Film / Achtergrond
special: Enough Said

LIFF: James’ laatste

.

James Gandolfini in zijn laatste rol. Alleen al die aankondiging trok veel publiek, waarvan met name vrouwen van Gandolfini’s leeftijd aanwezig waren en onder de indruk leken van diens acteerprestaties- en voorkomen. Fluisteropmerkingen als ‘hij was wel goed hè!’ tot ‘moet je die sandalen zien die hij aan heeft!’ gingen als geroezemoes door de zaal.

~

Enough Said is van de hand van Nicole Holofcener, wiens Please Give in 2010 ook al op het LIFF draaide. Enough Said laat duidelijk haar stempel zien: een warme film die niet gespeend is van humor. Gandolfini speelt Albert, die op een feestje masseuse Eva ontmoet. Ze zijn beiden gescheiden en voelen zich direct, mede door hun beider gevoel voor humor, tot elkaar aangetrokken. Op datzelfde feestje leert Eva dichteres Marianne kennen. Een wat zweverige vrouw die veel negatieve verhalen over haar ex-man heeft. Gaandeweg, wanneer Eva al een aantal keren met Albert op stap is geweest en serieus over een relatie denkt, komt zij erachter dat Albert de ex van Marianne is. Een gegeven dat voor behoorlijk wat onverwachte, pijnlijke en hilarische momenten zorgt.

Enough Said is een geslaagde combinatie van tragikomedie. En het is vooral James Gandolfini die de juiste snaar weet te raken. Een onhandige, maar lieve en eerlijke beer van een vent die er wat vreemde eetgewoonten op na houdt. En inderdaad, sandalen draagt. Een mooie laatste rol, waarin de acteur bewees van alle markten thuis te zijn. In Enough Said zegt zijn oogopslag genoeg. Andere verdienstelijke rollen zijn er van Catherine Keener als Marianne en Julia Louis-Dreyfus als Eva.  

Film / Achtergrond
special: LIFF 2013

Gevarieerd en onafhankelijk

.

De 8e editie van het Leids Internationaal Filmfestival zit er weer op. Een editie die, net als de voorgaande keren, een breed aanbod aan cinema besloeg. Zo was de nieuwste Coen film Inside Llewin Davis te zien, naast andere grote titels als The Butler met Oprah Winfrey en Captain Philips met Tom Hanks. En dan was er nog een groot aanbod aan kleine independent films, waarvoor het LIFF ditmaal een speciale American Indie Competition presenteerde. Binnen die competitie onderscheidden zich films van meer gevestigde namen als Andrew Bujalski (bekend van mumblecore-films als Funny Ha Ha en Mutual Appreciation) en nieuwkomers als Destin Crotton met prijswinnaar Short Term 12. En dan was er nog de tribute van de onlangs overleden James Gandolfini, die onder meer in zijn laatste rol in Enough Said te bewonderen was.

Buiten Amerikaanse titels sierden ook Europese films en Chinese cinema het doek. Sorrentino’s La grande belezza bijvoorbeeld, zijn nieuwe meesterwerk over een schrijver die inspiratie zoekt in Rome. Het Duitse Oh boy laat een dag uit het leven van een verveelde twintiger in Berlijn zien en La tendresse toont hoe een gescheiden echtpaar op elkaar aangewezen is als ze hun zoon na een ski-ongeluk ophalen. Lux-prijswinnaar The Selfish Giant van de Britse regisseur Clio Barnard kreeg een eenmalige vertoning, aangemoedigd door het  Europees Parlement die het belang van promotie van cultuur benadrukte. Een mooie film over de vriendschap tussen twee jongens uit de lower class.  

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de speciale vertoningen (Lawrence of Arabia, Gravity 3D, The Conjuring), bijzondere locaties als de Pieterskerk, Scheltema of de Leidse Schouwburg, en de feesten, waarvan ondermeer Oh Party Where Art Thou, na de vertoning van de nieuwste film van de Coen broers.

