Film / Films

Basketballen zonder coach

recensie: Coach Carter

Ken Carter is een groot basketballer geweest. Via het team op zijn college heeft hij carrière gemaakt. Na beëindiging van een imposante loopbaan als speler in de NBA, drijft hij een winkel in sportkleding. Hij heeft zijn sportieve aspiraties opgeborgen en bekommert zich vooral om de opleiding van zijn zoon. ’s Avonds doet hij de boekhouding van zijn zaak. Op een dag wordt hij gevraagd iets te doen voor het basketbalteam van het college waaraan hij zelf onderwijs heeft gehad. ‘Coach Carter’ stelt enkele voorwaarden en gaat aan de slag.

~

De voorwaarden van Carter (een rol van Samuel L. Jackson) hebben te maken met respect, respect voor de tegen- èn de medestander. Daarbij hecht hij waarde aan de schoolgang van zijn spelers. Spijbelen is uit den boze en de studieresultaten moeten voldoende zijn. Hij traint zijn team niet alleen op hun sterke punten, maar gaat aan de slag met de vedetteneigingen, de sterallures en de maniertjes van zijn sterspelers. Coach Carter doet dit door veel te straffen. Zijn spelers doen heel veel push-ups en trekken honderden sprintjes. Carter beloont door niet te straffen. Carter is zelf ster geweest. Hij heeft zijn punten en diploma’s behaald met discipline en hard werken. Het team waar hij trainer en coach van wordt, is een team van luiwammesen en niksnutten. Studenten die toevallig aardig een balletje kunnen gooien, maar vooral veel spijbelen.

Criminaliteit

Carter stuit op veel tegenstand. Allereerst zijn er de spelers. Ze zien het nut van hard werken niet in. Ze verliezen al maanden hun wedstrijden en werken binnen de lijnen net zo hard als in de klas. De ouders willen dat hun kinderen toch blijven sporten en blijken minder te hechten aan de studieresultaten. Een van de manieren voor deze studenten om te ontsnappen aan uitzichtloze baantjes, criminaliteit en werkeloosheid is een sportcarrière. Ouders blijken te denken, dat een carrière in de sport gemakkelijker te bereiken is dan een diploma. Ook het onderwijzend personeel staat niet achter Carter. Slechts vijf leden van het team onderwijzers helpen Carter uiteindelijk door het geven van bijlessen.

Driepunter

~

Samuel L. Jackson is geen basketbalcoach. In de film is al snel duidelijk dat Jackson charisma heeft, maar geen balgevoel. Hij gaat goed om met zijn jongens, maar hij straalt geen moment de vergane glorie van een grote ster uit. Opvallend daarbij is dat deze ex-basketballer de bal in de film nauwelijks aanraakt. Een topcoach mag een pak dragen, maar een ex-speler die geen enkele driepunter scoort is wat ongeloofwaardig. Deze coach gaat het gevecht met zijn spelers vooral buiten de lijnen aan. Carter is een coach in een pak en een trainer die van zijn spelers vooral inzet eist. Briljante aanwijzingen worden weinig gegeven.

Luie donders

Toch heeft de film Coach Carter – overigens gebaseerd op een waar gebeurd verhaal – kwaliteiten. De opnames op het basketbalveld zijn geloofwaardig, de wedstrijden fantastisch in beeld gebracht. De spelers van het team zijn luie donders, hebben allerlei neigingen, maar kunnen een aardig balletje gooien. Zes van de spelers blijken uiteindelijk baat te hebben bij de aanpak van Carter.

Tissues

En zo af en toe is er een onverwachte wending in het verhaal. Zo’n moment waarbij de toeschouwer een brok in de keel voelt, misschien zelfs wel een traan voelt opwellen. Tissue time! Dan is duidelijk, dat Coach Carter gemaakt is voor het grote publiek. De studenten veranderen van kansarme jongeren in sporters met discipline en ambitie, en willen zelfs de schoolbanken weer in! Ze maken keuzes die zullen leiden naar een sportieve en goede toekomst, blijken als een team te kunnen spelen. Natte ogen voor jongeren die zich eerder het liefst als etterbakken gedroegen. Coach Carter overtuigt vooral in die scènes.

Film / Films

De kracht van tradities

recensie: Moolaadé

Moolaadé beleefde haar voorpremière op het Festival Vrouwenfilms in Assen. Gezien het thema van de film is dit geen verrassing. De hoofdpersoon is een vrouw die breekt met de eeuwenoude tradities van haar geboortedorp. Ousmane Sembene, de 81-jarige Senegalese regisseur, heeft met zijn twaalfde speelfilm een aangrijpend beeld van het Afrikaanse platteland neergezet. Sembene wordt wel een van de grondleggers van de Afrikaanse cinema genoemd en doet met deze film zijn naam eer aan. Met deze close-up van de Afrikaanse traditionele cultuur laat Sembene zien hoe groot de kracht van traditie kan zijn.

