Tag Archief van: 8WEEKLY

Theater / Voorstelling

Als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven?

recensie: De wand - ITA Ensemble
Vrouw op zwarte aarde© Fabian Calis

Een wasteland is het: een kaalgeslagen, zwarte wereld waarin niets rest dan een vrouw en een hond, die toevallig gespaard zijn gebleven. We kijken in De wand van ITA Ensemble naar een wereld na een allesvernietigende ramp. Daarin moet die ene, alleen overgebleven vrouw zien te overleven, terwijl vrijwel alle bestaansmiddelen haar uit handen zijn geslagen.

Wanneer De wand begint, zit het naamloze personage (gespeeld door Chris Nietvelt) al tweeënhalf jaar in haar eentje op een berg. Ze heeft besloten op te schrijven wat haar is overkomen, beginnend bij de dag waarop haar zus en zwager vanaf de berg naar het dorp in het dal afdaalden. Alleen de hond is teruggekeerd naar boven. Als de vrouw gaat kijken waar haar familieleden zijn gebleven, stuit ze op een onverzettelijke glazen wand. Daar houdt haar wereld op. Voorgoed, zo lijkt het. Er heeft zich een natuurramp voltrokken waaraan zij klaarblijkelijk is ontsnapt.

Zelfvoorzienend

Wat zou een hedendaagse mens doen wanneer alle bekende middelen van bestaan ontbreken? Wanneer zij zich eigenhandig moet zien te redden, van eten vinden tot zich verhouden tot seizoenen en weersinvloeden? De naamloze vrouw in De wand van ITA Ensemble zet al gauw de schouders eronder om zelfvoorzienend te worden, geholpen door een hond en een koe.

Apocalyps

De wand is wat je noemt een post-apocalyptisch verhaal. Het stuk is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Oostenrijkse auteur Marlen Haushofer (1920-1970). Het boek kwam uit in 1963, midden in de Koude Oorlog, toen de dreiging van een nucleaire oorlog de vernietiging van de aarde niet ondenkbaar maakte. Nu de oorlogen ons om de oren vliegen, voelt die dreiging opnieuw realistischer dan leuk is. Regisseur Eline Arbo en dramaturg Peter van Kraaij bewerkten het boek voor toneel.

Aarde

Arbo en Django Walon tekenen voor de scenografie. Die bestaat voornamelijk uit een groot carré met zwarte, sterk ruikende aarde – waar het publiek aan vier kanten omheen zit – plus een hemel waaruit licht, neerslag, onweer, mist neerdaalt. Die aarde maakt de acteur het lopen moeilijk. Af en toe doet ze er een bruikbare vondst in. Maar voor het overige fungeert deze aarde als alles wat de vertelling nodig heeft, van een bed tot een hond tot een alpenwei. Arbo en Walon geven de acteur niks tastbaars om haar verhaal te vertellen.

actrice omringd door publiek

© Fabian Calis

Dat niks biedt Nietvelt eigenlijk te weinig houvast; ze heeft daarmee alleen woorden, haar stem, haar lichaam en een handvol kleren om het verhaal te vertellen. Het probleem daarmee is dat het personage behalve op praktisch gebied niet echt een grootse psychologische ontwikkeling doormaakt. Zo maakt ze opvallend weinig woorden vuil aan het gegeven dat ze zich realiseert dat haar dochters onvermijdelijk dood zijn. Die waren leuk als vijfjarigen, maar uitgegroeid tot niet-leuke volwassenen. Ze is nauwelijks droevig over de dood van haar kinderen. Voor wie zelf kinderen heeft, is deze gevoelloosheid ondenkbaar.

Ook dat haar zus en zwager tijdens de apocalyps omgekomen moeten zijn, brengt emotioneel geen schokgolf teweeg. De dood van een zwerfkat is dan weer wel erg. Daarmee is de vrouw in De wand niet echt een heel sympathieke figuur.

Gedachteoefening

Maar misschien wil Arbo dat ook niet en moet deze vrouw op afstand blijven. Misschien is ze opzettelijk geen realistische mens-figuur maar een idee, een gedachteoefening. Je kunt dit stuk begrijpen op twee niveaus. Het simpelst is de realistische benadering: hoe overleeft iemand onder zulke extreme omstandigheden. De vrouw in deze voorstelling zet al haar basale kennis van de natuur en van dieren in om overeind te blijven.

Belangrijker is echter de rauwe-essentie-interpretatie: als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven? Tot welke essentiële waarde over het leven komt iemand dan? Vindt een mens zichzelf dan opnieuw uit? Of geeft zo iemand het op, en wanneer dan? In die zin is De wand vooral een denkoefening: hoe zou dat zijn, wat zou jij doen, hoe zou jij je redden? Met niets dan jezelf en je herinneringen?

Beckett

De wand doet onvermijdelijk sterk denken aan de absurdistische, existentialistische teksten van de Ier Samuel Beckett (1906-1989), zoals bijvoorbeeld het toneelstuk Happy Days (1961). Alleen zit de vereenzaamde vrouw bij Beckett vast in een berg zand.

© Fabian Calis

De belangrijkste reden om hoe dan ook naar De wand te gaan kijken is de weergaloze Chris Nietvelt als de dolende vrouw met haar eindeloze overpeinzingen. Ze staat, zit, ligt, knielt in het kale landschap. Klauwt in de aarde, vormt er een bed, een hond, een kalf van. Je gelóóft Nietvelt, dit is hoe de rest van het leven van deze vrouw eruit ziet, met wanhoop en hoop, met elke dag een nieuwe dag.

De wand is geen plezierige, fijne voorstelling, maar wel een die aan het denken zet.

 

Tekst: Marlen Haushofer
Bewerking: Eline Arbo, Peter van Kraaij
Scenografie: Eline Arbo, Django Walon
Muziek: Thijs van Vuure
Techniek: Quirijn van der Baan, Thijs Veerman, Pepijn van Beek, Vincent Mouet, Rinse de Jong, Xenia Filimonova, Bram Boere
Lichtontwerp: Dennis van Scheppingen
Fotografie: Fabian Calis

Theater / Voorstelling

Als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven?

recensie: De wand - ITA Ensemble
Vrouw op zwarte aarde© Fabian Calis

Een wasteland is het: een kaalgeslagen, zwarte wereld waarin niets rest dan een vrouw en een hond, die toevallig gespaard zijn gebleven. We kijken in De wand van ITA Ensemble naar een wereld na een allesvernietigende ramp. Daarin moet die ene, alleen overgebleven vrouw zien te overleven, terwijl vrijwel alle bestaansmiddelen haar uit handen zijn geslagen.

Wanneer De wand begint, zit het naamloze personage (gespeeld door Chris Nietvelt) al tweeënhalf jaar in haar eentje op een berg. Ze heeft besloten op te schrijven wat haar is overkomen, beginnend bij de dag waarop haar zus en zwager vanaf de berg naar het dorp in het dal afdaalden. Alleen de hond is teruggekeerd naar boven. Als de vrouw gaat kijken waar haar familieleden zijn gebleven, stuit ze op een onverzettelijke glazen wand. Daar houdt haar wereld op. Voorgoed, zo lijkt het. Er heeft zich een natuurramp voltrokken waaraan zij klaarblijkelijk is ontsnapt.

Zelfvoorzienend

Wat zou een hedendaagse mens doen wanneer alle bekende middelen van bestaan ontbreken? Wanneer zij zich eigenhandig moet zien te redden, van eten vinden tot zich verhouden tot seizoenen en weersinvloeden? De naamloze vrouw in De wand van ITA Ensemble zet al gauw de schouders eronder om zelfvoorzienend te worden, geholpen door een hond en een koe.

