Film / Films

Opgelicht

recensie: Matchstick Men

Oplichters worden in het Engels ook wel “flim flam men” of “matchstick men” genoemd. Een zeer toepasselijke benaming, want net als luciferpoppetjes zijn oplichters flinterdun. Ze vallen niet op om het risico om gepakt te worden te verkleinen. Ze wisselen bij iedere scam van identiteit, ze zijn de kleine onbekenden die zich vertrouwd maken met de slachtoffers om hen daarna genadeloos af te slachten en berooid achter te laten.

~

Matchstick Men beschrijft drie verhalen: dat van een man die last heeft van obsessieve en dwangmatige handelingen, dat van twee oplichters die hun grote slag kunnen slaan en dat van een vader die de dochter leert kennen die hij nooit gekend heeft. De obsessieve, kettingrokende oplichter Roy (Nicolas Cage) en zijn protégé Frank (Sam Rockwell) kunnen in een klap heel erg rijk worden. Om Roy van zijn fobieën en dwangmatige handelingen af te helpen, als hij voor de zoveelste keer volledig doordraait, besluit Frank om Roy in contact te brengen met een psychiater. Bij de psychiater leren we dat Roy getrouwd is geweest en dat hij zijn zwangere vrouw achterliet omdat hij haar in een dronken bui geslagen had. Zou zijn vrouw ooit bevallen zijn van een kind, zijn kind? Met behulp van de psychiater wordt Roys leven op z’n kop gezet door de ontmoeting met zijn 14-jarige dochter, Angela (Alison Lohman).

Uitentreure

~

Ik moet eerlijk toegeven, ik ben niet zo’n fan van Nicolas Cage. Op de een of andere manier weet hij altijd maar één gezichtsuitdrukking per film te handhaven, en die benut hij dan meestal ook uitentreure. Gone in Sixty Seconds (2000) is zo’n film waarin de gezichtsuitdrukking van Cage zich vooral concentreert op het trouwe hondenuiterlijk, compleet met trouwe doch droevige ogen. Maar in Matchstick Men laat Cage zien dat hij wel degelijk kan acteren. De door tics geplaagde Roy is overtuigend en vertederend tegelijk. Cage heeft goed gegokt met deze film. De grote nieuwkomer is natuurlijk Alison Lohman. Deze 25-jarige (!) actrice weet heel goed een tiener te spelen, die het leven van Roy wel even op zijn kop zal zetten. Lohman zal nog veel vaker op ons netvlies verschijnen.

Sympathie

Na zijn grote kaskraker Gladiator (2000), die deze week voor het eerst op tv was, is de wereld van Matchstick Men heel wat anders voor regisseur Ridley Scott. Terwijl het bij Gladiator vooral ging om kostuums en grootse effecten, moet Matchstick Men het vooral van het verhaal en de filmkunst hebben. En laat dat maar aan Scott over. Hij bewees al met Thelma and Louise (1991) dat hij de kunst van sympathie creëren perfect in de vingers heeft. Hij heeft alleen het juiste script nodig, blijkt nu. Heb je in het begin nog een bloedhekel aan de leugenachtige Roy, maar als hij zijn dochter probeert te leren kennen en van zijn tics af probeert te komen, kan het toch niet anders dan dat je Roy in de eerste plaats gaat zien als een nog ietwat onervaren vader, die het beste met zijn dochter voor heeft en dan pas als de oplichter die hij zijn hele leven is geweest.

Big Bang

En dan slaat Scott genadeloos toe. Wat een idyllische situatie had moeten worden in de film, loopt uit op een regelrechte ramp. Een echt Scott-moment. Terwijl de film over het geheel je op het puntje van je stoel laat zitten om vooral maar niets te missen, is het toch een beetje jammer dat Scott de laatste minuut aan de film heeft geplakt. Scott moet gedacht hebben dat hij het publiek toch met een blij gevoel de bioscoop moest doen verlaten. Hij laat de kijker niet aan de rand van het ravijn achter zoals in Thelma and Louise, maar rondt het verhaal mooi af. Roy laat zich een vrouw en kind aanmeten, die het eerder mislukte huwelijk van de meesteroplichter doet verbleken. Het einde van Thelma and Louise had een inspiratie kunnen en moeten zijn voor Matchstick Men, maar blijkbaar heeft Scott zich iets te veel laten beinvloeden door de scripts van zijn films van de afgelopen jaren.

Film / Achtergrond
special: De eerste Hollandsche Filmnacht

Frisse blik

.

Blue Movie

“Vijf uur lang kriskras door de Nederlandse filmgeschiedenis heenrossen”, noemt de presentator en samensteller van het programma het zelf. Wegdommelen lijkt bij voorbaat al onmogelijk. Doense is vooral bekend van de Nacht van de Wansmaak en als directeur van het Festival van de Fantastische Film. Voor het Filmmuseum in Amsterdam verzorgde hij jarenlang de cultprogrammering. Als iemand de juweeltjes uit het archief kan halen, is hij het wel.