Het LIFF kenmerkt zich opnieuw als een gevarieerd filmfestival met een goed en verrassend programma. De American Indie Competition was een gouden greep. Niet alleen vanwege het overwegend goede aanbod, maar ook de aanwezigheid van veel regisseurs – die hun films met enthousiasme in Leiden presenteerden – versterkten het festivalgevoel. Enthousiasme was ook wat de organisatie met het LIFF uitstraalde: voor elk wat wils, op een creatieve en speelse manier gebracht. 

8WEEKLY was erbij en blikt terug op een aantal vertoningen, waarvan enkele voorpremières. 

Enough Said | Fruitvale Station | Short Term 12 | The Spectacular Now | Much Ado About Nothing | Inside Llewyn Davis

Boeken / Fictie

Richard Yates op weg naar het einde

recensie: Richard Yates (vert. Marijke Emeis)- Een geval van ordeverstoring

Genadeloos wist Richard Yates in zijn boeken de zelfkant van de Amerikaanse samenleving in beeld te brengen. Niet door de ogen van een buitenstaander maar van binnenuit opgetekend. In het aangrijpende Een geval van ordeverstoring ging hij nog een stap verder.

Het blijft opmerkelijk: je schrijft een handvol prachtige romans maar de wereld wil nauwelijks iets weten van je haarscherpe analyse van de Amerikaanse mens in zijn tragische ‘vaart der volkeren’. Het duurt nog veertig jaar – inmiddels ben je niet meer onder ons – en dan slaat opeens de vonk over. De heruitgave van Revolutionary Road en de succesvolle filmrelease brachten Richard Yates postuum de roem die hij altijd al verdiende.

Neerslachtig proza
De kracht van Yates werk zit in de steeds terugkerende autobiografische component waarmee de schrijver geconfronteerd lijkt te worden zodra hij een pen op papier zet. Alcoholgebruik en -misbruik is een veel voorkomend onderwerp, zoals ook overspel en psychisch ongemak, valse ambitie en echtelijk onbegrip. Samen met de desolate jaren 50-sfeer in de Amerikaanse suburbs zorgt dit voor een neerslachtig proza dat vrijwel nergens een opbeurende strekking heeft.

In Een geval van ordeverstoring belanden we in de verontrustende situatie van John C. Wilder op het moment dat hij zijn vrouw belt om te zeggen dat hij niet meer thuiskomt. ‘Ik heb gedronken maar ik ben niet dronken,’ zegt hij om misverstanden te voorkomen. John is een doorgewinterde verkoper van advertentieruimte, hij woont op stand en lijkt gelukkig met zijn zorgzame vrouw en tienjarige zoon. Maar John heeft het helemaal gehad met het gezapige leven van de keurige middenklasse. Hij droomt van een nieuwe toekomst in de filmproductie, is onverzadigbaar waar het opwindende vrouwen betreft en voedt zijn toch al labiele geest met een doorlopende hoeveelheid whiskey.

Kwetsbaarheid
Als John Wilder vervolgens met een zenuwinzinking op de psychiatrische afdeling van een New Yorks ziekenhuis wordt opgenomen, begint Richard Yates met de indrukwekkende ‘story of his life’. Op ongewoon onthullende wijze laat hij Wilder het pad volgen dat hij in zijn eigen duistere leven heeft afgelegd. Na zijn gedwongen opname, een bizarre periode in een ouderwets gekkenhuis, volgt een moeizame tijd van herstel. Zonder resultaat, want Wilder kan de fles niet laten staan – wìl de fles niet laten staan – ondanks zijn regelmatige bezoeken aan bijeenkomsten van de AA die vooral een mooi excuus vormen om het gezinsleven te ontvluchten en het alsnog op een onbedaarlijk zuipen te zetten.

Het is in deze Mad Men-achtige setting van kettingroken, altijd een borrel in de hand en ongegeneerd achter de vrouwen aan zitten dat Yates zich presenteert in zijn allergrootste kwetsbaarheid. Door zijn gejaagde vertelstijl lijkt het alsof hij niet anders kan dan openheid van zaken te geven over zijn zelfdestructieve leven. De problematische menselijke verhoudingen, in al zijn romans zo fijnzinnig aan de oppervlakte gebracht, zijn hier de opmaat voor een intense tragedie waarin een mensenleven – stap voor stap en welbewust – te gronde wordt gericht.

