Film / Films

Een explosieve roadtrip

recensie: De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween

Wie zegt dat bejaarden er maar een saai leventje op na houden? De  honderdjarige Allan verlaat huis en haard en laat een spoor van dood en chaos achter in deze Zweedse zwarte komedie. Een geslaagde boekverfilming die door  hoogtepunten uit de geschiedenis heen walst.

~

De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Jonas Jonasson en zou zo maar een onverwacht succes kunnen worden. Met regisseur en schrijver Felix Herngren achter het stuur, komt het absurde verhaal van de honderd jarige Allan op hilarische wijze tot leven. De Zweedse humor is aanstekelijk, droger dan droog en traag. De verrassende proloog, waarin Allan vertelt hoe hij in het verzorgingshuis is beland, zet meteen de toon voor de rest van de film.

~

Wanneer Molotov, de zeer geliefde kat van Allan Karlsson (Robert Gustafsson) wordt gedood door een vos, is er volgens Allan maar één oplossing: de vos opblazen. Deze actie brengt hem echter in een verzorgingshuis. Terwijl het personeel van het verzorgingshuis zich voorbereidt op zijn honderdste verjaardag, besluit Allan uit het raam te klimmen en gewoon weg te gaan. Juist wanneer hij in de eerste bus wil stappen, vraagt een lid van een motorbende of Allan even op zijn koffer wil passen. Zonder erbij na te denken, neemt Allan de koffer, vol met bankbiljetten, mee de bus in. Zijn éénmansgroep groeit uit tot een interessant gezelschap dat wordt achtervolgd door de motorbende en een incapabele politieagent die behoorlijk achter de feiten aan loopt. Samen met Julius (Iwar Wiklander), een op leeftijd zijnde zuipschuit, de bijna-in-alles afgestudeerde Benny (David Wiberg) en olifant-eigenaresse Gunilla (Mia Skaringer) beleeft Allan een wild avontuur.

Denken leidt tot niets


~

Tijdens de roadtrip blikt Allan terug op zijn, op z’n minst interessant te noemen, verleden. Hoewel hij maar een simpele ziel is, blijkt hij bij toeval belangrijke rollen te hebben gespeeld in historische gebeurtenissen of deze zelfs in gang te hebben gezet.  Zijn goedheid en zijn liefde voor explosies hebben hem door de jaren heen interessante vrienden opgeleverd, waaronder de dictatoren Franco en Stalin. Hij danst met Stalin, drinkt met Harry S. Truman, ontdekt de atoombom en stopt de Koude Oorlog. Voor de stoïcijnse Allan zijn dit de normaalste zaken van de wereld en hij houdt zich dan ook stug vast aan zijn moeders mantra ‘denken leidt tot niets’. En juist die kalmte maakt Allan zo sterk binnen de absurde wereld. De vergelijking met Forrest Gump is dan ook snel gemaakt.

Zweedse humor

~

Herngren laat de zwarte humor moeiteloos overvloeien in verfijnde slapstick, zonder dat het te cliché wordt. De scènes en dialogen die een clichématige neiging hebben, worden door de Zweedse luchtigheid meteen minder storend en zelfs grappig. Bij tijd en wijlen is De 100 jarige man voorspelbaar, maar geen moment saai. Dat komt voornamelijk omdat Herngren het heden en het verleden goed met elkaar weet te verweven. Gustafsson speelt hierin een grote rol. Zijn vertolking van de jonge én de oude Allan is zeer overtuigend. Samen met de andere goed uitgediepte personages maakt hij van deze film een  geslaagde boekadaptie. Met een niet al te grote filmbudget heeft Herngren het toch voor elkaar gekregen menig dure Hollywood komediefilms te overtreffen.  

Muziek / Album

Eerbetoon & vaandeldragers

recensie: Band of Friends - Too Much Is Not Enough

.

Het is te makkelijk om Too Much Is Not Enough af te doen als een tribute aan wijlen Rory Gallagher. Het tweeluik bevat een cd met eigen nummers van de band tezamen met één cover van Gallagher. De dvd bevat de registratie van de show uit 2013 in Remchingen in Duitsland.

Gedachtegoed
Band of Friends bestaat uit de muzikanten Gerry McAvoy op bas, Ted McKenna op drums en Marcel Scherpenzeel op gitaar. Alle drie de heren nemen een deel van de vocalen voor hun rekening. De eerste twee hebben in het verleden samen met Gallagher opgetreden. Scherpenzeel speelde in zijn eentje al vaker een tribute aan zijn gitaarheld Rory Gallagher. Geen groot wonder dat deze drie heren elkaar nu gevonden hebben en zich verenigen in de Band of Friends.