Apocalyps

De wand is wat je noemt een post-apocalyptisch verhaal. Het stuk is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Oostenrijkse auteur Marlen Haushofer (1920-1970). Het boek kwam uit in 1963, midden in de Koude Oorlog, toen de dreiging van een nucleaire oorlog de vernietiging van de aarde niet ondenkbaar maakte. Nu de oorlogen ons om de oren vliegen, voelt die dreiging opnieuw realistischer dan leuk is. Regisseur Eline Arbo en dramaturg Peter van Kraaij bewerkten het boek voor toneel.

Aarde

Arbo en Django Walon tekenen voor de scenografie. Die bestaat voornamelijk uit een groot carré met zwarte, sterk ruikende aarde – waar het publiek aan vier kanten omheen zit – plus een hemel waaruit licht, neerslag, onweer, mist neerdaalt. Die aarde maakt de acteur het lopen moeilijk. Af en toe doet ze er een bruikbare vondst in. Maar voor het overige fungeert deze aarde als alles wat de vertelling nodig heeft, van een bed tot een hond tot een alpenwei. Arbo en Walon geven de acteur niks tastbaars om haar verhaal te vertellen.

actrice omringd door publiek

© Fabian Calis

Dat niks biedt Nietvelt eigenlijk te weinig houvast; ze heeft daarmee alleen woorden, haar stem, haar lichaam en een handvol kleren om het verhaal te vertellen. Het probleem daarmee is dat het personage behalve op praktisch gebied niet echt een grootse psychologische ontwikkeling doormaakt. Zo maakt ze opvallend weinig woorden vuil aan het gegeven dat ze zich realiseert dat haar dochters onvermijdelijk dood zijn. Die waren leuk als vijfjarigen, maar uitgegroeid tot niet-leuke volwassenen. Ze is nauwelijks droevig over de dood van haar kinderen. Voor wie zelf kinderen heeft, is deze gevoelloosheid ondenkbaar.

Ook dat haar zus en zwager tijdens de apocalyps omgekomen moeten zijn, brengt emotioneel geen schokgolf teweeg. De dood van een zwerfkat is dan weer wel erg. Daarmee is de vrouw in De wand niet echt een heel sympathieke figuur.

Gedachteoefening

Maar misschien wil Arbo dat ook niet en moet deze vrouw op afstand blijven. Misschien is ze opzettelijk geen realistische mens-figuur maar een idee, een gedachteoefening. Je kunt dit stuk begrijpen op twee niveaus. Het simpelst is de realistische benadering: hoe overleeft iemand onder zulke extreme omstandigheden. De vrouw in deze voorstelling zet al haar basale kennis van de natuur en van dieren in om overeind te blijven.

Belangrijker is echter de rauwe-essentie-interpretatie: als je een mens alles afneemt, hoe belangrijk is dan nog het leven? Tot welke essentiële waarde over het leven komt iemand dan? Vindt een mens zichzelf dan opnieuw uit? Of geeft zo iemand het op, en wanneer dan? In die zin is De wand vooral een denkoefening: hoe zou dat zijn, wat zou jij doen, hoe zou jij je redden? Met niets dan jezelf en je herinneringen?

Beckett

De wand doet onvermijdelijk sterk denken aan de absurdistische, existentialistische teksten van de Ier Samuel Beckett (1906-1989), zoals bijvoorbeeld het toneelstuk Happy Days (1961). Alleen zit de vereenzaamde vrouw bij Beckett vast in een berg zand.

© Fabian Calis

De belangrijkste reden om hoe dan ook naar De wand te gaan kijken is de weergaloze Chris Nietvelt als de dolende vrouw met haar eindeloze overpeinzingen. Ze staat, zit, ligt, knielt in het kale landschap. Klauwt in de aarde, vormt er een bed, een hond, een kalf van. Je gelóóft Nietvelt, dit is hoe de rest van het leven van deze vrouw eruit ziet, met wanhoop en hoop, met elke dag een nieuwe dag.

De wand is geen plezierige, fijne voorstelling, maar wel een die aan het denken zet.

 

Tekst: Marlen Haushofer
Bewerking: Eline Arbo, Peter van Kraaij
Scenografie: Eline Arbo, Django Walon
Muziek: Thijs van Vuure
Techniek: Quirijn van der Baan, Thijs Veerman, Pepijn van Beek, Vincent Mouet, Rinse de Jong, Xenia Filimonova, Bram Boere
Lichtontwerp: Dennis van Scheppingen
Fotografie: Fabian Calis

Boeken / Fictie

Een ‘gestrande’ roman

recensie: Het eilandhuis – Elena Conrad
Recensie Het eilandhuisPixabay

Bij de drie woorden ‘zon’, ‘zee’ en ‘zand’ denkt menigeen aan een heerlijk dagje vertoeven aan het strand op een zomerse dag. Op de kaft van de nieuwe roman van Elena Conrad, bekend van de Jasmijnserie (een nog niet voltooide trilogie), worden de drie begrippen aangeprezen als dé ingrediënten voor een nieuwe start, namelijk die van hoofdpersonage Maike. Hoewel het vrij appetijtelijk klinkt dat ze een prachtig strandhuis mag erven op een Duits Waddeneiland, is de werkelijkheid nogal taai. Het eerste deel van de Eilandhuis-serie, Het eilandhuis geheten, is zo’n boek waar je niet om hoeft te treuren als het op het strand wegwaait of in de zee valt.

Wat een roman nodig heeft, is een hoofdpersonage in wie je je kunt herkennen, die je kunt zien als een voorbeeldfiguur, een heldin die (uiteindelijk) sturing kan geven aan haar eigen leven, of die je verwondert. Maike Schuster, de protagonist, is helaas niet zo’n type. Ze woont met haar vijftienjarige puberende dochter Tessa in Frankfurt. Haar ex-man Florian zit gelukkig met zijn nieuwe en veel jongere lief Nathalie kilometers van haar verwijderd in zijn prachtige penthouse in Berlijn. Tot overmaat van ramp besluit Tessa, aan wie Maike zich min of meer vastklampt, dat ze bij haar vader gaat wonen. Het is niet zozeer het feit dat Tessa openlijk het gezelschap van haar vader verkiest boven dat van haar moeder, nee, het is de astma van Tessa die nogal wat zorgen baart. Hoe moet dat arme kind in godsnaam nog ademhalen in zo’n grote stad als Berlijn waar de uitlaatgassen je om de oren en de neus vliegen (‘Paniek! Paniek! Paniek!’)?

De overbezorgde Maike kan er niet al te lang over peinzen, want ze ontvangt een wel heel opmerkelijke brief: Hilde, de tante van Florian laat nota bene aan Maike haar strandhuis op Spiekeroog na. Een plek die meteen warme herinneringen bij Maike oproept en waar ze met haar gezin gelukkige tijden heeft mogen beleven. Natuurlijk reist ze meteen af naar dit Oost-Friese eiland en stuit daar op twee nogal voor de hand liggende typetjes: de paranoïde Famke Wilken die een winkel runt die vastzit aan het strandhuis van Hilde en die Maike heel kritisch onder de loep neemt én de zeer charmante en zeker niet lelijke Jarik Martens en zijn autistische zoon Nils. Veel meer dan de dagelijkse sleur krijgen we niet echt mee. Lange tijd is de penibele situatie tussen Famke en Maike het ‘grootste’ probleem binnen het verhaal, maar pas veel later werkt het verhaal pas toe naar een échte climax wanneer Florian het huis opeist. Uiteraard beginnen Maike en Jarik al snel om elkaar heen te draaien en komt Tessa tot inkeer.