Wonderlijke zelfkennis
John Wilder vertrekt uiteindelijk bij zijn gezin om met de jonge en mooie Pamela een nieuw leven aan de westkust te beginnen. Er zijn zelfs contacten in de filmwereld die mogelijk het begin van een nieuwe carrière kunnen betekenen. In de ogenschijnlijke kalmte – in stand gehouden door stevig drankgebruik – is echter de totale waanzin al duidelijk voelbaar. Op dit punt gaat Yates zelfs zo ver dat hij zijn gekte van binnenuit beschrijft: de exploderende bezetenheid van John Wilder die zich als weergekeerde Christus al hallucinerend op straat begeeft, vervolgens wordt opgepakt en definitief wordt opgesloten in een streng bewaakte inrichting.

In deze persoonlijke Werdegang construeert Richard Yates nog een wonderlijk stukje zelfkennis dat dit boek des te rijker maakt. John Wilder kunnen we zien als zijn alter ego, een personage dat de zelfvernietiging als het ware nastreeft. Daarnaast is er sprake van een tweede drankorgel, de schrijver Chester Pratt die na veel treurigheid en tegenslag de drank vaarwel weet te zeggen en een hernieuwde weg inslaat met bijbehorend schrijverssucces – en die uiteindelijk de mooie Pamela aan zijn zijde krijgt. Waarmee Yates maar duidelijk heeft willen maken: ik ben de ten dode opgeschreven Wilder maar ik weet dat ik ook de hoopvolle en gelukkige Pratt zou kunnen zijn. Een mogelijkheid binnen handbereik die Richard Yates helaas niet heeft gegrepen.

Film / Films

Van isolatie naar desolatie

recensie: Blackbird

.

~

De debuutfilm van de Canadese regisseur/schrijver Jason Buxton kon niet actueler zijn. Een gevalletje ‘spree killer‘ is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de media. Sinds Columbine, waar herhaaldelijk naar wordt gerefereerd in Blackbird, is er het stereotype van heavy-metal luisterende gepeste einzelgängers die een aanslag zouden kunnen plegen. Buxton speelt in zekere zin met ons collectief geheugen. De angst voor een aanslag (op een school) zit tegenwoordig zo diepgeworteld dat wij als samenleving in ieder hoek een bedreiging zien. Zoals Blackbird laat zien, kan een misinterpretatie van een aanwijzing leiden tot de verwoesting van een jong leven. 

De jeugd van tegenwoordig

Sean (Connor Jessup), een pacifistische gothic en een buitenbeentje op school, woont alleen met zijn vader in een kleine stad. Hij wordt door het ijshockeyteam regelmatig gepest en mishandeld. Op advies van zijn decaan schrijft hij zijn frustraties op. Zijn wraakgevoelens op internet krijgen echter een Columbine-tintje en voordat hij het weet doet de politie ’s nachts een inval bij hem thuis. Wanneer de politie ook nog eens de grote wapencollectie van zijn vader, die in zijn vrije tijd jager is, vinden lijkt het plaatje rond. De rechter besluit dat Sean schuldig is aan het beramen van een aanslag op de school en stuurt hem naar de jeugdgevangenis waar de echte ellende pas gaat beginnen.

Buxton kaart een interessante psychologisch/maatschappelijke kwestie aan. We denken allemaal niet bevooroordeeld te zijn, maar als we op het nieuws zien dat een ‘outcast‘ die binnen het plaatje van een stereotype past een aanslag beraamde, hebben we onze mening klaar zonder naar de echte reden te kijken. En dat is ook het geval met Sean. Hij zou onopvallend of gewoon moet zijn om door de samenleving te worden geaccepteerd. Om de isolatie van Sean beter te begrijpen is de film vanuit zijn gezichtspunt gefilmd. Zijn jeugdige onbegrip, machteloosheid en naïviteit zijn aandoenlijk.

Internet maakt meer kapot dan je lief is

~

Doesn’t anyone care about the truth?’ vraagt Sean aan zijn advocaat. Het antwoord is overduidelijk nee, niemand maalt om de gevoelens van de verdachte of de juistheid van het bewijs. In tegenstelling tot Columbine snelt informatie tegenwoordig dankzij internet de gebeurtenissen vooruit. Blackbird reageert op de onwetendheid en het roekeloze internetgedrag van de jeugd. Maar nog erger zijn de volwassenen die alles wat op internet verschijnt serieus nemen.