Dat de heren het gedachtegoed van hun held hoog houden, is te horen op de cd die als EP is bijgevoegd bij de dvd. Bijna een half uur muziek in de beste traditie van Gallagher. De zes composities van de hand van de band zelf mogen er net zo goed zijn als de originelen van het grote voorbeeld. Productioneel weet de band in de studio-opnamen het geluid te omarmen dat ze ook live laten horen.

Prima introductie
De heren van Band of Friends toeren de komende maande uitgebreid door Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Ierland. In maart stonden ze op het Back in Town Blues Festival in Reuver. Dat was hun enige optreden in Nederland tot eind oktober. Toch nodigt de live-registratie, vastgelegd op de dvd, uit om deze band live te gaan zien. Hopelijk durven ze dan ook de eigen, bepaald niet onverdienstelijke, composities te spelen. De vorig jaar opgenomen show spettert letterlijk van het spelplezier en vakmanschap.

Het elftal aan composities van Gallagher mag best langzaam ingeruild worden door eigen werk van deze rasmuzikanten. Ze weten de denkbeelden en speelwijze van de blueslegende, die Rory Gallagher zeker is, toch wel levend te houden. Dit album Too Much Is Not Enough is dan ook niet alleen een aanrader voor de fans van Gallagher, maar een prima introductie op het eigen werk van Band of Friends.

Muziek / Album

Sterke tweede

recensie: King of the World - KOTW

Ongeveer een jaar geleden lanceerde King of the World hun debuutalbum. Sindsdien heeft het hen niet aan media-aandacht ontbroken op zowel radio als tv. Voor een bluesband is dat uitzonderlijk. Met KOTW zal het succes gecontinueerd worden.

Het zal je als beginnende band maar gebeuren dat je binnen een jaar een Dutch Blues Award in de wacht sleept. De vier gelauwerde muzikanten ontvingen er ook ieder één, wat de score op maar liefst vijf Awards zet.

Chemie
Veel bluesbands zullen jaloers zijn op de aandacht die King of the World al ten deel gevallen is op tv, bij “Pauw & Witteman” en “Vrije Geluiden” en op de radio bij “TROS-muziekcafé”. De meeste van hun collega’s kunnen daar alleen maar van dromen. Geen enkele Nederblues-liefhebber kan om King of the World heen. Met muzikanten als Erwin Java (Cuby & The Blizzards), Fokke de Jong (Normaal), Ruud Weber (Snowy White) en Govert van der Kolm (Ruf Blues Caravan, Dede Priest) heeft de band een ijzersterke bezetting met vele jaren ervaring. De chemie tussen de mannen is groot wat compositorisch leidt tot prachtige resultaten. Het album KOTW bevat dan ook louter originelen afkomstig van de schrijvershanden van de leden zelf. Uitzondering is de verborgen track ‘I Shall Be Released’ van de hand van Bob Dylan, die de heren akoestisch en nagenoeg a capella spelen.

Sternummers
Het album werd net als het debuut opgenomen in de boerderij van Cor de Kok in Haule, waar opnieuw een heus aggregaat moest zorgen voor voldoende storingsvrije stroom. Het resultaat is alweer een bluesalbum met stijlen als slow-blues, boogie, New-Orleans-stijl blues en de meer poppy getinte blues. Een fraai pallet dat zorgt voor vele uren luisterplezier zonder te vervelen.

Vanaf de eerste maten van ‘Fool No More’ waarmee KOTW opent omarmt de sound van de band je. Het machtige gitaarspel van Java en de fijne stem van Ruud Weber klinken als vertrouwd in de oren. Dat huilende gitaargeluid van Java is zijn handelsmerk dat bij zowel de uptempo als de gevoelige ballade-achtige liedjes prima tot zijn recht komt. Een van de sternummers is ongetwijfeld ‘If You Want To Leave’, dat soms de ballade in lijkt te gaan om vervolgens weer lekker door te rocken. ‘Beating Like a Drum’ doet herinneren aan Fleetwood Mac’s ‘Albatross’: de palmen lijken je tegemoet te wuiven. De stem van Weber maakt het verschil. Van de uptempo-songs is ‘Hurricane’ al snel een favoriet.