Boring boomers

Deze roman beklijft helaas niet. ‘Saai’, zo zou je het boek in slechts één woord kunnen omvatten. Het is al langdradig vanaf de eerste pagina. Jezus, wat moet je jezelf door dit boek heen slepen. Maike is misschien wel een realistisch persoon, maar ze is wellicht iets té veel van vlees en bloed. Ze heeft gewoon letterlijk niets te melden. Het boomer-gehalte wordt iets te erg aangedikt en haar gedachtes – die over elkaar heen lijken te tuimelen – gaan vaak over de meest futiele zaken. Haar ex Florian is overigens een kwal, haar dochter is een verwend nest en ook de andere personages zijn karikaturen van zichzelf, met name die Famke die vanaf tel één heeft besloten dat ze Maike niet mag (niet dat je dat gek vindt), maar hier echt véél te erg in doorslaat.

Aan het begin van het verhaal wordt er op zo’n zalvende toon gepraat over die ‘allerliefste’ Hilde alsof je haar ergens van moet kennen. Er wordt zo lang gezeverd over die Hilde dat je er doodmoe bij neervalt en bij haar in de kist zou kunnen worden gegooid. Ook de schrijfstijl van Conrad is erg oppervlakkig. Er worden talloze details genoemd. Zo krijg je het gehele reisschema van Maike te horen als ze ergens naartoe gaat. Het zou niet gek zijn als Conrad uitvoerig zou spreken over de stoelgang van haar personages. Je krijgt zoveel informatie voorgeschoteld, waarbij je denkt: wat moet ik hier als lezer mee? Het voegt vaak to-taal niets toe aan het verhaal en al die extra onnodige informatie vertraagt ook nog het leesproces.

Zand tussen je…

Al met al stelt dit boek erg teleur. Zeker omdat de serie die Conrad hiervoor schreef, de Jasmijnserie, nog best wat om het lijf had. In die boeken had je tenminste nog gelaagde personages, met een interessant verleden, die toewerkten naar een hoopvolle toekomst (zij het natuurlijk met de nodige dosis drama). In Het eilandhuis gaat het gewoon iets te veel over koetjes en kalfjes. In de tijd dat je lectuur als deze roman tot je neemt, zou je net zo goed bij de koffieautomaat op je werk kunnen bijkletsen. Eerlijk is eerlijk: dit eerste deel betekent geen vliegende start voor de schrijfster. Het is een ongeïnspireerde roman, die weinig te vertellen heeft. De diepgang is ver te zoeken. Dit boek zet je slechts op één manier aan het denken: Wat is nu eigenlijk erger: deze roman als lezer voltooien of zand tussen je billen op het strand?

Kan er dan geen enkel positief geluid luiden over dit boek? Vooruit, het achtergronddecor is vrij origineel. Want hoeveel romans spelen zich nu af op zo’n idyllisch eiland? Ook verwijst Conrad in haar boeken naar de actualiteit en laat ze haar personages een mening vormen over de dingen die in onze wereld spelen. Conrad doet ook een dappere poging om het taalgebruik van de 15-jarige te laten aansluiten bij die van leeftijdgenoten vandaag de dag. Hoewel, hoeveel tieners noemen hun ouders bewust ‘mom’ en ‘dad’, omdat dit cool klinkt…? Ach, Conrad heeft een poging gedaan om weer een nieuwe serie te beginnen met een geheel nieuw format. Wellicht had ze eerst een eind moeten breien aan de Jasmijnvilla-serie, voordat ze zich aan een nieuwe trilogie waagde. En als de inkt op was na het schrijven van de eerste twee delen van de serie, of liever gezegd de ‘creativiteit’, had ze zichzelf wellicht een langere pauze moeten gunnen voordat ze de pen weer oppakte. Of deel 2 in deze reeks beter wordt? Het is maar te hopen. In de tussentijd zou ik vooral dit boek links laten liggen (of begraven op het strand of verbannen naar de diepten van de zee) en lekker bij de koffieautomaat het weekend bespreken met je collega’s.

Boeken / Non-fictie

Word een betere eter

recensie: Etenstijd! Hapklare culinaire zaken - Yvette van Boven en Teun van de Keuken

Kookboekenschrijver Yvette van Boven en culinair journalist Teun van de Keuken bundelden hun krachten al in de podcast Etenstijd!. Nu is ook een gelijknamige publicatie verschenen, waarin de twee doen waar ze goed in zijn: keuvelen over eten.

Het handzame gidsje voert de lezer langs allerhande eet- en kookgerelateerde zaken, van specifieke ingrediënten als daslook, seitan en linzen tot fenomenen als de snelkookpan, guilty pleasures en keukenkastfossielen (waarover later meer). Sommige onderwerpen zijn vooral herkenbaar en van andere hoofdstukken steek je wat nieuws op. Wat alle thema’s gemeen hebben, is dat ze lekker weglezen.

Geordende willekeur

Etenstijd! leest als een bundeling columns. Alle onderwerpen zijn netjes alfabetisch geordend, maar de auteurs nodigen expliciet uit om het boekje kriskras te lezen. Onder elk stukje staan verwijzingen naar andere lemma’s, waardoor de lezer een eigen pad uit kan stippelen. Zo kom je bijvoorbeeld van bonen naar de voorraadkast naar vakantiewaar naar keukenkastfossielen.

Zo’n fossiel kan de vorm aannemen van onder meer een onaangeroerde ijsmachine, slowcooker of broodbakmachine. Vaak vol goede bedoelingen aangeschaft, maar al gauw verbannen naar de achterste krochten van de keukenkastjes. Yvettes en Teuns advies: krijg eerst de basis van het koken onder de knie met een paar pannen, een goed mes en een houten plank. En weet welke apparaten ‘eigenlijk niet nodig’ zijn.

Recepten ondergeschikt

Natuurlijk mogen recepten niet ontbreken, al spelen ze echt een bijrol en gaat het vooral om basisrecepten. Dus geen hele maaltijden, maar zaken als zanddeegbodem, pizzadeeg en cashewroom. De bundel bevat ook handige overzichten van bijvoorbeeld goede kookwebsites, tips om voedselverspilling tegen te gaan en een seizoensgroentekalender.

Kortom, Etenstijd! is een goedgevuld gidsje dat zeker in de smaak valt bij eetfreaks – de door Van Boven en Van de Keuken gemunte term die overigens een goed alternatief voor het wat uitgekauwde foodie vormt. Yvette en Teun zijn het niet over alles eens en dat maakt dat ze nooit uitgepraat raken over eten, koken en alle aanverwante zaken.

Film / Films

Journalistiek versus sensatie

recensie: September 5 - Tim Fehlbaum
Journalisten rond tafel© 2024 Paramount Pictures. All Rights Reserved.

5 september 1972: de Olympische Spelen in München zijn in volle gang. Over de hele wereld kijken mensen live mee, totdat de sportuitzending abrupt wordt onderbroken door een gijzeling in het olympisch dorp. Een gebeurtenis die niet alleen de Spelen ontwricht, maar ook de manier van live verslaggeving voorgoed verandert. September 5 vertelt het verhaal door de ogen van een crew sportjournalisten van de Amerikaanse zender ABC.

Regisseur Tim Fehlbaum slaagt er deels in om van September 5 meer te maken dan een simpele reconstructie van de gebeurtenissen in München. De sportjournalisten, gespeeld door onder andere Peter Sarsgaard (Shattered Glass) en John Magaro (Past Lives), worden gepresenteerd als echte underdogs; buitenstaanders die zich plots in deze bizarre situatie bevinden. Op papier klinkt het interessant: in plaats van een bredere invalshoek, zoals Spielbergs Munich (2005), biedt de film het perspectief van een kleine groep journalisten op grotendeels één locatie.

Ethische dillema’s

Hoewel de beperkte focus weinig nieuwe beelden toevoegt aan een gebeurtenis die al talloze keren is vastgelegd en geanalyseerd, werpt de film daarentegen wél een interessant licht op ethische dilemma’s binnen de journalistiek: hoe leg je een tragisch evenement als een gijzeling vast? Hoe presenteer je dat op live televisie?