Blackbird oogt goed en de jonge acteurs vervullen hun zware taak moeiteloos. Maar toch zitten er hier en daar kleine minpuntjes in het verhaal, zoals het Hollywood-achtige subplot waarin Sean verliefd wordt op het populairste meisje (Alexia Fast) van de school en tevens het vriendinnetje van de aanvoerder van het ijshockeyteam. Minder erg maar wel overbodig zijn de scènes waarin Sean kennis maakt met de gevangenisrituelen. Het is iets te voor de hand liggend en niet altijd even goed uitgewerkt. Laten we het maar houden bij een beginnersfoutje, want Buxton levert uiteindelijk een geslaagde debuutfilm af.

Film / Films

Vechten tegen de bierkaai

recensie: The World's End

Edgar Wright, Simon Pegg en Nick Frost ronden hun apocalyptische trilogie af in stijl, met een invasie van buitenaardse robots tijdens een kroegentocht.

Vier jeugdvrienden worden opgetrommeld door hun oude maatje Gary (Simon Pegg), ooit de aanvoerder van wat de laatste jaren elders is getypeerd als een ‘wolf pack’. Het komt allemaal op hetzelfde neer: oudere mannen die te veel zuipen en dat eigenlijk niet moeten doen. Ook in The World’s End worden ‘de vijf musketiers’ aangevoerd door een onverantwoordelijk persoon met humor die alles bij elkaar liegt om zijn vrienden over te halen tot verscheidene stommiteiten.

Nuchter zijn is saai

~

Terwijl Andy (Nick Frost), Steven (Paddy Considine), Peter (Eddie Marsan) en Oliver (Martin Freeman) de afgelopen twintig jaar volwassen zijn geworden, banen hebben en soms zelfs een vrouw en kinderen, is Gary blijven hangen in het verleden, bang om zijn wilde haren kwijt te raken. Een van de redenen hoe Gary dit leven volhoudt, is excessief drankgebruik. Nuchter zijn is immers saai. Gary wil nog eenmaal de gouden jaren herleven waarin werd gepoogd ‘The Golden Mile‘ van Newton Haven af te leggen, een tocht langs twaalf kroegen met als eindbestemming The World’s End.

Goed georganiseerde kroegentochten (en met twaalf kroegen is daar wel sprake van) beginnen als een leuk initiatief en eindigen als een ware uitputtingsslag. Wanneer er naast een gevecht tegen het bier ook een gevecht tegen robots aan de gang is, wordt het er niet gemakkelijker op. Tot overmaat van ramp is Gary vastberaden ‘The Golden Mile‘ dit jaar wél tot een goed einde te brengen, ondanks de aanwezigheid van buitenaardse blauwbloedige creaturen.

Meer van hetzelfde

~

The World’s End is het slotstuk in de onofficiële Three Flavours Cornetto Trilogy van Wright en Pegg, waarvan Hot Fuzz en Shaun of the Dead de voorgaande delen zijn. In elke film wordt een ijsje gegeten met smaken die de film symboliseren, zoals groen pepermuntijs in deze film (aliens) en aardbeismaak in Shaun of the Dead (zombies).

De films worden niet alleen verbonden door ijsjes. De cast is grotendeels hetzelfde met vaste rollen voor Nick Frost en Simon Pegg, naast andere routiniers als Bill Nighy en Martin Freeman. De thematiek komt grotendeels overeen, met een herkenbare opbouw waarin de hoofdrolspelers pas na enige tijd doorkrijgen dat de wereld vergaat, en tot slot is de typische Britse humor van schrijvers Wright en Pegg het sausje waarmee het geheel wordt overgoten.

Verrassend in The World’s End zijn de sterk uitgewerkte vechtscènes die er soepel uitzien en met name Nick Frost tot een actieheld transformeren. Hij slaat de vele robots kort en klein en lijkt ontketend wanneer er drank in het spel is. De choreografie van de actiescènes is bij vlagen zelfs indrukwekkend te noemen, iets dat toch bijzonder is voor een Britse komedie. Voor de rest is The World’s End meer van hetzelfde, hetgeen liefhebbers van Hot Fuzz en Shaun of the Dead als muziek in de oren zal klinken. 