~

Plaats van handeling is een klein dorpje op het platteland van Senegal. De in felle kleuren gehulde dorpelingen werken hard voor hun dagelijks brood. De mannen in het dorp zijn de baas en de traditie schrijft voor dat alle meisjes op jonge leeftijd besneden moeten worden. Collé Ardo Gallo Sy is de enige vrouw in het dorp die haar eigen dochter zeven jaar geleden niet heeft laten besnijden. Als er vier jonge meisjes vluchten bij hun ‘reinigingsritueel’, kloppen ze aan bij Collé. Om de meisjes te redden, roept ze een heiligplaats aan die hun bescherming zal bieden, een Moolaadé. De meisjes zijn voorlopig veilig maar de druk van de dorpelingen neemt al snel toe. Als ook de dorpsoudsten zich tegen haar keren komt zelfs het aanstaande huwelijk van haar dochter in gevaar.

Represailles

Het twee uur durende drama speelt zich volledig af binnen de muren van het dorp. Dit geeft een gevoel van gevangenschap en maakt de benauwende positie van de hoofdpersonen voelbaar voor de kijker. Ondanks het zware thema is Moolaadé geen onaangename film. Het schetst met veel humor het leven in het dorp. We zien de dorpsbewoners in hun dagelijkse beslommeringen, rijkelijk aangezet met metaforen en symbolen. Toch staat de kleurrijke omgeving in schril contrast met de verstikkende kracht van traditie. Sembene laat zien hoe er om de macht geconcurreerd wordt, en welke middelen daarbij gebruikt kunnen worden. Een belangrijk middel is het geloof in hogere machten. De Moolaadé boezemt angst in bij de dorpsoudsten. Ze zullen de Moolaadé nooit verbreken uit angst voor represailles van de geesten. De Moolaadé kan alleen ongedaan gemaakt worden als degene die hem aangeroepen heeft een magisch woord uitspreekt. Collé weigert dit zolang ze niet de garantie heeft dat de meisjes niet besneden zullen worden.

Media

Een van meisjes vraagt Collé op een gegeven moment of een Bilakoro (een vrouw die niet besneden is) wel kinderen kan krijgen. Deze voor ons westerlingen, rare, zelfs grappige vraag geeft pijnlijk weer hoe diep vrouwenbesnijdenis in deze cultuur verankerd ligt. Als oorzaak voor het opstandige gedrag van Collé wordt de radio aangewezen. De dorpsoudsten besluiten dat alle radio’s in het dorp ingenomen en vervolgens verbrandt moeten worden. De film eindigt met een lang shot van een antenne. Sembene lijkt te willen zeggen dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de media in de strijd voor vrouwenemancipatie.

Belangrijke les

Ondanks de luchtige ondertoon blijf je als kijker achter met de vraag in hoeveel dorpen in Afrika nog steeds de meisjes dit ritueel moeten ondergaan. En hoeveel vrouwen zoals Collé er écht bestaan. Sembene leert je een belangrijke les, namelijk hoe groot de kracht van traditie is en hoeveel levens het kost om deze traditie te doorbreken.

Film / Films

Liefde voor de cinema

recensie: Electric Shadows (Meng ying tong nian)

De jongeman Dabing wordt op weg naar de bioscoop met een baksteen het ziekenhuis in geslagen door een jonge vrouw. Pas tegen het einde van de film komt hij erachter waarom, maar dat de twee een lange gezamenlijke geschiedenis hebben wordt na het voorval al gauw duidelijk. De verbitterde vrouw vraagt hem haar vissen water te geven terwijl ze in hechtenis zit, en in haar huis treft hij aantekeningen aan over haar levensgeschiedenis en de rol die Dabing daarin speelt. De jeugd van het cinefiele meisje wordt vervolgens als een film op zich weergegeven. Het verhaal schakelt tussen die geschiedenis van dertig jaar geleden en het heden, waarin de gevolgen duidelijk worden en waarin Dabing probeert orde aan te brengen.