September 5 doet bij momenten denken aan journalistieke drama’s als Spotlight (2015), The Post (2017) en She Said (2022): strak geregisseerd, puur plotgedreven en spanning op de juiste momenten. September 5 doet er echter nog een schep bovenop. De film probeert de intensiteit van de situatie te vangen met dreigende muziek, scherpe montage en oneliners die uit een Michael Bay-film lijken te komen. Technisch zit het allemaal goed in elkaar, maar de vraag blijft: waarom moet dit verhaal nu – in deze vorm – verteld worden?

Gebrek aan context

De film slaagt er zeker in om de intensiteit in beeld te brengen, maar toch mist er context en een rechtvaardiging voor de gekozen vertelvorm. September 5 lijkt niet geïnteresseerd in de motieven van de gijzelnemers, de impact op de Spelen of überhaupt iets wat zich buiten het nieuwsgebouw van ABC in München afspeelt. De gebeurtenissen worden getoond zoals ze destijds op televisie zijn uitgezonden, waardoor je – net als de journalisten – meer focust op de vraag of de gijzeling wel moet worden uitgezonden en of de juiste beelden worden vastgelegd. Hoewel de film tegen het einde een poging waagt tot reflectie, blijft het gevoel hangen dat er essentiële context ontbreekt; wie waren deze mensen? Waarom deden ze dit?

De film hecht veel waarde aan authenticiteit; de details van de gebeurtenissen binnen het nieuwsnetwerk worden secuur in kaart gebracht. Als thriller werkt September 5 dan ook prima: de film heeft een hoog tempo en is meeslepend en intens, waardoor je tot het einde op het puntje van je stoel blijft zitten. Maar uiteindelijk blijft er iets knagen. De film laat je bewust achter met vragen over de motieven, de mensen achter de gijzeling en de geschiedenis; simpelweg omdat het daar niet in geïnteresseerd is.

Het is interessant dat Fehlbaum kiest voor een no-nonsense thriller, waarbij het uiteindelijk eerder een verhaal wordt over ethiek binnen de journalistiek dan over de historische gebeurtenis zelf. Toch voelt het alsof er méér in dit verhaal had kunnen zitten dan alleen deze invalshoek. September 5 is een keurige thriller die precies doet wat hij belooft – maar ook niet meer dan dat.

 

 

Film / Serie

Tussen macho en moderne man

recensie: Haantjes - Netflix
vier vrienden© Netflix

De Nederlandse Netflix-serie Haantjes is een schot in de roos. Geestig, scherp en soms pijnlijk herkenbaar brengt de serie de worstelingen van vier vrienden in beeld die zich staande proberen te houden in een wereld waarin traditionele mannelijkheid steeds minder vanzelfsprekend is.

Het centrale thema van Haantjes draait om de vraag: wat betekent het vandaag de dag nog om ‘man’ te zijn? De serie laat op hilarische en confronterende wijze zien hoe de vier hoofdpersonages worstelen met de veranderende sociale normen rondom mannelijkheid, seks en relaties. De quote ‘Heb je een lul, dan ben je een lul’ vat de toon van de serie perfect samen: scherpe humor met een kritische ondertoon.

Buitenlands tintje

Haantjes is de Nederlandse versie van de Spaanse Netflix-hit Machos Alfa en weet de thema’s op een herkenbare manier te vertalen naar de Nederlandse cultuur. Ook doet de serie qua sfeer en dynamiek tussen de mannelijke hoofdrolspelers denken aan de Nederlandse serie Divorce uit 2012, al is Haantjes net iets actueler in zijn maatschappijkritiek.

IJzersterke cast

Een van de grote krachten van Haantjes is de topcast. Waldemar Torenstra, Jeroen Spitzenberger, Benja Bruijning en André Dongelmans zetten geweldige rollen neer en brengen hun personages met veel nuance en komisch talent tot leven. Maar niet alleen de mannen schitteren in deze serie; de partners van de vrienden, gespeeld door Jennifer Hoffman, Eva Laurenssen en Jelka van Houten, stelen regelmatig de show. Ook is er een glansrol voor Frouke Verheijde, die als dochter van Ivo (Bruijning) dates voor haar vader probeert te regelen. De dynamiek tussen de personages is fantastisch en zorgt voor talloze pijnlijke en soms herkenbare momenten.

Humor en actualiteit

Wat Haantjes nog zo sterk maakt is de balans tussen humor en een scherpe blik op de veranderende rolpatronen in onze maatschappij. De serie neemt mannelijkheid onder de loep, maar doet dat zonder belerend te worden. De dialogen zijn scherpzinnig en de situaties waarin de hoofdpersonages belanden zijn zowel absurd als pijnlijk realistisch. De serie weet op luchtige wijze bloot te leggen hoe moeilijk het kan zijn voor mannen om zich aan te passen aan een wereld waarin oude zekerheden niet langer gelden.

Vrouwelijke regisseurs

Een opvallend aspect van Haantjes is dat de regie in handen is van vrouwelijke makers. Dit zorgt voor een frisse en scherpe kijk op de thematiek. In plaats van een serie die centraal stelt hoe ‘zwaar’ mannen het tegenwoordig hebben, krijgen we een evenwichtige en grappige blik op hoe zowel mannen als vrouwen omgaan met veranderende machtsverhoudingen binnen zowel relaties als de samenleving.

Met zijn humor, scherpe observaties en ijzersterke cast is Haantjes een groot succes. De serie slaagt erin om een actueel thema op luchtige, maar treffende wijze te verpakken en weet daarmee een breed publiek aan te spreken. Of je nu zelf worstelt met de verwachtingen rondom mannelijkheid of gewoon zin hebt in een heerlijke komische dramaserie: Haantjes is een absolute aanrader.

Hopelijk komt er snel een tweede seizoen, want dit smaakt naar meer!

Film / Interview
special: Interview met documentairemaker Marcel Theroux

The Eunuch Maker; Theroux explains

Komende zondag start op tv de opzienbarende documentaireserie The Eunuch Maker.  Voor 8WEEKLY had ik een interview met de regisseur, Marcel Theroux. Omdat het gesprek in het Engels plaatsvond, is de tekst eerst in die taal te lezen. Daarna volgt een informele Nederlandse vertaling.

 

‘The making of’ questions 

What inspired you to create this documentary about eunuchs? How did you come upon this subject, which is practically unknown and unmentioned nowadays?

Marcel Theroux: ‘I am very interested in true crime, the last documentaries I have made were true crime documentaries as well. During these crime documentaries I was introduced to the fact that there are often larger communities involved, and a number of other issues are in play. The company that I worked with told me that they had been looking into a story about a group of men that castrated themselves. I found this story amazing. It was not even very clear if a crime was committed and the role of Gustavson was not even clear at that point. I said to myself: if this is not interesting, I do not know what is! It is a real wow-story. How come that men cut off each other’s penis in just an ordinary part of London?’

‘One of the researchers had made contact with Gustavson himself, so I started to email him. I had so many questions: is it a gender identity, is it a kink etc? And Gustavson was very forthcoming, he wrote me back from prison and I went to meet him. What also fascinated me is that he told me that I have to look up the ‘skoptsy syndrome’. I knew that ‘skoptsy’ were a Russian sect in the 19th century who castrated each other. There were thousands of them, a whole community. And Gustavson told me that to understand this you must dig deeper in history. So that’s what I did.’

‘When the story developed, we started talking to people that were involved with Gustavson and had undergone castration. People who would choose to undergo this radical procedure, under these dangerous circumstances and to transform themselves utterly. The fact that there was a whole community that was interested in undergoing this procedure or watching it and paying for it, its extraordinary. I just could not think of something more interesting! The only thing that I could think of was ‘why?’, so that was very fascinating for me.’