Boeiend filmpje

“Het is niet beoogd als een nacht van de Nederlandse wansmaak”, waarschuwt hij bij voorbaat. De opzet is wel ongeveer hetzelfde: een “volstrekt willekeurige selectie” van clips, fragmenten, trailers en korte films wordt in blokken gepresenteerd aan het publiek, liefst ingeleid door een gast. “Er zit natuurlijk wel het een en ander aan camp en curiosa in, want je moet mensen wel vijf uur lang entertainen, maar het is niet alleen ‘onbedoeld grappig’. Bij Red Rain, een hommage aan Psycho met Kim van Kooten, valt er eigenlijk niets te lachen, maar het is wel een heel boeiend filmpje.”

Zakkenroller

Because Of The Cats

Zo valt er bij elk fragment een mooi verhaal te vertellen. De film Godzilla vs. The Netherlands is vooral interessant om te zien omdat het vertonen ervan door de Japanse eigenaren van Godzilla eigenlijk verboden is. Ook kun je bekende acteurs van nu terugzien in oud werk, zoals in een hilarische commercial waarin Johnny Kraaijkamp Junior een zakkenroller is die Rutger Hauer en Willeke van Ammerooij berooft van onder meer hun sigaretten.

Ruig

De enige lange film die helemaal wordt getoond is de afsluiter Because Of The Cats van Fons Rademakers, ofwel “de Nederlandse Clockwork Orange“, een film over verveelde jongeren in Bloemendaal. “Zelfs voor nu is het nog een behoorlijk ruige film. Het gekke is dat het duidelijk voor de buitenlandse markt is gemaakt: de voertaal is Engels, het wordt gespeeld door Nederlandse en Engelse acteurs, maar tegelijkertijd speelt het zich wel af in Bloemendaal. Het is trouwens ook de debuutfilm van Sylvia Kristel.”

Waar voor je geld

Alleen al door de diversiteit van het programma en de enthousiaste verhalen erbij is de Hollandsche Filmnacht voor alle filmliefhebbers een aanrader. “Daarom wil ik ook niet alles verklappen wat erin zit. Het moet avontuurlijk blijven. Je moet het zien als een excursie: het enige dat ik beloof is dat je waar voor je geld krijgt.”

Herkansing

De Hollandsche Filmnacht maakt deel uit van het speciale studentenprogramma Frisse Blik van het Nederlands Film Festival in Utrecht. Binnen dit programma krijg je niet alleen de kans Nederlandse films van vorig jaar, zoals Van God Los of Interview (nog een keer) te zien, maar ook toppers van vóór die tijd (Zusje, Filmpje) gaan in de herkansing. Voor veertig euro krijg je – op vertoon van OV of studentenkaart – de speciale Frisse Blik-pas. Met deze kaart krijg je toegang tot alle films binnen het programma èn tot de Eerste Hollandsche Filmnacht. Losse kaartjes met studentenkorting kosten 5 euro (de filmnacht is 10 euro). Voor meer informatie en het complete programma: www.filmfestival.nl

Film / Films

Return of the Killer Tomatoes

recensie: Return of the Killer Tomatoes

Return of the Killer Tomatoes: de titel verraadt al dat dit geen serieuze tomatenhorror is. Het rondspetterend tomatensap is gewoon tomatensap en gaat niet door voor nepbloed, de stukjes erin zijn geen ingewanden maar vruchtvlees. Welkom in de wereld van de ‘ode aan de B-film’.

~

B-films zijn, voor wie het nog niet weet, films van veelal terecht miskende talenten die zonder geld toch hun artistieke visie op het witte doek willen brengen. Er wordt bezuinigd op acteurs, effects, lokaties, kleding, een goede scriptschrijver, materiaal, geloofwaardigheid, logica, spanning en fatsoenlijk nepbloed. Ergens in een bezuinigingsprobleem op nepbloed moet het idee voor de Killer Tomatoes bedacht zijn. Een cultfilm werd geboren.

Amerika

Het wat en hoe van de dodelijke pomodori’s is onbelangrijk in dit vervolg op Attack of the Killer Tomatoes uit 1987: feit is dat ze er waren, dat ze een gevaar voor de Amerikaanse volksgezondheid vormden (zoals alle vreemde elementen een gevaar voor de Amerikaanse volksgezondheid vormen) en dat de Yanks ze overwonnen (zoals de Yanks eigenlijk iedereen overwinnen). Nu zijn tomaten verboden (zoals Amerikanen eigenlijk alles wat hen niet zint verbieden) en de bevolking reageert hysterisch en xenofoob op alles wat rood en rond is. De pizzeria van een Tomatenoorlogsveteraan Wilbur Finletter en zijn bezorger Chad loopt echter als een trein: wie hoeft er nog tomatensaus op een pizza als je pindakaas hebt, of kersenjam? Mag ik een pindakaas-kokos-ansjovis-kaas-marshmallowpizza?

