Muziek / Album

Kravitz wordt niet mooi oud

recensie: Lenny Kravitz – Baptism

Lenny Kravitz is een stadionrocker pur sang geworden. Hij staat op pinkstermaandag voor de vierde keer op Pinkpop als een van de headliners en verkocht al vele kaarten voor zijn concert op 17 juni in de Amsterdam Arena. Het schijnt zelfs dat men verwacht minder kaarten te verkopen voor Pinkpop omdat Kravitz, die Pinkpops duurste act ooit is, ook in de Arena speelt. Misschien niet echt handig geboekt, zullen we maar zeggen. Degene die daar echter het minst mee zal zitten is Kravitz zelf, die zijn graantje meepikt en ongetwijfeld weer miljoenen exemplaren verkoopt van zijn nieuwste album Baptism.

~

En hoe is Baptism? Ik denk dat Kravitz op deze plaat zijn status van mainstream rockster meer dan waarmaakt. Hij gaat namelijk meer en meer als überstadionrocker Bon Jovi klinken. En dat bedoel ik niet op een positieve manier. Op dit album, dat hij overigens bijna helemaal alleen inspeelde, kun je Kravitz slechts sporadisch betrappen op een interessante bijdrage aan het muzikale landschap. Het album begint niet slecht met het wat narcistische, doch lekkere nummer Minister of Rock ’n Roll: “I can heal you, I can save your soul.” Maar dan dondert de zaak meteen in elkaar met het zouteloze I Don’t Wanna Be A Star: “Just want my Chevy and an old guitar.” Ja ja, als iemand toch altijd het stijlicoon heeft willen zijn is dat meneer Kravitz wel. Hij ziet er overigens tegenwoordig ook uit als Bon Jovi er uitzag in de tijd van Bed of Roses.

Genie van vroeger

En ja hoor, ook de veel te frequent voorkomende ballads (wederom à la BJ) zijn saai en duren veel te lang. Kravitz lijkt niet meer over de capaciteiten te beschikken om nummers interessant te houden. Met name ballads als Calling All Angels, The Other Side en What Did I Do With My Life doen deze plaat geen goed. Deze tearjerkers steunen vaak op een traag gitaar- of baslijntje en een flinterdunne, weinig geïnspireerde zanglijn. Jammer dat de oude energieke, rauwe Lenny Kravitz niet vaker om de hoek komt kijken. Slechts zelden hoor je iets terug van het genie van vroeger. Het funky Sistamamalover is een te gek swingnummer à la Prince en het poppy California is net zo lekker als de rock ’n rollsingle Where Are We Runnin’?. Verder is Storm samen met Jay-Z nog het vermelden waard, maar dan is het ook echt gebeurd met de hoogtepunten.

Op deze manier wordt Kravitz niet mooi oud. Voor iemand die in de jaren negentig toch een bijna legendarische status heeft opgebouwd met albums als Let Love Rule, Mama Said en Are You Gonna Go My Way? is dit zevende album ver onder de maat. Zijn geluid uit die tijd is nu bijna geheel verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een middelmatige rocksound. Ook het imago van dit voormalige stijlicoon is niet meer wat het geweest is. Maar het publiek blijft komen. Ik vraag me echter af of men op Pinkpop wel zit te wachten op Baptism. Elk nummer dat Lenny van deze plaat speelt gaat nou eenmaal ten koste van een oudje als Mr. Cab Driver of Are You Gonna Go My Way.

Boeken / Fictie

Lees Grunberg tot het lachen je vergaat

recensie: Arnon Grunberg - Grunberg rond de wereld

Ik wil hier een lans breken voor Arnon Grunberg. En nu eens niet voor de grappige of de nihilistische (Nietzscheaanse zo u wilt) Grunberg, maar voor de analytische. Laat ik duidelijk zijn. Ik ben geen groot liefhebber van zijn romans. Die zijn vaak uitdagend en grappig, maar door de gewildheid, de opgelegd pijnlijke ervaring van de wereld zijn ze ongevaarlijk en literair haast risicoloos (pas op: ook met deze restricties behoren ze tot de beste boeken die er vandaag de dag verschijnen in ons taalgebied, maar dat zegt meer over Grunbergs generatie). Natuurlijk gaat Gstaad 95-98 bijvoorbeeld over belangwekkende en verontrustende thema’s als incestueuze en pedofiele relaties, maar uiteindelijk is slechts de eenzaamheid het onderwerp van het boek. De kille medogenloosheid waarmee de misdaden worden gepleegd, speelt zich slechts af op een zeer locaal niveau. Het is de bedrieger-hoofdpersoon die het aangaat. De wereld staat daar los van.

Heel anders gaat het in wat Grunbergs nevenwerk lijkt te zijn. In 2001 publiceerde hij bijvoorbeeld zijn in opdracht geschreven eigentijdse bewerking van Erasmus’ Lof der zotheid onder de ironische titel De mensheid zij geprezen. Ondanks het feit dat hij er de Gouden Uil mee won, werd het boek met gemengde gevoelens onthaald. Wat moesten we hier nu precies mee aanvangen? Was het een zoveelste spelletje van Grunberg? Moesten we hier maar weer eens hartelijk om lachen om daarna weer een echte roman te pakken? Maar hartelijk lachen om De mensheid zij geprezen ging een groot deel van de lezers niet zo gemakkelijk af. Deze keer was de aanpak van Grunberg wel heel navrant. Zelfs in academische kringen werd er met verbazing naar dit boekje gekeken.