Live in Nederland:
17 mei – Rustende Jager – Nieuw-Vennep
28 mei – Festival – Zwolle
29 mei – Woodwall Festival – Zutphen 
30 mei – Metropool – Hengelo
01 jun – De Vliegh – Zuidlaren (uitverkocht)
08 jun – Ribs and Blues – Raalte
22 jun – Parade – Rotterdam
29 jun – Normaal koffieconcert- Toldijk 
05 jul  – Night of the Guitars  – Veendam
10 jul  – Parade – Den Haag
13 jul  – North Sea Jazz Festival – Rotterdam

Kunst / Expo binnenland

De schoonheid van het conflict

recensie: Richard Mosse - The Enclave

Het project The Enclave van Richard Mosse is een poging om het geweld van de bloederige burgeroorlog in Congo aan de kaak te stellen. Het gaat echter niet alleen om de rebellen of vluchtelingen, maar ook om de beelden zelf.

In Foam is het recente werk van Richard Mosse (1980, Kilkenny, Ierland) te zien. Dit werk is gemaakt tijdens een langdurig bezoek aan Congo, waar Mosse met een filmploeg het geweld van de rebellen portretteerde. De tentoonstelling The Enclave bestaat uit een gelijknamige video-installatie en een aantal fotografische werken.

<em>Drag</em>, 2012 © Richard Mosse / Courtesy of the artist and Jack Shainman Gallery, New York.

Drag, 2012 © Richard Mosse / Courtesy of the artist and Jack Shainman Gallery, New York.

Ware betekenis van magenta


In de uitgestrekte tropische landschappen zijn alle groentinten vervangen door magenta. Deze bedwelmende verandering geeft het beeld een dromerige sfeer. In de natuur, die in de beelden veel aanwezig is, heeft magenta echter een andere betekenis. Het is de kleur van geweld en liefde. Zo kleuren octopussen rood om vrouwtjes te verleiden, terwijl kleine dieren de kleur juist gebruiken om andere dieren te verjagen; ze lijken gevaarlijk of zelfs giftig.

Geweld is aanwezig in de foto’s, maar vooral ook veel te zien in de video-installatie The Enclave (2012-2013). De liefde weerspiegelt niet alleen in de schoonheid van de beelden zelf maar ook in de strijd die de rebellen al twintig jaar voeren voor hun vaderland.

<em>Platon</em>, 2012 © Richard Mosse / Courtesy of the artist and Jack Shainman Gallery, New York.

Platon, 2012 © Richard Mosse / Courtesy of the artist and Jack Shainman Gallery, New York.

Ervaringen van wanorde en schoonheid


In de video-installatie The Enclave worden verschillende opnames van rebellengroepen en slachtoffers van geweld afgespeeld op tegenover elkaar geplaatste schermen. Door deze indeling lijken de verschillende groepen mensen uit de video’s regelmatig met elkaar in conflict te komen. De bezoekers weten niet waar te kijken. Ze staan, net als de bevolking van Congo, tussen groepen mannen met geweren in.

Op de fotografische werken komt de rebel minder prominent naar voren waardoor er meer aandacht overblijft voor het landschap. Dat is prachtig gefotografeerd en wederom lijkt de tropische omgeving afkomstig uit een droom. De toeschouwer kan zich echter nog uit de video-installatie herinneren wat de kleur werkelijk inhoudt. De foto’s hebben de context van The Enclave nodig om te kunnen communiceren.

The Enclave is een krachtige verbeelding van het geweld in Congo. De keuze om groen te veranderen in magenta lijkt cliché, maar biedt een mooi contrast tussen de verwachting van de bezoeker en de werkelijke betekenis van de kleuren. In de zalen met foto’s kunnen bezoekers nagenieten van alle schitterende landschappen, die in de video-installatie te snel voorbij gingen. Het geweld is hier zo mooi dat bezoekers eveneens acht slaan op de oorlog.

Boeken / Fictie

Wat de beste verhalen van Van der Kolk zouden zijn

recensie: Geert van der Kolk - Op drift geraakt

Maar liefst zeven romans en zes verhalenbundels staan op het conto van Geert van der Kolk. Toch lijkt hij niet veel bekendheid te genieten. Mogelijk loopt slechts een select publiek met hem weg. Zijn zogeheten beste verhalen zijn nu verzameld (door de schrijver zelf?) in Op drift geraakt. Vraag is of Van der Kolk meer lezers verdient.

Boven ieder verhaal prijkt een postzegel die verklapt in welk land we ons bevinden. Nederland zit daar niet bij. Kosmopoliet Van der Kolk woont en werkt (als journalist) al decennialang buitengaats, waarvan het langst in de VS, waar de meeste verhalen zich afspelen. Ook blijkt hij goed thuis in landen als Polen en El Salvador.

