Film / Films

The Wedding Planner

recensie: The Wedding Planner

.

Als er hier in Nederland twee mensen gaan trouwen, regelen ze een zaaltje, een bandje en een fotograaf. Ze vragen een jolige oom of neef om ’s avonds als ceremoniemeester op te treden en dat is het wel ongeveer.

In Amerika gaat het even iets anders: daar zijn speciale bureaus die de hele planning voor je regelen, van de jurk tot uit Bali geïmporteerde boompjes en beelden voor in de tuin. In The Wedding Planner is Mary (Jennifer Lopez) precies dat: een huwelijksplanner. En een hele goede op de koop toe.

In het begin van de film wordt quasi-subtiel verzucht: “Kijk, daar gaat de huwelijksplanner. Wat zal die een romantisch leven leiden!”, maar al in het volgende shot zien we Jennifer een TV-diner opwarmen en alleen in bed stappen. Deze vrouw, die alles kan regelen voor twee verliefde mensen, moet het zelf zonder partner stellen.

~

Dit verandert als ze Steve (Matthew McConaughey) tegenkomt. Hij is een kinderarts die haar het leven redt en op wie ze na een avondje uit stapelverliefd wordt. Er is één probleem: Steve is verloofd – met een van Mary’s klanten.

The Wedding Planner is geen goede film. Het script is onder de maat en het verhaal is niet verrassend, met een einde dat je al anderhalf uur van tevoren ziet aankomen: natuurlijk krijgen ze elkaar. (Alhoewel dit niet per sé een slecht punt hoeft te zijn bij dit soort films, telt het hier slechts op bij de negatieve aspecten van deze film).

Met uitzondering van een scène in het ziekenhuis waar Steve werkt en een paar uitspraken van Massimo, de Italiaanse jongen die een oogje heeft op Mary, heb ik gedurende de hele film niet één keer hoeven lachen – geen goed teken bij een romantische komedie.

Aparte vermelding krijgt de muziek, die van het zwaar verouderde soort is dat ik in een documentaire eens “mickey-mousing” heb horen noemen. Hierbij wordt visuele informatie rechtstreeks vertaald in de muziek: versnelt een personage even zijn pas, dan hoor je meteen de standaard getokkelde strijkinstrumenten uit de Disney-cartoons (waar de term vandaan komt). De rest van de soundtrack wordt opgevuld door gladde popdeuntjes die allemaal bijdragen aan de wegwerpkwaliteit van de hele film.

The Wedding Planner is geen goede film. Sterker nog: The Wedding Planner is een volstrekt nietszeggende, onoriginele “romantische komedie” die het verdiend had om meteen op video te worden uitgebracht.

Film / Films

Amerikaans heldengeblaat in Duitse U-boot

recensie: U-571

.

u571.jpg

In de recensie van U-571 kon zelfs de Volkskrant-recensent zich niet langer inhouden en schreef uit pure frustratie: “Regisseur Mostow veegt alle voorhanden liggende cliches bij elkaar. En dat in een tijd waarin bioscoopeigenaren klagen over een tekort aan doeken, waardoor voor waardevolle kwaliteitsfilms geen plaats is (zeggen ze), wordt voor zo’n volstrekt nutteloze film toch maar mooi 65 (!) theaters vrijgemaakt.”

Het is april 1942, en de duikbotenoorlog is in volle gang. Als bij de Duitse duikboot U-571 de motoren uitvallen seint de bemanning om hulp. Het signaal wordst opgevangen door de Amerikanen, die een duikboot sturen (met onder haar bemanningsleden Harvey Keitel en Matthew McConaughey). Niet om de Duitsers naar de kelder te jagen, maar om ze de Enigma te ontfutselen, een kostbare coderingsmachine.

De reactie van de recensent is slechts een voorbeeld van de vele frustraties die je bekruipen tijdens de film. Toegegeven: er valt weinig te klagen over de vele bloedstollende actie-momenten tijdens de film, al gaat er wel opvallend veel net goed. Doch de over-Amerikaanse toon in het verhaal is om letterlijk zeeziek van te worden. Tijdens de vele dieptebombardementen en de undercover-acties is de film prima te verdragen, maar zodra onze helden hun mond opendoen komt er weinig meer uit dan heldengeblaat over doorzetten voor de natie, slachtofferen en “vuur!”.