~

Het thema van de film is een familiedrama met fouten, schulden, boete en verlossing, en het helen van emotionele wonden, maar waar het ook om draait is een grote liefde voor films. Hoewel de vele filmfragmenten en de referenties aan de geschiedenis van de Chinese cinema een westerling niets zeggen, is de filmliefde erg toegankelijk. De hartstocht blijkt hij uit elk aspect van Electric Shadows: de jeugd van de hoofdpersonen is met imposante enscenering zelf als nadrukkelijk filmisch weergegeven, alle hoofdpersonen zijn bezeten van films en de belangrijkste handelingen spelen zich af rond projecties en bioscopen. Dat roept vergelijkingen met Cinema Paradiso op, maar Electric Shadows is ook op eigen wijze een vakkundig gemaakt staaltje publiekscinema.

Grandeur

Met overdadige muziek en schitterende settings verkiest regisseur Xiao filmische grandeur boven intimiteit, maar hij verliest daarbij details en menselijkheid niet uit het oog. Alle acteurs spelen prachtig, met name door de acteurs die Dabing en diens oom spelen. De productie is tot in de puntjes verzorgd en hoewel zich nauwelijks verrassingen voordoen en het verhaal nergens buiten braaf afgebakende paden treedt, biedt deze Chinese film een heerlijk anderhalf uurtje publieksvermaak. De kijker laat zich net zo ademloos vervoeren als de personages in de film.

Film / Films

Mysterieus maar niet intrigerend

recensie: Het mysterie van de sardine

.

~

Een hond komt tevoorschijn uit een vijver met een groot sardineblik om zijn nek. Als Tim Boerhaave, professor in de filosofie, door het raam naar de hond staat te kijken explodeert het blik. Tim overleeft de aanslag, maar verliest wel voorgoed zijn benen. Van de daders ontbreekt elk spoor en Tim blijft gebroken achter met de vraag wie de aanslag beraamt heeft en vooral waarom. Om de aanslag te verwerken gaan Tim (Victor Löw), zijn vrouw Vera (Renée Fokker) en hun twaalfjarige dochter Emma (een uitstekende rol van Elske Rotteveel) op vakantie naar een van de waddeneilanden. Tim sluit zich op in zijn hotelkamer en probeert met een ingewikkeld kaartsysteem alle puzzelstukjes van de aanslag op hun plaats te krijgen. Hij probeert uit te zoeken wat er precies gebeurd is en wat de aanleiding geweest is. Waar heeft hij dit aan verdiend? Heeft hij vijanden gemaakt in het verleden?

Tim is een aanhanger van het logisch positivisme, een stroming binnen de filosofie waarin oorzaak en gevolg noodzakelijkerwijs met elkaar verbonden zijn. Hij gaat te raden bij zijn voorgangers. Alle grote denkers uit de filosofie passeren de revue maar ook zij kunnen hem niet helpen bij zijn zoektocht naar een verklaring.

Brede glimlach

Vera lijkt onberoerd over het lot van haar man en vult haar dagen met omzwervingen over het eiland. Tijdens deze omzwervingen doet ze een aantal ontdekkingen die allemaal verband lijken te houden met het mysterie. Zo vindt ze in een kapel een mysterieus schilderijtje waarop een explosie afgebeeld staat. De verf is nog nat. Ook komt ze mensen uit Tims verleden tegen. Hebben zij iets te maken de aanslag? Tim voelt zich gaandeweg steeds beter en begint contact te leggen met andere mensen. Hij filosofeert er met een brede glimlach op los, op zoek naar antwoorden. Die antwoorden lijkt hij niet te vinden, tot er iets vreselijks gebeurt.

Whodunit

Vrijwel de hele film speelt zich af op het eiland, en alle mogelijke aanwijzingen bevinden zich dan ook daar. Alles lijkt een beetje uit de lucht te komen vallen. Van Zuylen blijft laveren tussen toeval en (nood)lot. Dit maakt de film mysterieus maar niet intrigerend. Halverwege lijkt de film zich te ontwikkelen tot een soort whodunit, maar hij blijft uiteindelijk steken in een onsamenhangend geheel van mogelijke verklaringen. De film is alles behalve reëel en mede daardoor op geen moment meeslepend. Het mysterie wordt niet opgelost en als kijker blijf je schouderophalend achter. Buiten de filosofische overpeinzingen, een aantal mooie scènes en soms geweldig camerawerk, is er eigenlijk geen reden om deze film te gaan zien.

Film / Films

Meesterlijk spel

recensie: Memories of Murder (Sarineui chueok)

Memories of Murder, het Zuid-Koreaanse kassucces van 2003, is een hoogst originele film over de jacht op een seriemoordenaar. Het is een gruwelijke thriller, zwarte komedie en sfeervol drama in één. Een film die je met zo’n combinatie meer dan twee uur, tot op de laatste minuut, op het puntje van je stoel weet te houden is een wonderbaarlijke prestatie.

