Film / Achtergrond
special: The Book Thief

The Book Thief

.

Vierde boekverfilming in deze reeks: The Book Thief. Joyce las het boek, Jeroen niet. Let op: dit stuk bevat spoilers!

The Book Thief volgt Liesel Meminger (Sophie Nélisse), een analfabetisch meisje dat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog wordt geadopteerd door een Duits echtpaar (Geoffrey Rush (The King’s Speech) & Emily Watson (Red Dragon)). Aanvankelijk heeft ze het lastig, maar dankzij haar nieuwe stiefvader – die haar leert lezen – begint ze uit haar schulp te kruipen. De oorlog begint echter steeds zwaarder op hun levens te wegen, vooral wanneer ze Max, een Joodse jongeman, in hun kelder verschuilen.

[Jeroen] Ik vind het best een mooie film. Het heeft een aantal problemen (sommige groter dan anderen), maar over het geheel genomen komen het verhaal en de emotie goed over en ondergaan de personages een gedefinieerde transformatie. Het eindproduct voelt bijna aan als een soort sprookje, maar dan in Nazi-Duitsland.

[Joyce] Wat voor problemen bedoel je?

[Jeroen] De meest voor de hand liggende is toch wel het taalgebruik. In welke taal is het boek oorspronkelijk geschreven?

[Joyce] De auteur (Markus Zusak – Australisch met Duitstalige ouders) schrijft in het Engels. Storen de Duitse accenten en woorden je in de film?

[Jeroen] In de film mist het taalgebruik zowel logica als consistentie. Het is voornamelijk in het Engels, wat natuurlijk een beetje vreemd is aangezien alle personages Duitsers zijn en het in Duitsland speelt, maar dat is nog te begrijpen. Het is immers een Amerikaanse productie voor een Amerikaans publiek. Maar vervolgens kiest regisseur Brian Percival er wel voor om iedereen een Duits accent te geven en er zelfs zoveel als hij kan begrijpelijke Duitse woorden doorheen te gooien, zoals ‘und’ of ‘danke schön’. De film mikt dus gewoon twee talen een beetje willekeurig door elkaar in een poging om het Duits te laten klinken terwijl het absoluut geen Duits is. Dit is op zich al stom genoeg, maar dat ze dat in de Nederlandse ondertiteling ook doen slaat echt nergens op. Bovendien is het wel erg opvallend dat de Nazi’s – de slechteriken – wel volledig Duits praten. Dat geeft toch een beetje de verkeerde boodschap.

~

[Joyce] De auteur doet hetzelfde in de dialogen, maar niet op een onaangename of onwelkome manier. Een karakteristiek voorbeeld: ”Nein,’ he whispered. It was repeated seven times. ‘No.” De vertaling wordt op deze manier verwerkt in de lopende tekst. En door het taalgebruik word je constant met je neus op de feiten gedrukt waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. Zonder de harde Duitse klanken, zonder de scherpe Duitse bevelen, was het verhaal denk ik minder beklemmend neergezet. De taal draagt wat mij betreft zo echt wel bij aan de setting.

[Jeroen] Dus het taalgebruik zit ook zo in elkaar in het boek? Engels en Duits door elkaar? Dat verandert de zaak! Dan is het naar mijn mening nog steeds ridicuul, maar het is dus het idee van de schrijver. Dit soort taalgebruik komt wel vaker voor in films over Nazi-Duitsland. Soms heeft de film nog genoeg andere aspecten die het geheel weer omhoog halen (All Quiet on the Western Front (1930)) en soms niet (Valkyrie). Bij The Book Thief is er in ieder geval nog genoeg om de film de moeite waard te maken.

[Joyce] De regisseur volgt de auteur niet alleen met de taal. De film is echt boekgetrouw met het uitbeelden en overbrengen van de gebeurtenissen, de personages en de emoties, waarvoor mijn nederige dank. Wat ik alleen wel in de film mis is de spanningsboog; die is in het boek veel meer aanwezig. De film is ook wat trager in vergelijking en de symboliek komt niet overal even goed tot zijn recht.

[Jeroen] Welke spanningsboog en symboliek zitten er dan in het boek die je in de film mist?