Ga vooral naar U-571! Neem de soundtrack-cd van Saving Private Ryan mee in je discman, en draai die tijdens de film. Zonder geluid is hij vast een stuk beter te verdragen.

Muziek / Album

Supertramp – It Was The Best Of Times

recensie: It Was The Best Of Times

.

~


Soms struin je door de stapel elpees van je ouders, op zoek naar de muziek die zij vroegen wisten te waarderen. Je hebt een dikke kans dat je tussen de Beatles en de Stones ook wel een plaat van Supertramp vindt. Deze band heeft door de jaren heen een groot aantal albums geproduceerd en ook een navenant aantal hits gehaald.

De band had al een tijd niet op het podium gestaan toen ze weer met een wereldtoer begonnen. Deze bleek zo goed te lopen dat er van deze series optredens een dubbel CD is gemaakt.

Nieuwe nummers worden afgewisseld met klassiekers als Breakfast in America, The logical song en School. Het is frapant om te horen dat de band ondanks het feit dat ze lang niet op het podium heeft gestaan niet statisch is geworden. Nog steeds klinken de live opnamen goed, degelijk en spontaan. Dit is opvallend omdat de band met een grote bezetting van acht man op het podium van de Royal Albert hal in Londen staat. Maar deze bezetting lijkt de band goed te bevallen.

Concluderend kunnen we dus zeggen dat deze live plaat een welkome aanvulling is de op stapel al aanwezige platen van Supertramp. Ondanks het feit dat de band al enkele jaren bestaat zijn de nummers op het album levendig gebracht, zonder daarbij de passie voor de muziek te verliezen.

Muziek / Album

The Skatalites – Ball of Fire

recensie: The Skatalites

.

Jaaaaah, jongens en meisjes, de zomer heeft haar intrede gedaan en de grote vuurbal staat reeds hels brandend aan de hemel. Vandaar dat het tijd werd voor een vrolijke toon in de 8Weekly. Dat is iets was de The Skatalites zeker wel toevertrouwd is, hun vrolijke op de reggae gebaseerde ska zal bijkans ieder paar benen enthousiast doen laten bewegen.

The Skatalites zijn goede vertegenwoordigers van de zogenaamde Jamaicaanse ska. Lichtelijk generaliserend kun je zeggen dat er twee soorten ska zijn te onderscheiden: de Jamaicaanse ska en de Engelse ska. Tot de Jamaicaans georiënteerde ska behoort datgene waarin de reggae invloeden sterk voelbaar zijn, terwijl de Engelse ska de reggae over het algemeen achter zich laat en zich meer op de dansbaarheid richt. Madness, ondermeer bekend van Baggy trousers en het door de televisieserie The Young Ones populair geworden Our House, is een uitstekend voorbeeld van de Engelse ska.

The Skatalites doen het echter wat rustiger aan, hoewel de muziek nooit zo rustig wordt als de originele reggae van Bob Marley of Peter Tosh; de blazers blijven de overhand behouden en er kan ten overvloede gedanst worden op de klanken van Ball of fire. Twee uiterst bekende nummers zijn in het album opgenomen; ten eerste hebben ze de alom gewaardeerde James Bond theme in een ska jasje gestoken en daarnaast hebben ze het onder ska liefhebbers bekende, onder meer het Groningse Jammah Tammah heeft er een versie van uitgebracht, Occupation op geheel eigen wijze gebracht. De gehele ceedee is instrumentaal, wat verschillende reacties oproept. De één vindt het maar niks dat er geen zang waar te nemen is op het album, terwijl de ander, waaronder uw recensent, van mening is dat het feit dat de ceedee instrumentaal is geen enkel probleem vormt, omdat daardoor de kwaliteiten van de afzonderlijke muzikanten duidelijk naar voren komen.