In your research, did you uncover any misconceptions or myths surrounding eunuchs that you felt were important to address?

‘Well, I did not know anything about eunuchs before. But here is the most interesting thing that I learned about eunuchs (I learned this from an academic): quite a lot of men of a certain age are effectively eunuchs because of prostate cancer – as they must have their penis castrated because of that. There are quite a lot of men who are living with castration, of course in a very different way than that Gustavson was dealing with. So, I did not even have a (mis)conception at the beginning of the filming process.’

‘During the filming of the documentary, I spoke to some people who stated that the eunuch concept is a gender identity. At the end of the journey (after making the documentary) I can say that I am not persuaded as there was a serious BDSM component involved as well. So there are many different views and there is so much that we do not understand from human nature and I would like to have the people watch the documentary and listen what they have to say.’

 

Additional questions

In the documentary, Gustavson is portrayed both as a ‘jolly’ man who offers desperate people an escape and as a manipulative ‘butcher’ engaging in illegal and dangerous practices. How much do you think his actions were driven by a need to be seen as a hero, versus his deeper desire for control or power over others?

‘That is an interesting question. ‘Jolly’ was exactly how Gustavson came across. He would say that all he did is to help people and that this was not sexual. The judge did not believe that, I do not believe that, but he will maintain to say that it was. I do think that he wants to regard himself as a hero, handling out of noble objectives but in fact he was also ‘a monster’ as the results of his actions were horrible. It is a real puzzle: I enjoyed interacting with him but at the same time it was also frustrating because sometimes I would suggest that it is obvious that his actions were sexually driven. But he could not see that, he would never concede with that. To this day, he does not. You know, if he had not been jolly, people would have not consented and gone home with him. So he had to be this ‘jolly bear’.’

Under UK law, a person’s consent does not hold legal weight if harm is involved, meaning voluntary removal of body parts can still be prosecuted. Do you think laws like this should be reconsidered in cases where individuals make an informed decision regarding their own body?

‘I am not a lawyer, but I always had the liberal assumption that one’s body belongs to yourself. If you want to get your nose pierced or a BBL (Brazilian Butt Lift), you should be free to do that. But there is a danger in it: if people can consent to harm one can end up in a situation arguing about consent. Where one is protected, no one can ever do harm to you because you cannot consent. I think it is an important discussion within our society. One of the things that the eunuchs felt is that in case of transitioning to female, they can have their penis removed as part of the gender confirmation surgery. But they did not want to go from man to female, but from man to eunuch. Such surgery procedure is not being offered by our government. So that is quite a puzzle and an interesting discussion.’

In your final conversation with Gustavson in prison, he still saw himself as a liberator rather than a criminal. What was it like hearing that firsthand, and did it make you question whether he truly believed in his ‘mission’ or was justifying his actions?

‘Gustavson thinks he is a victim of a kind of ‘blind spot’ in the law. He believes that he was softhearted and just wanted to help people. I believe that he believes that, but it is difficult because I cannot see his motivation. The psychiatrist I spoke to at the end, stated that he could never acknowledge that he had performed criminal activities as he just believes that he was helping others.’

 

The Eunuch Maker’ by Marcel Theroux will be on the Crime+Investigation TV channel from March 9, 2025, at 10:00 PM.

 

Nederlandse vertaling

 

‘The making of’ vragen

Wat inspireerde je om deze documentaire over eunuchen te maken? Hoe ben je op dit onderwerp gekomen, dat tegenwoordig vrijwel onbekend en onbesproken is?

Marcel Theroux: ‘Ik ben erg geïnteresseerd in true crime, en mijn laatste documentaires waren ook true crime-documentaires. Tijdens het maken van deze misdaaddocumentaires ontdekte ik dat er vaak grotere gemeenschappen bij betrokken zijn en dat er meerdere factoren een rol spelen. Het bedrijf waarmee ik samenwerkte vertelde me dat ze een verhaal onderzochten over een groep mannen die zichzelf castreerden. Ik vond dit verhaal ongelooflijk. Het was niet eens duidelijk of er daadwerkelijk een misdrijf was gepleegd en welke rol Gustavson hierin speelde. Ik dacht bij mezelf: als dit niet interessant is, dan weet ik het ook niet meer! Het is echt een verhaal waarbij je denkt: wow. Hoe komt het dat mannen elkaars penis afhakken in een gewone buurt in Londen?’

‘Een van de onderzoekers had contact gelegd met Gustavson zelf, dus begon ik hem te e-mailen. Ik had zoveel vragen: is het een kwestie van genderidentiteit, is het een fetisj, enzovoort? Gustavson was erg open en schreef me terug vanuit de gevangenis, waarna ik hem ging ontmoeten. Wat me ook fascineerde was dat hij me vertelde dat ik het ‘skoptsy-syndroom’ moest opzoeken. Ik wist dat de ‘skoptsy’ een Russische sekte uit de 19e eeuw waren die elkaar castreerden. Er waren er vroeger duizenden van hen, een hele gemeenschap. Gustavson vertelde me dat ik om dit te begrijpen dieper in de geschiedenis moest duiken. Dus dat deed ik.’

‘Naarmate het verhaal zich ontwikkelde, begonnen we te praten met mensen die betrokken waren bij Gustavson en die een castratie hadden ondergaan. Mensen die ervoor kozen om deze radicale ingreep te ondergaan, onder zulke gevaarlijke omstandigheden, om zichzelf volledig te transformeren. Het feit dat er een hele gemeenschap was die geïnteresseerd was in het ondergaan van deze ingreep, of ernaar keek en ervoor betaalde, is buitengewoon. Ik kon gewoon niets bedenken wat interessanter was! Het enige wat door mijn hoofd bleef gaan, was ‘waarom?’. Dat vond ik enorm fascinerend.’

Ontdekte je tijdens je onderzoek misvattingen of mythes over eunuchen die je belangrijk vond om aan te kaarten?

‘Nou, ik wist eigenlijk niets over eunuchen voordat ik aan deze documentaire begon. Maar hier is het meest interessante dat ik heb geleerd (van een academicus): behoorlijk veel mannen van een bepaalde leeftijd zijn in feite eunuchen vanwege prostaatkanker – omdat ze als gevolg daarvan hun penis moeten laten verwijderen. Er zijn dus veel mannen die leven met castratie, natuurlijk op een heel andere manier dan hoe Gustavson ermee omging. Ik had dus niet echt een (mis)opvatting aan het begin van het filmproces.’

‘Tijdens het filmen sprak ik met mensen die beweerden dat het concept eunuch-zijn een genderidentiteit is. Aan het einde van deze reis, na het maken van de documentaire, kan ik zeggen dat ik daar niet helemaal van overtuigd ben, omdat er ook een serieuze BDSM-component bij betrokken was. Er zijn dus veel verschillende perspectieven, en er is zoveel dat we nog niet begrijpen over de menselijke natuur. Ik wil graag dat mensen de documentaire kijken en zelf hun mening vormen.’

 

Aanvullende vragen

In de documentaire wordt Gustavson zowel neergezet als een ‘vrolijke’ man die wanhopige mensen een uitweg biedt, als beschreven als een manipulatieve ‘slager’ die zich bezighoudt met illegale en gevaarlijke praktijken. In hoeverre denk je dat zijn acties voortkwamen uit de behoefte om als een held gezien te worden, versus een diepere wens om controle of macht over anderen uit te oefenen?