Muziek / Album

Het ontwijken van de val

recensie: Moonface - Julia With Blue Jeans On

Met Julia With Blue Jeans On laat Spencer Krug voor de zoveelste keer zien dat kwantiteit en kwaliteit prima samen kunnen gaan.

In de laatste tien jaar verschenen er zo’n vijftien albums van de verschillende bands waar de Canadees Spencer Krug frontman was. Frog Eyes, Fifths Of Seven en Swan Lake zijn enkele van die formaties, maar de grootste bekendheid verwierf Krug met de albums van Sunset Rubdown en Wolf Parade. De verschillende projecten onderscheidden zich van elkaar door hun bezetting en niet zozeer door de muziek. Van rechttoe rechtaan indierock tot ingewikkelde, bombastische composities, Krug ziet ieder album als een nieuwe uitdaging. Zijn herkenbare stemgeluid is de rode draad in zijn muziek.

Minimalistische aanpak
Eerdergenoemde bands zijn al enkele jaren niet meer actief, dus moest Krug op een andere manier zijn honger stillen naar het schrijven van liedjes. Moonface werd zijn eerste soloproject waarmee hij een EP en twee albums uitbracht. Organ Music Not Vibraphone Like I’d Hoped uit 2011 hypnotiseerde door de invloeden uit de elektronische muziek van de jaren tachtig, op With Siinai: Heartbreaking Bravery, een samenwerking met het Finse Siinai uit 2012, was duistere indierock te horen. Met Julia With Blue Jeans On slaat Krug wederom een compleet andere weg in.

Het is zonder twijfel het kaalste album van de Canadees tot nu toe. Krug vond het tijd om opnieuw kennis te maken met de piano, het eerste instrument dat hij leerde bespelen. Het resultaat zijn tien liedjes waarop enkel de piano en zijn stem te horen zijn. Niet alleen op muzikaal vlak heeft Krug voor een minimalistische aanpak gekozen, ook de songteksten  – speels en sprookjesachtig, boordevol verwijzingen naar de bijbel, kunst en historische feiten –  zijn ontdaan van alle poespas.

Bewonderenswaardig
Door deze omslag is Julia With Blue Jeans On een van de meest persoonlijke albums van Krug. Onomwonden contrasteert hij zijn liefde voor ene Julia met zijn eigen tekortkomingen en onzekerheden. Zo zingt hij op het ruim acht minuten durende ‘Dreamy Summer’: ‘There’s no reason I should feel like dying / but you’re the reason I’m here and alive / either way’. Het nummer is een van de beste van het album, maar ook ‘Everyone Is Noah, Everyone Is The Ark, ‘Your Chariot Awaits’ en het titelnummer zijn pareltjes waarbij treurnis en verliefdheid hoogtij vieren. Dergelijke thema’s, in combinatie met melancholische pianomuziek, worden snel pathetisch en ongeloofwaardig, maar Krug weet een perfecte balans te vinden tussen de positieve en negatieve emoties, zodat hij deze val weet te ontwijken.

Het is bewonderenswaardig dat Krug zich iedere keer weer weet te vernieuwen, zonder dat de experimenteerdrift zijn verhaal in de weg staat. Het is dan ook niet gek dat hij tot de beste singer-songwriters van het moment gerekend wordt. Met Julia With Blue Jeans On bevestigt hij nog maar eens dat hij deze titel waard is.  

Film / Films

Van Hitler naar Diana

recensie: Diana

Regisseur Oliver Hirschbiegel verfilmt na Der Untergang wederom de laatste levensfase van een beroemdheid. Een groter verschil dan tussen Adolf Hitler en Diana Spencer is haast niet denkbaar, maar helaas geldt dat ook voor de resulterende films Der Untergang en Diana.