Op Lowlands 1999 was het ska-genre ruim vertegenwoordigd en The Skatalites hadden als grondleggers van de ska de eer om het festival af te sluiten. De band stond tegenover de Chemical Brothers en het Nederlandse 7Zuma7. Uw recensent heeft zowel The Skatalites als de Nederlandse rockers gezien, maar kon toch zonder enige twijfel vaststellen dat The Skatalites de betere waren. Hoewel ik de Chemical Brothers niet gezien heb, schijnt het dat ook dat zij zeer goed waren. Maar daar was het overmatig druk, met als gevolg dat dansen niet reëel tot de mogelijkheden behoorde. Bij The Skatalites kon dit prima; daar was het gezellig, maar niet te druk.

Film / Films

Unbreakable

recensie: Unbreakable

.

Ik zie dubbel. Mijn binnenste oogspieren staan te ver naar voren, waardoor ik altijd twee plaatjes over elkaar heen zie. Ik ben er al eens voor geopereerd, waarna het een tijdje goed ging, maar nu is het weer net zo als voor de operatie. Het is een beetje lastig met komkommer snijden en autorijden door smalle straatjes, maar ik kan er mee leven.

unbreak01.jpgEr zijn namelijk mensen die het veel slechter hebben dan ik: mensen met rood haar, mensen in een rolstoel, mensen die ziektes hebben met lange Latijnse namen – of juist hele korte. Er zijn mensen die bij het kleinste stootje gruwelijke kneuzingen of zelfs botbreuken oplopen.
Maar zouden er dan ook mensen zijn bij wie het omgekeerde het geval is? Die nooit ziek zijn, nooit iets breken, die zonder één schrammetje op te lopen uit een autowrak worden getild? Onbreekbare mensen?
Om die vragen draait het in Unbreakable, de nieuwste film van Manoj Nelliyattu (M. Night) Shyamalan, regisseur van de surprise-hit van vorig jaar, The Sixth Sense.

Bruce Willis speelt de beveiligingsbeamte David Dunn, die op een dag bij een treinongeluk betrokken raakt. Niemand overleeft de crash, behalve David. Sterker nog: hij is volledig ongedeerd. Het voorval haalt het nieuws en David komt in contact met Elijah (Samuel L. “bad hair day” Jackson), een man die door een botziekte al 54 keer in het gips heeft gezeten. Elijah handelt in comics, op goedkoop papier gedrukte Amerikaanse stripboekjes die gaan over superhelden in alle soorten en maten.

~


Het einde van de film voelt als het slot van een thriller – iets dat Unbreakable niet is. Het is een studie over hoe een man met zijn krachten omgaat en hoe zijn gezin daar mee leert leven, maar geen thriller.

Muziek / Achtergrond
special: Expositie Anton Corbijn in het Groninger Museum

Corbijn laat al zijn kleuren zien

.

00w16-01.jpgAls je door de tentoonstelling van het werk van celebrityfotograaf Anton Corbijn loopt, valt je telkens op dat de foto vaak bekender is dan de fotograaf. Hoe vaak zie je niet een videoclip, maar heb je eigenlijk geen idee wie de maker ervan is? De artiest blijft echter vaak wel hangen, en daar is die video natuurlijk ook voor bedoeld.

~

Vijfentwintig jaar werk van Corbijn staat nu samengevat in de negen felgekleurde zalen van het museum. Het is erg mooi om te zien hoe Corbijn door de jaren heen van verschillende technieken gebruik heeft gemaakt. Het begon met de normale zwart-wit foto´s, terwijl daar later de bekende bruine kleur aan toegevoegd werd. In deze stijl publiceerde de fotograaf ook een tijd lang in het muziektijdschrift Oor.

00w16-03.jpgNa deze stijl maakte Corbijn nog een uitstapje naar de kleurfotografie, waarbij hij in de donkere kamer dusdanig ver ging dat het resultaat vaak meer grafisch dan fotografisch was. De hoes van het U2 album “Achtung baby” is hier een goed voorbeeld van. Tegenwoordig werkt Corbijn met een blauwe kleur die de zwart-wit tekening aanvult.