Borsten

~

Zoals dat gaat in cheapo horrorkomedies met een vettere knipoog dan het budget, is er een dolgedraaide professor die zich niets aantrekt van de tomatofobie en vrolijk experimenteert met tomaten die op muziek in mensen veranderen. Langharige rock uit de eighties? Uw tomaat wordt een Rambo. Zwoele rumba? U hebt nog nimmer grotere borsten aan een Barbiepop gezien. Een van die tomaten loopt in de vorm van een knap meisje weg bij de professor en ontmoet Chad en diens vriend Matt (George Clooney in een van zijn eerste filmrollen!). Het meisje neemt op haar vlucht een bij een mislukt experiment gecreëerde wollige tomaat mee, die ze FT (Furry Tomato) noemt. Wanneer deze kwijtraakt gaat het balletje – pardon, tomaatje – aan het rollen.

Logica

Return of the Killer Tomatoes is gezegend met een relatief sterk script, vol logica en met een snuifje spanning. Aan de uitvoering is te zien dat Return eigenlijk al geen B-film meer mag heten: de sets zijn relatief groot en stevig, de acteurs zijn beter dan verwacht (George Clooney ging na dit staaltje tomatengore verder met realistisch bloed in ER) en ook de bijrollen worden leuk uitgewerkt, zelfs al helpen ze het verhaal nauwelijks vooruit. Return of the Killer Tomatoes is meer een ode aan de B-film, maar daarmee krijgt de film een dubbele agenda: zowel cult zijn als cult eren. Dit maakt dat je niet voluit kunt lachen om de absurditeit van het idee en de uitvoering, omdat je het gevoel hebt dat alles met opzet gedaan wordt.

Hilarische momenten

Het is het enige rotte plekje op een goede tomaat – eh film -, deze opzettelijke camp- en cultsfeer. Je moet in de stemming zijn voor Return of the Killer Tomatoes, maar dat moet je ook voor titels als Wayne’s World en Dude, Where’s My Car?. De agressieve groenten (of fruit?) spelen in ieder geval een hoofdrol in vele hilarische momenten. Je kunt niet anders dan tenminste een paar keer voluit lachen.

Merchandise

Wanneer je op de fansite Killertomatoes.com kijkt, zie je dat al die tomatenhumor in totaal vier films heeft opgeleverd, plus een tekenfilmserie, een videospel en een hoop merchandise. De merchandise moet betrekkelijk eenvoudig te regelen zijn geweest: verse tomaten, tomatenblokjes, gezeefde tomaten, tomatenpuree, ketchup, spaghettisaus, kookboeken… Return of the Killer Tomatoes doet voor de tomaat wat Jaws voor zwemmen in de zee deed, maar dan met een moddervette knipoog. Pak je scherpste keukenmes en een kilo tomaten, en leef je uit!

Film / Films

Dances With Wolves: Deluxe Edition

recensie: Dances With Wolves: Deluxe Edition

Het is nog steeds een van de grote raadsels van de modere cinema: hoe heeft het toch zo fout kunnen gaan met Kevin Costner, naast Tom Cruise dè superster van de jaren 80, na het wereldwijde succes van zijn regiedebuut Dances With Wolves uit 1990? Was Waterworld op zich een prima te verteren B-film, de roddels eromheen zorgden voor de eerste smetjes op het blazoen van Costner, terwijl hij zijn eigen graf groef met het absurde The Postman. Dat was in 1995, het is nu 2003 en nog steeds gaat het niet goed met Costners carrière. Zijn nieuwste film, de western Open Range, verdween na een week of twee alweer uit de Amerikaanse bioscopen, en ook zijn acteerprestaties zijn sinds het begin van de jaren 90 op zijn zachtst “discutabel” te noemen.

~

Maar gelukkig kunnen we dankzij deze prachtige DVD-box net doen alsof die lelijke jaren 90 nooit gebeurd zijn en we weer met open monden in de bioscoop zitten te staren naar die weidse landschappen en die intrigerende Indianencultuur die tot dan toe nog nooit zo realistisch in beeld was gebracht. Costner wist met slechts 16 miljoen dollar en een hele hoop doorzettingsvermogen een klassieke, tijdloze film te maken die tegenwoordig nog steeds boeit, zelfs in deze “nieuwe” lange versie van vier uur, die al eens door de AVRO is uitgezonden en, ondanks de vermelding op de hoes, al lang op DVD beschikbaar was.

Geen “ultieme versie”

~

Het eenvoudige verhaal van luitenant John Dunbar (Costner), die ergens in de 19e eeuw op eigen verzoek wordt overgeplaatst naar de meest verafgelegen buitenpost van het Wilde Westen en daar vriendschap sluit met een Indianenstam, zal voor het gros van het publiek al bekend zijn. Wat telt is de manier waarop dat verhaal in beeld wordt gebracht. In lange, trage, maar nooit saaie shots volgen we Dunbar op zijn zoektocht naar de essentie van het leven, de band van de natuur en uiteraard de liefde. Het extra uur in deze DVD-versie maakt de film niet sneller, integendeel, maar de vele nieuwe scènes voegen zeer veel toe aan de sfeer van de film en de diepte van de personages. Toch is het jammer dat er geen optie is om de originele bioscoopversie te bekijken. Dit is met de DVD-technologie niet moelijk te realiseren, en het zou van deze set echt een “ultieme versie” gemaakt hebben.

