Theater / Voorstelling

Belangrijkste ingrediënt ontbreekt in musicalbewerking van ’t Schaep met de 5 Pooten

recensie: MORE Theaterproducties - ’t Schaep met de 5 Pooten

De musicalbewerking van ’t Schaep met de 5 Pooten bewijst weer eens dat een bewerking van een geslaagde roman, film of, zoals in dit geval een tv-serie, geen garantie voor succes is.

Aan het einde van de musical ’t Schaep met de 5 Pooten moest ik denken aan een soufflé die ik jaren geleden, toen ik net leerde koken, wilde maken. Het plaatje in het kookboek zag er veelbelovend uit. Ik had goede voorbereidingen getroffen en verse groente en een lekkere Zwitserse kaas gekocht. Toch zag de soufflé er niet uit zoals ik had gehoopt, het leek meer op een restje Olvarit. Ik was namelijk één belangrijk ingrediënt vergeten: de eieren.

Ook MORE Theater Producties had waarschijnlijk een veelbelovend beeld in gedachten toen het idee ontstond om een musical van ’t Schaep te maken. De tv-serie, zowel de oorspronkelijke uit 1969 als de remake uit 2006, over het wel en wee van de stamgasten van een Jordanese kroeg, was een succes. Dat kwam niet alleen doordat beide versies uit een sterke cast bestonden (onder andere Piet Römer, Adèle Bloemendaal, Leen Jongewaard uit de jaren ’60-versie en Pierre Bokma, Loes Luca en Jenny Arean uit de remake-versie), maar vooral door de muziek, geschreven door Eli Asser en gecomponeerd door Harry Bannink, met tijdloze hits als Vissen, Het zal je kind maar wezen en As je mekaar niet meer vertrouwen kan.

Dunne verhaallijn

Weet de musical de series te evenaren? Bij het slotapplaus dacht ik dus weer aan mijn mislukte soufflé. Ook MORE Theater Producties heeft een boel ingrediënten om deze musicalbewerking te laten slagen, maar het belangrijkste ingrediënt, het verhaal, ontbreekt.

Voor de musical heeft Raoul Heertje een plot bedacht dat zelfs voor een aflevering van een halfuur aan de magere kant was geweest, laat staan voor een musical van ruim twee uur. In de musical is Doortje (Eva van der Gucht) verliefd op Kootje (Jeroen van Koningsbrugge). Kootje heeft de liefde opgegeven nadat zijn ex-verloofde er met zijn broer vandoor is gegaan. Doortje zit op haar beurt nog steeds in over het feit dat ze dertig jaar geleden (dertig jaar! Dat maakt haar… wat?… een vrouw van vijftig, zestig?) op het altaar is achtergelaten door Tinus. Diezelfde Tinus keert nu terug uit Spanje. Hij wil verzoening. Sterker nog, hij wil Doortje terug en vraagt of ze mee gaat naar Spanje. Doortje twijfelt: blijft ze voor Kootje, of moet ze die hoop laten varen en kan ze beter naar Spanje?

Tegelijkertijd wordt er een dun lijntje met het heden getrokken door thema’s als xenofobie, kapitalisme en conservatisme te behandelen. Arie Balk (door John Buijsman met een flink Rotterdams accent gespeeld) staat symbool voor de conservatieve ‘ras-Amsterdammer’ die met lede ogen aanziet hoe zijn Jordaan door ‘buitenlanders’ wordt overgenomen.

Van een oppervlakkig verhaal naar oppervlakkige personages

De poging om heden en verleden met elkaar te verweven is te begrijpen, maar de uitwerking is hier te geforceerd. De personages verliezen geloofwaardigheid en menselijkheid. Juist dat laatste kwam in de tv-serie zo goed naar voren. Daarin zag je de verschillende types die, ondanks hun verschillen, lief en leed in de kroeg deelden. In de musical komt dat nauwelijks terug. Als ze met elkaar praten, wordt er óf iemand beledigd (meestal de blondine Lena, leuk gespeeld door Jeske van de Staak), óf wordt de ene na de andere flauwe (woord)grap gemaakt, óf wordt er, bij gebrek aan beter, gedronken. De onderlinge relaties zijn zo oppervlakkig dat het bijna een wonder is dat deze mensen het überhaupt zo lang met elkaar uithouden. Vooral van Lena, die constant door haar ‘vrienden’ al dan niet impliciet voor slet wordt uitgemaakt, zou je verwachten dat ze op zoek gaat naar een beter gezelschap.

Door dit wankele script wordt ook het acteerwerk minder indrukwekkend. En dat terwijl de cast uit stuk voor stuk talentvolle en ervaren acteurs bestaat. Alleen Ellen Pieters als Riek Balk overtuigt vanaf het begin. Ze is grappig, zonder geforceerd te doen. Met haar platte accent en geblondeerde haar past Pieters goed bij de Jordanese diva die Riek kan zijn. Erg mooi is de scène waarin Pieters Vissen zingt. Waar het nummer in de tv-serie door de mannen wordt gezongen, zingt zij het alsof ze namens haar man Arie praat. Zo goed kent ze hem. Alles – ja, zelfs haar! – zou hij kunnen missen, maar één ding niet: vissen.

Jeroen van Koningsbrugge, die zijn musicaldebuut maakt, blijft oppervlakkig. De combinatie tussen horkerigheid en humor komt bij hem minder goed uit de verf dan bij Piet Römer en Pierre Bokma, die Kootje in de series hebben gespeeld.

Eva van der Gucht is op haar beurt geen platte Doortje, maar juist een kwetsbare, ietwat verlegen type. Ook Van der Gucht maakt hiermee haar personage tamelijk eenzijdig (zeker als ze dus een vrouw van in de vijftig moet voorstellen). Aan de andere kant is het wel noemenswaardig dat Van der Gucht haar kwetsbaarheid doorvoert in de muziek van Asser. Daarmee worden de liedjes in een nieuw, fris jasje gestoken. Een feestelijk nummer als Mensenlief, waar gaan we toch naartoe tovert ze zelfs voor een deel om tot een ballade.

Schaarse momenten

Het decor (mooi ontworpen door Marjolein Ettema) draagt in deze scène overigens bij aan het contrast tussen feestelijkheid en ballade. Centraal op het toneel staat de kroeg ’t Schaep, maar die wordt subtiel afgewisseld met Doortjes wasserette of de slaapkamer van Arie en Riek Balk. Het nummer Mensenlief, waar gaan we toch naartoe begint feestelijk met alle stamgasten in de kroeg, maar eindigt kwetsbaar met Doortje, alleen in haar wasserette.

Zulke aanpassingen zijn ook de verdiensten van regisseur Gijs de Lange. De afgelopen seizoenen heeft De Lange met de musical Into the Woods en de toneelbewerking van het dagboek van Hendrik Groen bewezen dat hij geen één-op-één-weergave van eerdere versies of de brontekst maakt, maar juiste nieuwe dimensies aan het stuk toevoegt. Zo’n subtiele aanpassing aan een nummer als Vissen is veel geslaagder dan dat geforceerde gevis naar de lach.

Helaas zijn zulke momenten schaars in deze musical. Hoe mooi het recept en hoe duur of imposant sommige ingrediënten voor deze musical ook mogen zijn, het resultaat is hier en daar wat aangebrand en op veel plekken nog niet gaar genoeg.