~

Het script van Memories of Murder werd gebaseerd op een toneelstuk dat op zijn beurt weer op feiten gebaseerd is: het platteland van Zuid-Korea werd eind jaren 80 geteisterd door de eerste seriemoordenaar uit de geschiedenis van het land. De film behandelt het onbeholpen politieonderzoek tijdens de vaak bizarre reeks verkrachtingen en moorden. De plaatselijke inspecteur Park (Kang-Ho Song uit Sympathy For Mr. Vengeance) is een luie, arrogante botterik die het liefst een bekentenis uit een verdachte slaat. Seo, zijn tegenhanger uit de grote stad, is een meer bescheiden maar eigengereide academicus die eerder zijn verstand volgt. De manier waarop hun karakters botsen en uiteindelijk naar elkaar toe groeien is een van de vele fascinerende aspecten van deze complexe film.

Conventies

Iedereen weet hoe het er in een doorsnee seriemoordenaarsfilm aan toe gaat: de frustrerende jacht op een maniak, overspannen politieinspecteurs, onschuldige verdachten, vage aanwijzingen, blunders, de dader die steeds op het nippertje ontsnapt, enzovoorts. Die elementen zijn aanwezig, maar verwacht van deze film geen clichés of een plot met verrassende ontknoping – evenmin als romantiek en heldendaden. Memories of Murder moet het hebben van een buitengewone combinatie van factoren. Een genie achter de schermen en eersteklas acteurs voor de camera maken van deze film een prachtig vormgegeven en intelligent spel met genreconventies.

Hilarisch

~


De perfect acterende hoofdrolspelers geven geheel overtuigend gestalte aan personages, zodat zelfs de corrupte politiemannen sympathiek en levensecht worden. De cinematografie, met lange, ruime shots en veel aandacht voor de plattelandslocatie, is adembenemend. Bong (1969) geeft de film een rustig en beheerst tempo, heeft oog voor details en subtiele elementen en weet de spanning vakkundig en geloofwaardig op te bouwen. Het is de tweede film van de jonge regisseur (Barking Dogs Never Bite vond buiten festivals geen distributie in het westen), maar opnieuw een meesterlijk en buitengewoon intelligent geregisseerd werk. Het is een misdaadthriller, maar tegelijkertijd ook een absurde komedie, een overtuigend drama èn een macabere horrorfilm. De realistische sfeer, de hilarische mislukkingen in het amateuristische onderzoek, de snijdende spanning als de dader lijkt te zijn gevonden, karakters waar je om geeft – het zijn ongewone maar geheel overtuigende elementen van een verbluffende film.

Kunst / Expo binnenland

HxBxD

recensie: HxBxD: De Rabobankkunstcollectie in het Haags Gemeentemuseum

Om te vieren dat de Rabobankkunstcollectie tien jaar bestaat, vindt in het Haags Gemeentemuseum, het GEM en het Fotomuseum op dit moment de tentoonstelling HxBxD plaats. Je kunt er als rechtgeaarde liefhebber van de hedendaagse kunst niet om heen, al was het maar omdat je de reclameposters op werkelijk elke Nederlandse straathoek tegenkomt. In Den Haag exposeert de Rabobank ongeveer 180 van haar in totaal 900 objecten omvattende verzameling. Daarmee is de collectie inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste verzamelingen van naoorlogse Nederlandse kunst. Het is de tweede keer in de geschiedenis dat een tipje van de sluier wordt opgelicht. Doe er je voordeel mee, want niet eerder waren de werken in een dergelijke samenhang buiten de gebouwen van de Rabobank te aanschouwen. Speciaal voor de tentoonstelling zijn opdrachten verstrekt aan de kunstenaars Alicia Frames en Job Koelewijn. In Den Haag het levende bewijs dat de bedrijfscollectie definitief door de kunstwereld is geaccepteerd.

Sigurdur Gudmundsson, Daydream, 1980

De bank die zich profileert als boerenbank richt zich bij het verzamelen van kunst op werk van levende Nederlandse of in Nederland werkende kunstenaars. Zodra de kunstenaar overlijdt, houdt het collectioneren in principe op. Daaraan ligt de gedachte ten grondslag dat het werk in samenspraak met de maker dient te worden aangekocht. En dan het liefst meerdere werken, “zodat de verzameling een getrouwe afspiegeling is van de ontwikkeling van de kunstenaar.” Daarin verschilt de Rabobankcollectie van andere privé-collecties. Binnen de tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum ligt de nadruk op de laatste dertig jaar. De collectie is opgebouwd rond een groep van negentig sleutelfiguren uit de moderne/hedendaagse kunst, de zogenaamde ‘kernkunstenaars’ zoals Emo Verkerk, Rob Scholte, Aernout Mik, Joep van Lieshout, Micha Klein, Marlene Dumas, Rob Birza en Karel Appel.