‘Dat is een interessante vraag. ‘Vrolijk’ is precies hoe Gustavson overkwam. Hij beweerde dat hij mensen alleen maar hielp en dat er niets seksueels bij kwam kijken. De rechter geloofde dat niet, en ik geloofde dat niet, maar hij bleef volhouden dat het zo was. Ik denk dat hij zichzelf graag als een held wilde zien, iemand die uit nobele motieven handelde. Maar tegelijkertijd was hij ook ‘een monster’, want de gevolgen van zijn daden waren verschrikkelijk.’

‘Het is een echte puzzel: ik vond het prettig om met hem te praten, maar tegelijkertijd was het ook frustrerend. Soms stelde ik hem vragen waarbij het overduidelijk was dat zijn acties seksueel gemotiveerd waren. Maar hij kon dat niet inzien, en hij zou dat nooit toegeven. Tot op de dag van vandaag niet. Als hij niet zo vrolijk en joviaal was geweest, zouden mensen niet met hem zijn meegegaan. Dus hij moest wel deze ‘vrolijke beer’ zijn.

Volgens de Britse wet weegt iemands toestemming niet mee als er sprake is van een schadelijke lichamelijke mutatie, wat betekent dat vrijwillige verwijdering van lichaamsdelen nog steeds strafbaar kan zijn. Denk je dat zulke wetten heroverwogen zouden moeten worden in gevallen waarin individuen een weloverwogen beslissing nemen over hun eigen lichaam?

‘Ik ben geen jurist, maar ik heb altijd het liberale idee gehad dat je lichaam van jezelf is. Als je je neus wil laten piercen of een BBL (Brazilian Butt Lift) wil laten doen, zou je daar vrij in moeten zijn. Maar er zit ook een gevaar aan: als mensen toestemming kunnen geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, kan men uiteindelijk in een situatie belanden waarin er eindeloos gediscussieerd wordt over wat ’toestemming’ precies inhoudt. Als er een beschermingsmaatregel bestaat waarbij niemand ooit toestemming kan geven voor schadelijke lichamelijke mutatie, dan kan je ook nooit kwaad worden gedaan.’

‘Ik denk dat dit een belangrijk maatschappelijk debat is. Sommige eunuchen voelen dat, aangezien trans-vrouwen hun penis chirurgisch kunnen laten verwijderen als onderdeel van transgenderchirurgie, zij hetzelfde recht zouden moeten hebben om eunuch te worden. Maar zij willen niet van man naar vrouw gaan, ze willen van man naar eunuch gaan. Zo’n operatie wordt echter niet aangeboden door de overheid. Dat is een lastige kwestie en een interessant gespreksonderwerp.’

In je laatste gesprek met Gustavson in de gevangenis zag hij zichzelf nog steeds als een bevrijder in plaats van een crimineel. Hoe was het om dat uit zijn eigen mond te horen? Heeft het je doen twijfelen of hij echt in zijn ‘missie’ geloofde of gewoon zijn daden rechtvaardigde?

‘Gustavson ziet zichzelf als het slachtoffer van een soort ‘blinde vlek’ in de wet. Hij gelooft dat hij alleen maar een zachtmoedig persoon was die mensen wilde helpen. Ik denk dat hij dat echt gelooft, maar het is moeilijk, want ik kan zijn diepste motivatie niet zien. De psychiater met wie ik aan het einde sprak, zei dat hij waarschijnlijk nooit zou kunnen erkennen dat hij criminele handelingen heeft verricht, omdat hij er oprecht van overtuigd is dat hij anderen hielp.’

 

‘The Eunuch Maker’ van Marcel Theroux is vanaf 9 maart 2025 om 22.00 uur te zien op tv-zender Crime+Investigation.

 

 

Film / Documentaire

Theroux duikt in de wereld van de omstreden nullo-movement

recensie: Documentaireserie 'The Eunuch Maker', geregisseerd door Marcel Theroux

Marcel Theroux, de Britse documentairemaker en broer van journalist Louis Theroux, staat bekend om zijn diepgravende en vaak confronterende documentaires. In The Eunuch Maker duikt hij in een wereld die voor velen onbekend en onbegrijpelijk is: een gemeenschap van mannen die vrijwillig kiezen voor castratie, geleid door Gustavson, een ‘jolly bear’ die onopgemerkt aan het roer staat van een ware eunuchgemeenschap.

In zijn documentaire onderzoekt Theroux Marius Gustavson, een Noorse man die geruime tijd in het Verenigd Koninkrijk verbleef en vanuit daar de zogeheten ‘nullo-movement’ leidde. Gustavson verdiende bijna £300.000 met zijn website, waarop hij tegen betaling en onder erbarmelijke omstandigheden castraties uitvoerde. Vervolgens deelde hij de beelden online en verkocht hij vaak ook de verwijderde lichaamsdelen aan derden. Zijn netwerk trok meer dan 22.841 gebruikers, allen kregen ze toegang tot het schokkende beeldmateriaal van de castreerprocedures. Gustavson onderwierp ook zichzelf aan verschillende mutilaties, waaronder de amputatie van zijn penis en been. Zijn handelingen, die hij presenteerde als hulpmiddel, werden door de rechter beoordeeld als ‘ernstig en levensbedreigend’ met ‘permanente en onomkeerbare’ gevolgen.

De redenen achter de ingrepen

Door diepgaande gesprekken met de verschillende personen uit de eunuchgemeenschap krijgt de kijker een inkijkje in de motieven achter hun ingrijpende beslissingen. Sommige mannen worstelden met hun genitaliën na een traumatische seksuele ervaring, terwijl anderen hun lichaam zagen als iets dat niet bij hun seksuele identiteit paste. Een opvallend interview met een deelnemer genaamd Max, die in de Verenigde Staten een geslachtsoperatie ondergaat, belicht de achtergrond van zijn kwestie: hoewel geslachtsveranderende operaties voor transgenderpersonen vergoed kunnen worden, is er geen medische en financiële ondersteuning beschikbaar voor mensen die zich identificeren als eunuch en zich willen laten castreren. Dit resulteert in schrijnende situaties waarin sommige mannen zich wenden tot illegale en gevaarlijke praktijken, waarbij ze worden ‘behandeld’ door niet-medisch onderlegde mensen in niet-medische omgevingen.

Historische context en juridische vraagstukken

Wat The Eunuch Maker extra gelaagd maakt, is de manier waarop Theroux de geschiedenis van eunuchen in zijn verhaal verweeft. Van voormalige christelijke tradities waarin castratie als een pad naar verlossing werd gezien tot aan de Skoptsy-sekte in het 19e-eeuwse Rusland: het concept is eeuwenoud, maar de manier waarop het vandaag de dag wordt bekeken, is drastisch veranderd. Waar eunuchs vroeger een prominente rol speelden, heerst er nu onbegrip en taboe rondom dit onderwerp.

Daarnaast wordt de juridische kant van het verhaal belicht: hoewel de wet in het Verenigd Koninkrijk stelt dat mensen over hun eigen lichaam mogen beslissen, is vrijwillige castratie een grijs gebied. Zoals een geïnterviewde arts in de documentaire uitlegt: zodra er sprake is van lichamelijke schade, vervalt het concept van ‘toestemming’ en kan de wet ingrijpen. Dit plaatst de handelingen van Gustavson en zijn medeplichtigen in een juridisch schemergebied, waarbij fundamentele vragen over lichaamsautonomie en bescherming tegen zelfbeschadiging worden opgeworpen.

Een indringende documentaire die vragen oproept

In de documentaire wordt Gustavson zowel omschreven als een charismatisch en behulpzaam figuur, die mannen in worsteling met hun seksuele identiteit een uitweg lijkt te bieden, als neergezet als een ‘butcher’ die zonder medische bevoegdheid gevaarlijke en onomkeerbare ingrepen uitvoert. Theroux’ documentaire slaagt erin om zowel afschuw als medeleven op te wekken, zonder ooit te vervallen in sensatiezucht. Zijn interviewstijl, waarbij hij zowel kritische vragen stelt als ruimte laat voor reflectie door de kijker, zorgt ervoor dat The Eunuch Maker een indringende filmervaring wordt. De documentaire biedt niet alleen een blik in de eunuchgemeenschap, maar zet de kijker ook aan het denken over onderwerpen als identiteit, lichaamsautonomie en zelfbeschikking.