Niet van de lucht
Dat hij veel in die wereld heeft rondgedoold wil hij laten weten ook, want exacte aanduidingen van routes en plaatsen zijn niet van de lucht. Op Manhattan wordt overgestapt op de Seventh Avenue Line naar de Upper West Side. Op Broadway, hoek 108th Street, wordt het kantoortje van Air Hitch bezocht, ‘boven een coffeebar die zijn glazen deuren had opengezet op de stoep (sic).’ Prettig is ook de informatie dat het een prachtige dag is en de hele West Side zonder jas loopt.

Locaties in het algemeen worden trouwens toegewijd aan beschrijvingen onderworpen. Er wordt een atelier betreden. De ruimte zelf wordt beschreven en vervolgens de beelden die er in staan: twee lange alinea’s waarvan de lading maar niet wil knetteren binnen een dringende verhaallijn, die mede daardoor zelf ook al niet spectaculair knettert. Deze beschrijving maakt deel uit  van het langste verhaal in de bundel, dat stroef begint en zich maar voortsleept. De lezer zou mee moeten leven met  personages die het met elkaar amoureus niet zo nauw nemen, maar die de personages raken in hun vermeend interessante leventjes niet bijster op drift. De titel Op drift geraakt slaat eerder op andere verhalen, die zich meermaals in oorlogsomstandigheden afspelen. Daarin kan het driftleven bruut de vrije loop gelaten worden. Dat mensen door hun driften bar en boos met elkaar omgaan is onmiskenbaar het thema van de bundel.

Uitgesmeerde dialogen
Van der Kolk lijkt geen al te groot psycholoog, of hij mist fantasie en stijlkracht om de vereiste verhaalpsychologie over het voetlicht te brengen. De figuren verzanden niet alleen in toeristische couleur locale, maar ook in hun oninteressant uitgesmeerde dialogen. Het verhaal De dansers (waarin het dansmotief niet echt uit de verf wil komen) eindigt aldus: ‘”Goeie reis.” “Goeie reis.” “Ik –” “Ja, ik ook.” “Goeie reis, dan.” “Goeie reis.”‘ In een tv-soap zou dit misschien nog kunnen. Als een schrijver zo’n einde fabriceert, lijkt hij ervan overtuigd te zijn dat het een effect sorteert dat de lezer meevoert en pakt. Helemaal niet dus. Vlees noch vis.

Daar komt nog bij dat de dialoog her en der gekruid wordt met veelal stoere Engelse taal die maar niet stoer wil worden, zoals: ‘Who the fuck do you think you are?’. Van der Kolk doet zijn best namens zijn figuren de ruwe bolster uit te hangen, maar die vereenzelviging verloopt nogal houterig. Aangenomen moet worden dat een stoere inslag de schrijver zelf enigszins vreemd is. Om met de termen van een verhaalfiguur te spreken: ‘Daar heb je niet genoeg kloten voor, darling.’ Hiermee hangt waarschijnlijk samen dat juist de ik-figuren nergens genoeg body krijgen. Die blijven zo onbepaald dat ze in zekere zin niet eens aanwezig lijken. Het openingsverhaal kent geen ik-figuur, overschreeuwt zich niet en is waarschijnlijk mede daardoor indrukwekkend.

Het geeft te denken dat in Op drift geraakt, na wikken en wegen, de béste verhalen zijn verzameld. De aanbevelingen die de bundel voor een gesmeerde verkoop begeleiden, plaatsen Van der Kolk in gezelschap van Gogol, García Márquez, Tsjechov en meer grote namen. De loftrompet zou een demper passen.

Muziek / Concert

Ben Harper beroert vele snaren (en harten)

recensie: Ben Harper

.

11515-6b.jpgHet kost enige moeite om in het labyrint van de Utrechtse zaal de juiste stoel te vinden, maar de prachtige vormgeving en prima akoestiek maken veel goed. Met een witte hoed op en gehuld in een groene houthakkersblouse, zet de rijkelijk getatoeëerde Ben Harper de avond klein maar gloedvol in met enkele liedjes uit zijn beginperiode, zoals het instrumentale ‘#3’ en ‘Welcome To The Cruel World’. Een muzikale tijdspanne die wordt gekenmerkt door akoestische, op folk georiënteerde songs, met fijnzinnig gitaarspel en gezongen met een sensitieve stem. In het vervolg van de avond passeren veel van de muzikale invloeden die Harper sindsdien absorbeerde. Hij speelt zonder begeleidingsband, maar de aanwezigheid van een piano, een vleugel, en een aanzienlijke rij gitaren geven het podium toch nog enig cachet.

