Theater / Voorstelling

Zonder oordeel op de planken

recensie: Patrick Nederkoorn - Vijf Sterren

Geestige anekdoten uit zijn jeugd over steegjes, schuurtjes en schoolkrantjes worden afgewisseld met een kritische kijk op de politiek en treffende grappen over bejaarden en Boer zoekt Vrouw. Binnen de variëteit aan thema’s en grappen is de zogeheten rode draad sluimerend voelbaar. Oordelen van en over anderen, het goed willen doen en angst om te falen. Herkenbare gevoelens voor iedereen, waarmee Patrick Nederkoorn je zowel aan het lachen brengt als aan het denken zet.

De kleine zaal van de Baarnse Speeldoos, waar een paar twintigers de gemiddelde leeftijd behoorlijk omlaag halen, loopt aardig vol.  De jonge cabaretier opent zijn voorstelling met het lied Madeleine (Jacques Brel), begeleid door zijn vaste pianist Guido van de Meent. Hij weet het goedlachse publiek meteen naar zijn hand te zetten, al is de spanning in zijn ogen de eerste coupletten voelbaar en hoorbaar in zijn stem. Op een ontspannen en scherpzinnige manier speelt hij in op het publiek, niet alleen als groep maar ook individueel. Spitsvondig, maar immer sympathiek, zodat hij geen ruimte laat voor plaatsvervangende schaamte. De keuze voor deze speelvorm laat je een groot deel van de voorstelling bijna als een dialoog beleven.

Kwetsbaar en eerlijk
Nederkoorn neemt je mee naar momenten in zijn leven waarop hij teleurstelde, terwijl hij het perfect wilde doen. Een relatie die na 8,5 jaar ten einde komt gaat je niet in de koude kleren zitten. Zeker niet wanneer de buitenwereld diezelfde relatie ziet als die van Doornroosje en haar prins. Wanneer je alleen maar bezig bent met het voldoen aan verwachtingen van anderen, vergeet je je soms af te vragen wat je zelf nou eigenlijk wil. Dat besef resulteert bij Nederkoorn in rigoureuze recalcitrantie, die hij vermakelijk weet toe te lichten. Gebbetjes waaruit zijn tegendraadsheid blijkt over de Schreeuw van Munch en over de roze muren in zijn huis volgen.

Hoe sterk je je er ook tegen afzet, oordelen blijven altijd aanwezig. Je zou jezelf soms onzichtbaar willen maken, willen vluchten voor het oordeel van anderen. Wanneer je jezelf met je goedbedoelde onwetendheid voor gek zet op de middelbare school. Maar ook wanneer je, in al je naïviteit, verdachte wordt van het ontvreemden van staatsgeheimen en de nacht in een politiecel moet doorbrengen. 

Veelbelovend
Voor een try-out zit de voorstelling behoorlijk goed in elkaar. Bruggetjes zijn nauwelijks zichtbaar en je wordt meegesleept van de ene naar de andere scène. Slechts een enkele keer gaat de schakeling iets te snel, waardoor je hem even kwijt bent. Nederkoorn schroomt niet voor plotselinge tête-à-têtes met zijn publiek, die de toeschouwer betrokken houden. Na deze onderbrekingen pikt hij zijn verhaal weer haarfijn op.  Dit is overigens niet de enige manier waarop hij zijn publiek weet te betrekken. Onderhuidse sneren naar de lokale politiek, gesofisticeerde snakerijen over religie en BN’ers en een match op Tinder met een flinke dosis zelfspot, houden de stemming er goed in. De terugkomende personages kunnen her en der nog wat meer diepgang gebruiken. Naast de liedjes van onder anderen Jacques Brel en Ramses Shaffy vertolkt hij ook eigen nummers die qua tekst en inleving niets te wensen overlaten, maar muzikaal gezien naar een hoger niveau kunnen worden getild. Tevens kan de schakeling tussen de cabaretier en de vertolker van de nummers nog wat aangescherpt worden, waardoor deze daadwerkelijk één en dezelfde persoon worden. 

Licht ironisch
Soms probeert Nederkoorn te choqueren met snoeiharde grappen, zo ook over de affaire Mabel en Rutte en de kindjes in Centraal-Afrika, zijn markante grijns weet deze echter direct te relativeren. Langs Roemenië, Rome en Leidschendam nadert het einde van de voorstelling. Er wordt nog een utopisch uitstapje gemaakt naar een wereld waarin je afstand kan doen van je levensbagage en met een schone lei verder of juist terug kunt. Eén ding is in ieder geval duidelijk: Nederkoorn wil stoppen met het pleasen van anderen. Ironisch genoeg is hij daar het afgelopen anderhalf uur juist mee bezig geweest. Desalniettemin lijkt er geen twijfel te bestaan over het feit dat hij zichzelf net zo weet te pleasen: het plezier spat ervan af, dat resulteert in een heuse kruisbestuiving tussen hem en het publiek. Het slotakkoord in mineur voelt daardoor niet helemaal op zijn plaats. 

Theater / Voorstelling

Theater met een zuurbittere smaak

recensie: Theatergroep Azijn - Parasieten

.

Het begin van Parasieten toont alledaagse huiselijke situaties waaronder existentiële beslommeringen verscholen liggen. Suïcidale gedachtes zijn verweven in dialogen rondom het buitenzetten van het vuilnis en het meebrengen van het juiste bier. Dit resulteert in een filosofische uitspraak over het mens-zijn: ‘Dat is lekker bier, dat drinken andere mensen ook.’ ‘Ik ken geen andere mensen.’