Hirschbiegel gaf Hitler naast zijn furieuze tirades ook wat sporen van menselijkheid. Hitler werd niet alleen geportretteerd als monster, maar ook als mens met persoonlijke problemen. In Diana doet Hirschbiegel hetzelfde door Princess Diana niet alleen te portretteren als erbarmelijke ambassadrice voor een betere wereld, maar ook als onzekere vrouw. Net als in Hudson on Hyde Park, waarin de lusteloze affaires van Franklin Delano Roosevelt werden verfilmd, focust Hirschbiegel zich op Diana’s turbulente liefdesleven. Daardoor wordt het leven van Lady Di gereduceerd tot een melodramatisch liefdesepos waarin ze in hartchirurg Hasnat Khan (Naveem Andrews) de liefde van haar leven vindt, een liefde die nooit kan opbloeien door paparazzi en persoonlijke perikelen.

Geen aantrekkingskracht

~

Diana stal de harten van menig wereldburger met haar ontwapenende lach en mededogen, haar tomeloze inzet voor een betere wereld en persoonlijke campagnes tegen onrecht. In de film is weinig van de aantrekkingskracht van Diana terug te vinden. Naomi Watts doet haar best, krijgt dezelfde coupe aangemeten als de prinses en heeft haar maniertjes bestudeerd, maar het zwakke script, het gebrek aan chemie met Naveem Andrews en de afwezigheid van sleutelfiguren in Diana’s leven beletten Watts om The Queen of Hearts een persoonlijk tintje mee te geven. Prince Charles, Harry, William en Queen Elizabeth zijn bijvoorbeeld nergens te bekennen.

Naast de afwezigheid van sleutelfiguren kent Diana een ander manco: een overvloed aan staatsbezoeken en mediaoptredens. Der Untergang was zo beklemmend omdat alles zich in een bunker afspeelde. De kijker zit dicht op de huid van de dictator en ervaart zijn waanzin en uiteindelijk machteloosheid. Diana gaat echter van hot naar her, van Pakistan tot New York, en dat leidt enorm af van de persoonlijke misère. Al deze scènes mogen dan feitelijk juist zijn, ze voegen niets toe en geven de film een fragmentarisch karakter.

Miljoenenjacht
Diana volgt grotendeels de onmogelijke relatie tussen Hasnat en Diana, die voornamelijk niet slaagt omdat Hasnat de media-aandacht niet aan kan en zijn familie hem geen toestemming geeft met een gescheiden vrouw te trouwen. Maar dan wordt vrij abrupt de relatie verbroken. De Princess of Wales ruilt de liefde van haar leven in voor Dodi Fayed (Cas Anvar), die uit het niets komt aanvaren op een miljoenenjacht. Niemand die tijdens het kijken van de film verwacht dat Dodi Fayed zal ontbreken, maar opeens is hij er gewoon. Voor de tweede maal vormt zich een statisch geheel waarbij chemie tussen Watts en haar tegenspeler ontbreekt.

De bijzondere vrouw Diana had wellicht een heel ordinair, onsuccesvol liefdesleven. Eentje waarvan iedereen weet hoe het grofweg is gelopen, dankzij alle paparazzi. Hirschbiegel is genoodzaakt zich aan de feiten te houden, maar het lijkt alsof de regisseur het liefst Hasnat Khan met Diana in Parijs had willen hebben om ze samen tragisch te laten sterven op Shakespeareaanse wijze. De laatste momenten doormakend in angst en oprechte liefde, stervend in elkaars armen na een wilde achtervolging door paparazzi. De realiteit dicteerde echter anders en vereiste Dodi die geforceerd ten tonele verschijnt, de laatste twintig minuten van de film vullend met rijkdom en leegte. Een anticlimax in een toch al niet erg enerverende film.

Boeken / Fictie

De puzzelstukjes passen niet, en doen alsof heeft geen zin

recensie: Annette Pas - 's Nachts doe ik alsof

Annette Pas heeft haar roman ‘s Nachts doe ik alsof voorzien van elementen uit de bestsellerlijsten. De SM uit Vijftig tinten grijs, een heksachtig Stieg Larsson vrouwtje, wat waanzin uit Isabelle en een vrachtlading verwijzingen naar de crisis. Helaas voor Pas schaadt deze overdaad.