Machtig

Ben Harper is een veelzijdige zanger/gitarist die in zijn 25-jarige (!) carrière reeds vele muzikale zijpaden bewandelde. Country, folk, blues, bluegrass, gospel, soul, jazz, wereldmuziek, reggae, (hard)rock: het klinkt allemaal door op zijn 11515-4b.jpgalbums. Maar zijn handelsmerk is en blijft het virtuoze gitaarspel op de Weissenborn; het machtige geluid van de slide-gitaar resoneert majestueus in de uitverkochte Grote Zaal van TivoliVredenburg. Op zijn geliefde instrument speelt hij het Indiaas gekruide ‘Better Way’, ondersteund door tabla’s uit een speaker, en een langgerekt, indrukwekkend instrumentaal stuk. Ook Leonard Cohens ‘Halleluja’ krijgt, aan het eind van het concert, een bewerking met behulp van de ‘schootgitaar’. Het is een van de hoogtepunten van de avond, en Ben Harper krijgt het publiek nog stiller dan het al was.

Moeder

Het aantal keren dat de Amerikaanse muzikant vanavond van instrument wisselt (al dan niet bijgestaan door een mannetje dat in de coulissen verdwijnt en even later weer opduikt), is niet te tellen. Tijdens een moment van wachten zegt hij (niet onhumoristisch) tegen de zaal: “This is normally the moment that I introduce the band.” Steun uit onverwachte hoek komt er van zijn moeder, die het plankier betreedt om samen met haar zoon een drietal, niet geheel geslaagde, countryliedjes te zingen. Beter op dreef is Ben Harper in songs als het vinnige ‘Excuse Me Mister’ (op elektrische gitaar), het ingetogen ‘Lifeline’ (op slide-gitaar), en het klassiek getinte ‘Power of the Gospel’ (op Spaanse gitaar, microfoonloos en zittend vlak voor het publiek). Harpers attitude is tegelijkertijd zelfbewust/arrogant als introvert/verlegen. Wel lijkt hij met de jaren iets toegankelijker te zijn 11515-3b.jpggeworden op het podium — tussen de liedjes door vertelt hij een paar anekdotes en grappen.

Van Rickie Lee Jones covert hij ‘Loving You Is My Masterpiece’ (“I love her version better.”), en het bluesy ‘I Trust You To Dig My Grave’ stamt af van zijn samenwerking met Charlie Musselwhite. Ook op piano en vleugel kan Harper aardig uit de voeten, getuige de mooie ballad ‘Fade Into You’ (een lied van Mazzy Star), en het theatrale ‘I’m Trying Not To Fall In Love With You’. In het luchtige, jazzy slotstuk, ‘Suzy Blue’, worden ook de snaren van de ukelele nog even beroerd.

Ben Harper toont vanavond wederom zijn veelzijdige muzikale talent. Als zijn magnifieke optreden in TivoliVredenburg een voorbode is van wat er nog gaat komen in de nieuwe Utrechtse zaal, kan de muziekliefhebber zijn borst alvast nat maken…

Boeken / Fictie

Oorlog en wreedheid

recensie: Phil Klay (vert. Elles Tukker & Maarten van der Werf) - Oorlogsverhalen

‘We schoten op honden.’ Met dit startschot luidt Phil Klay zijn debuutbundel Oorlogsverhalen in, een tocht door het verminkte landschap dat de oorlogen in het Midden-Oosten achterlieten.

Phil Klay (1983 –) diende zelf in tot 2008 als persvoorlichter in Irak. Na terugkomst in Amerika vervolgde hij zijn opleiding en schreef hij de verhalen die eerder dit jaar verschenen als Redeployment – nu door Lebowski uitgegeven als Oorlogsverhalen. De verhalen belichten de oorlogen in Irak en Afghanistan vanuit een reeks invalshoeken. Daarbij laveren ze tussen de strijdgebieden en de situatie aan het thuisfront, waar de soldaten na hun uitzending terugkeren.

Achteloze waanzin


Niet de heroïek of spanning van oorlog staan daarbij centraal, maar de achteloze wreedheid en banaliteit. In ‘Operationeel verslag’ schiet een Amerikaanse soldaat een Iraakse jongen dood. Diens moeder komt net op tijd toegesneld om het bovenlijf van haar zoon uit elkaar te zien spatten. Terug op het legerterrein pakt de soldaat zijn Nintendo DS om Pokémon Diamond te spelen. Zijn metgezel, die getuige was van het voorval, zet de Playstation aan en gaat op in Grand Theft Auto. Het is een vervreemdende scène die doet denken aan Herman Melvilles beroemde uitspraak dat ‘All wars are boyish’.