De tekst van Marius von Mayenburg wordt door de acteurs tot volle bloei gebracht. Elk woord lijkt zorgvuldig gewogen te zijn door de spelers. In de speelstijl is terug te zien dat niet het acteren maar het theatermaken centraal heeft gestaan in de repetitieperiode. De spelers lijken meer bezig te zijn geweest met de manier waarop zij het verhaal vertellen dan met hun acteertechnieken. Vanwege de verschillende studieachtergronden van de spelers loopt het spelniveau uiteen. Allen houden zich bezig met theater, zij het op verschillende wijze. Zo staat er zowel een theatermaker, acteur als dramaturg op het toneel. De werkwijze van het collectief is hierin zichtbaar: opgericht voor en door studenten van verschillende Utrechtse kunstvakopleidingen. Parasieten lijkt door de dienstbaarheid van de acteurs aan de tekst een ode aan Marius von Mayenburg te zijn.

‘Je stinkt. Naar huichelarij en leugen.’
In de spiegel van von Mayenburg zien wij onszelf binnenstebuiten gekeerd. Onze diepste doemgedachtes, die wij normaliter voor onszelf houden, vinden nu hun weg naar buiten en dringen zich aan ons op. De metafoor van de inbouwkast die uit de woning gebroken wordt is kenmerkend voor de worstelingen die de personages met zichzelf en met elkaar doormaken. De parasiterende werking die de personages op elkaar hebben vormen de kern van de intermenselijke verhoudingen die von Mayenburg schetst. Zij drijven elkaar tot wanhoop, doordat ze ongecensureerd hun leed over de ander uitstorten.

Tegelijkertijd werkt de directheid in de communicatie zeer verfrissend: ‘Het maakt mij niet uit of je iets zegt. Ik luister toch niet.’ Tegenover dit sociaal onwenselijke gedrag worden de leugentjes om bestwil geplaatst, die een sociaal wenselijk effect beogen maar niet het gewenste resultaat hebben. De vrouwspersoon die haar liefde voor de verongelukte tot aan het einde toe probeert te bewijzen, verdrinkt uiteindelijk in haar eigen leugens. Door haar geliefde is zij in het water gegooid en door zijn eigen onzekerheid laat hij haar vanaf het begin tot het einde toe spartelen, totdat zij hier zo uitgeput door is geraakt dat zij wel op moet geven.

Dammen
Doordat alle vijf de personages het gehele stuk aanwezig zijn op het toneel wordt de aandacht als vanzelf op de onderlinge relaties gevestigd. Als twee personages spelen, vormen de andere personages een tableau vivant. De gelijkenis van de vloer met een dambord brengt zowel dynamiek in het beeld aan als inhoudelijke gelaagdheid. De spelers zijn in hun bewegingen over de vloer als damstenen die gereed zijn om elkaar te slaan zodra de kans zich voordoet.

Film / Films

Terminale Amerikaan zet Parijs op stelten

recensie: 3 Days to Kill

Een dodelijke en terminale Amerikaanse CIA-agent begint een klopjacht in Parijs. Naast het uitschakelen van criminelen probeert hij zijn gezin terug te winnen. Een onmogelijke opdracht in een onwaarschijnlijke film.

~

Een geheime operatie van de CIA mislukt: een hotel wordt opgeblazen en een CIA-agente onthoofd door een lift. De verantwoordelijke voor deze daden ontsnapt. Bijna krijgt CIA-agent Ethan (Kevin Costner) de slechterik te pakken, totdat een slecht getimede hoestbui roet (of bloed) in het eten gooit. In het ziekenhuis hoort Ethan dat hij een hersentumor heeft met uitzaaiingen naar de longen en nog maar een paar maanden zal leven.

‘The CIA thanks you for your service’, aldus de arts. Ethans gedachten gaan uit naar zijn familie, waarvan hij zichzelf heeft vervreemd door zijn CIA-werkzaamheden. De tijd die hem nog rest, besteedt hij om de relatie met dochter Zooey (Hailee Steinfeld) en vrouw Christina (Connie Nielsen) te herstellen, die tegenwoordig in Parijs wonen.

Maar wat als hij door experimentele medicijnen langer zou kunnen leven? Ethan, ten dode opgeschreven, hoeft er niet lang over na te denken. In ruil voor peperdure injecties met het experimentele middel zet hij in Parijs zijn werkzaamheden voort en gaat hij de slechteriken The Albino (Tómas Lemarquis) en The Wolf (Richard Sammel) achterna. De CIA heeft blijkbaar het geneesmiddel gevonden tegen een hersentumor met uitzaaiingen, maar besluit alleen terminale CIA-agenten hiermee te helpen, zodat er nog wat criminelen omgelegd kunnen worden.

Nutteloze voetbalfanaten


~

Waarom Ethans Amerikaanse vrouw en dochter in Parijs wonen, wordt in het midden gelaten in de film. De verklaring hiervoor moet daarbuiten worden gezocht. Regisseur McG, verantwoordelijk voor Charlie’s Angels en This Means War, heeft namelijk een script van Luc Besson verfilmd. Een script van Luc Besson situeert wel vaker Amerikanen in Frankrijk, zoals eerder al het geval was in From Paris With Love, maar deze keer valt er weinig te genieten van een potentiële cultuurclash. Costner schiet weliswaar, net als John Travolta, Parijs overhoop, maar humor ontbreekt grotendeels. Dat zijn spoor van menselijke vernieling niet door de autoriteiten wordt opgemerkt is niet zo vreemd, want de mensen van de gendarmerie worden in deze film afgeschilderd als nutteloze voetbalfanaten die zich niet in Amerikanen interesseren.