Gemis van kritische kunst

Opvallend is dat maatschappijkritische kunst nagenoeg ontbreekt. In de wandelgangen werd al gesuggereerd dat dit alles te maken zou hebben met het gegeven dat de kunst normaal gesproken in de hoofdkantoren van Rabobank Nederland (Utrecht en Eindhoven) is te zien. De suggestie klinkt aannemelijk, vooral nadat Janneke Wesseling in de catalogus heeft verteld van het schilderij Philippe (2000) van Bas Meerman waarop een zongebruinde man zijn broek laat zakken en een witte onderbroek is te zien. Het schilderij werd opzettelijk beschadigd en moest worden gerestaureerd. Hoe het ook zij, kritische kunstenaars als Ronald Ophuis, Erik van Lieshout en Marc Bijl zijn niet in de collectie vertegenwoordigd.

Interessante aanvulling

Inez van Lamsweerde, Thank you Tighmaster, 1993 Fotografie © Inez van Lamsweerde

Toch moet wel worden vermeld dat de Rabobank sowieso erg voorzichtig is naar de jongste generatie toe (“de jongere generatie moet zich nog bewijzen voordat het Rabobankpredikaat eraan gehecht kan worden”) en dat Marc Bijl, samen met Iris van Dongen en Hadassah Emmerich, in het naastgelegen GEM een kleine solotentoonstelling heeft. Eveneens onder de HxBxD-vlag, maar de kunstenaars zijn in dit geval geselecteerd door GEM-conservator Roel Arkesteijn. Volgens Arkesteijn biedt de expositie in het GEM “een interessante aanvulling op de wat brave Rabobankcollectie.” Het hoge woord is er uit. De Rabobankkunstcommissie volgt de laatste ontwikkelingen op de voet, maar zal nooit en te nimmer aanstootgevende of maatschappijkritische kunst aankopen. Het verbaast me wat dat betreft niets dat de Rabobank nog altijd niet heeft besloten welk werk ze van Bijl zal gaan verwerven.

Manco

De zalen in het Haags Gemeentemuseum hangen vol. Te vol naar mijn idee. Er is mij altijd geleerd dat kunst moet kunnen ademen. Figuurlijk zie je de kunstwerken in het Haags Gemeentemuseum snakken naar lucht. Wellicht was het daarom verstandiger geweest om een iets strengere selectie te hanteren. Het grootste manco van de Rabobankkunstcollectie is feitelijk dat een eigen smoel ontbreekt. Je zou de verzameling met een beetje kwade wil kunnen beschouwen als illustratie bij het boek De Tweede Helft: Beeldende Kunst na 1945 van Ad de Visser. Dat doet niets af aan de kwaliteit van de verzamelde kunst, maar ik ben toch benieuwd wat de Rabobank nou eigenlijk nastreeft met haar verzameling.

Eilandjes

Desondanks hebben we hier te maken met een imposante verzameling moderne en hedendaagse Nederlandse kunst. Wat dat betreft een dikke pluim voor de Rabobankkunstcommissie die bewijst een goed oog te hebben voor wat zich afspeelt in de Nederlandse kunstwereld. Dat her en der namen ontbreken (Bas Jan Ader, Marijke van Warmerdam, Elizabeth de Vaal) is jammer, maar niet dramatisch. Zoals men in de catalogus zelf al aangeeft is volledigheid immers niet het streven. Daarmee loop je echter wel het risico dat de collectie verwordt tot een verzameling los van elkaar functionerende eilandjes die een halfslachtige dialoog met elkaar aangaan waarbij de samenhang van ondergeschikt belang is. Het lijkt me een goede zaak als de Rabobank een vast onderkomen vindt voor haar kunstcollectie. Het is niet wenselijk dat een dergelijke verzameling weer in de anonimiteit van een bankgebouw verdwijnt. Vooral omdat de lichtval en beschikbare ruimte op een dergelijke locatie vaak veel te wensen over laat.

Film / Films

Bijzonder gewoontjes

recensie: The Incredibles

.

Het is moeilijk om een reden te bedenken waarom je The Incredibles niet aan zou schaffen: de film op zichzelf is al leuk genoeg om nog veelvuldig te bekijken. Maar wanneer je “2-disc speciale uitvoering” op het hoesje ziet prijken, ben je toch nieuwsgierig naar de extra’s. Vooral omdat Pixar bekend staat om hilarische cartoons en pseudoblunders van de personages van de animatie, die bijna onlosmakelijk met de film verbonden zijn. Als er dan ook nog een sticker op het doosje zit met de woorden “Inclusief gloednieuwe cartoon”, heb je die 17 euro al snel op de toonbank gelegd.