Doorgewinterd

Maar het is maar een klein minpuntje vergeleken bij de extra’s die wel zijn meegeleverd. Er zijn niet minder dan twee audiocommentaren aan de film toegevoegd. Het eerste is van Costner en zijn producent Jim Wilson, het tweede van editor Neil Travis en cameraman Dean Semler. De laatste twee heren laten nogal eens gaten vallen in hun technische verhaal, maar het eerste spoor is een stuk interessanter door de vele anecdotes van de opnamen. Ik moet wel toegeven dat ik beide tracks niet helemaal beluisterd heb, want twaalf uur Dances With Wolves is zelfs voor de meest doorgewinterde fan wel veel van het goede. Maar het is mooi dat de tracks aanwezig zijn, en ik zal ze in de nabije toekomst zeker nog eens van begin tot eind beluisteren.

Verplichte kost

Voor degenen die wel geïnteresseerd zijn in de totstandkoming van de film, maar geen commentaartracks van vier uur aankunnen, zijn er twee uitvoerige documentaires over Dances With Wolves toegevoegd aan de derde schijf van deze luxe set. The Making of Dances With Wolves is een vrij standaard kijkje bij het maken van de film. De documentaire stamt uit dezelfde tijd als de film en was ooit al eens op tv te zien en stond ook als verborgen optie op de eerdere DVD-versie van de film. The Creation of an Epic is daarentegen een geheel nieuwe productie en vertelt in bijna anderhalf uur het hele verhaal achter de film. Vrijwel iedereen die iets met Dances With Wolves te maken heeft gehad, zowel voor als achter de schermen, komt aan het woord, en dat levert verplichte kost op voor de echte fans.

Ik twijfel altijd een beetje voordat ik iets opschrijf als: “deze DVD moet je zeker aan je collectie toevoegen!”, maar in het geval van deze Deluxe Edition van Dances With Wolves kan ik geen andere conclusie bedenken. Een tijdloze klassieker als deze moet je op elk gewenst moment uit de kast kunnen trekken, ook al is het maar voor een half uur.

Muziek / Album

Eerlijk en oprecht

recensie: Damien Rice - O

De BBC zendt elk jaar urenlang livemateriaal uit van het Glastonbury Festival. Het programma wordt onder meer aan elkaar gepraat door de legendarische DJ John Peel. Soms worden de artiesten ook uitgenodigd om een nummer in de studio te komen spelen. Ook Damien Rice mocht een nummer van zijn nieuwe plaat O ten gehore brengen. Die prachtige versie van Volcano, samen met zijn rechterhand Lisa Hannigan, spookt nog steeds in mijn hoofd rond.

~

O is een echte singer-songwritersplaat. Dat wil zeggen: veel akoestische gitaren en bovenal veel hartstochtelijke zang. Rice heeft een prachtige stem, net als Hannigan trouwens. De teksten gaan vooral over liefde en verlangen. Can’t take my eyes off of you, is misschien wel een beetje standaard als refrein, toch werkt het nummer. Rice weet de meeste valkuilen, zoals die van teveel slijmerigheid en slecht jatwerk te omzeilen. Hier en daar balanceert hij wel een beetje op de rand van met name die eerste valkuil, zonder er overigens ooit in te vallen.

~

Ookal betreedt Damien Rice de reeds platgetreden paden, hij weet toch wel voor kippenvel te zorgen. En ach, hoe meer mooie liedjes hoe beter. Met name de intensiteit en eerlijkheid waarmee Rice zijn gedachten ten tonele voert en zijn heerlijke gitaarspel zijn bepalend voor het geluid van O. Het is een ongedwongen album van iemand die hoorbaar leeft om mooie liedjes te schrijven.

Vooral een paar verrassende wendingen geven deze plaat net die extra schoonheid. Zo zijn de inzet van een operazangeres in het prachtige Eskimo en het gebruik van de basstemmen in het hartverscheurende Cold Water briljant gevonden. Ook de plotselinge breuk in het traditioneel klinkende I Remember doet de luisteraar wakker schudden wederom door de prachtige wisselwerking tussen Rice en Hannigan.

O is een album boordevol intensiteit en klasse. De nummers bekruipen je en maken je aan de ene kant verdrietig en aan de andere kant dolblij. Het is een plaat die met je emoties speelt, zoals Rice met zijn eigen emoties speelt. Eerlijk en oprecht, precies zoals het hoort.

Meer Damien Rice:

www.damienrice.com

Muziek / Achtergrond
special: Interview met Jon Spencer

Jon Spencer zegt het met muziek

“Zo, en hoe heet jij?” vraagt Jon Spencer, terwijl hij de kleedkamer van popclub Vera in Groningen instapt. We schudden elkaar de hand en ik vertel wie ik ben, en wat 8WEEKLY is: een online magazine over muziek, theater, litera… “Ja, ja. ’t Is al goed. Kom maar op met je vragen.” De toon is gezet, meneer Spencer heeft blijkbaar haast, enkele uren voor het eerste optreden sinds jaren in Vera.