De standaardingrediënten voor een actiefilm zijn aanwezig, met vuurgevechten in openbare gelegenheden, executies in hotelkamers, autoachtervolgingen met een Peugeot die een Audi van de weg ramt (vergeet het maar) en femme fatale Vivi (Amber Heard), het meest ridicule personage in de film. Gehuld in allerlei kinky, vaak leren, pakjes rijdt ze Ethan met een bloedvaart van A naar B, om nog meer doelwitten uit te schakelen en informatie in te winnen over The Albino en The Wolf. Op elke nieuwe locatie wordt opnieuw iemand vermoord, maar hoe de verschillende executies Ethan uiteindelijk dichter bij de slechterik brengen, wordt niet duidelijk.

Niet genoeg vaart


~

Dat een film als
3 Days To Kill helemaal nergens over gaat en dat het verhaal ook eigenlijk nooit begrijpelijk wordt, is de film nog wel te vergeven. Een gedegen plot is nooit Bessons sterkste punt geweest en een degelijke film maken is McG tot op heden ook nog niet gelukt. Echter, 3 Days To Kill schiet ook op andere vlakken tekort: de extravagantie op alle vlakken wordt constant onderbroken door serieuze pogingen tot drama, waardoor McG steeds de vaart uit de film haalt. Des te knapper is de rol van Kevin Costner, die zich staande weet te houden tussen absurde personages, een onnavolgbaar plot en chaotische actie. 

Film / Films

Ontsnapte boef neemt zijn tijd

recensie: Ain't Them Bodies Saints

Ain’t Them Bodies Saints zit op zich goed in elkaar, maar het verhaal, dat meer als een opzet dan een compleet plot aanvoelt, blijkt de grootste zwakte van de film.

~

Bob Muldoon (Casey Affleck) moet enkele jaren de gevangenis in en laat daarmee zijn hoogzwangere vrouw Ruth (Rooney Mara) achter. Na vier jaar kan hij het echter niet meer uithouden en ontsnapt hij om bij zijn familie te kunnen zijn, die op hun beurt door hun hele omgeving gewaarschuwd worden niet met hem om te gaan.

Dunnetjes

Het verhaal heeft niet erg veel om handen. Het zou op zich goed kunnen werken als uitgangspunt voor een film (onder andere O Brother Where Art Thou en The Fugitive hanteren een variatie hierop als basis voor hun verdere verhalen), maar om negentig minuten te vullen is het simpelweg te dun. Hierom voelt het in de eerste drie kwartier constant alsof de echte film nog moet beginnen. Er lopen wel een aantal subplots die in dienst staan van de overkoepelende vertelling, maar deze komen sporadisch aan bod en worden vaak nog in dezelfde scène opgelost. Ook zij weten de film niet genoeg inhoud te geven om de aandacht tussen de verschillende plotpunten vast te houden.

~

Wel moet regisseur David Lowery gecomplimenteerd worden voor de manier waarop hij het tempo van de film constant weet te houden. Het tempo ligt laag, maar niet té laag. Het manifesteert zich als een stijlkeuze in plaats van een minpunt in de directie of irritatiepunt voor de kijker. Daarnaast bewijst hij erg capabel te zijn in zijn keuze van cinematografie en muziek. Zijn shots zijn niet buitengewoon – niets wat we niet al eerder hebben gezien – maar ze zijn stuk voor stuk prachtig om naar te kijken. De mooie muziek – wederom niets nieuws – werkt hier goed mee samen en is ook een absoluut genot.

Kalmte

Eigenlijk zit de film – op het verhaal na – vrij goed in elkaar. Het acteerwerk is bekwaam, waarbij Mara net wat indrukwekkender speelt dan tegenspeler Affleck en de dialogen lopen vlot en voelen natuurlijk aan. Het enige kritiekpunt is de montage, die op enkele momenten erg onevenwichtig is zodat het overzicht bij een aantal scènes verloren gaat. Al met al heeft Lowery een rustige neowestern gemaakt die geen grootsheid hoeft te bieden. Er zijn geen cinematografische vernieuwingen of originele escapades. In plaats daarvan wordt een bekende formule losjes maar vakkundig opnieuw ingevuld.

~

Ain’t Them Bodies Saints kan zodoende getypeerd worden als een film die zijn tijd neemt en die ook goed benut. Door het lage tempo komt de kalme sfeer goed over. Wat dat betreft werkt het dunne verhaal misschien wel in het voordeel, aangezien toevoegingen van verhaalelementen waarschijnlijk invloed zouden hebben gehad op de stemming en het tempo. Maar ondanks deze fijne sfeer kan het verhaal de film niet dragen. Vrijwel al het andere is echter goed gedaan, waardoor de film toch de moeite waard wordt.

Boeken / Fictie

‘Als je erover nadenkt (wat ik heb gedaan)’

recensie: Matt Greene (vert. Robert Neugarten) - Hou je mond en zeg iets

De penetrant loerende struisvogel op het omslag van Hou je mond en zeg iets lijkt symbool te staan voor de onbehaaglijkheid die deze debuutroman oproept. In het gemankeerde hoofd van een puber is het niet gemakkelijk je weg te vinden.