Filmpjes

~


Hoewel de speciale uitvoering van The Incredibles veel belooft en ook het nodige waar maakt, zijn de extra’s van deze dvd niet zo goed als je zou verwachten. Het korte filmpje Boundin’, dat ook al in de bioscoop te zien was, is mooi gemaakt, maar meer dan een glimlach levert de cartoon niet op. Jack Jack Attack is de met veel bombarie gepresenteerde “gloednieuwe cartoon” en ook hier geldt dat het een mooi filmpje is dat je gezien moet hebben, maar dat niet de verwachte lachstuipen oplevert.
Eigenlijk heel lelijk, maar daardoor juist extra leuk, is Mr. Incredible and Friends. Het is een korte, stripachtige cartoon die oud lijkt (maar dat niet is), waarin Mr. Incredible en Frozone samen met een neurotisch konijn stram rondlopen in een jaren zestig tekenfilmdecor. Niets beweegt, behalve de monden, die van echte acteurs zijn. Optioneel commentaar, ingesproken door Incredible en Frozone samen, maakt het filmpje nog leuker.

Naast deze cartoons staan er ook nog twee making of-documentaires op de dvd. De eerste duurt bijna een half uur en blijkt voornamelijk te gaan over de regisseur, Brad Bird. Dat dit een bijzonder mannetje is, wordt wel duidelijk. Bird, die eerder The Iron Giant maakte, is zeer aanwezig, zeer koppig en praat meer in klanken (“You know, like… whoa!”) en gebaren (“You know, like… this!”) dan in hele zinnen. Dat de ondertitelaars daar een begrijpelijke vertaling van hebben gebrouwen, is bewonderenswaardig. De irritantie van Bird kan echter niet verhullen dat hij zeer wel in staat is om creativiteit te stimuleren. Zijn medewerkers dragen hem op handen en de sfeer in het Pixarkantoor is opperbest.

Koppig

~


De making of is echter rommelig van opzet en geeft weinig informatie, behalve dan over het karakter van Bird. De tweede documentaire, More making of, is een stuk informatiever: in overzichtelijke stukjes, die je achter elkaar kunt afspelen (totaal ruim 40 minuten), wordt van storyboard tot aan software-ontwikkeling kort getoond hoe deze elementen hebben bijgedragen aan de film. Ook interessant zijn de deleted scenes, waaronder een compleet andere openingsscène. Ook hier is alles voorzien van inleidend commentaar van Bird, die blijft vinden dat de gesneuvelde scènes geniaal waren. Maar vooral bij de openingsscène zie je meteen waarom die niet werkte. Het is maar goed dat er bij Pixar mensen werken die blijkbaar nog koppiger zijn dan Bird.

Bird is ook weer terug te vinden op een van de twee audiocommentaren tijdens de film. Samen met de producent spreekt hij een geluidsspoor in, een groep animatoren zorgt voor het andere. Bird en producer zijn iets interessanter dan het droog mompelende animatieteam. Ze praten over kleine dingetjes die de normale kijker niet eens opvallen en dan vooral over bewegende kleding en stoffen, die goed geanimeerd zijn. Wanneer Mr. Incredible in een scène met zijn superheldenpak losjes in zijn hand loopt, roepen ze: “O my God, did you see that!?”, terwijl de argeloze kijker zich afvraagt wat hij eigenlijk gemist heeft. Dat is meteen ook het nadeel van goede animatie: het is zo goed dat het niet meer opvalt. Birds commentaar is best interessant, maar het is moeilijk om je erop te concentreren. De overweldigende beelden van de film zelf leiden voortdurend af van het commentaar. Ligt dat aan de kracht van de film of aan de zwakte van het audiocommentaar? Waarschijnlijk is het een combinatie van beide.

Paaseieren

~


De speciale uitvoering bevat nog een aantal extraatjes, waaronder een kleine verzameling bloopers die behoorlijk tegenvalt, een uitgebreide superheldendatabase die leuk is om door te bladeren maar eigenlijk wat overbodig aandoet, en een grote verzameling paaseieren. Deze verborgen bonusfilmpjes zijn gemakkelijk te vinden: na twintig seconden wachten komen ze in de meeste menu’s vanzelf tevoorschijn. Er zitten een paar hele leuke tussen, maar ook flink wat onbegrepen humor.

Zo leuk en flitsend als de film zelf is, zo gewoontjes blijkt eigenlijk de speciale dvd-editie. Incredible is in dit geval ook van toepassing op alle extra’s: ongelofelijk dat zo’n goede film het met zo’n middelmatige dvd moet doen.

