Muziek / Album

Hoe Nederlandse hiphop klinkt op z’n Ghanees

recensie: Akwasi - Sankofa

Ongeveer een maand voor de regering van Ghana verkondigde dat het land in lockdown zou gaan vanwege corona, kwam rapper, dichter en acteur Akwasi terug naar Nederland. Hij verbleef voor langere tijd in het land waar zijn ouders zijn geboren, wat tot het nieuwe album Sankofa leidde. Daarin gaat hij terug naar de roots van zijn familie. Akwasi slaat met het album een brug tussen Nederlandse hiphop en Ghanese muziek. Een combinatie die bijzonder goed lijkt te werken.

Een mix van verschillende werelden

Het is duidelijk dat Akwasi ervoor heeft gekozen om op zijn nieuwe album zowel invloeden uit Ghana als Nederland te combineren. Wat opvalt is dat hij qua taal juist vooral in het Nederlands rapt en maar een beetje in het Ghanees. Een bewuste keuze zo lijkt het, want in het nummer Na wo se deng begint hij met de tekst: ‘Laat ze zien wie de beste Ghanese rapper in het Nederlands is’. De Ghanese invloeden komen juist muzikaal duidelijk naar voren. Met deze combinatie van Afrikaanse en westerse invloeden laat Akwasi zien dat hij niet in één hokje past, maar een mix is van twee werelden.

Ook de albumtitel, Sankofa, is wat dat betreft toepasselijk en laat zien dat Akwasi opzoek is gegaan naar wie hij is en waar hij vandaan komt. Dit wordt duidelijk in de gelijknamige titelsong, waar we stemmen horen van mensen die proberen uit te leggen wat Sankofa betekent, namelijk: ‘Ga terug om het te halen’.

Funky liveband

Om het nieuwe album te promoten kwam Akwasi hier 3 april over vertellen in de televisie-uitzending van het programma M. Hoewel de studio nog onwennig leeg was, de coronamaatregelen waren nog maar een paar weken van kracht, liet hij daar een mash-up horen van twee nummers van de nieuwe plaat: Na wo se deng (Ghanees voor ‘wat zeg je precies?’) en Je bent nodig – je kunt het optreden hier terugzien.

Tijdens het optreden valt op dat Akwasi een waanzinnige liveband heeft verzameld. Een strakke ritmesectie zorgt voor de nodige hoeveelheid funk, die wordt versterkt door het slagwerk van de gitaar. De afro-invloeden komen van de blazers en de toetsen, wat de sfeer compleet maakt. De zwakste schakel in het geheel is helaas Akwasi zelf. Hij is weinig subtiel is in zijn microfoongebruik en het ontbreekt hem, net als op het album overigens, aan toonvastheid. Ook heeft hij moeite met het ritme en de timing.

Het studioalbum

Dan het album zelf. Dit heeft duidelijk meer hiphopinvloeden dan het liveoptreden. Het begin is erg sterk, vooral muzikaal gezien, door de combinatie van afrobeat, hiphop en lounge. We horen blazers en hier en daar Afrikaanse percussie-elementen gecombineerd met hiphopbeats. Volgens Akwasi moet iedere track aanvoelen ‘alsof de Ghanese zon op je schijnt’. Wat dat betreft is dat in het eerste deel van het album zeker gelukt. De stijl is zomers en ideaal als sfeermaker tijdens een zomerse dag in het park. Naarmate het album vordert worden de tracks meer van hetzelfde en verdwijnt de Ghanese invloed een beetje. De lekkere afrovibe heeft plaatsgemaakt voor standaard hiphopbeats. 

Rap of poëzie?

De teksten van Akwasi lijken soms meer op gedichten dan op rapteksten. Omdat het ritmegevoel en de rijm vaak missen, lijken de teksten meer geschreven voor papier dan voor muziek. Dit lijkt Akwasi zelfs te onderschrijven wanneer hij rapt: ‘Als ik nu rap zonder beat, noemt men het poëzie’. Ook jammer is dat hij niet echt speelt met zijn stem zoals bij veel andere hiphop wel het geval is (denk aan de Jeugd van Tegenwoordig, Kanye West, Snoop Dog of Q-Tip). Dit maakt dat sommige nummers wat vlak en eentonig worden. Maar anders dan Akwasi zelf lijkt te vinden, is wat mij betreft ‘poëzie op muziek’ nog geen hiphop. Daar is iets extra’s voor nodig: ritme, timing, stemdynamiek en woordklanken die de muziek aanvullen.

In de teksten zelf zit gelukkig wel af en toe een diepere laag. Een mooi voorbeeld daarvan is: ‘Ben in de rouw want mijn ouwe ik bestaat niet. Een nieuwe ik maar ik ben nog steeds Akwasi’. Of: ‘Elke dag weer een zonnesessie. Veel talen, geen woord voor depressie.’ In Ghana worden ongeveer dertien talen gesproken en wordt depressie maar zeer zelden gediagnosticeerd. Helaas komt bij de meeste nummers de diepere betekenis niet altijd meteen naar boven doordat in de refreinen vaak voor een wat simpeler tekstueel thema is gekozen. Je zult als luisteraar de rest van de tekst er dus eerst bij moeten pakken om te zien dat Akwasi toch wel degelijk een boodschap voor ons heeft: wees trots op wie je bent.