Op een van de eerste pagina’s laat Matt Greene zijn jonge hoofdpersoon met een verklaring komen voor dit beeld: ‘ik weet hoe het is om gestruisvogeld te worden, wat een beter woord is voor buitengesloten (omdat struisvogels niet kunnen vliegen, dus ze voelen zich vaak het buitenbeentje)’. Dat is precies de positie van de twaalfjarige Alex die een gecompliceerde hersenoperatie heeft ondergaan en bezig is de gevolgen daarvan in zijn dagelijkse bestaan in te passen. Een buitenbeentje – mikpunt van onvermijdelijke pesterijen van zijn leeftijdsgenoten ­– dat definitief de binnenwereld in zijn beschadigde hoofd heeft opgezocht en een heel boek lang zijn gedachtespinsels over ons zal uitstrooien.

Wijsneus
Alex is druk met de voorbereiding van een essay dat hem toegang moet verschaffen tot een prestigieuze vervolgopleiding. Hij vermengt zijn overpeinzingen regelmatig met een overzicht van grammaticale stijlvormen en andere wijsneuzerigheid – doorgaans tussen haakjes, dubbele haakjes of driedubbele haakjes – die in het begin een geestig effect opleveren maar gaandeweg behoorlijk hinderlijk worden. Zoals de ongemakkelijke stilte aan de eettafel, die hij beschrijft als een extra gast:

(Dat is een metafoor. Daarvan zal ik er waarschijnlijk wel meer gebruiken, want dat moet als je een hoog cijfer wilt halen voor je essay, en daar oefen ik voor want dat heb je nodig voor een beurs. Je moet ook echter zeggen in plaats van maar en daarenboven in plaats van bovendien en als het kan mensen dingen laten uitroepen en opmerken in plaats van gewoon zeggen.)

Seks en porno
Wat Alex echter het meest bezighoudt is de problematische relatie tussen zijn ouders. Hij is bang dat er een scheiding op de loer ligt en verdenkt z’n vader van vreemdgaan. Dat zorgt voor nog meer complicaties in zijn toch al drukke hoofd, waardoor hij als een achterdochtige detective op onderzoek uitgaat. Andere zaken waar Alex mee worstelt zijn het verliefde gevoel voor een excentriek schoolvriendinnetje, de verzorging en overleving van zijn hamsters en de ontdekking van seks en pornografie op internet. Die mateloos ingewikkelde wereld brengt hij onder in conclusies en opsommingen die vergeefs voorwenden enige helderheid te verschaffen.

Pornografie heeft al voor verschillende vakken zijn nut bewezen:
1. Biologie (lijkt me duidelijk)
2. Engels (je treft nogal wat grammaticale fouten aan, zoals tautologieën. In de titel Sletterig blondje zuigt en neukt vier mannenzwaarden in gangbang is bijvoorbeeld het woord ‘sletterig’ overbodig).
3. Wiskunde (zo nu en dan een harde (persoonlijk record tot nu toe 56,107 kubieke centimeter)).

Mark Haddon
Matt Greene weet van zijn eerste roman niet veel meer te maken dan een aaneenschakeling van anekdotische bespiegelingen van een opgroeiende jongen die door zijn hersenaandoening niet goed weet om te gaan met de steeds veranderende buitenwereld. De kwaal draagt bij aan de stilistische charme van het boek dat verder gewoon de ‘coming of age’ van een zoekende puber is – een weinig origineel uitgangspunt dat overigens sterke overeenkomsten vertoont met Mark Haddons Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht (2003).

Alex blijft rondcirkelen in zijn eigen pijnlijke hersenpan en komt nauwelijks tot een aannemelijke interactie met de mensen om hem heen. Dat maakt de lezer op den duur wat ongemakkelijk – en lichtelijk vermoeid – maar zie, dan komt Greene toch met een slotakkoord dat de zaak in een ander licht stelt: de afsluitende zakelijke briefwisseling onthult dat er iets is misgegaan met het essay dat Alex uiteindelijk moest schrijven. Een wending die alsnog verrast maar de ziel is dan al uit het boek gevlogen.

Film / Films

Voer voor tienermeisjes

recensie: Endless Love

In 1981 verscheen de eerste verfilming van de door Scott Spencer geschreven roman Endless Love. Regisseuse Shana Feste doet dat over, maar trekt qua verhaallijn haar eigen plan door te spieken bij Nicholas Sparks, de koploper wat betreft romantische verhalen. Het resultaat is een slecht aftreksel van  The Notebook dat bestaat uit een reeks onwaarschijnlijkheden en wat voer voor tienermeisjes.

De film draait om de zeventienjarige star-crossed lovers Jade (Gabriella Wilde) en Daniel (Alex Pattyfer). Dat Wilde eruit ziet als een Victoria’s Secret-model weerhoudt Feste er niet van om haar een buitenbeentje te laten vertolken dat na de dood van haar broer nog weinig vrienden heeft. Magic Mike acteur Pettyfer komt daarnaast met zijn zelfverzekerde look ongeloofwaardig over als romanticus die pas na vier jaar de moed heeft om haar aan te spreken. Als aanleiding voor deze ontmoeting gooit Feste er een weinig origineel, maar bekende truc in: op het moment dat Jade haar boek laat vallen, raapt Daniel het op waarbij de vonk – uiteraard – meteen overslaat.