Interview met Theroux

In een interview met 8WEEKLY – dat tegelijk als special in het magazine verschijnt – sprak Marcel Theroux over zijn fascinatie voor true crime en hoe hij via onderzoekswerk in aanraking kwam met de bizarre en onderbelichte wereld van vrijwillige castratie. De documentairemaker was daarnaast gefascineerd door de historische context en en de beweegredenen van de eunuchbeweging. Tijdens het interview sprak Theroux over het paradoxale beeld van Gustavson, die hij omschrijft als zowel ‘jolly’ als manipulatief. Ondanks Gustavsons beweringen dat zijn intenties puur waren, kon Theroux zich moeilijk losmaken van de grimmige realiteit van zijn daden.

Een aangrijpende en confronterende documentaire die niet snel vergeten zal worden.

 

‘The Eunuch Maker’ van Marcel Theroux: vanaf 9 maart 2025 om 22.00 uur te zien op tv-zender Crime+Investigation

 

Muziek / Album

Americana stylesheet

recensie: Americana-update volume 20
susan-holt-simpson-1cE9VJk_cO8-unsplashUnsplash

De twintigste editie van de Americana-update biedt een ware staalkaart van dit brede genre. Internationaal met een Nederlands randje in de persoon van David Rodriguez, lieflijke Americana en toch oer-Hollands met Eric van Dijsseldonk en het wat stevigere werk van The Yearlings dat je wel direct aangrijpt.

We deinen op een Mexicaanse golf met David Rodriguez, worden meegevoerd door klanken die ons richting de jaren zestig duwen, en door Eric van Dijsseldonk naar de roots en countryrock van The Yearlings. Een prachtige muzikale reis door Americana sounds die vechten om de aandacht van de luisteraars en liefhebbers van dit genre.

Internationaal met Nederlands randje

David Rodriguez is de vader van Carrie Rodriguez die we in Nederland natuurlijk kennen van o.a. haar samenwerkingen met Chip Taylor. Taylor wist haar carrière op de kaart te zetten. In de tussentijd is zijn protégé helemaal op eigen benen gaan staan.

Rodriguez nam dit album vele jaren geleden op, in 2015, met de Nederlandse begeleiders The Rhythm Chiefs in Haarlem. Vlak daarna overleed hij in Dordrecht. Het album met Zuid-Amerikaanse tinten bleek later zijn laatste te zijn geworden. Rodriguez zingt met een beetje een doorleefde praatstem. Wie dit weet te waarderen zal aan Rise and Shine een fijne luistertijd beleven. Het mooiste liedje ‘Ballad of the Western Colonies’ vinden we bijna aan het einde van het negen liedjes tellende album.

De Nederlandse begeleider The Rhythm Chiefs geven de liedjes van Rodriguez een fraaie Americana folk-bedding die staat als een huis en alle ruimte biedt aan de zanger. De begeleiders hebben zeker invloed op de composities van Rodriguez. Misschien hebben ze samen met deze in Houston geboren zanger wel zijn beste album afgeleverd en groeit het postuum uit tot zijn meest succesvolle.

Van Dijsseldonk en The Beatles

Met ‘Look At The Stars’ opent Van Dijsseldonk zijn nieuwste album Half-Time met een fluwelen begeleiding, die qua folky uitvoering misschien wel heel dicht bij The Beatles ligt. Het daaropvolgende ‘Maybe Not Today’ is uit steviger hout gesneden. De stem van Van Dijsseldonk blijft natuurlijk wel aan de wat lieflijke kant. Deze stem huist tussen die van Lennon en McCartney. Dat is de eerste vergelijking die opkomt en niet meteen af te schudden valt.

De diversiteit van de eerste twee liedjes van dit album zien we terug in het hele album. Een album dat net door die afwisseling misschien wel heel makkelijk wat meerdere rondjes achter elkaar in de cd-speler kan maken voordat je het gevoel hebt een ander album te willen horen.

Het nummer waaraan het album zijn titel ‘Half-Time’ ontleent, gaat over het feit dat Van Dijsseldonk het gevoel heeft op de helft van zijn leven te zijn aangeland.

In de begeleiding van dit album zijn Nederlandse grootheden als Roel Spanjers en Gabriël Peeters te vinden. Ook grote namen in het Nederlandse Americana circuit, mag hier zeker bij vermeld worden. Van Dijsseldonk speelt vele instrumenten als gitaar, drums en bas, maar laat zich hier ook graag begeleiden door voornoemde collega’s.

Het stevigere Americanawerk

The Yearlings brengen met After All the Party Years een album dat duidelijk aan de countryrock, misschien zelfs pop/rock kant leunt. Het zorgt bijna voor twijfel of je dit album binnen of buiten het genre zou moeten plaatsen. Het is hun eerste werkstuk sinds 2018. De coronapandemie gooide roet in de succesvolle periode van de band.

Het album opent met ‘Medicine Ball’, direct hun staalkaart voor het album. Bij ‘Blistering Clouds’ dendert zomaar een vergelijking met R.E.M. de kamer binnen. Niet als een kopie, maar wel heel helder zijn de invloeden van deze legendarische formatie hoorbaar uit de beste tijd van R.E.M. Voor alle duidelijkheid: voordat het grote succes hen toch gladder maakte.

Het goud dat The Yearlings in handen hebben in de vorm van deze tien fijne liedjes, stevig en vooral grondig gefundeerd in countryrock, zal ze opnieuw een mooie tijd op de vaderlandse podia gaan bezorgen. Hopelijk weten ze het succes dat hen net voor de pandemie ten deel leek te vallen opnieuw waar te maken. The Yearlings verdienen een fraaie tijd op festivalterreinen. De gitaar, toetsen en zang zijn van zo’n aard dat ze liefhebbers aan zich kunnen binden.

Theater / Voorstelling

Origin verwart en verwondert

recensie: Origin – Scapino Ballet Rotterdam

Na een succesvolle editie vorig jaar, betreedt het Scapino Ballet opnieuw de Nederlandse podia met het talentontwikkelingsprogramma Origin. De choreografieën worden gemaakt door jonge, veelal vrouwelijke, makers. Dit resulteert in een bijzondere voorstelling die het publiek continu laat nadenken over de betekenis achter het schouwspel.

Het Scapino Ballet is een meester in de uitvoering van moderne, abstracte dansstukken. Scapino werkt voor deze editie van Origin samen met het Rotterdams Choreografenconcours RIDCC en het Cinedans Filmfestival. Er worden daarom niet alleen twee choreografieën op het podium vertoont, maar ook twee op film.

Fibonacci en The breakable us

Origin trapt af met de eerste korte film Fibonacci van Tomáŝ Hubáčk. Een groep dansers rent in verschillende formaties door een woestijnachtig heuvellandschap. Ze vallen uit elkaar en komen al rennend weer bijeen. Uiteindelijk blijkt een jager de groep in het vizier te hebben. Tussen de fragmenten door wordt een teruglopende getallenreeks als een ‘rij van Fibonacci’ gepresenteerd. Er lijkt af te worden afgeteld naar het einde voor de vluchtende, kwetsbare groep dansers.

