veel Poolse figuranten gebruikte, omdat hun fysiek sterk overeenkomt met de lichaamsbouw van tweehonderd jaar geleden. Al dat onderzoek naar de achtergronden en details maakt van Master & Commander een prachtige ervaring. Een die misschien niet elke minuut spannend is, maar wel absoluut echt.

Muziek / Album

Dubbelslag

recensie: Lost Dogs & Live At The Garden (dvd)

.

Oh, when I was a kid
Oh, how magic it seemed
Oh, please let me sleep it’s christmas time

~

In de kerstsingle Let Me Sleep uit 1991 zingt Eddie Vedder over zijn negatieve ervaringen met kerstmis. Hij laat dit feest het liefst aan zijn neus voorbijgaan. Toch zal de Pearl Jamfan dit jaar juist tijdens de kerstdagen blij worden gemaakt met de leukste goodies. Ten tijde van Binaural (2000) begon Pearl Jam met het uitbrengen van alle optredens, inclusief het concert op Pinkpop dat jaar. Ook nu verschijnt er elke maand wel een aantal bootlegs van de Riot Act-tournee. De band moest maar eens met iets nieuws komen om de verwende fans tevreden te stellen. Zie daar Lost Dogs: de langverwachte verzameling B-kantjes en obscure non-albumtracks en de DVD Live At The Garden met daarop een concertregistratie om je vingers bij af te likken.

Lost Dogs: maar liefst 31 tracks

Een aantal jaar geleden gingen de geruchten al dat Pearl Jam een album met B-kantjes uit zou gaan brengen. Nou is bekend dat de band uit Seattle sinds zijn debuut Ten uit 1991 vele prachtige tracks heeft voortgebracht die niet op reguliere albums te vinden zijn, maar wel veel op het podium werden vertolkt. Yellow Ledbetter, Footsteps, Leavin Here, Brother en Last Kiss zijn voorbeelden van zulke nummers. Ook zullen de echte fans allang een versie van het melancholische Hard To Imagine en de breekbare soundtrack Dead Man in huis hebben. Het gaat hier echter om slechts een fractie van de geboden verzameling op Lost Dogs. Het dubbelalbum kent maar liefst 31 tracks, waarvan het gros behoorlijk obscuur te noemen is.

Prachtig nieuw materiaal

Lost Dogs lijkt in tweeën te zijn verdeeld. Het grootste deel van het ruigere gitaarwerk staat op cd een en de kleine akoestische liedjes zijn veelal te vinden op cd twee. Met name deel twee is zeer de moeite waard en zou zo door kunnen gaan voor een regulier Pearl Jam album. De grote hoeveelheid prachtige nieuw materiaal is opvallend gezien het feit dat albums als Yield, No Code, en in mindere mate Binaural en Riot Act allemaal wel een aantal mindere momenten kennen. Waarom stond het mooie Fatal bijvoorbeeld niet op Binaural en de saaie rocker Breakerfall wel? Om nog maar te zwijgen over Other Side, de outtake die absoluut op Riot Act had moeten staan. En ga zo nog maar even door. Lost Dogs is hèt Sinterklaas- of kerstcadeau voor de Pearl Jam liefhebber.

Live At The Garden

~

Wel moet dit dubbelalbum de strijd in de winkels aangaan met de DVD Live At The Garden: een registratie van het concert dat Pearl Jam op 8 juli van dit jaar gaf in Madison Square Garden in New York. In 2001 gaf de band al een DVD uit met live-materiaal, maar dat betrof een fragmentarische registratie van de Yield– tournee. Deze tourfilm bood dan ook niet de ik-ben-er-zelf-bij-ervaring die Live At The Garden wel biedt. Het optreden duurt maar liefst 2 uur en 40 minuten. Tijdens de marathontoegift spelen Ben Harper, Tony Barber (Buzzcocks) en Steve Diggle (eveneens Buzzcocks) een nummertje mee. Verder bevat de DVD ook nog enkele unieke registraties, waaronder een optreden van Vedder tijdens de campagne voor Ralph Nader, een compilatie van verschillende versies van Bushleager waarin Vedder de president bespot en een mooie vertolking van Throw Your Arms Around Me samen met de componist van het nummer, Mark Seymour. De mattcam die vijf songs lang enkel drummer Matt Cameron filmt is echter slechts interessant voor de drummers onder ons.

Unieke setlist

Wat Pearl Jam onder meer zo aantrekkelijk maakt als live-act is de immer unieke setlist. Elke avond speelt de band een geheel andere verzameling nummers. Dus geen goedkope greatest hitscompilatie, wat we bijvoorbeeld kennen van Live. Klassiekers als Alive, Jeremy, Go en Animal worden gepasseerd, terwijl minder bekende prachtnummers als In My Tree, Faithful en Save You beter klinken dan ooit tevoren. De prachtige versie van Black is een van de hoogtepunten van deze DVD.
Waar Eddie Vedder tijdens de legendarische MTV Unplugged sessie de show stal met zijn intense performance, bestaat er nu veel meer evenwicht tussen zanger en band. Mike McCready is namelijk degene die de show steelt met zijn prachtig uitgesponnen solo aan het eind van Black. De kwade rocker Eddie Vedder uit de begindagen heeft plaatsgemaakt voor een Vedder die met een glimlach op zijn gezicht het publiek bespeelt en tegelijkertijd zijn welgemeende boodschap overbrengt. Pearl Jam behoort inmiddels tot de oude garde en het lijkt of de band die rol heeft geaccepteerd. Ze zijn er maar wat blij mee dat zij zich bij grote helden als Bruce Springsteen, Grateful Dead en Iron Maiden kunnen voegen. Bands die het ook presteerden het podium van Madison Square Garden te laten trillen.

Dood, split up, dood en springlevend

Het maakt niet uit of je nou Lost Dogs of Live At The Garden in je schoen krijgt met Sinterklaas. Beide documenten zijn een absolute must voor de fan. Pearl Jam bewijst met deze dubbelslag dat er nog veel muziek zit in de enig overgebleven Seattle band uit het begin van de jaren negentig. Nirvana eindigde met de dood van Cobain, Soundgarden stopte al na Down On The Upside (1996) en Alice In Chains’ einde werd anderhalf jaar geleden alleen nog maar formeel door de dood van zanger Layne Staley. Pearl Jam kan in deze vorm nog wel een paar decennia mee. Al zullen live-marathons als deze in New York de band niet in de koude kleren gaan zitten.

Links

http://www.sonymusic.nl/pearljam
http://www.pearljam.com