Tegensprekende protagonist gaat tegenstaan
Liesbeth is een weinig sympathieke hoofdpersoon en verteller, ze is egoïstisch en zeurderig. Haar doel is trouwen met Paulus, niet omdat ze van hem houdt, maar omdat ze wil trouwen. Het eerste probleem dat ze met de hulp van oud-vriendin en ‘heksje’ Philomena probeert op te lossen – er volgen er nog een paar – is dat ze geen orgasme krijgt tijdens de seks met Paulus. Met Philomena lukt dit direct. Liesbeth vertelt vervolgens keer op keer hoe weinig haar seksleven met SM-liefhebber Paulus haar bekoort, hoezeer chocolade-ijs dat wel doet en hoeveel beter – nee toch slechter, nee, toch beter – ze zich voelt dan Philomena. Minachting en bewondering vechten om de overhand. Innerlijke tegenstrijd, zo zal Pas gedacht hebben, maken een personage interessant. Echter, Liesbeth spreekt zichzelf zo vaak en weinig subtiel tegen dat het irritant wordt.

Te veel herhaling
Hopen dat je moeder doodgaat omwille van de erfenis, hoort niet. Dat weet Liesbeth ook wel. ‘Nee, zo mag je niet denken! Ik neem het terug. Ik neem het helemaal terug. Ik heb het nooit gedacht. Ik hou van mijn moeder.’ Vervolgens, slechts enkele bladzijden later, doet ze haar verloofde Paulus af als haar enige optie, omdat niemand anders haar zou willen. ‘Zo mag ik niet denken. Zo denk ik ook helemaal niet.’ Maar zo denkt ze dus wel, en zo schrijft Pas.

Zaken worden voortdurend herhaald. Philomena, zo weten we allang, is klein en slank. ‘Philomena is altijd al klein en slank geweest, al zie ik haar nu elke dag (…) nog magerder worden’, zo vertelt Liesbeth ons, om vervolgens een bladzijde later nog maar een keer te stellen: ‘Wie echter wel in sneltreinvaart afvalt, is Philomena.’ Zonder deze veelvoorkomende herhalingen zou de roman een stuk fijner weglezen en meer ruimte overblijven om stukken uit te werken die er nu juist te snel doorheen worden gejaagd. Het hele personage Dauwe, bijvoorbeeld, roept meer vraagtekens op dan hij beantwoordt.

Onsympathiek wordt ook ongeloofwaardig
Liesbeth blijkt niet te vertrouwen. Gedurende de eerste helft van het boek lijkt ze een redelijk normale vrouw, alhoewel haar verloofde van SM houdt en haar voormalig beste vriendin een beetje vreemd is. Als het boek in het laatste van drie delen belandt, blijkt Liesbeth opeens door te draaien en raken we het vertrouwen in haar kwijt. Deze omslag komt te laat in het boek, en de onbeantwoorde vragen die het oproept wekken weerzin. Pas weet dit, en probeert de lezer voor te zijn: ‘En toch klopt het niet. Niet echt. Er zijn te veel puzzelstukjes die niet in elkaar passen. Maar dat geeft niet.’ Het geeft wel.

Als Liesbeth achter Philomena’s familiegeschiedenis komt is dit geen bevredigende climax, maar een twist die uit de lucht komt vallen. De manier waarop Liesbeth haar terugvindt (deze prinses staat simpelweg in het telefoonboek), is nog ongeloofwaardiger dan Liesbeth’s hersenspinsels. De puzzelstukjes passen inderdaad niet. Tot overmaat van ramp komt Liesbeth ook nog eens met de dooddoener ‘Soms vraag ik me af of ik alles niet gedroomd heb’. Een te makkelijke verklaring, een te laffe conclusie. Dit boek laat Pas’ potentie zien, maar ze zal moeten leren schrappen. Minder herhaling en minder ideeën in één boek zouden een goed begin zijn. Om ‘de hemel in tienduizend stukjes’ te doen breken is meer, of eigenlijk minder, nodig dan dit.

Muziek / Concert

Gelikte show van formaat

recensie: Foals

Na sterke shows in kleinere zalen, een paar knallers van releases en de snelle uitverkoop van een grote zaal als Vredenburg, zijn de verwachtingen van het optreden van Foals hooggespannen. Dat de mannen de lat vanavond nog hoger leggen, had echter niemand verwacht.

