Film / Films

De mens is gewoon een hond

recensie: Dogman

De plaats van handeling en de vuile streken van de maffia kenden we al uit Gomorra. Toch slaat de Italiaanse regisseur Matteo Garrone met het zwartkomische Dogman nieuwe wegen in. Het lijkt wel of er een Scandinavische misantroop schuilt in de ziel van deze zuiderling.

Castel Volturno heet de verlopen badplaats vlakbij Napels. Er staan flatgebouwen die hun beste tijd hebben gehad, hotels die nooit zijn afgebouwd en de meeste wegen zijn er onverhard. Politie zie je er zelden, de Camorra is er de baas. Deze Zuid-Italiaanse misdaadorganisatie heeft volgens de laatste berichten het totale stadje weer onderverhuurd aan de Nigeriaanse maffia. Die gebruiken de badplaats als een distributiecentrum voor Europese vrouwenhandel.

Een troosteloze plek dus, maar ook een aantrekkelijk filmdecor. Matteo Garrone nam er eerder het taxidermische misdaaddrama L’Imbalsamatore en het grote maffia-epos Gomorra op. Ook het aangrijpende Siamese tweelingzussendrama Indivisibili maakte onlangs dankbaar gebruik van de wonderschone treurigheid. En nu dus Dogman, van diezelfde Garrone.

Kruiperig onderdeurtje

In de ruïnes van Castel Volturno situeert hij de hondentrimsalon van Marcello, een wat kruiperig onderdeurtje met een groot hart voor dieren. En een hoge tolerantiegrens, want de hondenman redt niet alleen dieren in nood, maar ook vrienden die keer op keer misbruik maken van zijn goedgeefsheid en onvermogen om ‘nee’ te zeggen. Vooral de lompe, aan cocaïne verslaafde reus Simone is een kwelduivel. Keer op keer voorziet Marcello deze gewelddadige psychopaat van neuspoeder. Hij draait zelfs de gevangenis voor hem in.

Zwartgallig mensbeeld

Het duurt even voordat je als kijker begrijpt wat de motieven zijn van de vaak extreme personages in deze film. Maar wie eenmaal ziet dat er in dit hellegat geen onderscheid meer is tussen mens en beest, snapt het handelen van de hoofdpersonen een stuk beter. De mens is gewoon een hond, met Marcello als trouwe schoothond die kruipt voor de hand die hem slaat en Simone als dolle pitbull die regelmatig last heeft van een bloedige waas voor de ogen.

Heel veel plot heeft Dogman niet. Garonne schept vooral sardonisch plezier in het neerzetten van zorgvuldig opgebouwde, fraai vormgegeven scènes met heel veel sfeer. De film weet met name te verrassen in de afwisseling tussen vertedering, extreem geweld en slapstick. Met zijn zorgvuldig gekaderde cameravoering, gortdroge humor en zwartgallige mensbeeld lijkt Garonne wel een Italiaanse bastaardzoon van de Zweedse meesterabsurdist Roy Andersson (Songs from the second floor, You, the living). Daarbij geholpen door de treurige hondenogen van non-acteur Marcello Fonte die voor zijn vertolking van het gelijknamige hoofdpersonage in Cannes de prijs voor beste mannelijke hoofdrol kreeg.