~

In deze tentoonstelling valt verder de zaal op, die volledig aan de zanger van U2, Bono Vox is gewijd. Anton Corbijn blijkt al jarenlang goed bevriend te zijn met Bono en het was dan ook geen onverwachte keuze dat het Bono was die de tentoonstelling opende. Vanaf het U2 album, “The Joshua Tree”, waarvoor Corbijn de omslag maakte wordt een verslag gedaan van hoe Bono door de jaren heen veranderde. Mooi om te zien is hoe de houding van de zanger tot de camera door de jaren heen anders wordt.

00w16-05.jpgIn tegenstelling tot de overzichtstentoonstelling van Corbijn in 1994 in het Stedelijk Museum van Amsterdam is het wereldberoemde portret van Miles Davis niet in deze tentoonstelling opgenomen. Dat is spijtig als je het mij vraagt, omdat dit toch tot één van de beste foto´s van Corbijn gerekend mag worden. Toch is het niet verwonderlijk als je bedenkt hoeveel celebrities Corbijn in de laatste 25 jaar voor de camera heeft gehad. Als je al deze foto´s ten toon zou stellen had je waaarschijnlijk in het Louvre in Parijs zelfs nog niet genoeg ruimte.

~

Toch is dit een mooie tentoonstelling geworden, waarin je elke keer weer verrast wordt door een foto die je kent, soms van een CD hoesje, soms uit een tijdschrift. En elke keer blijkt er die ene Groninger achter al deze foto´s te zitten.

Muziek / Album

Velvet Belly – Lucia

recensie: Lucia

.

~


Op het eerste gehoor moest ik wat wennen aan het scandinavische geluid van de band. Misschien is het geluid het best te omschrijven als een mix tussen rockmuziek en dance. Toch wordt er duidelijk een zwaar accent gelegd op de rockmuziek. Dit is niet de eerste CD van het Noorse Velvet Belly. In 1992 verscheen hun debuut “Colours” en daarna verscheen er bijna jaarlijks een album van de band. In 1997 verscheen dan dit album “Lucia” wat ook sinds kort in Nederland uit is.

Deze CD is duidelijk van de de soort die je eerst een fors aantal keer moet horen voordat je de muziek weet te waarderen. Vooral het openingsnummer “Trick” is niet erg toegankelijk. Het grote voordeel van dit soort albums is dat de muziek later dan nog allerlei verborgen schoonheden blijkt te hebben. Elke keer als je de plaat afdraait komt er weer een loopje te voorschijn wat je nog niet ontdekt had.

Vooral de nummers “Easy” en “Unreal” zijn uitblinkers op het album. De melodie van de nummers blijft aanstekelijk hangen. Velvet Belly maakt zich bij dit soort nummer los van de soms wat eentonige beat, en laat de melodie een belangrijke rol op zich nemen. Deze nummers komen daardoor in een perfecte balans met de begeleiding. Ook het laatste nummer op de CD “The man with the child in his eyes” is een goed nummer, hoewel het natuurlijk totaal niets is vergeleken bij het origineel van Kate Bush. De kwetsbaarheid die Bush´ versie kenmerkte is eenvoudig verdwenen door de iets te stevig aangezette begeleiding van Velvet Belly.

Concluderend kunnen we stellen dat “Lucia” zeker de moeite van het horen waard is. Af en toe dreigt de band eentonig te worden, maar aan de andere kant straalt de CD hierdoor ook een soort volwassen zelfvertrouwen uit. Dit maakt dat de CD niet altijd even toegangkelijk zal zijn, maar na een tijdje toch een lekkere luisterplaat blijkt te zijn.

Muziek / Album

Tröckener Kecks – >tk

recensie: >tk

.

~


De Tröckener Kecks hadden al een tijd niets van zich laten horen. Een paar jaar geleden namen ze wel de CD “Hotel Nostalgica” op, waarin ze hun eigen nummers opnieuw op CD zetten, maar “>tk” is hun eerste echte nieuwe plaat sinds jaren.