Film / Films

Gedachten op nul

recensie: Assault on Precinct 13

Tussen al de boekverfilmingen, tekenfilms en vage horrors, werd het weer eens tijd voor een ouderwetse ‘niet denken maar schieten’ actiefilm. Zo moet regisseur Jean-François Richet waarschijnlijk gedacht hebben. Hij pakte een oude actiefilm uit zijn kast en besloot deze in een nieuw jasje te stoppen. Zo komt het dat de gelijknamige film van John Carpenter uit 1976 nu, net iets anders, weer in de bioscopen draait.

~

Politieagent Jake Roenick (Ethan Hawke) heeft het maar zwaar. Bij een flink mislukte undercover actie een paar maanden geleden heeft hij zijn hele team verloren. Nu heeft hij een nietszeggend kantoorbaantje op het oudste politiebureau van de stad, dat ook nog eens gesloten gaan worden in het nieuwe jaar. Gelukkig heeft hij de altijd opgewonden secretaresse Iris (Drea de Matteo) en zijn oude makker Jasper (Brian Dennehy) om hem gezelschap te houden op deze eenzame, laatste oudejaarsavond.

Kat en muis

Maar eenzaam blijft het niet. Door een zware sneeuwstorm moet een politiebusje toevlucht zoeken in Precinct 13. Leeg is het busje uiteraard niet. Naast een paar kleine criminelen, zit ook de meest gezochte gangster én politiemoordenaar Marion Bishop (Laurence Fishburne) op het oude politiebureau vast. ‘Toeval’ wil het, dat hij gevolgd werd door een groep van ongeveer dertig man die hem snel dood willen hebben. Het kat en muis-spel kan beginnen, net als het ‘wie zou er nou dood gaan’-spelletje.

~

Een prijs voor het meest originele scenario gaat deze film nooit krijgen. Het is een stoere actiefilm, en daar moet je nou eenmaal niet al te hard bij nadenken. Een prijs voor de leukst verzonnen personages gaat Assault ook niet in de wacht slepen. Alle stereotypen zitten in deze film. De stoere politieagent met een probleem, de sexy secretaresse met minirokje, de slimme gangster, de ultraslimme maar oh zo mooie psychiater en, uiteraard, de bíjna gepensioneerde oudere politieagent.

Oud bewijsmateriaal

Maar dondert ook allemaal niet. Een actiefilm hoeft geen prijzen te winnen. Zo lang de actie maar goed geregisseerd is en de acteurs lol hebben in hun werk. Dat is gelukkig beide het geval. Zodra de belegering begint, komt er tot aan de laatste scène geen einde meer aan de dan ingezette actie. Aangezien het politiebureau gesloten gaat worden, liggen er bijna geen wapens meer. Een beetje A-team-achtig denken brengt de hoofdpersonen dan al snel tot het gebruik van molotovcocktails en oud bewijsmateriaal.

Ook de acteurs doen goed hun best. Ethan Hawke is geen Bruce Willis, maar hij maakt absoluut het beste van zijn rol. Drea de Matteo steelt vrijwel elke scène waar ze in zit en Laurence Fishburne heeft zichtbaar plezier in zijn ijzige gangster. Daarnaast heeft het verhaal, gelukkig, ook nog wat pluspunten. Het spelletje ‘wie blijft er leven en wie niet’ gaat niet iedereen winnen, dat mag zeker zijn. Al zijn de ontknoping en het einde jammer genoeg vrij voorspelbaar.

Lekkere en mooie actie, fijne karakters en een dun verhaaltje, dat is de conclusie over deze film. Voor wie zin heeft in weer eens een actiefilm, is dit zeker een aanrader. Ruim anderhalf uur de gedachten op nul kan ook wel eens verfrissend zijn.

Muziek / Album

Tijdloze progrock

recensie: Porcupine Tree - Deadwing

Alweer meer dan 10 jaar produceert de Britse Steven Wilson, het brein achter Porcupine Tree, een avontuurlijk soort hybride van popmuziek en progrock, vol hypnotiserende riffs, complexe structuren, synthesizers en zangharmonieën. Wilson zijn band grijpen terug naar de ambities van de oude Pink Floyd en King Crimson, maar ook op het wonderbaarlijke Deadwing – een gevarieerder album dan voorganger In Absentia – toont Porcupine Tree zich opnieuw zeer eigenzinnig en tijdloos.