[Joyce] In het boek heb je veel meer het gevoel dat het ieder moment helemaal mis kan gaan. De film is dan toch meer gericht op de feelgoodmomenten dan op het overbrengen van die onderhuidse geladenheid. In het boek zijn Liesel en haar wijkvriendje Rudy bijvoorbeeld echte deugnieten. Wanneer Liesel in de film een boek meeneemt zegt ze steeds: ‘It’s not stealing, it’s borrowing’, maar daar is in het oorspronkelijke verhaal geen sprake van. Dan steelt ze, zonder terughoudendheid, wat ze volgens haar echt nodig heeft. Naast boeken bijvoorbeeld ook voedsel van de boer met een groepje jongens, wat zorgt voor een aantal onrustige momenten.

[Jeroen] Ik merkte inderdaad dat het meer op de persoonsrelaties was gericht dan op de spanning of Max wel of niet door de Nazi’s gevonden gaat worden.

[Joyce] Dat ‘oei, als ze maar niet gepakt worden’-gevoel was minder intens. Nog even terugkomend op de symboliek: een zeer treffende scene in het boek is dat Max droomt dat hij in de boksring staat met de Führer. Max geeft hem een pak slaag, maar Hitler hitst het publiek op met mooie woorden, zodat het publiek zich tegen Max keert en de ring binnenstroomt: ‘Max Vandenburg could feel the fists of an entire nation. One by one they climbed into the ring and beat him down.’ Eeuwig zonde dat deze scene niet in de film is opgenomen. Nog een citaat ter illustratie en vermaak: ”First and foremost, we want a good clean fight.’ [The referee] addressed only the Führer now. ‘Unless, of course, Herr Hitler, you begin to lose. Should this occur, I will be quite willing to turn a blind eye to any unconscionable tactics you might employ to grind this piece of Jewish stench and filth into the canvas.”

[Jeroen] Als het boek zo vol zit met symboliek, wat denk je dan dat die symboliek wil zeggen? Wat is de boodschap van het boek?

[Joyce] Kort gezegd: taal en woorden geven ons vrijheid, maar kunnen die vrijheid ook van ons afpakken. Haalde je dat ook uit de film?

[Jeroen] Ik heb dat er zelf niet uitgehaald, maar als je het zo voor me uitspelt kan ik wel zien hoe dat in de film is gestopt. Er zit veel nadruk op Liesels lessen om te leren schrijven en haar ontdekking van de kracht van woorden en verhalen, zoals de manier waarop ze naar het einde toe een hele schuilkelder weet te kalmeren door een verhaal te vertellen.

[Joyce] Plus dat Max de pagina’s in Mein Kampf overschildert met wit, zodat het een schrijfboek wordt voor Liesel en ze het kan vullen met haar eigen verhaal en haar eigen woorden. Een cruciaal moment in het verhaal en heel kenschetsend voor de symboliek, maar kwam dat in de film wel duidelijk over?

[Jeroen] Jawel. Ik was er de hele tijd niet 100% zeker van of het nou Mein Kampf was of gewoon een of ander Naziofficierenhandboek, maar dat zal aan mij liggen. Het kwam wel goed over dat hij een oud Nazi-gebaseerd boek omtoverde tot een boek voor Liesel’s gedachten; een transformatie van kwaad naar goed.

~

[Joyce] Over goed en kwaad gesproken, wat vind je van de neutrale verteller?

[Jeroen] Ik begreep dat hij De Dood moest voorstellen en in die rol snap ik niet zijn relevantie voor het verhaal of de manier waarop het verteld wordt. Voor mij voegt de verteller of zijn identiteit niet echt iets toe.

[Joyce] In het boek heeft De Dood een duidelijke functie: hij is feitelijk alwetend en daarom een uitstekende verteller. Het is een gemakkelijk te accepteren perspectief omdat hij per definitie een helikopterview heeft, zonder hierbij terug te vallen op trivialiteiten. Ik bedoel, hoe vaak wordt De Dood als verteller ingezet, en dat bij een verhaal over een beladen moment uit de geschiedenis? Zusak beschrijft De Dood als een entiteit die gewoon zijn werk doet en niet te veel stilstaat bij waar de mensheid allemaal mee bezig is – uit zelfbescherming. Maar soms wordt hij geraakt door iemand – Liesel – en volgt hij die persoon bij tijd en wijle. Niet doorlopend, want hij heeft het druk met zielen vergaren: mannen, vrouwen, kinderen, Duitsers, Amerikanen, Joden, Communisten, iedereen wordt door hem opgetild en meegenomen wanneer de laatste adem wordt uitgeblazen. De Dood zorgt ook voor gevatte onderbrekingen in het verhaal, die het witte doek niet gehaald hebben, helaas. De auteur heeft De Dood op deze manier niet luguber gemaakt. In de film moest ik er aan wennen dat hij zo’n zachte en sympathieke stem heeft. Bij De Dood verwacht je toch een iemand met meer zwaarte, commotie. Of heb ik gewoon te veel fantasyfilms gezien?