Kwetsbaarheid en het opgaan in omgeving en groepsformaties komen als thema terug in de aansluitende choreografie The breakable us van Olivia Court Mesa. Zes dansers bewegen zich door een wonderlijk decor van incomplete meubelstukken. De groep verbergt zich in het decor en vult incomplete delen aan met hun lichaam. De nadruk in dit stuk ligt op het ondersteunen van elkaar. De dansers, zowel de mannen als de vrouwelijke solist, liften elkaar op een vloeiende wijze.

Lucid Dreaming en Goats

Na de haast serene eerste akte wordt de dansfilm Lucid Dreaming van Emma Evelein vertoond. Een jonge vrouw in een treincoupé creëert in haar hoofd een hallucinante wereld vol kleurrijke en angstaanjagende dansfiguren. Het doet qua choreografie en sfeer haast aan als een clip van zangeres Sia.

Origin, Goats – foto Bart Grietens

De avond wordt afgesloten met Goats van Sarah Baltzinger en Isaiah Wilson. In een decor van kunstgras bewegen zich een groep figuren, half mens, half geit. Het stuk is humoristisch en absurdistisch, vol gekke sprongen en plotseling gemekker. Echter verbeelden de bewegingen ook een machtsstrijd tussen de figuren die het stuk een beklemmende ondertoon geeft.

Totaal verschillend, toch verbonden

Elk van de vier getoonde stukken hebben hun eigen thema’s en sfeer. Voor de pauze staat de kwetsbaarheid van de mens centraal, na de pauze ligt de nadruk vooral op absurdisme. Toch zijn er tussen beide aktes ook duidelijke verbanden te zien, waardoor Origin wel degelijk als een eenheid aanvoelt. In zowel Fibonacci als Goats is een groep zoekende naar de machtsverhoudingen, ze gaan uit elkaar en komen weer bijeen. The breakable us en Lucid Dreaming zetten beiden op een andere wijze een surrealistische droomwereld neer. Dierlijk kuddegedrag is een thema dat zowel terugkomt in Goats als Fibonacci.

Origin is een complexe voorstelling die de toeschouwer continu laat nadenken over de betekenis achter de choreografie. De dans is niet voor mooidoenerij. Het gaat hier niet om de technisch perfect uitgevoerde développé of pirouette. De bewegingen vertellen een verhaal. De contemporary dansstijl heeft de nadruk in alle dansstukken in Origin. De voorstelling laat de diversiteit van deze stijl zien: van snelle staccato bewegingen in Goats tot golvende, beheerde bewegingen in The breakable us.

Origin is een aanrader voor liefhebbers van moderne dans of audiovisuele kunst. Het is vernieuwend en rauw en laat je verwonderd, en wellicht ook wat verward achter. Hopelijk krijgt een nieuwe lichting jonge makers volgend jaar weer de kans om met het talentvolle Scapino Ballet samen te werken en weer een bijzondere voorstelling neer te zetten.

 

Muziek / Album

Mooie cd op een mooi label

recensie: Herder’s Herd – Juho Myllylä
Juho Myllylä - afbeelding rechtenvrij - fotograaf Leonardo Graterol - IILeonardo Graterol

De klank van een soloblokfluit kan kaal zijn en doen denken aan een paar bomen in een film van Andrej Tarkovski. Of – zoals op de coverfoto van de cd Herder’s Herd – aan de Kaldoaivi-wildernis in het Noord-Finse Lapland. Een foto van Jesse Harrison, die ook de foto’s voor het binnenwerk van het begeleidende boekje maakte. Onder meer van het Nationaal Park Sarek in Zweeds Lapland. Variërend van wilde natuur en ijzige bergtoppen tot een rustige stroom in een dal.

Herder’s Herd is het solodebuut van Juho Myllylä op het mooie, Nederlandse label 7 Mountain Records. De Fin Juho Myllylä is een veelzijdig musicus, die al tien jaar in Amsterdam woont. Hij is behalve blokfluitist ook gitarist en singer-songwriter, lid van het Finse Ensemble Gamut!, The Royal Wind Music en de band Burntfield. Zijn repertoire loopt van volksmuziek, middeleeuwse en renaissancemuziek, via de barok en hedendaagse muziek tot alternatieve rock. In alle gevallen zoekt hij naar manieren om deze diverse stijlen nieuw leven in te blazen en met elkaar te verbinden. Onder meer door improvisatie en het gebruik van elektronica.

Nieuwe noten

In 2023 ontstond het project Nieuwe Noten van het Gaudeamus Festival, November Music in ’s-Hertogenbosch en het Amsterdamse Grachtenfestival. Aan jonge componisten, leeftijdgenoten van Myllylä, werd gevraagd een compositieschets voor blokfluit te schrijven. Hieruit kozen Myllylä en het Gaudeamus Festival de vier beste inzendingen. De componisten werkten hun schetsen uit, Myllylä bracht ze tijdens de diverse festivals ten gehore.

Deze vier werken staan nu op dit album, samen met twee andere composities: Orange, Blue and Pink van de Nederlander Arjan Linker (2000) en Faust’s Lullaby van de grotendeels in Nederland woonachtige Andrea Guterres (1991). De cd is op deze manier niet alleen een voldragen document geworden, maar ook een inspiratiebron voor zowel componisten als blokfluitisten betreffende alle mogelijkheden van het instrument én een welkome kennismaking met dit repertoire voor luisteraars.

Volgens het persbericht worden ‘alle vooroordelen over de blokfluit van tafel geveegd’. Onder andere door het gebruik van moderne technieken als circular breathing (een continue toon), Flatterzunge (tongtechniek Rrrrr …), het alleen bewegen van de kleppen op de grotere instrumenten en multiphonics, waarbij meerdere tonen tegelijk klinken.

De vier composities

Het titelstuk, Herder’s Herd is geschreven door de Letse componist Raivis Misjuns (1993). Een prachtig, verstild werk voor altblokfluit. Het werk is gebaseerd op gebroken akkoorden die telkens op een andere manier met verschillende articulaties (gebonden / gestoten), in verschillende registers (laag / hoog), wel of geen vibrato worden herhaald en ook wat verschuiven. Zo kun je je ook voorstellen dat rivieren op de foto’s van Harrison soms wat verschuiven, buiten hun oevers treden, maar zich net als Misjuns herinneren wat hun loop eens was.

Heeft Misjuns zijn mosterd bij onder meer Johann Sebastian Bach gehaald, de Belgische componist Ernst Spyckerelle (1991) liet zich voor zijn eveneens driedelige Marsyas beïnvloeden door het Griekse verhaal over de satyr Marsyas (sopraninoblokfluit) en de god Apollo (elektronica). Het duel loopt slecht af, maar dat is wat je eigenlijk zou moeten zien, want bij de première tijdens het Grachtenfestival 2023 in De Duif in Amsterdam werd de blokfluitist de onderwereld (de krochten van de kerk) ingejaagd…

Waves van de Spaanse componist A. Crespo Barba (1995), onder meer coach van de afdeling Artistiek Onderzoek van Codarts Rotterdam, is een intrigerend werk voor basblokfluit en sinusgolven dat zich beweegt tussen licht en donker.

Het klanklandschap van her immeasurable soul van de afwisselend in IJsland en Nederland wonende componiste en beeldend kunstenaar Hildur Elisa Jónsdóttir (1993) roept tenslotte misschien nog de meeste associaties op met de foto’s van Jesse Harrison: de kracht van de natuur. We horen een sopraanblokfluit gillen en een Paetzold subgrootbasblokfluit stoom afblazen. Met daarbij een zuchtende en kreunende instrumentalist. De deels grafische partituur geeft hem veel ruimte voor improvisatie.

Al met al een afwisselend, mooi samengesteld programma met muziek van nu, die de mogelijkheden van de blokfluit ten volle toont en door Juho Myllylä, die boven de materie staat, volledig worden uitgebuit. Een fraaie cd kortom op een interessant label. Smaakt naar meer!