Geloofwaardigheid is ver te zoeken

~

Dankzij David transformeert Jade langzamerhand van verlegen muurbloempje tot levensgenieter. Deze transformatie begint bij het organiseren van een huisfeest. Aangezien ze zelf geen vrienden heeft,  zorgt David voor de stoet aan feestgangers. Dit zou een een doorsnee Amerikaans huisfeest geweest zijn als niemand het idee opperde om per koppel een choreografie in te studeren en die vervolgens net als bij Dancing with the Stars voor elkaar op te voeren. Vanaf dat moment gaat de opbloeiende liefde gepaard met weinig dialoog, waardoor het lijkt alsof ze maar een ding met elkaar gemeen hebben: een appetijtelijk smoelwerkje. Voor de hartstochtelijke eerste keer blijft Feste in het straatje van de clichés. De daad vindt namelijk plaats voor een brandende open haard, ook al speelt het zich af in de zomer.

Net zoals in The Notebook is de vader van Jade, Hugh Butterfield (Bruce Greenwood), het niet eens met haar keuze voor Daniel vanwege het verschil in sociale klasse. Als blijkt dat Daniel wel degelijk plannen heeft om te studeren, kun je jezelf afvragen waarom hij reageert alsof zijn dochter zojuist een loverboy in huis heeft gehaald.

Liefde samengevat in een videoclip

~

De lovebirds trekken zich daar echter niets van aan. Feste laat in een montageshot zien hoe de twee van elkaar genieten terwijl ze staan te dansen bij een concert, fietstochtjes maken, watergevechten houden, samen in bad zitten enzovoorts. In combinatie met het hippe lied Pumpin Blood klinkend op de achtergrond worden tienermeisjes even op hun wenken bediend. Het gelukzalige gevoel van de verliefde pubers komt over en het zal ze wellicht doen smachten naar hun eigen eerste liefde, of anders wel naar Alex Pettyfer.

Het obsessief beschermende gedrag van Hugh tegenover Jade valt later enigszins te verklaren nadat Feste de focust legt op het feit dat hij de dood van zijn zoon nog niet heeft verwerkt. Het gevolg is dat hij alles op alles zet om het paar uit elkaar te krijgen. Vanzelfsprekend overwint echte liefde al die obstakels. Hoewel Wilde en Pettyfer fysiek voortreffelijk bij elkaar passen en daardoor enige chemie hebben, komt hun relatie geenszins in de buurt van die van Allie en Noah uit The Notebook. De kijker wordt daardoor emotioneel onvoldoende meegesleurd in het liefdesverhaal. 

Boeken / Fictie

De grillige poëzie van afgelegen eilanden

recensie: Judith Schalansky (vert. Goverdien Hauth-Grubben) - De atlas van afgelegen eilanden

Bij Judith Schalansky is een eiland als een gedicht, maar niet van het zoete soort.

Eilanden spreken tot de verbeelding. We dromen van witte stranden met palmbomen en azuurblauw water, waar inheemse meisjes met bloemenkettingen ons cocktails aanreiken. We kijken massaal naar de Amerikaanse serie Lost, over een mysterieus eiland waar zwangerschap de dood betekent en ijsberen uit de jungle komen stormen. We denken aan het avontuur van het onbewoonde, afgelegen eiland – wat als je daar strandt en je moet zien te redden, zoals Robinson Crusoë? We stellen ons voor dat op eilanden nieuwe samenlevingen kunnen ontstaan die beter zijn dan wat we er op het vasteland van hebben gemaakt. We maken er spelprogramma’s over. Maar weinigen zullen zo naar eilanden hebben gekeken als Judith Schalansky.

Cartografie als kunst, het eiland als theater
Kan Schalansky, bekend van De lessen van mevrouw Lohmark, ergens over schrijven zonder er poëzie van te maken? In het voorwoord van De atlas van afgelegen eilanden. Vijftig eilanden waar ik nooit ben geweest en ook nooit zal komen beschrijft ze in een sierlijk font, zo groot dat je denkt dat je een kinderboek gaat lezen, hoe ze als Oost-Duits meisje door haar atlas bladerde, reizend met haar vinger door de landen waar ze niet kon komen. Ging het bij dit leunstoelreizen vooral om de fantasie hoe het elders zou zijn, later leerde Schalansky de kaarten zelf te waarderen. Het feit dat een kaart de werkelijkheid moet simplificeren, abstraheren en symboliseren, maakt cartografie in Schalansky’s ogen tot een kunst. De cartografie van een eiland vormt daarbij het perfecte meesterwerk, het weergeven van een plek die een wereld in zichzelf is.

Niet alleen de cartografie vergelijkt Schalansky met kunst, het eiland zelf ziet zij, door de natuurlijke afgrenzing en door de vreemde bezoekers die zij aantrekt, als ideale ’theatrale ruimte’, een plek die als vanzelf verhalen broedt. Of dat werkelijk voor alle afgelegen eilanden geldt is twijfelachtig, maar het geldt in elk geval voor de vijftig eilanden die Schalansky heeft uitgekozen voor haar atlas. Deze eilandverhalen zijn niet van het soort om rustig wat bij weg te mijmeren. Vaak staan de sensuele vormen van de eilanden, met hun baaien en lagunes, in schril contrast met gruwelen die hier zijn voorgevallen.