Een minstens zo absurde situatie kenmerkt ‘Geld als wapensysteem’. In dit verhaal moeten de Amerikanen Iraakse jongeren leren honkballen; daarmee zou immers de kiem van democratie gezaaid worden. Het is een vertoon van Amerikaanse arrogantie dat tegelijkertijd de enorme kloof tussen het leger en de Iraakse bevolking blootlegt. Wat het project oplevert? Een foto van een stel verdwaasde Iraakse ‘honkballers’ voor de Amerikaanse PR-machine. Hoewel Klay zich beperkt tot verslag leggen, klinkt in verhalen als deze ook zijn verontwaardiging door over de soms bizarre politieke besluitvorming.

Het thuisfront


Toch zijn de verhalen die zich in de Verenigde Staten afspelen overtuigender dan de verhalen van het front. Deels is dit omdat de oorlog in het hoofd van de oud-soldaten heftiger naar voren komt door het contrast met de ‘gewone’ wereld, waar alles doorgaat alsof er niets is gebeurd, en waar films en vervormde berichtgeving een schijnvoorstelling van de werkelijke strijd geven. Daarbij komt dat de emotionele en mentale groeven die de oorlog slaat pas volledig aan het licht komen wanneer de personages losgerukt worden uit de afgezonderde wereld in het Midden-Oosten.

Wat dit betreft is het titelverhaal een van de hoogtepunten van Oorlogsverhalen. Het gaat over de vriendschap tussen twee ex-mariniers waarvan de ene door een bermbom onherkenbaar verminkt is geraakt. Ze hebben in een bar afgesproken, waar de zwaar verwonde Jenkins door een meisje wordt geïnterviewd voor een artikel. In de dialoog die ontspint toont Klay zijn schrijverstalent: met een scherpe blik, wrange humor en onderkoelde stijl schetst hij de getroebleerde vriendschap van de twee oud-soldaten, die vooral verbonden worden door hun gedeelde isolatie van de maatschappij.

Anti-oorlogsverhalen


‘Er zijn geen anti-oorlogsfilms’, stelt de verteller in het titelverhaal, ‘Die bestaan niet’. Die (discutabele) stelling is gelukkig niet door te trekken naar de literatuur. Met zijn debuut schaart Phil Klay zich in een rijke traditie van Engelstalige anti-oorlogsschrijvers, van Wilfred Owen tot Kurt Vonnegut en Joseph Heller. Oorlogsverhalen is een vernietigend portret van de gaten die oorlog slaat, in het land waar de strijd zich afspeelt maar ook aan het thuisfront, waar de ‘gelukkigen’ die de oorlog overleefden zich gehavend weer voegen tussen onwetende burgers.

Film / Films

Met reden twijfelachtige kwaliteit

recensie: Reasonable Doubt

Reasonable Doubt lijkt in het begin een intrigerend verhaal te worden. Deze valse verwachting is helaas het beste wat de film brengt. Verder wordt er een standaard verhaal verteld dat ook nog eens slecht wordt uitgevoerd.

Advocaat Mitch Brockden (Dominic Cooper) rijdt in dronken toestand over een voetganger heen met zijn auto. Uit angst voor carrièreschade laat hij het slachtoffer alleen op straat liggen. Wanneer blijkt dat iemand anders voor zijn misdaad wordt veroordeeld, probeert hij een manier te vinden om zowel zichzelf als de onschuldige man te redden.

Standaard en clichématig


~

Deze synopsis had de basis kunnen vormen voor een interessant en spannend verhaal over verantwoordelijkheid. Deze benadering wordt na een half uur aan de kant geschoven om plaats te maken voor een slasher-thriller waarin originaliteit ver te zoeken is. Het verloop van het plot is voorspelbaar en clichématig, ook in de regie en cinematografie zijn geen vernieuwende elementen te ontdekken.

De personages zijn op geen enkele manier verrassend en hetzelfde als in alle films binnen dit genre. De hoofdpersoon is naast compleet standaard ook erg slecht geschreven. Hij heeft geen positieve karaktereigenschappen, waardoor hij meer als een slechterik overkomt dan als een persoon waar de kijker zich mee kan identificeren. Daarnaast wordt zijn motivatie niet duidelijk gedefinieerd door de filmmakers. Waar hij het ene moment handelt uit eigenbelang, heeft hij het andere moment juist het welzijn van zijn medemens voor ogen. Dit gegeven is van toepassing op de meeste personages in de film, waardoor het vaak onduidelijk blijft waarom er op een bepaalde manier wordt gehandeld.