Controversieel

De analyticus Grunberg is ook terug te vinden in zijn laatste boek, Grunberg rond de wereld, een selectie uit de columns die hij schreef voor NRC Handelsblad. We vinden Grunberg terug op vele plekken op de aarde. Dan weer eens in Engeland waar hij gastdocent is, dan weer eens in Brussel for no particular reason, later weer eens in Dublin waar hij een huis huurt voor de broodnodige rust, maar vooral in New York waar hij woont en werkt. Die laatste stad is ook het decor voor zijn meest controversiële bijdrage, die hem destijds op vele boze reacties van verontruste NRC-lezers kwam te staan.

Schande

Op 11 september 2001 zit Grunberg op een terras in New York. Een ober komt naar buiten gerend en zegt dat er een vliegtuig in een van de torens van het WTC is gevlogen. In het verhaal zetten Grunberg en zijn verloofde het gesprek voort, zien een vliegtuig erg laag over vliegen en niet lang daarna stormt de ober een tweede keer naar buiten: ook de tweede toren is geraakt. Grunberg gaat naar huis, maar haalt eerst zijn was nog even op, want ‘ik was van plan die ochtend mijn schone lakens op te halen en ik houd er niet van mijn plannen in de war te laten schoppen door derden’. De volgende dag is de vraag waar hij een fatsoenlijke maaltijd zou kunnen krijgen de grootste van zijn zorgen. Wie nog leeft moet immers aan eten denken. ‘Ik ga die plicht toch niet verzaken door een paar op hol geslagen geitenhoeders?’ Het waren dergelijke haast wereldvreemde opmerkingen die de woede van de krantenlezer voedden. Grunberg lijkt niet in het minst aangeslagen te zijn door een ramp van grote omvang die zich bovendien in zijn eigen stad afspeelde. Een schande!

Onzichtbare almacht

Of niet? Kan het ook zijn dat zijn reactie de meest zinnige was die kort na die berucht elfde september werd gepubliceerd? Want waarom laat het hem allemaal zo koud? Het zijn zijn zaken niet. Het is een gevecht tussen twee groepen – de Unter- en Übermenschen – die elkaar met Gods zegen bestrijden. Het ontlokt Grunberg de opmerking: ‘wat ik sympathiek vind aan de nazi’s is dat ze tenminste God erbuiten lieten’. Hoe kwetsend zoiets voor sommige mensen ook moge zijn, het is alweer een scherpe analyse. De huidige regimes verschuilen zich achter de waarden van een onzichtbare almacht. En de slachtoffers? Het eerste slachtoffer is het gezond verstand van de mensen die zich verbonden denken te weten met een van de twee dwalende partijen. Het tweede slachtoffer zijn de burgers van de wereld. Zij zijn niets meer dan collateral damage. Ingecalculeerde doden, noodzakelijke slachtoffers voor het bereiken van een hoger doel. ‘Als we ons er nou bij neerleggen dat we dat zijn, dat dat de diepste betekenis is van het woord ‘mens’, kunnen we iets minder hysterisch door het leven, en hoeven we ons straks ook niet zo bekocht te voelen.’

Zwakke maag

Koud? Immoreel? Nee, Grunberg legt de vinger op de zere plek. Hij analyseert van tijd tot tijd deze kapotte wereld met grote accuratesse. Je wordt er natuurlijk niet vrolijk van. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Mensen met een overgevoelig gemoed en een zwakke maag doen er goed aan dit deel van het oeuvre van Grunberg over te slaan, voor de rest is het zaak af en toe eens te kijken wat Arnon Grunberg er van vindt. En lach niet alles bij voorbaat weg, er zou wel eens iets zeer belangrijks kunnen staan.

Boeken / Achtergrond
special: Schrijfworkshop het Syndicaat

Talenten in de dop

“Dit is een beetje als wachten in de lift,” merkt Willem de Vlam op. Met een groep van zes man zitten we in een repetitieruimte van het Gasthuis in Amsterdam. Niemand kent elkaar en het wachten is op twee vertraagde deelnemers. Begeleidsters Annemarie Slotboom en Irene Kriek zijn bezig met koffiezetten, verder is iedereen stil. Wanneer uiteindelijk de ontbrekende schakels arriveren, worden de chocoladekoekjes, zakken snoep en flessen frisdrank tevoorschijn gehaald. De schrijfworkshop die jongerentheater het Syndicaat in teken van hun Schrijversdagen organiseert, kan beginnen.

De schrijfworkshop op donderdag 20 mei is voor iedereen boven de veertien toegankelijk. Na een korte introductieronde blijkt dat elke deelnemer van de workshop in ieder geval iets heeft met schrijven. De een heeft gewerkt als journalist, de ander heeft al menig kort verhaal op zijn naam staan en weer een ander heeft al de nodige ervaring met het schrijven van toneelteksten. Eén deelnemer hoopt zelfs binnenkort zijn eerste boek te publiceren. Niet iedereen heeft echter ook iets met theater. “Daar komt hopelijk verandering in,” aldus begeleidster Annemarie Slotboom. Slotboom is een jonge dramaschrijfster die in 2003 afstudeerde aan HKU, opleiding dramaschrijven. Voor het Syndicaat schreef ze eerder Onder een donker dak en tijdens de Syndicaat Schrijversdagen, die dit jaar voor de derde keer worden georganiseerd, begeleid ze samen met dramadocente Irene Kriek de workshops.

Bont gezelschap

Aan de muur hangt een reeks ansichtkaarten. Op elke ansichtkaart staan opvallende mensen afgebeeld. De opdracht: bekijk de kaarten en kies een personage uit waarmee je de rest van de les zal gaan werken. Mijn oog valt op een dikke man die in een zaal vol mensen met een aanzienlijk overgewicht spieroefeningen probeert uit te voeren. Ik doop de arme man George en neem hem mee naar mijn plaats aan de met snoep, bekers koffie, flessen frisdrank en papier overladen tafel. Nu is het tijd om de uitgekozen personages een gezicht te geven. Aan de hand van een lange vragenlijst krijgen we de opdracht onze personages de vereiste diepgang te geven. Wat is zijn of haar naam, hoe zit het met onzekerheden, heeft hij/zij veel of weinig vrienden, is hij/zij zelfstandig, mist hij of zij iets in zijn of haar leven? En ga zo maar door. Het resultaat is een bont gezelschap van zeer uiteenlopende persoonlijkheden.