~

De Jon Spencer Blues Explosion is net begonnen aan een kleine Europese tour: gisteren 013 in Tilburg, morgen door naar Athene, zaterdag Brussel, en de afsluiter is aanstaande zondag in de Melkweg in Amsterdam. En mijn God, de man ziet er nu al dodelijk vermoeid uit. “Tja, er moet geld worden verdiend, hè. We zijn bezig met opnames voor een nieuw album. Het huren van de studio kost veel geld, en toen we een aantal aanbiedingen voor festivalletjes in Europa kregen, hapten we toe. Al dat reizen is zeker niet het leukste aspect van de rock ‘n’ roll, maar ach… het hoort er bij.”

Akoestisch

~

013 was -in tegenstelling tot Vera vanavond- niet uitverkocht, maar de zanger/gitarist is tevreden over het optreden: “We speelden veel nieuwe nummers, daar gaat het nu vooral om. Op de nieuwe plaat zullen ook een aantal akoestische nummers komen, maar die doen we nu nog niet. Vanavond gaan we voor de pure rock ‘n’roll. Ik hoop dat de nieuwe plaat in het voorjaar uitkomt, misschien dat we daarna terugkomen met een akoestische set in het optreden.”

Dit jaar deed de Blues Explosion het wat rustiger aan, maar vorig jaar zijn ze bijna constant aan het touren geweest. Ze speelden toen een aantal maal in Nederland, waaronder in Paradiso en op Swingin’ Groningen. Als ik opper dat ze in kleine zaaltjes beter op hun plaats zijn dan op grote festivals, knikt Jon Spencer instemmend. “Hoe intiemer de zaal is, hoe beter de sfeer tussen ons en het publiek. We deden vorig jaar wel veel festivals, maar ik voel me het best in een club als Vera.”

Hartstochtelijke trip

Als de chemie tussen band en publiek goed is, weet de grote man van het trio – naast hem staan Judah Bauer (gitaar/zang) en Russell Simins (drums) op het podium – het publiek mee te nemen op een hartstochtelijk trip door de wereld van de rock, waarbij Jon Spencer als een preacher man voorgaat. “Ik ben niet religieus opgevoed, maar in onze shows speelt religie inderdaad een belangrijke rol. Ik ben een grote fan van gospelmuziek. De passie die in die muziek zit, leg ik ook in onze optredens.” Iedereen moet bekeerd tot the Church of Rock.

Religie heeft voor Jon Spencer een duidelijk andere betekenis dan voor bijvoorbeeld Nick Cave of de onlangs overleden Johnny Cash. Hij speelt er alleen maar mee op het podium, terwijl de andere twee de Bijbel als inspiratiebron gebruiken. Ze verkondigen het geloof niet in hun muziek, maar verwijzen in teksten wel naar Bijbelverhalen. Jon Spencer: “Ik ben geen Bijbelkenner. Ik heb wel delen gelezen, maar gebruik die niet in mijn muziek, zoals zij doen. Het was overigens een trieste dag, toen Johnny Cash stierf. Eerder was zijn vrouw al overleden en hij was ziek, dus zat het er al aan te komen, maar toch was het een trieste dag. Hij heeft veel mooie dingen gedaan.”

Tijdens de twintig minuten die ik Jon Spencer spreek, lijkt de op het podium zo energieke bandleider met zijn gedachten niet bij het gesprek. Interviews behoren blijkbaar net als reizen tot de negatieve kant van de rockwereld. Muziek is voor Jon Spencer heilig, en op het podium voelt hij zich op zijn best. Dat weegt zeker op tegen de nadelen. Als hij na twintig minuten naar de klok begint te kijken, en vraagt of ik nog meer wil weten, is het interview voorbij. Hij kan terug naar het podium, beginnen met de soundcheck. Vanavond kom ik wel kijken wat hij écht te vertellen heeft.

Film / Films

The Rules Of Attraction

recensie: The Rules Of Attraction

Vreemd genoeg aan de Nederlandse bioscopen voorbijgegaan: een boekverfilming van de schrijver van American Psycho en geregisseerd door de co-scenarist van Pulp Fiction, met Dawson uit Dawsons Creek in de hoofdrol. Dat klinkt zowel onwaarschijnlijk als veelbelovend, en het resultaat is dan ook curieus, maar net zo zeer teleurstellend.

~

Het verhaal draait om een aantal studenten aan een college in New England: de drugs dealende Sean Bateman (het broertje van Patrick Bateman uit American Psycho), de bisexuele Paul en de onzekere Lauren. Het zijn bijna allemaal egoïstische, onsympathieke figuren die verveeld en decadent door het leven gaan. Ze liggen allemaal met zichzelf in de knoop, maar kunnen daar niet mee omgaan. Ze neuken, zuipen, gebruiken drugs en geven niets om elkaar – behalve als ze verliefd zijn, wat binnen hun onvolwassen wereld soms desastreuze gevolgen heeft. Een scène waarin iemands zelfmoordpoging alleen irritatie bij een van de hoofdpersonen losmaakt – hij heeft haast en geen zin om hulp te halen – zegt wat dat betreft genoeg.