Gelukkig hebben de Kecks met deze CD duidelijk een verandering ondergaan ten opzichte van hun oudere werk. Waren de oudere platen vaak gebaseerd op sterke, wat hardere gitaarpartijen, de nieuwe plaat is het toonbeeld van ingetogenheid. Rustig begint de band de CD met het nummer “Op de vlucht”. Af en toe vraag je je zelfs af wanneer de grote uitbarsting van gitaargeweld blijft, maar Rick de Leeuw weet op zijn manier een climax te brengen. Gitaargeweld blijkt hier niet meer voor nodig te zijn, want de Leeuw is zo in zijn rol als zanger te zijn gegroeid dat hij met zijn stem de luisteraar weet te leiden.

“Niemand thuis” brengt ons door de verlaten straten waar de Kecks graag over lijken te willen schrijven. Melancholiek en verliezen van vrienden blijken keer op keer weer de inspiratie voor menig goed Kecks nummer. Bij het zesde nummer “Winnaars, verliezers” heb je even het gevoel dat de plaat afgelopen is. Een heerlijk rustig einde. Rustig overzien de Kecks de wereld.

Dit is echter niet meer dan een intermezzo. De band gaat verder en nog sterker dan in het eerste deel van het album. Los van de zang die een stuk sterker is blijkt nu ook dat de andere musici zeker niet stil zijn blijven staan. Was het vroeger eerder het aanslaan van een heel accoord, nu heeft men het geduld gevonden om beheerst snaren aan te blijven slaan. De nummers worden door dit alles een stuk complexer en afwisselender dan voorheen. “Zou je niettegenstaande de recente gebeurtenissen toch nog een verblijf op amoureus gebied in overweging willen nemen alsjeblieft” vragen de Kecks zich aan het einde nog af. In deze laatste paar nummers gaan de gitaren nog even los, als was daar het hele album op gewacht.

Dit alles overziend kunnen we zeggen dat de Tröckener Kecks heel erg gegroeid zijn de laatste jaren. Teksten worden complexer en de muziek is lang niet zo direct als voorheen. Dit alles maakt deze plaat tot de beste die de Kecks tot nog toe hebben gemaakt.

Muziek / Album

The Treble Spankers – Hasheeda

recensie: Hasheeda

.

~


Tja, bij het horen van de Treble Spankers denk je wellicht eerder aan de warme stranden van een mooie Atlantische uithoek, waar de palmen staan te wuiven en stoere mannen en vrouwen zich elegant op hun board over de golven voortbewegen, dan aan de kille wind van de koude en natte Noordzee. Maar feit is dat de Treble Spankers een oerhollandse band zijn, die uitermate fijne surf klanken produceert. Hoewel surfmuziek het afgelopen decennium vooral in Groningen geproduceerd werd (de VPRO heeft nog eens een documentaire gemaakt over Groningen als surf hoofdstad), is Neerlands beste surf band afkomstig uit Amsterdam.

In 1994 brachten ze hun debuut CD (Araban) uit, welke onder Amerikaanse studenten een cultstatus verwierf. In 1995 verscheen hun tweede, en bij mijn weten laatste, album: Hasheeda. Deze deed het erg goed bij de Nederlandse rock critici. De band heeft enige tijd de “Moordlijst” mogen aanvoeren en Hasheeda heeft een langdurige notering in de album top honderd gehad.

Hasheeda is een CD die een strakke sound afwisselt met een zo hier en daar wat zweverig, Indiaans aandoend geluid. Het grootste gedeelte van de CD is instrumentaal, slechts op nummer 12, Toenggoe Mati, is een soort van gezang waar te nemen. Dit is echter niet in Nederlands, Engels of andere moderne taal, met als gevolg dat ik geen idee heb of het om een aantal losse klanken gaat, of dat er daadwerkelijk in een taal een boodschap aan de luisteraar wordt meegegeven. Feit is echter dat het lekker klinkt, ook al heb je geen idee waar het over gaat.

De band besloot er in 1998 een einde aan te maken, omdat componist/gitarist Phantom Frankie Gerritsen last had van een langdurige handblessure. Het bleek dat hij met RSI te kampen had, door het voortdurend herhalen van dezelfde beweging. Dit is vooral jammer vanwege het feit dat de Treble Spankers internationaal zeer groot hadden kunnen worden en omdat ze een band vormden die je eigenlijk live moet zien, gezien de enorme hoeveelheid energie die ze produceert. Dat doet echter niets af aan Hasheeda, deze CD staat als een huis.