Gebroken hart

Zo is daar Edith, een hippe klarinetspeelster die een relatie heeft met een trompettist/huisarts en emotioneel zeer beperkt is maar doet alsof ze de sentimentaliteit zelve is. Of Jack, de half Amerikaanse, half Nederlandse huurmoordenaar die zich niet hecht, maar de wereld over reist op zoek naar klanten. En Marie, een vrouw die koos voor haar cello in plaats van voor haar grote liefde en met een gebroken hart naar het Groningse plattenland verhuisde om zich hier te storten op eten en zelfmedelijden.

180 kilo

Dan is het tijd voor post. We krijgen de opdracht drie kaarten te verzenden naar de drie personages naast ons. Deze personages zullen vervolgens de ontvangen kaarten beantwoorden. Een half uur later heeft iedereen drie kaarten gestuurd en drie kaarten ontvangen. Automatisch zijn er situaties ontstaan waarop kan worden doorgegaan. Zo blijkt mijn George een briefrelatie te hebben met de mooie Eliza, die nu toch wel nieuwsgierig raakt naar haar trouwe penvriend en hem graag wil ontmoeten. De vraag is nu hoe zij zal reageren als ze erachter komt dat George toch echt 180 kilo weegt… Deze en soortgelijke situaties moeten nu worden uitgewerkt in de grote opdracht van vandaag: het schrijven van een dialoog.

Zingende meneer

Een half uur later lezen tweetallen de dialogen voor. Soms vormen handschriften enigszins een obstakel tot een soepele voordracht, maar hier en daar komen dialogen echt tot leven. Niek van der Horst, acteur bij het Syndicaat en speler in Ineen – een experimentele voorstelling die later die avond in het Gasthuis zal worden opgevoerd, komt ook even een kijkje nemen. Samen met een deelneemster waagt hij zich aan een bijna onleesbaar handschrift wat uiteindelijk toch resulteert in een erg leuke dialoog over een verstrooide, zingende meneer genaamd Harry die graag wil dansen met een meisje, maar keihard wordt afgewezen.

Schrijvende sterren

We zijn net begonnen met het bespreken van de stukken als we de zaal moeten verlaten – de workshop is inmiddels een uur uitgelopen en de zaal is voor vanavond gereserveerd. Toch jammer dat we de bespreking van de stukken niet konden afmaken. Volgens Slotboom is een lange inleiding echter noodzakelijk. “Beginnende schrijvers kiezen zichzelf vaak als hoofdpersonage. Door de opdrachten met de ansichtkaarten voorkom je dit: mensen worden gedwongen een heel apart personage te creëren.” Hebben de begeleidsters dan toevallig een talentvol schrijver tussen de deelnemers ontdekt? “Daar heb ik helemaal niet op gelet,” zegt Irene Kriek. “Het belangrijkste doel was voor ons het enthousiasmeren van de deelnemers. De meeste doen toch echt mee voor de lol. Als het ze beviel, kunnen ze altijd contact opnemen met het Syndicaat.” Slotboom voegt er trots aan toe: “Het Syndicaat biedt jonge schrijvers een kans om dramateksten te schrijven en er ook echt wat mee te doen. Het is een ingang voor gevorderden, maar ook voor beginners. En dat vind ik erg goed.”

Muziek / Album

Emocore met een briljante zanger

recensie: Face Tomorrow – The Closer You Get

“Dit is een verhaal over passie, intensiteit en eerlijkheid. Over vijf mensen die hun leven willen geven voor hetgeen waarin zij geloven. Face Tomorrow gaat niet over beroemd worden en niet over het volgen van de laatste trends. In een muzikaal landschap dat bewolkt wordt door neppe emoties, prefab troep en geldzoekers, wil Face Tomorrow het zilveren randje zijn.” Soms moet je niet denken dat je het als recensent beter kunt zeggen dan de band zelf. Face Tomorrow geeft op haar eigen website al duidelijk haar missie in de muziekwereld aan en maakt deze instelling helemaal waar. De passie voor muziek spat vanaf de eerste minuut van de CD.

~

Het vijftal Face Tomorrow (genoemd naar een nummer van de band Mouthpiece) bestaat sinds 1997, maar is in de loop der jaren vaak van bezetting gewisseld. De band heeft de publiekprijs van de Grote Prijs van Nederland uit 2001 op zak en bracht in het verleden in eigen beheer twee EP’s uit. Noorderslag en Lowlands volgden en de band deed de afgelopen twee jaar 250 optredens. Sinds 2002 staan ze bij Reflections onder contract. The Closer You Get is hun tweede plaat bij dit label, na het in 2002 verschenen For Who You Are. Met de single Sign Up en bijbehorende video en promotoer probeert de band nu definitief het land te overtuigen van haar kwaliteiten.

Gevarieerde plaat

The Closer You Get begint met een grunge-achtig gitaarintro, gevolgd door een mooie melodielijn in Back To The Starting Line. Een heldere en goed afgewerkte zangpartij blijkt direct het dominante kenmerk van de muziek te zijn. Zanger Jelle Schrooten weet een uitgebalanceerde combinatie van mooie melodieuze zang en ruige schreeuwpartijen neer te zetten. Het tweede nummer Sign Up doet af en toe een beetje denken aan The Offspring, terwijl bij het derde nummer Reflection op een lager tempo een degelijke rocksong wordt neergezet die eerder doet denken aan Muse. Al snel is dus duidelijk dat deze plaat erg gevarieerd is.