Nihilisme

~

Het is bizar, erg komisch, soms schokkend en bij vlagen hilarisch, maar daar blijft het bij. Wie op een cult-alternatief voor American Pie hoopt, zal zich daar niet aan storen – dat maakt de film in de eerste tien minuten al waar, maar wie meer diepgang verwacht moet wel teleurgesteld zijn in het resultaat. Aan de afzondelijke betrokkenen ligt het niet. James van der Beek is een acteur met nogal beperkte capaciteiten die het mispunt Sean Bateman speelt als Dawson met een mean streak. Dit is echter zo vermakelijk dat je zou hopen dat het lulletje rozenwater uit Dawsons Creek wat meer weg had de überegoïst Bateman. De schrijver van het boek, Bret Easton Ellis, is een begaafde cynicus die zijn duistere pessimisme scherp weet uit te beelden in personages als bovengenoemde. Regisseur Roger Avary is een eigenzinnige regisseur met nihilistische neigingen, die het bizarre en riskante nooit schuwt.

Vorm boven inhoud

De perikelen van Ellis’ antihelden worden in de film samengevlochten door middel van een arsenaal aan flitsende foefjes als split-screens, surreële uitstapjes, versnelde scènes, terugspoelend beeld, enzovoorts. Bovendien gebruikt hij een ingewikkelde vertelstructuur: de film begint aan het einde en wisselt voortdurend in perspectief en tijd. Dit houdt de film aan de ene kant wel boeiend, maar het is ook waar het fout gaat: Avary richt zich zozeer op de buitenkant dat hij de essentie van zijn bronmateriaal vergeet. Zijn debuut Killing Zoe (1994) had ook geen inhoud, maar was in al zijn glorieuze nihilisme wel fascinerend en indrukwekkend. Ook de films Pulp Fiction en True Romance, die hij met Quentin Tarantino schreef, verkiezen vorm boven inhoud, maar dat zal niemand hen kwalijk nemen. Nu Avary een boek geadapteerd heeft (hij schreef het scenario zelf), gaat die vlieger helaas niet op.

Onverschillig

De Amerikaanse auteur Bret Easton Ellis (American Psycho, Glamorama, Less Than Zero) beschrijft op gedetailleerde en realistische wijze egoïsme en materialisme, onverschilligheid, wellust en hebzucht, en houdt de westerse mens daarmee een spiegel voor. Zijn boodschap is een uiterst serieuze, die hij in al zijn boeken overbrengt door middel van bijtend, extreem sarcasme. Daar valt in deze verfilming zeker wel wat van te bespeuren, maar Avary is te druk bezig om het er allemaal flitsend uit te laten zien, zodat van Ellis’ achterliggende moralisme bar weinig overblijft. Dit doet de film de das om: het is een halflege huls, als een parodie die zijn eigen onderwerp vergeet. Ellis’ boeken zijn ook grappig, maar dat gaat nooit ten koste van de duistere en vaak huiveringwekkende moraal die je erin terugvindt. Bij Avary is dat, op één prachtig akelig zelfmoordscène na, helaas wel zo. Wat hij doet is choqueren zonder er zelf al te serieus over te zijn. Je kunt wel lachen om het relaas van de personages in de film, en blijft bij de leest door Avary’s visuele aanpak, maar uiteindelijk blijf je net zo onverschillig voor de hier geschilderde werkelijkheid als de personages zelf.

Links

Avary’s domain, Roger Avary’s eigen website

Film / Films

Ierse heldin

recensie: Veronica Guerin

Een waargebeurd verhaal over een gemotiveerde misdaadjournaliste die tot uiterste gaat in haar onderzoek naar drugsbaronnen, waarbij de rillingen je over de rug lopen en tegelijkertijd vragen door je hoofd spoken: waarom laat Veronica de drugsdealers niet voor wie ze zijn? Waarom neemt ze zoveel risico’s? Veronica Guerin ging uiteindelijk zover in haar drugsverhaal, dat de dealers wraak namen en ze haar succes met de dood moest bekopen. Haar dood in 1996 liet de bevolking in Ierland schrikken. Haar intrigerende verhaal leverde een film op die je naar je strot grijpt.

Veronica’s onderzoek en onthullingen over de drugsdealers maakten haar tot een heldin in de ogen van het Ierse volk. En zo wordt ze ook gefilmd, terwijl het in principe natuurlijk haar werk is om nieuws naar buiten te brengen. De nadruk ligt in deze film iets teveel op dat held-imago. Het komt erg overdreven, op z’n Amerikaans zeg maar, over.