Onlogisch en onwaarschijnlijk


~

Het verhaal mag dan al honderd keer eerder verteld zijn, deze specifieke keer zit de vertelling vol met onlogische elementen en hangt het geheel slecht aan elkaar. Een aantal verhaallijnen zijn simpelweg onrealistisch, zo lukt het een gevangene om, zonder enige weerstand, het politiebureau uit te wandelen. Tevens handelen personages meerdere keren zonder gezond verstand. De film hangt met onwaarschijnlijkheden en zwakke plotelementen aan elkaar. Zo stelt een man, zonder enige forensische opleiding of ervaring, vast dat iemand schuldig is aan poging tot moord, met een sigarettenpeuk en een aanstekergeluid als bewijs. Uiteraard heeft hij het bij het juiste eind.

~

Toch heeft de film ook een paar goede kanten. De finale – hoe onwaarschijnlijk het pad ernaartoe dan ook moge zijn – is zeker spannend. Daarnaast speelt Samuel L. Jackson verrassend genoeg een ingetogen hoofdrol, wat een aangename verandering is ten aanzien van de uitgesproken badasses die hij doorgaans speelt. De rest van de cast weet echter niet meer dan een matige prestatie te leveren. Reasonable Doubt is daarmee weinig indrukwekkend en heel erg makkelijk vergeten.

Muziek / Album

Kazig met een korreltje zout

recensie: Todd Terje - It's Album Time

.

Als je It’s Album Time even snel samplet, blijkt dat de Noorse grapjas Todd Terje een liefhebber is van goedkope jaren tachtig-synths, de business class-sfeer die wordt uitgeademd door duur klinkende soundtracks, en tropische James Last-loungemuziek die je doet denken aan goedkope cocktailparasolletjes.

Het is allemaal erg vermakelijk, en bij het horen van nummers als ‘Preben Goes to Acapulco’ of het Italo-achtige ‘Inspector Norse’, werkt de meligheid gelijk in op je lachspieren. Toch is het vanaf daar maar een kleine stap naar irritatie, vooral als je bepaalde geluidjes en melodietjes langer hoort.

Het is natuurlijk allemaal al eerder gedaan. Wie zich de lounge en easy listening-golf van eind jaren negentig nog kan herinneren, zal bij het luisteren naar It’s Album Time een sterk gevoel van herhaling voelen. Het concept van ironisch plunderen uit ‘foute’ stijlen en guilty pleasures is al toegepast door de Nederlanders Arling & Cameron, en het zou je vergeven worden als je hun muziek verwarde met die van Terje. Ook doet Terje in zijn ontwapenende humor denken aan de muzikale fratsen van Senor Coconut, oftewel Uwe Schmidt. Je moet toegeven dat Terje weet wat hij doet, en daarmee bewijst hij dat hij een gepassioneerde fan is die een gepaste hommage wil brengen aan zijn invloeden.

Wat je echter mist is een originele draai aan al die retro-invloeden. De jaren tachtig-sound die door andere artiesten (zoals Kavinsky of Washed Out) nog iets nieuws meekrijgt, zijn hier verankerd in het verleden. En zo voel je je als luisteraar van de rollende synths van ‘Delorean Dynamite’ eerder een campy Tom Selleck die als Magnum P.I. rondrijdt in een patserige bolide, dan een coole Ryan Gosling in Drive.

Cocktailwijsheid
Zijn er dan geen verrassingen? Wel, er is een subtiele cover van Robert Palmers ‘Johnny & Mary’, die iets doet wat je niet vaak hoort. Het nummer klinkt beter dan het origineel, en geeft het een nieuwe lading door een uitvoering die respect combineert met een eigen invulling. Terje krijgt hier echter wel versterking van living legend Brian Ferry, die hier overkomt alsof hij aan het einde van zijn Latijn is. Zijn stem klinkt oud, maar toch overtuigend voor iemand die te lang tussen cocktailbars heeft geslenterd, en enigszins beneveld flarden levenswijsheid uitdeelt of terugdenkt aan gedoemde relaties. Het vormt het beste moment van de plaat, omdat alle hedonistische oppervlakkigheid wordt doorbroken door emotie die geloofwaardig gegrond is in verbrijzelde illusies en onvermijdelijke teleurstelling. Na het liedje galmt de vrolijke kermis echter weer door de boxen en zijn we terug bij af.