Het is rap gegaan met de carrière van het Engelse vijftal. Hoewel ze met eerder werk (Antidotes in 2008 en Total Life Forever in 2010) in de schaduw bleven van de overheersende massamuziek, wordt het nieuwe Holy Fire razendsnel opgepikt. Het is niet voor niets dat Vredenburg deze avond bomvol is.

Zintuiglijke explosie

~

De topper der vuige uitschieters is voor het laatst bewaard. Gouwe ouwe ‘Two Steps, Twice’ is de finale uitbarsting van muzikaal geweld dat zich de gehele avond beetje bij beetje heeft opgehoopt. Philippakis springt met zijn gitaar het podium af en trakteert de hele zaal, inclusief de rijen zitplekken boven, op een persoonlijke show. Als een Mozes die de zee splitst, baant hij zich een weg terug naar het podium om het concert af te sluiten. Beter dan zo had de band het niet kunnen doen.

Binnen korte tijd heeft Foals zich een bijzonder strakke show aangemeten die de hoge verwachtingen van eerdere optredens overtreft: dit optreden was van ongekend formaat. 

Muziek / Album

Net als vroeger

recensie: Black Bottle Riot - Soul in Exile

Met Soul in Exile levert Black Bottle Riot een plaat af die klinkt als iets uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat het geïnspireerd is door de stevige hardrock uit die tijd moge duidelijk zijn, maar heel spannend is het allemaal niet.

Het viertal uit Nijmegen bracht in 2011 hun gelijknamige debuutalbum uit. Sindsdien hebben ze flink aan de weg getimmerd. Zo stonden ze al in het voorprogramma van Pearl Jam, The Black Keys en Ben Harper. Om het tweede album op te nemen, ging de band in conclaaf in Normandië. Nachtenlange jamsessies met veel flessen drank leverden uiteindelijk negen nummers op. Ze werden met zo min mogelijk overdubs ingespeeld, waardoor het album zowaar een live-gevoel opwekt. Het is goed te horen dat de band op elkaar ingespeeld is.

Flashback


Soul in Exile voelt als een flashback naar de hoogtijdagen van de bluesrock. Black Bottle Riot is naar eigen zeggen geïnspreerd door bands als Thin Lizzy, Lynyrd Skynyrd en The Allman Brothers Band, en dat is goed te horen. De opnames klinken niet kristalhelder, maar zijn juist een beetje groezelig, zoals te verwachten is wanneer er buizenversterkers worden gebruikt. Stilistisch gezien ligt dat echter volledig in lijn met de muziek die op het album te horen is.

Black Bottle Riot heeft geen wereldschokkend album afgeleverd. Er staan geen experimentele tracks op die de grenzen van een genre opzoeken, of streven naar vernieuwing in de stijl. De consistentie waarmee de band teruggrijpt op de muziek van zijn inspiratiebronnen is echter lovenswaardig te noemen. Geen enkel nummer laat een breuk in die stijl horen. Dat het af en toe wat gedateerd klinkt, is daarom niet zo erg. Black Bottle Riot weet precies waar ze mee bezig zijn, en dat is te horen.

Het podium lonkt

Soul in Exile is een energiek album dat niet snel gaat vervelen. Dat komt deels doordat het album vertrouwd klinkt. Ook de energie en het plezier die de nummers uitstralen, is een reden om het album nog een keer op te zetten. Het ontbreekt de band niet aan kunde en kwaliteit. De groovy riffs in een bluesschema, imposante gitaarsolo’s en drijvende drumpartijen klinken lekker.

Het nadeel van Soul in Exile is dat Black Bottle Riot zich zo strak binnen het genre beweegt. Hun inspiratiebronnen waren vernieuwend in hun tijd, maar Black Bottle Riot is dat niet. Desalniettemin levert Black Bottle Riot een goed album af dat de nieuwsgierigheid naar een optreden uitlokt. Het nostalgische geluid, opgewekt met vintage apparatuur, en de neiging het album zo live mogelijk in te spelen, wijzen erop dat de band live beter tot zijn recht zal komen.