Helder eigen geluid

Het mooie van Face Tomorrow is dat de muziek zich niet in een hokje laat drukken en dat ze dus ook moeilijk te vergelijken is met al bestaande bands. Misschien dat The Spirit That Guides Us een beetje in de buurt komt, maar het werk van Face Tomorrow is een stuk melodischer. Voor de duidelijkheid zou je de muziek kunnen omschrijven als een combinatie van pop en punkrock, anderen noemen het ook emocore. De scherpe gitaarrock en frisse sound van de band zet een helder eigen geluid neer wat het meest tot zijn recht komt in het nummer Disappointment. Je zit niet te wippen op je stoel maar de muziek springt om je heen als een schuur vol zojuist vrijgelaten nertsen. De band slaagt er wonderwel in om je in elk nummer mee te slepen en hun geluid in je hoofd te tatoeëren.

Definitieve doorbraak

Elk nummer op The Closer You Get is uniek. Het geluid van Face Tomorrow is herkenbaar door een typische gitaarsound en de fantastische zanger, maar desondanks lijkt geen enkel van de twaalf songs op een ander. Daardoor blijft de plaat verrassen, ook als je hem al een groot aantal keer hebt gedraaid. Ik hoop dat de band tijdens de promotoer die er aan zit te komen veel succes heeft en binnenkort bij een groter publiek door mag breken. The Closer You Get is zeker het juiste album om de wereld te laten zien wat Face Tomorrow in haar mars heeft. Het ziet er dan ook naar uit dat dit album de definitieve doorbraak van de band inluidt.

Muziek / Album

Heruitgave nog steeds briljant

recensie: Faultine - Your Love Means Everything (re-issue)

Hee, er is een nieuwe Faultline uit! Oh nee, jammer, het is een heruitgave van het in 2002 verschenen Your Love Means Everything. Wel met een aantal veranderingen, die deze plaat daadwerkelijk een iets afwijkend geluid meegeven. Er is een aantal nummers verdwenen en enkele songs zijn toegevoegd. Beter? Nee, anders. Faultline is het project van de Britse producer/DJ David Kosten (o.a. Ben Christophers) die een aantal vooraanstaande vocalisten vroeg om een aantal van zijn nummers in te zingen. De plaat is voor het grootste gedeelte systematisch opgebouwd als instrumentaal/met zang/instrumentaal/met zang etc.

Your Love Means Everything, Kostens tweede plaat onder de naam Faultline, was al een van de beste platen van 2002. Een album als eenheid, met een prachtig overkoepelend, bijna buitenaards geluid. Kippenvel was het sleutelwoord. Op de nieuwe uitgave staat een cover van het Stones-nummer Wild Horses, wat bij mij nogal wat twijfel opriep omdat het nummer dat ik in gedachten had de balans op het album alleen maar zou verstoren. Toen ik echter het door songwriter Joseph Arthur ingezongen nummer hoorde, was ik om. Wat een bloedstollende, gelaagde versie en wat een prachtige toevoeging. Alleen voor dat nummer is deze heruitgave al de moeite waard.

Kosten en zijn All Stars

Verder werden nog twee andere tracks toegevoegd met Vordul Megilah en Ras B. Deze songs doen de plaat wat meer urban klinken. Vandaar dat Your Love Means Everything ook in deze nieuwe versie zeker de moeite waard is, wat een aantal nieuwe nummers en een andere volgorde wel niet kunnen doen voor een album. De plaat kent nog enkele prachtige bijdragen van Coldplays Chris Martin op het schitterende Where Is My Boy?, Flaming Lip Wayne Coyne op The Colossal Gray Sunshine en Michael Stipe van R.E.M. op Greenfields. Met zo’n line-up kun je toch niets meer fout doen?

Ook de instrumentale nummers zijn nog steeds meer dan de moeite waard in een nieuwe volgorde. De nieuwe uitgave van Your Love Means Everything is even majestueus als de eerste. Het is een plaat die opnieuw hoge ogen kan gooien wanneer de traditionele balans wordt opgemaakt aan het eind van het jaar. Of zou dat niet helemaal eerlijk zijn?

Theater

Absurde Teeuwen minder shockerend en subtieler

recensie: Hans Teeuwen - Industry of love

.

~

De carrière van Hans Teeuwen (1967) begon in 1991 toen hij met Roland Smeenk Camaretten won met de voorstelling Heist. Deze voorstelling werd gevolgd door de shows Hard en Zielig (1994), Met een Breiderdeck (1996), Trui (1999) en Dat dan weer wel (2001). Naast de shows in het theater was Teeuwen ook actief met Pieter Bouwman als improviserende Mannen van de radio (bij de VPRO) en met Bouwman en Gummbah in het programma Poelmo, slaaf van het zuiden (VPRO). Tot slot speelde Teeuwen nog in de film Jezus is een Palestijn en staat hij nog met Comedytrain op het podium. Het is je moeilijk voor te stellen dat Hans Teeuwen na al deze activiteiten nog steeds creativiteit over heeft om met Industry of love een vernieuwende show neer te zetten.