Naïviteit

Het is trouwens ongelooflijk hoe deze journaliste de onderste steen boven wil krijgen. Voordat de fatale schoten worden gelost, wordt er al een keer een kogel door haar raam gevuurd, wordt ze in haar been geschoten, geslagen en bedreigd. Het weerhoudt haar er echter niet van om door te gaan met haar onderzoek en de criminelen steeds weer op te zoeken, ondanks het feit dat ze daarmee ook het leven van haar man en zoontje in gevaar brengt. Het komt over als naïviteit, maar het kan ook worden geschaard onder beroepsgekte. Ze ziet steeds het beeld voor zich van een straat vol met verslaafden en kinderen die met vuile spuiten spelen en wil persé weten wie er achter die drugsdeals zit. Helaas worden haar motieven niet verder uitgewerkt, waardoor je geen grip op haar krijgt en haar handelingen niet altijd kan begrijpen.

Regisseur Joel Schumacher (Phonebooth, Bad Company) is beter geslaagd in de casting van Veronica. Cate Blanchett (Lord of the Rings, The Talented Mr. Ripley) speelt de rol voortreffelijk. Ze komt geloofwaardig over en weet iedereen mee te slepen in haar verhaal. En ook de criminelen (Gerard McSorley en Ciarán Hinds) spelen hun rol goed, alhoewel ze erg stereotiep overkomen. Verder is Veronica Guerin mooi gefilmd en is ook zeker goed geprobeerd om de Ierse sfeer over te brengen.

Sentimenteel

Het is een aparte film, in de goede zin van het woord. Een film die je nog even herinnert aan de aanslag op Pim Fortuyn. Veronica Guerin laat je na de eerste scène niet meer los, want door de vaart en de details in het verhaal blijft deze film boeien. Alhoewel… tot even voor het eind. Dan slaat Schumacher even door en geeft hij een wel heel sentimentele draai aan het verhaal, waarin de ‘helden’ wel erg wordt geëerd. Hij had die tijd beter kunnen benutten om de vraag te beantwoorden waarom Veronica haar eigen leven en dat van haar gezin op het spel zette. En waarom iedereen (politie en de chef van de krant) deze koppige journaliste haar gang liet gaan en haar niet tegen zichzelf in bescherming nam.

Film / Films

Hoe zie jij de wereld?

recensie: Les Triplettes de Belleville

Ik ben opgegroeid met Disney, zoals bijna elk kind in een forensendorp uit de jaren tachtig en negentig. Dat er meer was dan Mickey Mouse en The Little Mermaid leerde ik pas later, toen ook Dreamworks zich op animatie stortte (The Prince of Egypt, Shrek). Dat er meer was dan Hollywood-animatie leerde ik nog weer later, met Akira, Metropolis en Mononoke Hime. Nu leer ik opnieuw: Franse animatie van Sylvain Chomet. Les Triplettes de Belleville overklast alle eerder genoemde films met gemak.

~

Het verhaaltje is noch zoet Amerikaans noch magisch-spiritueel Japans. Een oma woont met haar kleinzoon in een Frans dorpje. Het dikke, vroegoude jongetje is met niets te plezieren, tot hij op een dag een fiets krijgt van zijn oma. Een twintigtal jaren later is het dikke jongetje veranderd in een afgetrainde renner met ballonkuiten en doet hij mee aan de Tour de France. Zijn oma begeleidt hem, het ritme van de pedaalslagen fluitend terwijl zij op het dak van de bezemwagen zit. Maar wanneer oma haar kleinzoon uit het oog verliest, wordt deze ontvoerd. Waar naartoe? Waarom?

Geniale observator

Chomet weet met veel okertinten een beeld op te roepen van een vervlogen tijd: de jaren vijftig, toen de wereld op de rand van de moderne tijd stond, maar toch nog klein en knus en vooral: eenvoudig was. De Tour de France-scènes aan het begin van de film zijn meesterlijk en Chomet is een geniale observator. Metaforen uit het radiocommentaar komen tot leven: de renners staan inderdaad bijna stil tegen de berg en in de wijd opengesperde ogen van de renners lees je wanhoop, berusting en wezenloosheid tegelijk. De Tour die Chomet afbeeldt voelt echter dan die reclamekaravaan van afgelopen zomer.

~

Chomet heeft niet alleen zelf goed gekeken, hij laat zijn publiek ook kijken. Hij speelt met proporties en maakt grote dingen net wat groter dan normaal en kleine dingen net wat kleiner. De renner heeft dijen als fietstassen, wolkenkrabbers torenen honderden verdiepingen omhoog en een oceaanstomer reikt welhaast tot in de hemel. In eerste instantie lijken die vergrotingen en verkleiningen wat absurd te werken, maar Chomet wil er mee uitbeelden dat de moderne mens niet meer door grootte geïmponeerd wordt. Wij zijn gewend aan de wereld en haar afmetingen, in de jaren vijftig waren schepen en wolkenkrabbers nog werkelijk reusachtig.