Al met al zal de ervaren platenjunk waarschijnlijk al bij het zien van de hoes weten dat je Terje met een korreltje zout moet nemen. Het is zeker niet slecht, en soms lekker catchy, maar ook van het ene ene oor erin, het andere oor eruit. Net zo diepgaand als Magnum die je een knipoog geeft en je weer even terugbrengt naar simpelere tijden, waarin de kleuren fel waren en de muziek ongegeneerd kazig en kunstmatig.

Film / Films

Op een doodlopend spoor

recensie: The Railway Man

The Railway Man vertelt het verhaal van een oorlogsmisdadiger en zijn slachtoffer. Het aangrijpende verhaal en sterk acterende cast worden echter de das omgedaan door knullige montage.

1980, Engeland, in de trein. Eric Lomax (Colin Firth) zit tegenover zijn coupégenoot Patricia ‘Patti’ Wallace en fungeert als spoorboekje. Patti (Nicole Kidman) denkt op haar beurt indruk te kunnen maken op Eric door hem wat leuks te vertellen over Warrington, het eerstvolgende stadje dat de trein zal aandoen. Ze komt er echter snel achter dat Eric de man van de wetenswaardigheden is, met name waar het treinen en de dorpjes langs het spoor betreft. Zo blijkt Warrington niet alleen beroemd vanwege de wodka, het is tevens de geboorteplaats van George Formby.

~

Colin Firth grijpt met zijn typisch subtiele manier van acteren en zijn indringende, rustige stem meteen de aandacht, zoals hij dat in The King’s Speech met een net zo achteloos personage wist te bewerkstelligen. De achteloosheid is echter schijn, of een uiting van ongemak door de nabijheid van een mooie dame. Eric is namelijk het slachtoffer van gruwelijke oorlogsmisdaden en allesbehalve achteloos, al weten op dat moment zowel Patti als de kijker dat nog niet.

Gek op treintjes
Als Eric slechts een man was geweest die fan is van treinen, was deze film er waarschijnlijk niet gekomen. Eric Lomax schreef namelijk een boek. Niet over treinen, althans niet in het Verenigd Koninkrijk, maar over de Tweede Wereldoorlog. Eric is ingenieur tijdens WO II, totdat zijn eenheid capituleert en de Japanners in 1942 (onder andere) zijn eenheid inzetten om de ‘Burma railway’ te bouwen.

Spoorwegen bouwen is zwaar werk. De Amerikanen lieten het de Indianen doen, de Engelsen huurden uitgehongerde Ieren in en de Japanners gebruikten dus krijgsgevangenen. Onder erbarmelijke omstandigheden probeert Erics eenheid te overleven. Eric zelf haalt zich de woede van de Japanners op de hals door een radio te bouwen en moet dat bekopen met heftige martelingen. Met name één Japanner, Takeshi Nagase, maakt hem het leven zuur en breekt Erics armen en zijn wil. Na de oorlog blijven de herinneringen en martelingen hem volgen. Ook nadat hij getrouwd is met Patti.

Heden en verleden

~

Terwijl Patti probeert hun huwelijk te redden en het verleden van de zwijgzame Eric te ontrafelen, toont regisseur Jonathan Teplitzky de kijker flashbacks uit de Tweede Wereldoorlog. Hoe meer het verleden van Eric wordt blootgelegd, hoe meer de film begint te wringen. De openingsscène in de treincoupé blijkt al snel de beste scène van de film. Alle martelingen en dramatische gebeurtenissen kunnen er niet tegenop.

Daarnaast wordt te vaak geschakeld tussen heden en verleden, soms al binnen luttele seconden. Het verhaal is simpel en blijft goed te volgen, maar door verscheidene momenten op verschillende tijden boeit de film telkens kortstondig. Met name naar het slot toe – dat overigens bijzonder zoetsappig is en daardoor een beetje uit de toon valt – blijkt de montage ronduit knullig.

Afgezien van de montage en de zoetsappigheid valt er best te genieten van The Railway Man. Met name de acteurs die Eric Lomax (Jeremy Irvine tijdens WO II, Colin Firth in 1980) en Takeshi Nagase (Tanroh Ishida tijdens WO II, Hiroyuki Sanada in 1980) spelen, doen dit fantastisch. Geholpen door de dramatische opwellende muziek van een strijkensemble spelen ze de ene na de andere mooie scène. Het verhaal van Eric Lomax had echter een betere film verdiend.