Sadistische trekjes

~

De humor die Teeuwen op zijn half-nasale toon met variërend duidelijk Brabants accent brengt is erg karakteristiek. Hij heeft de voorkeur om zich te verplaatsen in de rol van een mannetje met kleine sadistische trekjes. Zijn favoriete woord lijkt daarbij sarren te zijn. Ook heeft Teeuwen neiging tot vrij absurdistische trekjes zoals hij bijvoorbeeld over een satanskind praat: Die hoef je daar alleen maar even op het altaar te leggen en je hoeft alleen maar even met een hamer een houten pin zo pats door zijn hart heen te jensen. En dan is er verder niets aan de hand. Dit absurde aan het geheel maakt zijn humor juist lekker scherp en verrassend. Hoe komt die gozer erop?, vraag ik me regelmatig af.

Publiek in een deuk

Teeuwen rolt net als in zijn vorige shows van de ene situatie in de ander, zonder ogenschijnlijke samenhang. Maar dit wordt wel constant opgezweept door batterijen gepeperde grappen en rare opmerkingen (bij Circus Baf: “…en toen ging hij met een kwastje zijn zak blauw verven”). Het publiek van de Schouwburg in Amstelveen ligt eigenlijk de hele tijd in een deuk. De humor van Teeuwen geeft je geen tijd om op adem te komen, waardoor het bij wijze van spreke het zelfs grappig is als hij het woord ‘keukenmes’ uitspreekt. Zelfs de stem van Teeuwen is dan al grappig op zich. Het is briljant om te horen hoe hij die specifieke melige sfeer zo in de zaal weet te brengen.

Het koningshuis

De show eindigt met een behoorlijk lomp onderdeel over het koningshuis. In dit laatste kwartier lijkt Hans Teeuwen direct alle harde opmerkingen te willen plaatsen. Hij heeft er hoorbaar plezier in om het publiek te shockeren. Analyseseks, met dooie dieren, bijvoorbeeld. Balkenende zou de zaal verlaten hebben: “Dus ik spoot in dat gezicht, en dat is raar, het is net of je tegen een hele grote rijksdaalder aanspuit.” Het voordeel hiervan is dat het publiek bijna hikkend van de lach het theater moet hebben verlaten, maar Teeuwen heeft het echter niet nodig, het maakt de show niet echt beter en is slecht een aardige climax.

CD-luisteraars snappen er niets van

De opnames van de CD zijn prima. Wel valt op dat je het beeld toch een beetje mist bij de show. Bijvoorbeeld bij het introductienummer Dansje en Piano hoor je alleen een aardige melodie. Wat er op het podium gebeurt moet je maar raden. Teeuwen komt er zelf ook op terug: “De CD-luisteraars snappen er niets van. Heb je nu lol met je walkman?” Natuurlijk heeft de CD weer als voordeel dat je hem overal op kan zetten, en de rijk gevulde conference van Teeuwen loont zich ook uitstekend om met grote regelmaat weer gedraaid te worden. Idealiter krijg je de DVD gratis bij de CD en andersom. Dan koop je de show en niet het medium.

Shockerend gedrag

Hans Teeuwen is minder bot geworden, maar daardoor echt niet minder grappig. Hij krijgt het publiek vooral aan het lachen door verrassende wendingen die een ‘normaal’ mens niet zomaar zou bedenken. Hierbij hoort een snelle wisselingen van accenten, typetjes en stemmetjes. Dit zorgt ervoor dat je de hele tijd in de show blijft zitten, zonder dat het je duidelijk is wat het grote verhaal is. Hans Teeuwen heeft in het begin van de show meer diepgang opgezocht en valt aan het einde toch weer terug in zijn natuurlijke shockerende gedrag. Dat heeft hij echter niet nodig en lijkt er eerder voor te zijn om het publiek nog even te geven wat ze van Hans Teeuwen verwachten. Ik hoop dat hij bij de volgende show op een originelere manier het publiek na een leuke avond naar huis weet te sturen. Die subtielere nieuwe Teeuwen bevalt mij namelijk een stuk beter en het laatste kwartier is dan redelijk overbodig.

Film / Films

De onderbroek van Christina Ricci

recensie: Anything Else

Woody Allen maakt sinds jaar en dag dezelfde film. Hij giet zijn verhaaltje(s) in een eenvoudig scenario, weet dat grote sterren bij hem willen spelen en acteert in door hem geregisseerde films. Ook voor Anything Else heeft Allen een behoorlijk aantal flauwe grappen op een rij gezet, een flinterdun verhaaltje verzonnen over twee komedieschrijvers, er wat liefdesperikelen doorheen gestrooid en is gaan draaien.

~

Schrijver David Gober (60 jaar), gespeeld door Woody Allen, maakt teksten voor stand up comedians, maar is nooit echt doorgebroken. Natuurlijk heeft hij jarenlang bij de psychiater op de bank gelegen, is wel eens opgenomen geweest en kent voldoende citaten uit zijn hoofd om een belezen indruk te maken.
Jerry Falk (Jason Biggs) staat aan het begin van zijn carrière. Hij heeft de verkeerde vriendin, een meisje dat geeft om status in plaats van inspiratie, wordt begeleid door een foute manager en ligt op de bank bij een psychiater, die telkens dezelfde vragen stelt. Falk wordt verliefd op Amanda (Ricci) na een toevallige ontmoeting en de liefde blijkt wederzijds. De twee schrijvers ontmoeten elkaar bijna dagelijks en praten over werk, liefde en de analyses van de psychiaters. Ze krijgen een aanbieding om als team in Californië te gaan werken en hebben moeite hierover te beslissen.

Seks

Amanda gaat samenwonen met Falk. Ze slikt dieetpillen om ’s nachts de koelkast leeg te kunnen schranzen. Ze vindt dat ze dik is, maar loopt in veel scènes in onderbroek en T-shirt. Er ontstaan problemen met schoonmoeder, de huisvesting en de seks. Ricci blijkt geen orgasmen meer te kunnen krijgen en gaat vreemd om te ondervinden of mannen haar nog kunnen opwinden.