Paarden en muizen

De personages in Les Triplettes de Belleville zijn eigenlijk menselijke lichamen met dierlijke trekjes. De renners zijn paarden, de mafiamannen zijn gorilla’s en er lopen muizen en olifanten door de straten. Chomet is niet bang een mannetje met grote oren en grote tanden ook als een muis te laten piepen en de renners klinken soms ook echt als vermoeide paarden. De uiterlijke kenmerken zijn zo ver doorgevoerd dat ze deel gaan uitmaken van het personage. Dat er in de film bijzonder weinig gesproken wordt (als er al iets gezegd wordt is het een onverstaanbaar mengelmoesje van Frans, Engels en Italiaans) draagt bij aan de herkenbaarheid van de dierlijke trekjes in de mens. Het gebrek aan dialoog betekent echter niet dat Les Triplettes de Belleville een stille film is. Er is meer dan genoeg te horen: muziek, kikkers, maar ook verzengende hitte, uitputting en onverzettelijkheid.

Ik kan nog wel uren doorgaan, maar het voldoet hier te zeggen dat Chomet een meesterlijk oog voor detail heeft. Les Triplettes de Belleville is een film die je moet zien en die je dwingt tot kijken,

Film / Films

Stelletje striphelden

recensie: The League of Extraordinary Gentlemen

Zelden had ik zoveel gezapige recensies gelezen als over deze film. In de stortvloed van superheldenfilms die we dit jaar voor de kiezen hebben gekregen, werd op dit prestigieuze project bijna consequent het stempel ‘had veel meer ingezeten’ gedrukt. Zo vaak zien we Sean Connery niet meer op het witte doek, dus dan verdient hij mijns inziens nog een paar geweldige rollen om zijn glanzende carrière uit te luiden. Ik ging dus al enigszins bevooroordeeld naar deze film, want ik verwachte dus een middelmatige superheldenfilm.

~

TLOEG is geschreven door Alan Moore, een alom geprezen comicbookschrijver die ook verantwoordelijk was voor de comicjuweeltjes Batman: Killing Joke en Watchmen. Als hij dan zijn medewerking verleent aan een superheldenfilm gaan logischerwijs de harten van alle comicfans ter wereld een beetje harder kloppen. Veel comicverfilmingen missen vaak de juiste touch, omdat ze door filmmakers zijn geschreven, niet door mensen die feeling hebben met het wereldje van de comic.

Oude bekenden

In TLOEG zien we dat Allan Quatermain (Connery) de leiding krijgt over een groepje buitengewone mensen. Zo is daar de Vampier Mina Harker (Wilson), de onzichtbare man Skinner, de zelfingenomen ijdeltuit Dorian Gray (Townsend), de ondoorgrondelijke kapitein Nemo, de onberekenbare Mr Hyde en de Amerikaanse avonturier Tom Sawyer. Zoals je ziet zijn alle helden min of meer bekende figuren uit de literatuurgeschiedenis. Samen moeten ze voorkomen dat de geheimzinnige wapenhandelaar Fhantom de grootmachten van de wereld meesleept in een wereldoorlog.

~

Het verhaal is zoals een comicverfilming hoort te zijn, het is allemaal niet te ingewikkeld, zodat je het allemaal simpel kan volgen, en er is veel ruimte voor karakterontwikkeling en subplots. Jammer genoeg wordt deze ruimte door de regie amper benut. De knipogen naar de literatuurgeschiedenis zijn erg leuk, maar worden niet goed genoeg uitgespeeld. Verder blijven de karakters allemaal zeer oppervlakkig, en juist in een film als had met extra emotionele diepgang een topper kunnen worden.

Puzzelbrij

Ook een groot probleem is de warrige regie. Soms lijkt een scène op wel heel rommelige wijze tussen de andere scènes gekwakt, de montage oogt als een behoorlijke haastklus. Vooral in het begin zien we een varia van rommelige scènes die achteraf iets heel simpels wilden vertellen. En dat is jammer, want dit soort films behoren toch vooral simpel popcornvermaak te zijn, en geen puzzelbrij van chaotische scènes. Na een goed half uur wordt dit allemaal ietsje beter, maar jammer is het wel.

~

Gelukkig heeft deze film de beschikking over Connery, en hoewel hij absoluut niet de rol van zijn leven speelt blijft het toch geweldig om naar die man te kijken. Peta Wilson lijkt na de TV-serie Nikita eindelijk klaar voor een echte filmcarrière, en ook Stuart Townsend is goed op dreef als de zelfingenomen Dorian Gray. De special effects zijn echter de hoofdrolspelers van de film. Het schip van kapitein Nemo, de Nautilus, ziet er werkelijk prachtig uit, en ook de scènes waarin de helden hun gaven tonen zijn pure eye-candy.

TLOEG is misschien niet de hoogvlieger geworden die velen er van hadden verwacht, maar ik heb me toch prima met deze film vermaakt. De film was in ieder geval een stuk onderhoudender dan bijvoorbeeld The Hulk, en biedt een hoop potentie voor een spetterend vervolg. Of dat er in zit… Sean Connery schijnt nogal wat ruzie met de regie te hebben gehad, dus er zal eerst wat aan troubleshooting gedaan moeten worden voor we naar deel twee van deze buitengewone heren (en dame) mogen kijken.