‘Het paradijs is een eiland, de hel ook’
De titel van Schalansky’s voorwoord geeft het al aan: ‘Het paradijs is een eiland, de hel ook’. Zo wordt op Tikopia, in wat vroeger de Stille Zuidzee werd genoemd, aan rigoreuze geboortebeperking gedaan, omdat het eiland te klein is meer dan haar 1200 inwoners te voeden. Het doden van baby’s of het plegen van zelfmoord om de hongerdood te voorkomen is hier niet uitzonderlijk. Op het inmiddels onbewoonde Schotse Saint Kilda is kindermoord nooit nodig geweest, maar dat maakt het eiland niet minder macaber. Hier stierf in een bepaalde periode maar liefst tweederde van alle pasgeborenen om onduidelijke redenen.

Het kan nog gruwelijker, zoals op Clipperton, waar begin twintigste eeuw na een uitbraak van scheurbuik alle mannen op de vuurtorenwachter na omkwamen, waarop de vuurtorenwachter de overgebleven vrouwen en kinderen begon te terroriseren, tot zij hem uiteindelijk de schedel insloegen.

Zulke verhalen, van kleine groepen kolonisten of schipbreukelingen die elkaar ombrengen, komen meer voor op de afgelegen eilanden. Elke keer weer is het shockerend om te horen hoe beperkte ruimte en beperkte middelen het wreedste in de mens naar boven halen. Lichtpuntje in de duisternis is het eiland Pukapuka, een paradijselijk uitziend atol, waar de inheemse bevolking op vrijzinnige manier met seksualiteit omgaat, ‘schaamteloos maar onschuldig’.

Geen catalogus, geen reisgids
Als je wat gaat googelen, zie je al snel dat ook Pukapuka’s geschiedenis niet geheel gespeend van ellende is, en dat Saint Kilda ook gelukkiger perioden heeft gekend. Schalansky heeft bij haar eilanden telkens een klein verhaal uitgekozen om een sfeer te schetsen, soms gaat ze vele eeuwen terug, soms enkele decennia. Ze had het ideaalbeeld van onbewoonde eilanden in stand kunnen houden, maar in plaats daarvan heeft ze de meest opzienbarende, de meest poëtische verhalen verteld, in zinnen waar je vaak zelf de verbanden tussen moet vinden.

Het maakt het lezen van haar Atlas van afgelegen eilanden tot een ontdekkingsreis, waarbij je je niet al te veel moet bekommeren om de grens tussen feit en fictie en niet moet verwachten dat je naïef mag wegdromen. Schalansky’s verzameling van vijftig eilanden is geen reisgids, geen catalogus waarin je mooie plaatjes kunt kijken. Het is een dichtbundel, in woord en in beeld.

Kunst / Achtergrond
special: een kunstschat op Nederlandse bodem

TEFAF 2014

The European Fine Arts Fair in Maastricht is een van de beste kunstbeurzen ter wereld. Internationale galerieën tonen kunstwerken van de hoogste kwaliteit en prijs. Menig kunstverzamelaar kan hier zijn hart ophalen. Maar ook voor wie niets wil of kan kopen is een bezoek aan de TEFAF meer dan de moeite waard.

De zevenentwintigste editie van de TEFAF heeft 275 deelnemers in de meest uiteenlopende disciplines. Van oude meesters tot hedendaagse kunst en van antieke objecten tot chique juwelen, bijna alles is te vinden op de beurs. Het resultaat is een uitzonderlijke verzameling van kunstwerken waarvoor normaal de hele wereld over gereisd moet worden.

<em>Le Moulin de la Galette</em> van Vincent van Gogh is te zien bij Dickinson. De waarde van dit kunstwerk uit 1887 wordt geschat op 10 miljoen euro en het is dan ook een van topstukken van de beurs. Foto: Dickinson London

Le Moulin de la Galette van Vincent van Gogh is te zien bij Dickinson. De waarde van dit kunstwerk uit 1887 wordt geschat op 10 miljoen euro en het is dan ook een van topstukken van de beurs. Foto: Dickinson London

Topstukken
Een kleine greep uit de topstukken die dit jaar op de TEFAF te bewonderen zijn geeft weer dat het aanbod op de markt nog steeds kwalitatief goed is. Kunstwerken van Vincent van Gogh, Damien Hirst, Pieter Brueghel de Jonge en Anthony van Dyck maar ook een tweede druk van Vasari’s Vite uit 1568 zijn op de beurs te koop.

Een stand op de beurs is niet zomaar beschikbaar, er wordt een strenge selectie gemaakt en handelaren betalen hoge bedragen om überhaupt op de beurs te mogen staan. Ook voor aanvang van de beurs wordt nog uitgebreid gecontroleerd op authenticiteit, kwaliteit en conditie door een comité van experts. 

De zware selectie toont aan dat de TEFAF er alles aan doet om haar exclusieve karakter te behouden; alleen dan kan ze haar toppositie bewaren. Ook dit jaar is dat weer gelukt. Afgelopen donderdag tijdens de openingsavond speciaal voor VIPS, werd al voor een vermogen aan kunst verkocht en het openingsweekend leverde een record-aantal bezoekers op.

Vergelijkbare werken
Er is echter geen sprake van volledige exclusiviteit. Er heerst een algemeen idee over kwalitatieve kunst, wat toch tot gevolg heeft dat veel handelaren vergelijkbare werken tonen in hun stands. Een ieder wil immers dat hoge kwaliteitsniveau kunnen laten zien. Zo vinden we in de ‘fine arts’ hoek in bijna elke stand een Isaac Israels en Willem de Koekoek en hangt er bij verschillende moderne kunsthandelaren een Anish Kapoor aan de muur.