Verveling

~

De seks met een mooie jonge vriendin, de schoonmoeder, de vraagtekens over de carrière, vriendschap en de moeite met het nemen van beslissingen: het zijn in een notendop de onderwerpen waar Allen waarschijnlijk over praat met zijn eigen psychiater. De jonge Falk ligt in deze film op de bank, maar Allen als regisseur lijkt zijn eigen verhaal opnieuw te vertellen. Het levert opnieuw weinig nieuws op. Of om het met het antwoord van de taxichauffeur te zeggen, nadat zijn klant Gober zijn hart heeft uitgestort, “Anything Else?” De chauffeur uit hiermee zijn verveling over steeds dezelfde problemen die zijn klanten hem vertellen. Door de jonge Falk in analyse te laten praten, lijkt de regisseur te willen aantonen dat zijn problemen van elke leeftijd en van iedereen zijn. Allen heeft een trucje gebruikt om hetzelfde verhaal vanuit een ander perspectief te vertellen.

Oude dag

Deze film zal zijn weg naar de fans wel weten te vinden. Ze krijgen een mager verhaaltje in een matig geacteerde film. Allen heeft in het verleden goede films gemaakt, maar het wordt tijd dat hij van zijn oude dag gaat genieten. Allen heeft met Anything Else meer van hetzelfde gefilmd. De oude regisseur lijkt vooral te hebben genoten van het ondergoed van Ricci en dit met veel zorg en verlangen in beeld gebracht.

Muziek / Album

Wat is nou dertig jaar?

recensie: Patti Smith – Trampin'

Eerst een klein stukje geschiedenis. Er was eens een bar in New York met de naam Country Blue Grass & Blues: in het kort CBGB. Country zou de hoofdmoot gaan uitmaken van de programmering, totdat de eigenaar aan het begin van de jaren zeventig besloot underground rock te gaan aanbieden. Zo werd CBGB het hart van de New Yorkse undergroundscene en bovendien wereldberoemd als opstapplaats voor vele Amerikaanse wereldbands. CBGB werd het middelpunt van de Amerikaanse punk/new wave.

Het is leuk om te zien dat de artiesten uit die tijd tegenwoordig nog zo actief zijn. Blondie bracht vorig jaar haar comeback-plaat The Curse of Blondie uit en gaf een aantal concerten in Nederland. David Byrne van Talking Heads brengt nog steeds vele platen uit en staat geregeld op de Nederlandse podia en de New Yorkse punkvoorvaders van Television (die met Marquee Moon een standaard zetten) staan in juni in originele bezetting op The Music In My Head in Den Haag. Deze loftuiting gaat echter over die andere grote punklegende uit de hierboven geschetste geschiedenis. De vrouwelijke Jim Morrisson, the Godmother of punk en een groot voorbeeld van vele jongere artiesten als PJ Harvey en R.E.M. (Stipe zong E-Bow the Letter samen met haar): Patti Smith.

Twee punten

Smith bracht onlangs haar nieuwe plaat Trampin’ uit, bijna dertig jaar na haar klassieker Horses. Een comeback? Nee hoor, haar laatste album Gung Ho met de prachtige single Summer Cannibals stamt wel uit 2000, maar stilzitten heeft Smith nooit gedaan en ze is al helemaal niet weg te denken uit het muzieklandschap. Trampin’ is zeker niet vernieuwend. Wat je krijgt is Patti Smith die dertig jaar geleden ook zo zou klinken. Dat betekent twee dingen: ten eerste heeft er weinig verandering plaatsgevonden en ten tweede betekent het dat Smith nog steeds die enorme passie heeft en dat ze die passie kan overbrengen. Punt één is te verwaarlozen ten opzichte van punt twee.

Politiek

Smith is dus nog net zo gepassioneerd als altijd en haar zware stem klinkt is nog even bezwerend. In nummers als Radio Baghdad en Gandhi is de eeuwig betrokken Smith te horen (bezoek haar website voor meer politiek). Wat een gedrevenheid en dat een dik uur lang in een tijd waarin de meeste albums niet boven de veertig minuten uitkomen. Af en toe neemt zij wat gas terug in prachtige nummers als Mother Rose, Cartwheels en Peaceable Kingdom, wat het album nog meer kleur geeft.

Compliment

Patti Smith blijft een voorbeeld en daar neem ik mijn pet diep voor af. Wanneer je haar muziek aan iemand wilt laten horen dan kun je diegene natuurlijk verwijzen naar Horses. Je kan hem echter ook Trampin’ in de handen drukken. En dat is denk ik het grootste compliment dat je een oudgediende als Patti Smith kunt geven.

Patti Smith staat 10 juli aanstaande op Bospop in Weert naast onder meer Wilco, Solomon Burke, John Mayal, The Sheer, Di-rect, Walter Trout, Todd Rundgren en Zucchero.

Film / Films

Aangrijpende film over leven na de dood

recensie: Kiss Of Life

Wat gebeurt er met je als je sterft maar nog iets op moet lossen op de aarde? Dat is de vraag die regisseuse Emily Young inspiratie gaf voor haar film Kiss Of Life. Het wrede lot dat oorlog heet scheidt het echtpaar Helen (Ingeborg Dapkunaite) en John (Peter Mullan). Hij werkt als hulpverlener ergens in de Balkan, terwijl zij voor hun twee kinderen zorgt. Op een dag wordt het Helen allemaal teveel. Ze belt John om te vragen of hij naar huis kan komen, maar wordt even later geschept door een auto. Terwijl zij niet beseft dat ze dood is, voelt hij een onweerstaanbare drang om naar huis te gaan. Voor veel geld huurt hij een chauffeur.