Muziek / Achtergrond
special: Een interview met Erik de Zwart

Erik de Zwart is niet bang voor de concurrentie

Directeur Erik de Zwart staat vol zelfvertrouwen aan een tafeltje. Zojuist heeft hij de nieuwe koers van Radio 538 bekend gemaakt voor een zaal met journalisten. Met enige trots stelt hij vast, dat dit de eerste keer is dat een radiostation op deze manier de pers benadert. Volgens hem toont dit feit, plus het punt dat er in de radio steeds meer geld omgaat aan, dat de commerciële radio volwassen is geworden.

00w14-01.jpg

Bezwaar
Omdat het voor Radio 538 niet mogelijk is om reclameboodschappen uit te zenden op de publieke televisie en op de zenders van RTL en Veronica, heeft De Zwart onlangs bezwaar ingediend bij de Nederlandse Mededingings Autoriteit. De zender voelt zich ernstig in haar mogelijkheden tot concurreren aangetast. De uitspraak van dit bezwaar wordt binnenkort verwacht.

Kwaad op de overheid
Verder is De Zwart is duidelijk ontstemd over de manier waarop zijn radiostation door de overheid behandeld wordt: het blijkt onmogelijk om landelijke dekking in de ether te krijgen. De Zwart ziet dit als een grote blunder van de overheid. Volgens hem is er ruimte genoeg in de ether en maakt de Nederlandse overheid gebruik van zijn macht om de publieke omroep voor te trekken. Volgens hem is dit een onjuiste manier van concurrentie – hij wil met andere zenders concurreren op inhoudelijk vlak en niet via de mogelijkheden om toegang tot infrastructuur te krijgen.

00w14-02.jpgWinst!
De zender van De Zwart maakt al sinds 1995 winst, hetgeen bij de meeste televisiestations toen nog niet het geval was. Ze wil met de overstap van Edwin Evers en Jeroen van Inkel deze trend doorzetten en proberen uit te groeien naar een marktaandeel dat te vergelijken is met het aandeel dat het publieke Radio 3FM heeft.

Hoeveel is er betaald voor Evers?
Op de vraag hoeveel de overstap van Evers heeft gekost reageert hij wat geirriteerd. Hij vindt “dat iemand die goed is in zijn vak ook daarnaar betaald moet worden. Bovendien,” merkt hij fijntjes op, “verdienen mensen die bij de linkse omroep werken, zoals Sonja Barend, heus ook geen paar ton.” Voor hem is het feit dat er veel geld in de radiobusiness omgaat een teken dat de radio-industrie volwassen is geworden.

Radio met een boodschap
Radio 538 gaat nogal prat op het feit dat zij als enige station over een redactiestatuut beschikken. Daarin staat vermeldt, wat voor functie 538 voor zichzelf ziet in de maatschappij. Fijntjes merkt hij op dat dit bij de meeste publieke omroepen nog steeds niet het geval is. De Zwart zegt een broertje dood te hebben aan organisaties die met grote spelshows geld ophalen voor goede doelen, waarna vervolgens maar 40% van het bedrag echt naar het doel gaat. Hij ziet het als een functie van 538 om jongeren ook maatschappelijk bewust te maken. De radiozender begon al met deze imagoverbetering door spotjes uit te gaan zenden tegen zinloos geweld.

Digitale radio
Onlangs werd de nieuwe wereldstandaard voor digitale radio de DAB (Digital Audio Broadcast) standaard vastgesteld. Wij vragen de Zwart nog even zijn mening over dit systeem. De Zwart kan er maar weinig waardering opbrengen. Volgens hem is de kwaliteit niet veel beter dan de huidige radio en fijntjes merkt hij op, dat als je in een auto harder dan 130 kilometer per uur rijdt het systeem last krijgt van het Doppler effect. Door dit effect, wat erg herkenbaar is bij een passerende ambulance, wordt het systeem bij deze snelheid vrijwel onbruikbaar. Bovendien merkt hij op dat op DAB inmiddels ook al de publieke omroep alle zenders bezet.

Dit interview kwam tot stand i.s.m. www.radiozenders.com.