De stand van Vanderven Oriental Art. Foto: Harry Heut

De stand van Vanderven Oriental Art. Foto: Harry Heut

Het is dan ook juist leuk dat er op de TEFAF verschillende disciplines te zien zijn. Wandel bijvoorbeeld eens binnen bij de stand van Vanderven waar eeuwenoude Aziatische objecten te zien zijn of droom even weg bij de schitterende diamanten in de vitrines van Graff.

Een kaartje mag dan wat kosten maar al met al vind je nergens in Nederland zoveel mooie kunst bij elkaar. Er is voor ieder wat wils en de sfeer is gemoedelijk. De beurs is nog open tot en met zondag 23 maart in MECC Maastricht en is goed te combineren met een bezoek aan de historische stad.

Film / Films

Bijtende Familiekroniek

recensie: August: Osage County

Een warm samenzijn is het niet, wanneer Violets familie bijeenkomt na de begrafenis van haar man Beverly. Waarheden en familiegeheimen komen op vileine wijze aan het licht. Met Meryl Streep als opper-bitch en een verrassende rol van Julia Roberts als hardvochtige dochter.

~

De film opent met de woorden ‘Life is very long…’ afkomstig uit het gedicht The Hollow Men van T.S. Eliot. Het is dichter Beverly Weston die de woorden uitspreekt en daarbij aangeeft dat het eerder gezegd is, maar dat T.S. Eliot tenminste de moeite nam om het op te schrijven. Vervolgens introduceert hij zichzelf en zijn vrouw: ‘My wife takes pills and I drink’.

Zijn vrouw Violet (een aftakelende en meedogenloze Meryl Streep) heeft mondkanker (‘It burns like a bullshit’) en is verslaafd aan allerlei pillen die ze voorgeschreven heeft gekregen. Daarbij is ze ook nog eens een cynisch monster. Het motto ‘lang en gelukkig samen’ is dan ook niet van toepassing op het echtpaar. Het doet Beverly zelfs besluiten een einde aan zijn leven te maken. Tot zover ‘Life is very long…’.

Vileine uitspraken aan tafel


~

Na de begrafenis komt Violets familie samen. Hoe de verhoudingen liggen wordt prachtig geëtaleerd tijdens een ruim twintig minuten durende scène aan de eettafel. In plaats van een warme
get-together, mondt het diner uit in een ware crisis. Aan het hoofd van de tafel vuurt Violet vileine woorden af op haar drie dochters Barb (Julia Roberts), Karen (Juliette Lewis) en Ivy (Julianne Nicholson). Een scène vol pijnlijke waarheden, maar ook gedragen met zwarte humor (‘I thought we were having a funeral dinner, not a cockfight’).

De film is een bewerking naar het toneelstuk van Tracy Letts. Letts schreef het script voor de film en John Wells (bekend als producent van de series The West Wing en Mildred Pierce) nam de regie voor zijn rekening. Het oorspronkelijk drie en een half uur durende toneelstuk, waarvoor Letts de Pulitzer Prize won, is ingekort tot twee uur. Een risico, want met de vele tragedies en verwikkelingen komen de dramatische momenten kort op elkaar te liggen. Gelukkig zit er veel humor in de dialogen, wat de intriges de nodige ontlading geeft. De zwarte, cynische humor was ook al terug te zien in Letts scriptbewerking van Killer Joe, waarvoor hij samenwerkte met William Friedkin (die eveneens de filmbewerking van Bug, ook naar een toneelstuk van Letts, voor zijn rekening nam).

Sterke vrouwelijke rollen


~

Maar, waar het droge cynisme in
Killer Joe ingehouden is, is die in August: Osage County hysterisch. Het gezelschap bijt elkaar heel wat toe, culminerend in een heftige confrontatie tussen Violet en Barbara, waar Barb laat zien dat zij net zo’n vals kreng als haar moeder kan zijn (‘eat the fish, bitch!’). De vrouwelijke rollen komen overigens een stuk sterker en met meer inhoud naar voren dan de mannelijke. Ewan McGregor speelt de wat zouteloze echtgenoot van Barb en Benedict Cumberbatch is als neef ‘Little Charles’ de ultieme sul.

August: Osage County is gelukkig meer dan een luidruchtige en aanvallende  familieklucht. Op subtiele wijze, na al die heen en weer gesmeten ellende, vinden er persoonlijke ontboezemingen plaats.

De film laat op geslaagde wijze zien dat families niet altijd een eenheid vormen. En hoe moeilijk en pijnlijk het is om je van je familie los te maken. Dat het nergens te zwaarmoedig wordt, is te danken aan de scherpe cynische toon en het meeslepende acteerwerk van Streep en Roberts. Hysterisch, hardvochtig, maar ook met gevoel, dat pas later, wanneer er niets meer te redden valt, iets ontrafelt van de ware emoties en intenties.  

Boeken / Achtergrond
special: Rob Wijnberg - Lezing 'Freedom of speech and expression'

Onze wens naar veiligheid is een bodemloze put

Wees alert, waarschuwt Wijnberg zijn toehoorders. Want onze bodemloze wens naar veiligheid laat geen ruimte meer voor privacy, terwijl ieder mens privacy nodig heeft om een mening te kunnen vormen. En of we hier iets tegen kunnen doen, blijft nog maar de vraag.