~

Zo begint een reis door een kapotgeschoten wereld temidden van de Kroatische steppen waaruit elk leven verdwenen lijkt te zijn. Troosteloos zwart zijn de huizen in Grahova, waar de filmmakers twee dagen verbleven om de verwoeste stad te filmen. ‘Het leven komt daar slechts langzaam weer op gang,’ aldus Young. Dor is de immense zandbak waar desperado’s jagen op eenzame reizigers. Tegenover deze fragmenten staan beelden uit het vreedzame Engeland waar innerlijke onrust de kinderen van John en Helen verscheurt. Ze beseffen nauwelijks dat hun moeder gestorven is. Evenmin trouwens als Helen zelf, die zich in een schemerwereld tussen leven en dood beweegt. Vanuit deze andere dimensie tast ze naar een wereld waarin ze haar dierbaren slechts in hun dromen kan bereiken.

Flashbacks

~

Flashbacks en dromen worden afgewisseld met beelden uit de realiteit en maken de film hier en daar wat warrig. Toch hoeft de kijker aan één ding niet te twijfelen: de liefde en troost die Helen haar man en kinderen alsnog wil schenken. Zowel in Engeland als in de Balkan komt ze tot hen. Ze knuffelt ze, totdat ze wakker worden en zich daardoor van haar losmaken. In één van de flashbacks zien we waarom Helen de aarde niet kan loslaten. Ze moet eerst nog iets oplossen tussen John en haar. In andere flashbacks zien we hoe haar man en kinderen van haar weglopen. Zal Helen tenslotte toch vrede vinden en zich ook van hen losmaken?

Tibetaanse dodenboek

Voor haar research putte Young onder andere uit het Tibetaanse dodenboek. Volgens dit document uit de 6e eeuw verbreekt de dood niet de onafgebroken duur van het geestelijk bewustzijn:

Men kan gaan slapen, maar als men wakker wordt is men nog steeds zichzelf, zoals altijd. Vanwege het levendig besef van voortgezet één zijn met de aarde, kan men in het begin moeilijk beseffen dat de dood is ingetreden. Zelfs de omgeving is in het begin niets anders, omdat men zich op dezelfde plaats bevindt als voorheen. Men merkt dat men zich nog steeds in een lichaam bevindt. Dit ‘schijnlichaam’ lijkt niet uit tastbare materie te bestaan. In die staat kan men dwars door muren. Ja zelfs bergwanden. Zonder enige weerstand te ontmoeten. Reizen wordt slechts een kwestie van een ogenblik. Waar men maar heen wil is men in een mum van tijd. Gedachten en waarnemingen zijn minder beperkt. Men is heel helder van geest en de zintuigen zijn veel scherper met een bovennatuurlijke waarde. Als men tijdens het stoffelijk leven blind, doof of verlamd was, kan men nu wel zien, horen en zich verplaatsen. Soms ontmoet men ook andere wezens in een dergelijk lichaam, of heeft men een ontmoeting met een helder of zuiver licht.

Hildegard von Bingen

De geest lijkt gevangen te zitten in de kooi van lichaam en gedachten. Eenmaal bevrijd neemt hij veel meer waar dan wanneer hij omfloerst wordt door het vlees. Zo ook in Kiss Of Life. Dat je daarvoor niet eerst dood hoeft te gaan, blijkt uit een brief van Hildegard von Bingen (1098-1179) aan Guilbert van Gemblours:

Dat wat ik zie kan ik niet volstrekt waarheidsgetrouw weergeven. Zo lang ik in het lichaam ben en de ziel daarginds niet waarneemt. Bij deze visioenen stijgt mijn ziel zo hoog als God dit toelaat. Ik dring door tot in de hemel, waar ik volkeren kan waarnemen die duidelijk verwijderd van mijn eigen land leven. Niet alleen deze dingen neem ik waar, ik zie ook het wisselen van wolken en van andere tot de natuur behorende verschijnselen. Ik zie dit niet meer met aardse ogen, evenmin hoor ik ze met mijn oren. Het is niet mijn verstand of een van de vijf zintuigen waarmee ik waarneem. Ik zie deze dingen uitsluitend in mijn ziel, ook al lijken mijn aardse ogen geopend. Ik ben daarbij niet in extase. Ik zie dit alles dag en nacht bij volledig bewustzijn.

Het veld

In april verscheen bij Ankh Hermes Het veld van onderzoeksjournaliste Lynne McTaggart. Hierin bewijzen wetenschappers op het bestaan van een veld waarin alle tijden samenvallen. McTaggart zegt in haar boek dat alles en iedereen met elkaar verbonden is door middel van dit energieveld waarin alle informatie van alle tijden zou zijn opgeslagen. Dit zero-point-field, waar zelfs op het absolute nulpunt nog steeds energie meetbaar is, lijkt een bron te zijn van tal van verschijnselen. Van zwaartekracht tot elektromagnetisme en van de spontane genezing van een wond tot helderziendheid en telepathie. Volgens de auteur leidt het lezen van haar boek tot de conclusie dat de ‘force’ uit Star Wars echt bestaat. Of die force God is, laat ze in het midden. Wel acht ze het bewezen dat doden en levenden met elkaar verbonden zijn dankzij dat ene veld. Kiss Of Life schakelt daarin leven en dood, realiteit en verbeelding, tijdzones en landen aaneen tot een snoer vol parels met als grootste de liefde.

Muziek / Achtergrond
special: Interview met Beth Hart

Muziek tegen de nachtmerries

.