~

De potentie van de band wordt het best samengevat in Arriving Somewhere But Not Here: een eenvoudige akoestische gitaarmelodie vormt de basis van een klankentapijt dat met een onnavolgbare opbouw een logische structuur krijgt. Een verontrustend intro, Wilson’s macabere tekst, omgekeerde gitaarpartijen, een heftige metalriff, opnieuw de zangmelodieën: alle elementen vallen hier op hun plaats. Net als zo’n nummer lijkt te ontaarden, keert het weer terug naar de hoofdmelodie. Zulke beheersing en finesse in songschrijven is een toonbeeld van Wilson’s enorme talent. Maar een dermate breed muzikaal spectrum zorgt gelukkig nergens voor te zware of ontoegankelijke muziek. De sound van Deadwing is namelijk kraakhelder, balancerend in plaats van verduisterend, meeslepend in plaats van overdonderend, en maakt van de negen songs een complex, maar redelijk licht te verteren album.

Experimenteerdrift

Wanneer de onorthodoxe gitaarriffs en afwijkende ritmes naar voren komen, klinkt de band als Tool (zeker in het titelnummer), maar het rijke instrumentarium, de soms bizarre gitaarsolo’s en de experimenteerdrift van Porcupine Tree maakt zo’n vergelijking nutteloos. Instrumentaal klinkt de band op zijn best, zeker wanneer zich onverwachte combinaties voordoen: vaak duikt plotseling een mellotron of een piano tussen het gitaargeweld op, of neemt een akoestische gitaar de melodieën over. Wilsons heldere, soms vervormde zang imponeert niet altijd evenzeer, maar draagt soms bij tot het succes van de songs: zijn melodieuze zangpartijen (en soms surrealistische teksten) en overdub-harmonieën vormen een deel van de kracht van Mellotron Scratch en Open Car. Zelfs van de conventionele ballad Lazarus maakt hij met delicate stem een onverwacht schitterend nummer.

Opeth

Zanger Mikael Åkerfeldt van Opeth voorziet het album hier en daar van luister, en dit versterkt de overeenkomsten tussen de bevriende bands. De complexe gitaarpartijen, gebalanceerde, kraakheldere mix en dromerige sfeer van Opeth’s Deliverance – geproduceerd door Wilson – vind je ook op Deadwing terug. Een meer imposant gastoptreden is dat van Adrian Belew van Wilson’s helden King Crimson, die een aantal gitaarsolo’s speelt. Porcupine Tree blijft zich ontwikkelen, en biedt de avontuurlijke muziekliefhebber met Deadwing een schat aan muzikaal vernuft.

Muziek / Album

Hemelse mist

recensie: Eluvium - Talk amongst the trees

Achter de naam Eluvium gaat een instrumentaal eenmansproject schuil. Multi-instrumentalist Matthew Cooper is een muzikaal minimalist: hij weet bijna afwezige melodieën uit te bouwen tot betoverende sfeerstukken. Op zijn laatste album (An accidental memory in the case of death) gaf de man een schitterende collectie eenvoudige solo-pianocomposities ten gehore, maar met Talk amongst the trees keert hij terug naar de electronische ambient-sfeer van zijn debuut.

~

De cd opent met een tien minuten lang stuk vol omgekeerde samples, warme synthesizerklanken en minimaal gitaarspel. Het nummer zet de toon voor de rest van het album: rustige composities die een eenvoudig patroon van een stuk of vier tonen bevatten, dat via een beheerste opbouw uitgesponnen wordt tot een fascinerend klankentapijt. Het resultaat is een knappe prestatie: de verschillende lagen van samples, gitaren en synthesizers vormen een volkomen vloeiend geheel. De alsmaar doorklinkende toongolven doen je gevoel van tijd en onderscheiding vergeten. De weinig varierende nummers lopen in elkaar over, zodat het niet uitmaakt dat er een track van nog geen minuut en een van 17 minuten op het album staan. Als in slow-motion kabbelt de lome muziek zo een uur lang rustig voort.

Wegdromen

Climaxen tref je nergens aan op het album: er wordt wel spanning opgebouwd, maar die ebt even zo vaak weer weg. Die structuur maakt van Talk amongst the trees een sereen, verstild album: als je je er voor openstelt, voelt je je na een paar luisterbeurten thuis in de hemelse mist waarin de mannen op het hoesje zich bevinden. Het succes van Talk amongst the trees is geheel afhankelijk van je ontvankelijkheid voor zulke minieme muziek. De cd is het best te genieten via een hoofdtelefoon, waarmee de verstilde klanken zich uitstekend lenen voor een uurtje wegdromen. Voor wie daar niet genoeg aan heeft, is het fraaie boekje bij de cd voorzien van natuurpoëzie en een aantal impressionistische foto’s.