[Jeroen] Och, je hebt verschillende incarnaties van de Dood. Ik vind het juist wel interessant om hem niet de duivelachtige versie te maken. Maar ik snap zijn functie in het verhaal nog steeds niet. Dat je een alwetende verteller wil, oké. Daar kan ik nog best de functie van inzien. Maar wat voegt deze identiteit eraan toe? Wat voor extra inzicht in het verhaal krijgen wij als hij af en toe vertelt dat hij personages ‘kwam halen’ in plaats van te zeggen dat ze gewoon dood gingen?

[Joyce] Een klassiek gevalletje mediumverschil. In het boek vertelt De Dood veel dingen die alleen hij kan weten. In de film worden deze dingen als beeld voorgeschoteld en is er dus geen verteller nodig die daar nog even commentaar bij geeft. Zijn rol is absoluut ondergeschikt in de film en eigenlijk niet nodig.

[Jeroen] Daar kunnen we het in ieder geval over eens zijn. Hoe trouw zijn de personages in de film aan die in het boek? Aangezien de Dood daar dus blijkbaar nog wel wat verbetering had kunnen gebruiken.

[Joyce] Geoffrey Rush past precies in het plaatje als sympathieke en menselijke papa. Een plezier om naar te kijken. Liesel vond ik minder sterk overkomen omdat ze in het boek een echte durfal is: passievol en recht door zee. In de film is het meer een goed en lief meisje, met die staartjes en die grote ogen. Maar de hoofdpersonages hebben in de adaptatie dezelfde innemendheid als in het boek, dus in die opzet is de casting geslaagd.

[Jeroen] Ik ben ook wel een fan van Geoffrey Rush in deze film. In het begin vond ik het wel allemaal nogal karikaturaal overkomen, vooral de standaard strenge stiefmoeder en zachtaardige vader die zo uit Assepoester zijn weggelopen. Maar ik vond het fantastisch hoe alle personages in het verhaal groeiden en zelfs de stiefmoeder ons hart wist te veroveren met die scène waarin ze Liesel uit de les haalt om haar te vertellen dat Max zal leven. Liesel zelf vond ik erg goed binnen het ensemble passen, ook al komt ze dan misschien niet overeen met de boekversie.

[Joyce] De kleine verschillen die er zijn storen niet als je het boek kent. Maar hoe mooi de film ook is, het kan niet op tegen de grootsheid van het boek. Ik heb op het boek niets aan te merken. Alles klopt: de intelligente en licht humoristische stijl; de taalvondsten; de knappe spanningsboog, zonder het verhaal al te dramatisch te maken; de innemende personages met al hun menselijkheden, lafheden en dapperheden; de mooie symboliek. Het is een origineel boek over een onderwerp waar al zo veel over geschreven is. Eén leesbeurt is niet genoeg, je wilt regelmatig even een passage over lezen, opnieuw beleven. Een ware toevoeging aan de literatuur, zeg ik dan. Ervaar je de film ook als een aanvulling op het oorlogsoeuvre?

[Jeroen] Ja, ik denk het wel. Er zijn al niet zoveel Amerikaanse films over de Duitse kant van de Tweede Wereldoorlog en al helemaal niet over de gewone mensen. Dat er vervolgens ook nog zo’n mooi sprookje van gemaakt is maakt het zeker een interessant nieuw verhaal. Maar ik ben er niet zo lovend over als jij over het boek. Het is geen instant classic, maar gewoon een hele fijne, mooie film.

[Joyce] Dan zijn we het wel eens dat zowel boek als film er mogen zijn.

[Jeroen] Nou ja, ik kan over het boek niets zeggen.

[Joyce] Zet ‘m maar snel op je leeslijstje.