‘If civilization is to survive, we must cultivate the science of human relationships – the ability of all peoples, of all kinds, to live together, in the same world at peace,’ aldus de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt in 1941. Voorwaarden voor een gezonde samenleving zijn volgens hem vier vrijheden: freedom of expression and speech, freedom from fear, freedom of worship en freedom from want. Deze vrijheden staan centraal in de vier Vrijheidscolleges, georganiseerd door Forum en Bevrijdingsfestival Utrecht, waarin bekende opiniemakers ingaan op het spanningsveld tussen vrijheid en veiligheid.  

 

Een kwestie van grenzen

 

Rob Wijnberg, filosoof en oprichter van De Correspondent, trapt de colleges op 12 maart af met een lezing over de vrijheid van meningsuiting. Met de metadata van minister Plasterk en het nieuws dat de ING betalingsgedrag gaat gebruiken om reclame te maken in ons achterhoofd, komt de lezing precies op het juiste tijdstip. Volgens Wijnberg, die zich in In Dubio al afvroeg waar de grenzen van vrijheid van meningsuiting liggen, is deze vrijheid ‘de meest essentiële vrijheid en de voorwaarde voor alle andere vrijheden’.

Vrijheid van meningsuiting is volgens Wijnberg verbonden aan een besef van waar de grens ligt tussen goed en kwaad en het recht om daarover van mening te verschillen. Het lastige is dat we nooit tot een antwoord zullen komen op de vraag waar die grens ligt, wat volgens Wijnberg juist goed is. Wijnberg sluit zich aan bij de journalist Kustaw Bessems, die in 2013 pleitte voor een zo groot mogelijke openbare ruimte waar de vrijheid van meningsuiting absoluut is. Iedereen moet dus altijd alles kunnen zeggen wat hij wil, óók leden van de zogenaamde ‘pedopartij’, aldus Wijnberg. Een verbod op deze partij is volgens hem dus onrechtmatig. Het is namelijk levensgevaarlijk om grenzen die gebaseerd zijn op een overheersende moraal in steen te beitelen, want ‘grenzen en opvattingen over grenzen, veranderen door de tijd heen’.

Privacy als voorwaarde voor een mening
Voor het vrijelijk kunnen uiten van je mening bestaat volgens Wijnberg één belangrijke voorwaarde: privacy. Vrijheid van meningsuiting en privacy lijken op het eerste oog haaks op elkaar te staan. Het uiten van je mening betekent dat je iets deelt, terwijl privacy betekent dat je iets voor jezelf houdt. Maar volgens Wijnberg is privacy een menselijke eigenschap, de ‘basale privéruimte’ waarin ieder mens zijn gedachten vormt. Ieder mens heeft die ruimte nodig om in een bepaalde situatie te bepalen wat hij of zij doet of juist nalaat te doen. Hij komt tot de fascinerende uitspraak ‘jezelf zijn, is jezelf verbergen naargelang de situatie’.

Daarom moeten we privacy koesteren, prent Wijnberg ons in, maar ook om het ‘chilling effect’ tegen te gaan: het feit dat publieke opiniemakers steeds meer meningen achterhouden uit angst geobserveerd te worden. Maar ook gewone burgers die zeggen ‘niets te verbergen te hebben’, moeten oppassen. Volgens Wijnberg weet je namelijk zelf niet wat je laat zien aan het systeem dat al jouw sporen vastlegt. Zo kun je van bijna iedere burger een deels terroristisch profiel schetsen. Enkeltje New York geboekt en eerder onderzoek gedaan naar de oorlog in Syrië? Verdacht. ‘Je hoeft geen terroristische motieven te koesteren om toch de indruk te wekken dat je het bent,’ is zijn onheilspellende conclusie.

Onze wens naar veiligheid slaat dus enigszins door. Privacy legt het altijd af tegen het idee dat we de wereld nog een stukje veiliger kunnen maken. In plaats van een bestaande veiligheidsmaatregel terug te draaien omdat hij niet lijkt te werken, worden er nieuwe maatregelen bedacht. Veiligheidsmaatregel bovenop veiligheidsmaatregel: een bedreiging voor onze privacy, waarschuwt Wijnberg.

Naïeve Nederlanders

Dat we in de gaten gehouden worden, weten we inmiddels al veel langer: Wikileaks, de NSA, Snowden en sinds kort zelfs onze eerder zo onschuldige ‘minister van feesten en partijen’ Plasterk. Wat kun je als gewone burger nog doen tegen al dit antiprivacygeweld? Nederland is, volgens Wijnberg, uniek in de gelatenheid en naïviteit waarmee het de situatie accepteert. We moeten dus proberen dit níet te accepteren. In de praktijk betekent dat volgens Wijnberg vooral bewustwording en discussie. Bij de vraag welke concrete maatregelen je kunt treffen, valt hij stil. Apps om je telefoon mee op te schonen, de GBA bellen om te laten vastleggen dat niemand informatie over je mag opvragen; daar blijft het bij. Wijnberg zegt steeds cynischer te worden over de mogelijkheden. Hij sluit af met de onheilspellende woorden: ‘Uiteindelijk gaat dit ook over jou. (…) Je weet niet wat voor systeem het oplevert wanneer een bedrijf of overheid álles van iemand weet.’

Enigszins argwanend verlaat het publiek de zaal. Die tweet met foto van de lezing stond al klaar, maar kunnen we nu maar beter verwijderen. Of toch niet? Alert zijn blijkt een lastige opgave.