Beth Hart is duidelijk een open persoon, die geen strak onderscheid maakt tussen publiek en privé. Op Leave The Light On, haar in maart uitgekomen derde album, zingt ze zonder terughoudendheid over de worsteling met haar drugs- en drankverslaving, tijdens optredens speelt ze expliciet met haar seksualiteit en ook tijdens ons gesprek blijkt Hart bereid over alles te praten. “Sommige journalisten verwijten me dat ik zo open ben. Zij vinden dat ik op Leave The Light On te persoonlijke dingen vertel, maar voor mij zijn die teksten juist heel belangrijk. Ze zijn healing.”

Beter door de drugs

~

“Toen ik verslaafd was, waren er dagen waarop ik het leven helemaal niet meer zag zitten. Ik had niet het gevoel dat ik het nog langer verdiende om te bestaan; ik speelde vaak met gedachten over de dood. Maar gelukkig was Scott, mijn huidige man, er toen altijd voor mij. Hij hield van mij, en sleepte me er steeds weer doorheen.” Verlangen naar de drugs en de drank doet ze niet meer, maar Beth Hart kent nog altijd dagen waarop ze moeite heeft met het leven. “Mijn probleem is dat ik geen zelfvertrouwen heb. Gisteren had ik een goede dag, toen was ik enthousiast en ging alles lekker. Maar vannacht had ik veel nachtmerries, daardoor zie ik erg tegen vandaag op. Het liefst zou ik heel de dag in bed blijven.”
De muziek houdt Hart op de been. Zodra het met haar verslavingen de beterende kant op ging, begon ze ook weer nummers te schrijven. “Leave The Light On komt uit die periode. Er was geen platenmaatschappij die tijdens de opnames binnen kon lopen en kon zeggen “dit moet anders en dit moet de radiosingle worden”: het was alleen maar ik en de band. Samen maakten we een pure plaat die weerspiegelt wat er in die periode speelde. Het schrijven en het opnemen van die nummers hielp me destijds echt. En nog altijd: erover praten is nog steeds goed voor me. Het klinkt misschien raar, maar achteraf bezien ben ik zelfs dankbaar voor die periode. Als je zoiets verschrikkelijks hebt meegemaakt, kom je er weer sterker uit. Ik ben nu een beter mens, ik kan nu meer liefde geven en ontvangen.”

Zonder maatschappij

Haar eerste twee albums, Immortal (1997) en Screamin’ For My Supper (1999), bracht ze uit bij Atlantic Records. Toen werd ze overal ter wereld in één keer in de markt gezet, maar dat is nu anders. “Ik had een contract voor twee platen, en daarna wilden ze me niet meer omdat ik een drugsverslaafde ben. Dat ik voor deze nieuwe plaat goede nieuwe nummers schreef interesseerde ze geen reet. Het gaat bij de grote labels alleen maar om geld: om goede muziek geven ze niks! Het gaat erom hoe vaak je op de radio wordt gedraaid en hoeveel ze aan je kunnen verdienen.

Nu moet ik in ieder land een aparte platenmaatschappij overtuigen dat ik de moeite waard ben. Leave The Light On is daardoor eerst in Nieuw Zeeland uitgebracht, daarna in Amerika, en nu dus in Nederland. Daarom ben ik momenteel ook zo veel in Nederland: de handel moet gepromoot worden. Over een paar maanden wordt de plaat in Denemarken uitgebracht. Dan zal ik daar wel weer veel gaan optreden.”

Spelen

~

En dat vele optreden werkt: haar Nederlandse reeks begon in januari met een akoestische set op Eurosonic en ging eind april, begin mei voort met een serie uitverkochte concerten in onder meer 013 Tilburg en Paradiso Amsterdam. “Dat laatste optreden was het beste optreden dat ik ooit gegeven heb. Het was zo geweldig! Paradiso is een prachtige zaal en het was helemaal uitverkocht. Ik had nog nooit voor zo’n groot publiek gespeeld dat speciaal voor mij kwam. Op festivals stond ik wel voor meer mensen, maar dit was voor mij heel bijzonder: al die mensen die hadden betaald om mij te zien.”
“Optreden vind ik het mooiste van mijn vak. Het is beter dan platen opnemen en liedjes schrijven, omdat je meteen resultaat ziet. Door de muziek kun je mensen vrolijk maken. Als ik zie dat de mensen zich tijdens een concert vermaken, dan voel ik me belangrijk. En dat is weer goed voor mijn zelfvertrouwen.”

Dat vermaken van mensen lukte goed in Paradiso. Ze maakte een grote groep fans intens gelukkig door van het podium te stappen en een nummer te zingen terwijl ze door het publiek liep. Later ging ze voor het podium op de grond zitten, waarop een groot deel van de zaal uiteindelijk gehurkt naar haar luisterde. “Dat was een prachtig moment. In juni ben ik weer in Nederland. Hopelijk kan ik dan een akoestisch optreden geven in Paradiso. Dan wil ik niet op het podium staan, maar in de zaal zitten. En dan wil ik niet alleen spelen, maar ook verhalen vertellen. Dat gaat in ieder geval gebeuren. Als het niet in juni is, dan wel in september, want dan kom ik ook weer naar Nederland.”

Anouk kicks ass

Tja, het is hard werken om de Nederlandse ziel en radio te veroveren, maar het gaat in ieder geval de goede kant op voor Hart. Ze is al geboekt voor Parkpop in Den Haag (27 juni) en speelt in Tivoli Utrecht (5 juni) en Bosuil Weert (6 juni). Het meest kijkt ze echter uit naar het optreden dat ze 8 juni in Zaandam samen met Anouk zal geven. “Anouk is een geweldig mens en een hele goede zangeres. Ze zou heel groot kunnen worden in Amerika. Ik speel straks in haar voorprogramma, maar ik hoop dat we ook samen een nummer gaan doen. En anders ben ik al blij als ik mee kan doen als achtergrondzangeres bij Anouk. She really kicks ass!